Gisteren in de kerk ging de preek over een van de voor mij meest interessante Bijbelgedeeltes, namelijk het enige fantasyverhaal in de bijbel. Goed, sommige mensen achten een groter deel van de bijbel fantasie, maar in dit geval gaat het om een verhaal dat iemand vertelt waarbij aan niet-menselijke wezens een persoonlijkheid wordt toebedeeld, de gelijkenis van de bomen in Richteren 9.
Het verhaal begint als de inwoners van Sichem een zekere Abimelech tot koning hebben gekozen. Prompt heeft deze man zijn zeventig broers en neven gedood. Alleen Jotam ontsnapt, want hij heeft zich verstopt. Voor hij zich definitief uit de voeten maakt, roept hij van de top van een berg de inwoners van Sichem het volgende verhaal toe:
"Hoor mij aan, burgers van Sichem, en God zal u verhoren! Eens gingen de bomen erop uit om een koning te kiezen. Ze vroegen de olijfboom: 'Wilt u onze koning zijn?'
Maar de olijfboom antwoordde: 'Zou ik ophouden mijn olie af te staan, waarmee mensen en goden worden vereerd, om wat te wuiven boven de andere bomen uit?'
Toen vroegen ze het aan de vijgenboom: 'En u, wilt u onze koning zijn?'
Maar de vijgenboom antwoordde: 'Zou ik ophouden mijn zoete vruchten af te staan, om wat te wuiven boven de andere bomen uit?'
Toen vroegen ze het aan de wijnstok: 'En u, wilt u onze koning zijn?'
Maar de wijnstok antwoordde: 'Zou ik ophouden mijn sap af te staan, dat goden en mensen verblijdt, om wat te wuiven boven de andere bomen uit?'
Ten slotte vroegen de bomen aan de doornstruik: 'En u, wilt u onze koning zijn?'
En de doornstruik antwoordde: 'Als u mij werkelijk tot uw koning wilt zalven, kom dan maar hier. In mijn schaduw is het goed toeven. Maar zo niet, dan zal er uit mijn takken een vuur komen dat de ceders van de Libanon zal verteren'."
Ik vind het een mooi verhaal. Er zit een ironische humor in: de lage doornstruik die de bomen vraag zich te vernederen om in zijn schaduw te komen. Waar ze helemaal niet goed zullen toeven, want het is niet voor niets een doornstruik. Stekelig. De boodschap lijkt te zijn: 'Wie zich brandt moet op de blaren zitten.' De inwoners uit Sichem wilden zo nodig een koning, dan moeten ze het doen met de tiran die ze gekozen hebben, ook al leidt het tot hun onheil.
De preek van zondag gaf echter een totaal andere draai aan het verhaal, die de boodschap ervan volgens mij geen recht deed. Ik parafraseer wat de spreker over dit verhaal opmerkte: 'De bomen zijn mensen die houvast nodig hebben. Ze kunnen zichzelf niet redden en hebben een koning nodig. De olijfboom, de vijgenboom en de wijnstok zijn eigenlijk zelfzuchtig. Ze willen niet loslaten wat ze hebben om hun positie als koning in te nemen. Omdat zij weigeren te doen wat de bomen vragen, komen die uiteindelijk uit bij de doornstruik. Het is dus hun verantwoordelijkheid dat het mis gaat.'
En de boodschap voor de toehoorders was dat wij als christenen die bomen zijn, die hun verantwoordelijkheid moeten nemen en houvast bieden aan de mensen om ons heen. Dat klinkt niet als een heel verkeerde boodschap, maar het kan tot ongezonde proporties worden doorgetrokken. Je zou het kunnen zien als een oproep aan christenen om macht uit te gaan oefenen over anderen, omdat het nu eenmaal onze verantwoordelijkheid is. En dat dit tot ongewenste consequenties leidt, heeft de wereldgeschiedenis wel laten zien. Bovendien suggereert het dat we als gelovigen zelfzuchtig zijn als we dat wat we graag doen en willen, wat onze natuurlijke gaven zijn, niet willen opgeven om hard te werken om anderen te controleren.
Ik geloof niet dat dit de bedoeling is van de gelijkenis. En een iets nauwkeuriger blik op de tekst maakt dat ook duidelijk. Zo lezen we in het hoofdstuk daarvoor dat de Israelieten naar de bevrijder Gideon komen en hem vragen: 'Wees onze heerster, en na u uw zoon en de zoon van uw zoon.' Maar Gideon antwoordde: 'Ik zal uw heerser niet zijn en mijn zoon zal uw heerser niet zijn, want de HEER is uw heerser.' (Richteren 8:23). Een duidelijke parallel met de olijfboom, vijgenboom en wijnstok. Ook later, in het boek Samuel, vragen de mensen van Israel om een koning, omdat ze op de omliggende volken willen lijken. De profeet Samuel maakt duidelijk dat hieruit een gebrek aan vertrouwen op God blijkt. En uiteindelijk krijgen ze dan ook een koning, Saul. Die blijkt echter een onderdrukker, die hen belastingen oplegt en hun jongeren in dienst neemt. Niet goed.
Ook is het belangrijk tegen wie de gelijkenis vertelt wordt. Niet tegen mensen die hebben geweigerd koning te worden. Dat waren de zeventig die nu juist waren gedood door Abimelech. Het verhaal wordt verteld aan de mensen die zo graag een koning wilden en nu hebben gekregen waar ze om vroegen. Wie wordt er nu gewaarschuwd? Deze laatsten!
Wat volgens mij de boodschap van de gelijkenis is, is dat mensen niet over anderen moeten willen heersen. We moeten ons niet over anderen willen verheffen (om een beetje boven ze te wuiven), of ze kleineren door ze in onze schaduw uit te nodigen. We moeten ook niet onszelf aan anderen onderwerpen, anderen over ons laten heersen en ons leven laten bepalen. Dit suggereert ook Jezus in het Nieuwe Testament. Hij zegt dat het de huichelachtige Farizeeƫn zijn die eraan hechten 'op het marktplein eerbiedig te worden begroet en door de mensen meester te worden genoemd'. Maar jullie, zegt Jezus, 'moeten je niet meester laten noemen, want jullie hebben maar een meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters. En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar een vader, de Vader in de hemel. Laat je zelfs niet leraar noemen, want jullie hebben maar een leraar, de messias.' En nu komt het: 'De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn. Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.'
Dat is precies wat het verhaal van de bomen duidelijk maakt. Wie over anderen wil heersen, komt ten val. Wie anderen over zich laat heersen, raakt zijn vrijheid kwijt. Wat de bedoeling is, is dat we elkaar dienen als de leden van een gezin. Broers en zusters staan naast elkaar, niet boven of onder elkaar. En ze dienen elkaar, helpen elkaar, delen vreugde, tijd en bezit met elkaar, omdat ze van elkaar houden. Niemand kan dat van ze afdwingen. We moeten ons dus niet meer achten dan andere mensen, en christenen moeten zich ook niet meer vinden dan niet-christenen. We moeten onze trots, onze hoogmoed opgeven. In plaats daarvan mogen we vrijgevig zijn met wie we zijn. Wie een olijfboom is, mag anderen dienen met zijn olie (in de bijbel een beeld van de Heilige Geest, en eredienst). Wie een vijgenboom is, mag anderen dienen met zijn zoete vijgen (in de bijbel geassocieerd met genezing. Maar kennelijk ook met vulling, verzadiging). Wie een wijnstok is, mag anderen dienen met zijn wijn, die het hart van God en mensen vrolijk maakt (een beeld van vreugde, overvloed, en ook van bloed: levenskracht!).
De olijfboom, vijgenboom en wijnstok hadden het bij het rechte eind. Ze hoefden niet boven de andere bomen uit te steken. Ze mochten hen van zichzelf blijven uitdelen. En daarmee hadden ze veel meer invloed dan ze ooit als koning zouden kunnen hebben. Hoor wat ze zeggen: een beetje wuiven. Behoorlijk ineffectief.
'Macht over', invloed van bovenaf, 'top down', leidt tot uitbuiting, onderdrukking, manipulatie en onvrijheid.
'Macht onder', invloed van onderen, 'bottom up', bekrachtigt, ondersteunt en maakt vrij.
De tweede is de manier van God. Jezus kwam naar beneden, om onder ons te zijn. Hij daalde af, tot hij de minste van de minsten was, tot hij hoorde bij de moordenaars die een marteldood stierven. Hij weigerde consequent het koningschap op zich te nemen. In plaats daarvan diende hij. Hij deelde uit van zichzelf: hij gaf aan anderen zijn vreugde, zijn vrede, zijn gerechtigheid. Hij gaf zelfs letterlijk zijn bloed. Dat is wat hij bedoelt als hij zegt in Johannes 14: Ik ben de ware wijnstok. Hij deelde zijn levenskracht uit aan wie van binnen dood was. Hij gaf ons de olie van de Heilige Geest en de genezing van de vijgenboom. En daardoor schiep hij een nieuwe werkelijkheid. Van mensen die een familie vormen, die elkaar dienen zoals Hij hen diende, die elkaar respecteren en belangrijk vinden, die de wereld van binnenuit veranderen. Die overvloeien van blijdschap, enthousiasme en liefde. Die vrucht dragen: olie, vijgen en wijn. Een gemeenschap waar anderen uit zichzelf bij willen horen, zonder enige dwang of controle.
Dat is iets heel anders dan wat er gisteren bij ons in de kerk verteld werd. Ik weet echter wel welke visie mij meer aanspreekt.