dinsdag 8 december 2009

Wat kan ik eraan doen?


Ik kijk altijd uit naar de koffiepauze op kantoor. Zodra de klok half elf aanwijst, snel naar de koffieautomaat (er zijn betere) en naar boven. Meestal ben ik een van de eersten. Waarom ik zo graag naar de koffiepauze ga, is niet omdat ik zo moe ben na anderhalf uur. Maar het is een gelegenheid om met mijn collega's te praten over andere dingen dan werk, om iets van elkaars leven te delen en om veel en luid met elkaar te lachen. Meestal zijn de onderwerpen, om het voorzichtig uit te drukken, van een discutabel niveau. Maar gisteren werd het opeens een stuk filosofischer. Zoals het vaak gaat kwam het gesprek via een slechts zeer zijdelings gerelateerd onderwerp (reincarnatie en waarom iedereen in een vorig leven een egyptische hogepriester was en nooit een vuilnisman of ss-er) op de vraag hoeveel invloed we als mensen eigenlijk hebben op ons leven.

Onze directeur citeerde recent onderzoek, waaruit zou zijn gebleken dat we maar 80 procent van wat we in ons leven bereiken, onze eigen vrije keuze is. De rest wordt bepaald door 'onze genen'. Alle mensen in gevangenissen zouden bijvoorbeeld lijden aan een geestesziekte: dat ze anderen geweld aandeden of de wet overtraden zou niet hun eigen schuld zijn geweest. Op dezelfde manier zouden mensen met overgewicht kunnen beweren dat ze er geen invloed op hadden, maar dat het een gevolg is van psychische en genetische factoren. Mensen die ontslagen worden, of in een echtscheiding terecht komen, kunnen hun schouders ophalen: "Zo ben ik nu eenmaal. Het zijn mijn genen. Ik kan niet anders." We zijn 'vleesmachines', in de macht van factoren buiten onze invloed. De door ons ervaren controle is niets meer dan een illusie.
'Toevallig' las ik gisteren in 'The everlasting man' van G.K. Chesteron (een van mijn favoriete schrijvers), geschreven in 1925, het voorbeeld van auteurs en psycho-analisten die geweld als volgt verklaren: 'De onderdrukte instincten van de grotbewoner brengen je er ongetwijfeld toe.' Je uitbarsting was niet te voorkomen, het is wie je ten diepste bent, geef er maar aan toe. Maar, maakt Chesterton duidelijk, het is niet meer dan een excuus, want er is niet zoiets als een bewezen beestachtige oermens. De mens die in de grot leefde, was een mens net als wij, die kunst maakte (de grottekeningen van Lascaux), geloofde in leven na de dood (de gevonden graven). Een mens met een verantwoordelijkheid. Een mens met een beschaving. We kunnen niet naar dat idee wijzen om ons onbeschaafde gedrag goed te praten.
Het zou wat zijn, dan zou ik als ik faalde in mijn werk, mijn schouders kunnen ophalen en zeggen: "Zo ben ik nu eenmaal. Ik kan er niets aan doen." Of als ik merk dat ik mensen van mij vervreemd, zou ik ze kunnen verwijten dat ze me niet nemen zoals ik ben. Het is echter wel degelijk mogelijk voor een individu om keuzes te maken die zijn leven veranderen. Ikzelf ben in drie jaar afgevallen van 110 kilo tot 78 kilo, zonder opnieuw heel veel aan te komen. En dat terwijl ik dacht dat ik wel altijd dik zou moeten blijven, omdat ik dat nu eenmaal geworden was. Wat als ik dat was blijven geloven? Je hoeft dus niet te blijven wie je geworden bent! Je hebt wel degelijk een verantwoordelijkheid.
Dat is ook hoe de bijbel de mens ziet: als een wezen dat (in zijn natuur een beeld van de Schepper zelf) keuzes kan maken, dat invloed kan uitoefenen, dat een persoon is! Daarom staan de oproepen in de bijbel om God en de ander lief te hebben. Een robot, een 'vleesmachine', een wezen dat alleen maar instinct kent, kan niet werkelijk liefhebben. Kan niet werkelijk kiezen om het beste te zoeken voor God en voor de ander. En daarom accepteerde God niet het excuus van de eerste mens dat hij door de slang was verleid om te eten van de boom van goed en kwaad. Het was zijn eigen keuze. Hij was verantwoordelijk.

Maar het verhaal van de val laat direct zien waarom onze verantwoordelijkheid toch zo beperkt is. Want onze genetische achtergrond, wat we meemaken in onze jeugd, wat er om ons heen gebeurt, de woorden van andere mensen, ze hebben een grote invloed op wat wij denken en doen. Ze bepalen inderdaad voor een groot deel wat we kunnen kiezen en beïnvloeden. We zijn beperkt. Onze verantwoordelijkheid is kleiner geworden. Onze wil is zwak en makkelijk te corrumperen. Het licht in ons is verduisterd. We zijn niet langer de mensen in de volle glorie zoals God ons bedoeld had. En dat moeten we ons realiseren. We kunnen niet al onze dromen waarmaken, we kunnen niet aan alle verwachtingen van de maatschappij voldoen, we kunnen niet onze vrienden en geliefden in alles tevreden stellen, we kunnen niet volmaakt leven volgens Gods ideaal.
De directeur verwees gisterochtend naar een documentaire over mensen aan de onderkant van de samenleving. De boodschap daarvan was dat er inderdaad mensen zijn die gewoon niet in staat zijn mee te komen, die de mogelijkheid niet hebben mee te rennen in de 'rat race' waarin onze wereld is veranderd. Dat deze mensen daarbij dus hulp nodig hebben. Ik heb daar ook een artikel over gelezen. En ik slaakte een zucht van opluchting. Niet om dit argument aan te wenden als excuus, maar omdat het me hielp te accepteren dat ik beperkt ben. Misschien hoef ik niet alles zelf te kunnen. Misschien mag ik gewoon zijn wie ik ben: een beperkt mens, die voor sommige dingen van anderen afhankelijk is. Misschien mag ik om hulp vragen, en hoef ik me daar niet voor te schamen.
Ook dat is een werkelijkheid waar de bijbel oog voor heeft. Daarom is de boodschap van Jezus dat wij niet onszelf hoeven te redden, we hoeven niet zelf terug te komen naar het Paradijs. We hoeven niet zelf de schade te herstellen die het gevolg is van onze keuzes, we hoeven niet zelf volmaakt te worden. Het is God die het voor ons doet. God heeft onze gebrokenheid, onze pijn, liefdeloosheid en haat, onze zonde op zich genomen. En in plaats daarvan geeft hij ons zijn eigen natuur, zijn gerechtigheid, zijn Geest. Hij maakt ons nieuwe mensen. En Hij brengt door ons heen in deze wereld zijn koninkrijk tot stand. Het kenmerkende daaraan is nu juist dat het in dat koninkrijk Zijn wil is die gebeurt 'op Aarde, zoals in de hemel' (Mattheus 6:10).
Het enige dat wij hoeven doen, is daarop te vertrouwen, Hem te geloven als Hij zegt dat Hij ons op onze bestemming brengt. Dat is een keuze en dus is het onze verantwoordelijkheid. Het is de keuze om als we niet kunnen loskomen van een verslaving, als onze natuur ons tot mislukken dreigt te bestemmen, als we geneigd zijn anderen pijn te doen of te beschadigen, God te vragen ons te veranderen. Om toe te geven dat we zelf machteloos zijn, en Iemand anders nodig hebben. Om ons voor elk aspect van ons leven aan Hem over te geven. Om hem uit te nodigen in ons zijn wil te doen, zoals in de hemel.

Dat was uiteindelijk ook de conclusie tijdens de koffiepauze: er was iets dat degenen die in de gevangenis terecht kwamen als gevolg van hun geestesziekte hadden kunnen doen om dat te voorkomen: ze hadden om hulp kunnen vragen.

(Zie over dit onderwerp ook de twaalf punten van de Anonieme Alcoholisten)

Niks met het onderwerp te maken, maar omdat we over koffie begonnen: bouw een propeller voor op de koffiemok!