vrijdag 30 april 2010

Een radicale keuze

Toen ik jong was, zeiden we in de jongerengroep van de kerk vaak tegen elkaar hoe belangrijk het was radicaal voor Jezus te kiezen. We hoorden van sprekers over mensen die alles achterlieten om zendeling te worden in achtergelegen gebieden of die met gevaar voor eigen leven bijbels smokkelden naar gesloten gebieden. We lazen in boeken (zoals die op het plaatje) over gelovigen die werden gemarteld, soms op gruwelijke wijze, zonder hun redder te verloochenen. We hoorden over mensen die al hun tijd besteedden aan gebed, of die de hele bijbel uit het hoofd hadden geleerd. Onze muzikale held was Keith Green (erg goede pianist en liedjesschrijver trouwens), die ons voorhield dat we niet op bed moesten blijven liggen als de wereld nog in duisternis lag. Zijn biografie droeg de titel 'No compromise!'. Dat zegt genoeg.
In de bijbel lazen we dat Jezus van ons ook zo'n radicale keuze verwachtte. Zei hij niet tegen de 'rijke jongeling', die bij hem kwam om te vragen wat hij moest doen om het eeuwige leven te krijgen, dat hij alles moest verkopen wat hij had om Jezus te volgen? Dus streefden wij daar ook naar. En ikzelf ging op sommige punten nog verder dan de meeste anderen. Ik heb het vaker verteld: hoe ik een strak schema hield van vijf bijbelhoofdstukken per dag, gebed, bijbelteksten memoriseren en bijbelstudieboeken lezen. Hoe ik in elke samenkomst van de kerk aanwezig was. Hoe ik elke zaterdagochtend met een groepje evangeliseerde (was wel erg gezellig overigens!) en tijdens de lunchpauze op de universiteit wachtte tot het gesprek in de richting van geloof of kerk ging om te kunnen getuigen. Hoe ik mezelf verbood nog spannende boeken van Alistair McLean te lezen, films te kijken en ook ophield verhalen te schrijven. Hoe ik me schuldig voelde over de keren dat ik afweek van mijn christelijke voornemens, en daardoor in de put raakte. En hoe ik uiteindelijk diep overspannen werd van dit leven gebaseerd op schuldgevoel. (Natuurlijk is dit maar een kant van mijn leven toen. Ik herinner me ook gezellige avonden op de studentenvereniging, het tekenen van stripverhalen in mijn college-aantekeningen en mijn aquarium van toen.)

Sinds die tijd worstel ik met de vraag: wat betekent het nou om Jezus te volgen? Aan de ene
kant leef in in een wereld die niet in God gelooft, en dat ook vaak rationeel en overtuigend weet te brengen. Het is op grond van de waarnemingen van de wereld rondom ons niet vanzelfsprekend om te vertrouwen dat er een almachtige persoonlijke God bestaat die om mensen geeft. Ik ben me er ook van bewust dat het niet vanzelfsprekend is. Denk alleen maar aan het bericht over chimpansees waar ik gisteren een link naar plaatste. Als chimps echt rouwgedrag vertonen en dus bewust zijn van de dood, is dat dus iets dat evolutionair ontstaan is? En dan heb ik het nog niet eens over de vraag naar het lijden. Maar ik kan door al deze vragen niet overtuigd worden. Niet dat ze niet overtuigend zijn, maar ik kan het niet laten gebeuren. Ik weet namelijk dat ik niet zonder God kan. Als ik aan mezelf was overgelaten, als ik zelf maar staande moest zien te blijven, dan zou ik de moed moeten opgeven. Als ik niet meer was dan een 'vleesmachine', het product van doelloze evolutie, en mijn bewustzijn was een illusie voortgebracht door mijn hersenen, dan had ik geen reden door te gaan met de bijna dagelijkse strijd tegen depressieve gedachten, negatief zelfbeeld, angst voor de toekomst et cetera. Dan zou ik geen basis meer hebben om te geloven dat ik waardevol ben (ook als ik het zelf niet zie) en dat ik waard ben om van te houden (ook als ik mezelf veroordeel). In mij bevindt zich een diepe, zwarte put. Ik kan mezelf er niet aan mijn haren uit omhoog trekken. Mijn enige hoop is dat God dat doet. Het klinkt wellicht dramatisch, maar voor mij is het vertrouwen op God van levensbelang. Ik kan het onmogelijk opgeven. Ik moet wel geloven.
Maar aan de andere kant leef ik in een religieuze wereld waar ik steeds hoor dat ik allerlei dingen 'zou
moeten' doen en die dat ook nog manipulatief en vasthoudend weet te brengen. Bijna elke zondag in de kerk, en in behoorlijk wat boeken, artikelen en websites, klinkt dezelfde boodschap door die ik als tiener hoorde: we zijn door genade gered, maar nu verwacht God wel van ons dat we hard ons best voor hem doen, dat we ons met alle kracht voor hem inspannen. Nog steeds zijn de mensen die extreme keuzes maken onze helden, en nog steeds krijgen we een schuldgevoel aangepraat als we niet bidden of niet naar de kerk gaan of niet ons geld geven aan goede doelen. En ik zit op mijn stoel heen en weer te schuiven. Ik weet namelijk dat ik het niet kan. Ik kan niet voldoen aan welke religieuze 'eis' of 'verwachting' dan ook. Zelfs al zou het maar zijn dat ik elke dag een keer zou moeten bidden, of elke zondag naar de kerk zou moeten gaan, of vriendelijk zou moeten zijn. Als er ook maar iets 'moest', zou ik direct de handdoek in de ring moeten gooien. Ik kan het namelijk niet. Het zou direct een plicht worden. En van het een zou het ander komen. Als ik 1 ding moet, moet ik vervolgens alles. Als ik een enkele verplichting heb, is prompt alles weer verplicht. En het zou nooit genoeg zijn. Ik zou nooit genoeg kunnen bidden (hee, als sommige mensen twee uur per dag bidden zou ik het ook moeten kunnen), ik zou nooit genoeg kunnen bijbellezen (er zijn mensen die de bijbel in negen maanden uitlezen, dus moet ik dat ook), ik zou nooit genoeg doen (zolang je een stukje 'vrije tijd' hebt dat je gebruikt voor ontspanning, ben je nog niet echt 'radicaal'). Ik zou onherroepelijk de weg ingaan naar de overspannenheid. Dus kan ik ook niet anders dan mijn hoop erop vestigen dan dat God al van mij houdt vanaf de grondlegging van de wereld, en dat niets dat ik ooit doe daar iets aan kan veranderen. Ik moet erop vertrouwen dat Jezus in zijn dood en opstanding alles heeft gedaan wat God verlangde, en dat Gods wil dus niet meer afhankelijk is van mijn eigen inspanning. Ik moet wel geloven in goedkope genade. In gratis genade. Als ik er ook maar iets voor zou moeten betalen, zou het voor mij te duur zijn. Ik moet me wel vastklampen aan Gods onvoorwaardelijke liefde. Ik kan niet anders.

De apostel Paulus leefde ooit heel radicaal. Hij was een enthousiaste Farizeeer, die alles deed wat de wet voorschreef. Hij bad meer dan alle anderen, las de bijbel meer dan alle anderen, was strenger voor zichzelf dan alle anderen, en zorgde er ook nog eens voor dat anderen net zo radicaal werden als hij. Hij was bereid om de mensen die er met de pet naar gooiden en de wet links lieten liggen met vuur en zwaard uit te roeien. En hij deed dat om God te eren. Maar na zijn ontmoeting met Jezus ging hij heel anders denken over zijn radicaliteit. Dat beschrijf hij in Fillipenzen 3. "Maar wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen. Sterker nog, alles beschouw ik als verlies. Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen en één met hem zijn – niet door mijn eigen rechtvaardigheid omdat ik de wet naleef, maar door die van God, de rechtvaardigheid die er is door het geloof in Christus. Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding ervaren, ik wil delen in zijn lijden en aan hem gelijk worden in zijn dood, in de hoop misschien ook zelf uit de dood op te staan."
Dat was een heel andere vorm van radicaliteit. Niet meer de radicaliteit van zijn eigen inspanning, zijn eigen opoffering, zijn eigen harde werken. Niet meer zijn eigen rechtvaardigheid door het naleven van de wet. Dat had geen enkele betekenis, het maakte hem alleen maar trots en deed hem andere mensen minachten. Het was minder waard dan afval, Paulus had er schijt aan gekregen. In plaats daarvan had hij al zijn hoop gesteld op Jezus. Hij geloofde dat God had beloofd dat wie op Hem vertrouwen het leven van de eeuwigheid hebben en uit de dood zullen opstaan. Hij geloofde dat door Jezus' dood en opstanding de wil van God voortgang zou vinden op de Aarde en in zijn eigen leven. En dat God hem rechtvaardig zou maken, niet door zijn eigen inspanning, maar doordat Paulus op God vertrouwde. Daar zette Paulus alles op in.

Het gaat dus niet om een radicale inspanning, maar om een radicaal vertrouwen. En anders dan die eerste vorm is het niet iets waar Paulus (of ik) zichzelf op kon laten voorstaan. Paulus was door een visioen van zijn eigen radicale pad afgebracht, en was zich er van bewust dat hij als God niet had ingegrepen de jonge christelijke gemeente tot de dood toe vervolgd zou hebben. En ikzelf ben door overspannenheid voor eens en altijd van het pad van de eigen inspanning afgebracht. Mijn radicale vertrouwen op genade is dus niet iets waar ik trots op kan zijn, verre van dat. Het is voor mij de enige mogelijkheid om te leven.  Ik moet dus wel radicaal instemmen met de woorden van het lied: 'My hope is built on nothing less, than Jesus' blood and righteousness.' Zoals Luther zei: 'Hier sta ik, ik kan niet anders.'

donderdag 29 april 2010

leven zonder zuurstof, intelligente dieren, het verhaal van het universum en seksualiteit

Fascinerend: we gaan er vaak vanuit dat de aanwezigheid van zuurstof een van de voorwaarden is voor leven. Er waren al wel wat bacteriën bekend die het zonder konden stellen, maar niets ingewikkelders. Tot nu toe: in zuurstofloze, extreem zoute en giftige poelen op de bodem van de Middellandse Zee leven meercellige dieren, zogenoemde Loricifera. Hun cellen bevatten geen mitochondriën (de energiefabriekjes uit de onze die afhankelijk zijn van zuurstof) maar wel celonderdelen die ook worden aangetroffen bij bovengenoemde bacteriën.

Op een eilandje in de Molukken is een nieuwe varanensoort ontdekt: de eerste varaan met een rode tekening. Het is een roofdier en aaseter, en kon waarschijnlijk deze positie in het ecosysteem innemen omdat er op dit eiland geen zoogdieren voorkomen.

De vraag naar het verschil tussen mensen en dieren, en daarmee naar de betekenis van het menszijn, blijft intrigeren. Op welk punt kunnen we spreken van een persoon? Waarin is het beelddrager zijn van God gelegen? Nieuw wetenschappelijk onderzoek suggereert dat chimpansees niet alleen tekenen vertonen van zelfbewustzijn, maar ook een besef van de betekenis van de dood. Ze lijken over dode verwanten/kinderen te treuren. Nu kunnen we natuurlijk niet in het hoofd van chimpansees kijken (wat we zien is het gedrag aan de buitenkant), en er zijn ook verschillen met menselijk gedrag ten opzichte van de dood.

En niet alleen chimps vertonen gedrag dat van intelligentie blijk geeft, ook olifanten zouden wel eens bewustzijn kunnen vertonen. Ze kunnen in elk geval op vrij gedetailleerd niveau met elkaar communiceren. Zo hebben ze een speciaal geluid voor 'Pas op: bijen!'. Dit geluid maken ze als er bijen in de buurt zijn, en andere olifanten reageren door te vluchten.

Slecht nieuws voor Tolkienfans: de eerste Hobbit-film komt pas in 2012. Beter nieuws op filmgebied is de aankondiging dat Ang 'Crouching Tiger, Hidden Dragon' Lee zich gaat bezighouden met de verfilming van The Life of Pi. Een film over een jongen op een reddingsboot met een tijger en andere dieren. En zoals elke film tegenwoordig gaat 'ie in 3D.

Volgens Tim Stafford heeft het universum een verhaal: van Big Bang tot de uiteindelijke hittedood. En als elk goed verhaal kan het op meerdere niveaus worden gelezen. "Biologists who insist that evolution be read only as a story of mathematics, selfish genes, or strictly “physicalist” forces have failed to read the book of nature in a sophisticated, multi-level way. They are, Haught says, literalists and fundamentalists. A multi-level reading of the world’s storybook will enrich our understanding of every level."

Een van de ingewikkeldste onderwerpen om het over te hebben is seksualiteit. En dan vooral hoe we als christenen omgaan met verlangens die afwijken van het bijbelse model van het huwelijk tussen man en vrouw. In het huidige klimaat blijkt het erg moeilijk om te beargumenteren dat God de mens als man en vrouw heeft geschapen en dat de eenheid tussen deze twee de 'norm' is, zonder als 'oordelend' te worden weggezet. Blogger Trevin Wax heeft enkele gedachten naar aanleiding van een discussie met christenartiest Jennifer Knapp die onlangs 'uit de kast kwam'. "We must make distinctions between sexual urges and sexual behavior. One might not choose one’s temptation (the “I was born this way” argument is true of all sinners, after all), but we do choose our behavior. We are not animals, led helplessly by instinct. Right now, the gay rights advocates are claiming that their opponents have a low view of humanity. Actually, it’s the traditionalist who has the high view of humanity, understanding that we are more than our sexual urges and we have an inherent worth and value that leads us to do more than simply act on whatever instincts we feel."

Goed om aan herinnerd te worden: de boodschap van Christus is niet 'Gedraag je beter', het is: 'vertrouw op Gods liefde'. Je kunt je nog zo goed gedragen en je maatschappij zo goed ordenen, als je zelf de controle in handen blijft houden ben je buiten het koninkrijk van God en dus nog net zo 'verloren'. C.S. Lewis wordt hier aangehaald: "We must not suppose that if we succeeded in making everyone nice we should have saved their souls. A world of nice people, content in their own niceness, looking no further, turned away from God, would be just as desperately in need of salvation as a miserable world."

dinsdag 27 april 2010

Filmbespreking: Clash of the Titans

Langzaam komen alle rubrieken op mijn blog weer een beetje op gang. We hebben de links al gehad, foto's en een overdenking. Nu alleen nog een filmbespreking. En het treft, afgelopen zondag ben ik naar een film geweest. Die kan ik dus mooi bespreken! Het betrof Clash of the Titans, in 3D nog wel. Laat ik eerst maar helder stellen dat dit geen Avatar is. Het 3D-effect is achteraf aan de film toegevoegd en dat is duidelijk zichtbaar. Landschappen en omgevingen zien er in 3D prachtig uit, maar bij personen werkt het soms eerder afleidend en actiescenes werden (anders dan in Avatar) onoverzichtelijk. Ik genoot van de film, maar keek ondertussen uit naar het moment dat ik hem op blu-ray in 2D kan kijken.
Maar goed, de film dus. Het stond al vast dat ik hem zou kijken zodra ik er voor het eerst over las. Griekse mythologie (met monsters als Medusa, een enorm zeemonsters, en reuzenschorpioenen) in een jasje van moderne computereffecten. Voor iemand die zich graag in de verbeelding laat verplaatsen naar andere realiteiten is dat natuurlijk een onweerstaanbaar vooruitzicht. En de film stelde niet teleur. De mythische Grieks aandoende omgeving is mooi weergegeven wat betreft ontwerpen en kostuums, zowel de menselijke stad Argos als de godenstad Olympus en het dodenrijk (ik waardeerde vooral het verblijf van Medusa, met chaotische tempelfragmenten, standbeelden en lava). De wezens zijn overtuigend, maar volgen niet een clichematige weergave (de veerman Charon was op een originele manier huiveringwekkend en de kraak had werkelijk iets van een elementaire oermacht. Mooie details waren het stuiptrekken van Medusa na een belangrijk plotpunt en alle gouden munten in de boot van Charon. Alleen het vliegende paard Pegasus vond ik minder overkomen als een werkelijk wezen. De hippogrief van Harry Potter leek echter). De film bevat geen hoogtepunten van de acteerkunst, maar de karakters waren sympathiek, Liam Neeson als Zeus was passend koninklijk en Hades was passend gluiperig. De actiescenes bevatten originele elementen en er was wat aardige 'mannen onder elkaar'-humor om de boel wat te verlevendigen. Alleen een verwijzing naar de eerdere film met deze naam (waarvan dit een bewerking was) onderbrak het verhaal iets te veel, en twee karakters waaraan een hele scene wordt gewijd omdat ze ergens aan mee willen doen, blijken geen rol van betekenis te spelen in de ontknoping van het verhaal (terwijl de belangrijke vertelregel luidt: als er in het begin van het verhaal een pistool op tafel ligt, moet er aan het eind een schot mee gelost worden). Deze kritiekpuntjes waren echter niet genoeg om mijn plezier te bederven. Deze film is een popcornfilm en pretendeert niet iets anders te zijn. Hij biedt geen serieus maatschappelijk commentaar, maar is ook geen parodie of persiflage. Het is vermaak, niets meer en niets minder. En dat is op zijn tijd best goed. En ondertussen bevat de film toch genoeg om over na te denken.

Het kan ook niet anders bij een verhaal over de goden. Mythologie raakt namelijk net als alle andere oorsprongsverhalen dicht aan wat het betekent mens te zijn. Onze verhalen over de schepping, over de goden en over de eerste menselijke helden, zijn verhalen over onze menselijke identiteit. Ze illustreren hoe een cultuur denkt over de betekenis van het individu en van menselijke relaties, en wat de diepste angsten en hoogste waarden zijn van een beschaving. Ze raken aan existentiële verlangens. En een van de oudste en bekendste mythologieën is die van de Grieken. Wat die (ook in een verbasterde en vermangelde vorm als een popcornfilm) zeggen over de mens en zijn relaties is echter niet bijster positief.
In dit verhaal zijn de mensen in opstand gekomen tegen de goden, die steeds maar weer offers eisen en gehoorzaamheid afdwingen, maar daarvoor niets in ruil teruggeven. Dat zint Zeus, Poseidon en Hades natuurlijk niet. De koningin van de stad Argos stelt dat haar dochter, de prinses Andromeda, mooier is dan de god Persephone. Maar haar overmoed wordt bestraft. Hades stelt de stad Argos voor een keuze: of de inwoners brengen de prinses ten offer, of het oeroude zeemonster de Kraak wordt op hen losgelaten. De enige die mogelijk een uitweg kan bieden is Perseus, een jonge man die als schipbreukeling de stad is binnengebracht. Het gerucht gaat de rondte dat hij een halfgod zou zijn, een zoon van de losbandige Zeus, maar zelf heeft hij een appeltje te schillen met Hades, die zijn aardse vader, een visser, heeft omgebracht. Vergezeld door een groep cynische soldaten en de mysterieuze (en knappe) godin Io gaat hij op weg naar de drie Stygische heksen. Zij zouden hem namelijk kunnen vertellen hoe hij de Kraak kan verslaan. Maar niemand heeft ooit zoiets ondernomen, en ondertussen loopt het ultimatum van Hades af ...

Als een film gaat over de relatie tussen goden en mensen, zegt hij daarmee ook iets over de relatie tussen mensen en God, of in elk geval God zoals de makers van de film hem zien. En in deze film is de relatie tussen de goden en de mensen behoorlijk disfunctioneel. Zeus, Poseidon en Hades hebben hun eigen ouders omgebracht en zelf de macht in handen genomen. Maar om eeuwig te kunnen blijven voortbestaan, hebben ze volgelingen nodig. Daarom maakt Zeus mensen, zodat die hem en zijn broers kunnen liefhebben, waardoor zij hun positie kunnen blijven behouden.  Zeus zegt dat hij de mensen liefheeft, maar het is duidelijk dat hij met zijn liefde een bijbedoeling heeft. Als de mensen zijn liefde namelijk niet beantwoorden, hem niet danken voor zijn zegeningen, ontsteekt hij in woede. Dan straft hij ze gruwelijk (bijvoorbeeld door ze op hun huwelijksbed te schande te maken door zich voor te doen als de man en een buitenechtelijk kind te verwekken. Rare jongens die goden). Ze mogen niets anders dan hem liefhebben, vindt Zeus. De goden zijn namelijk afhankelijk van de liefde van de mensen. Broer Hades weet dat ook. Maar hij realiseert zich bovendien dat mensen de goden niet alleen dienen uit liefde, maar vooral uit angst!
Tegelijk zijn de mensen ook afhankelijk van de goden. Ze rekenen op Zeus' zegeningen. In ruil voor hun offers en gebeden hebben ze er in elk geval recht op dat hun leven moeiteloos verloopt, dat hun visvangst genoeg oplevert en dat ze uiteindelijk kunnen rentenieren. Als hun verwachtingen van de relatie niet worden vervuld, worden ze boos en gaan ze in verzet. "We kunnen het zelf wel. We verbreken de relatie." Een andere groep reageert uit angst: ze willen offers brengen aan God omdat ze anders gestraft zullen worden.
De goden en de mensen zijn gevangen in een vicieuze cirkel van afhankelijkheid. Ze noemen het wel liefde (Zeus schept er de hele tijd over op dat hij de mensen liefheeft), maar het is zeker geen onvoorwaardelijke liefde. Er zijn voorwaarden aan verbonden. Er zitten touwtjes aan vast. En zoals ik schrijf in mijn boek (Indrukwekkende Vrijheid, een aanrader!) is een relatie waarbij de partijen iets van elkaar nodig hebben, niet een relatie van liefde. In zo'n relatie is de zogenaamde geliefde namelijk niet vrij om zijn eigen keuzes te maken. Hij mag niet kiezen tegen de relatie. Zijn wil wordt door voorwaarden gebonden. Hij kan dus niet zichzelf zijn. Hij zal zichzelf verliezen in meegaande passiviteit of in verongelijkte rebellie. Maar van liefde is geen sprake. In dit verhaal gebruiken de goden manipulatie (geschenken en zegeningen waarvoor ze iets terug verwachten) en intimidatie (verwoesting en beschaming als de ander niet gehoorzaamt), om van de mens verering te krijgen. En de mens reageert met verzet, of met zielloze gehoorzaamheid, maar niet met oprechte liefde en verlangen.
Dit is totaal anders dan de God waar de bijbel over spreekt. Die verlangt naar een werkelijk vrije relatie met ons. Dat betekent dat Hij niets van ons nodig heeft. Hij is niet van ons afhankelijk. (Hier is de leer van de drie-eenheid belangrijk: de drie personen van de drie-eenheid delen al in een relatie van volmaakte, opofferende liefde. Ze nodigen de mens uit in iets dat al van eeuwigheid tot eeuwigheid bestaat. Een relatie die realiteit is onafhankelijk van de mens. Iets waaraan wij niet hebben bijgedragen en dat ook zonder ons zou blijven doorgaan. En waaraan we daardoor vrij kunnen deelnemen, waar we ons voor kunnen openstellen of kunnen afsluiten, juist omdat het niet van ons afhankelijk is). Gods liefde voor ons is zijn eigen vrije keuze, een geschenk waar geen touwtjes aan vastzitten, geen verborgen addertjes of kleine lettertjes in het contract. Zijn zegeningen dienen niet om iets van ons gedaan te krijgen, en hij doet niets om ons bang voor Hem te maken. En daardoor kunnen wij vrij voor God kiezen. We zijn vrij om God werkelijk lief te hebben. We hoeven hem niet lief te hebben omdat we anders zijn zegeningen zouden mislopen, en we hoeven geen ontzag voor hem te hebben omdat hij ons anders met zijn bliksem zal treffen. Omdat Gods liefde voor ons vrij is, is ook onze liefde voor God vrij. Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.
Het verschil tussen de God van de bijbel en de goden uit de film blijkt ook in de ontknoping. Daarin zegt Zeus dat hij wilde dat de mensen hem zouden dienen, maar niet tegen de prijs van zijn eigen zoon (en in de film is dat voor Zeus een zelfopoffering!). De God van de bijbel wilde dat de mensen hem zouden liefhebben, en was bereid daarvoor de prijs van zijn eigen Zoon te betalen. In Jezus nam de drie-enige God zelf het initiatief. Uit eigen beweging bracht hij het grootste offer denkbaar om ons uit onze patronen van zelfzucht, afhankelijkheid en controle te verlossen. Hij stak zijn hand naar ons uit in een aanbod van een liefdesrelatie. En wij zijn vrij om te kiezen die uitgestoken hand aan te pakken en ons te laten liefhebben. Er zitten geen touwtjes aan vast.

maandag 26 april 2010

Indiase zonsondergangen

Wie mijn foto's op deze blog heeft gezien, weet dat ik graag mooie luchten fotografeer. Nu wil het geval dat de zonsondergangen in India erg mooi zijn. Waarschijnlijk door al het stof in de atmosfeer. Ik heb er dan ook meerdere gefotografeerd!
En als bonus nog een mooie lucht uit Doha (Qatar):

zondag 25 april 2010

Het is niet eerlijk ...

Dinsdagavond reisde ik per trein van Frankfurt naar Utrecht. Hoe dat precies zo kwam, zal ik later nog wel eens op deze blog uit de doeken doen. Laat ik het er nu maar op houden dat een zekere aswolk vanuit IJsland had geleid tot een interessante terugreis. Na een van de vele overstapmomenten bevond ik me uiteindelijk na bijna drie weken weer eens in een Nederlandse trein. En daar lagen nog stapels Spitsen, Persen en Metro's. Geen betere manier om het gevoel te hebben weer in Nederland te zijn, dan het doorbladeren van een Nederlandse krant. Behalve het geijkte nieuws over de vulkaan, verschillende popsterren en dergelijke, las ik in de Pers een stukje op basis van wetenschappelijk onderzoek. Nu is het natuurlijk de vraag of een krantenartikeltje een erg betrouwbare weergave is van de resultaten van wetenschappelijke studies, maar laten we er nu maar even van uitgaan van wel. Het is namelijk de bedoeling dat dit een serieus blogbericht wordt. Het artikeltje ging over de voorkeursbehandeling van mooie mensen (of de benadeling van lelijke mensen). Onderzoek had volgens dit artikel aangetoond dat fysiek minder mooie mensen inderdaad minder succesvolle banen kregen. Minder mooie vrouwen trouwden met minder rijke mannen. Ze werden ook minder snel aangenomen bij bijvoorbeeld horecazaken en winkels. Winkels die bij de selectieprocedure niet letten op het uiterlijk bleken minder goede verkoopcijfers te hebben dan winkels die er wel een punt van maakten alleen knappe dames aan te nemen. En lelijke mannen hadden het helemaal moeilijk zowel wat betreft carriere als wat betreft hun relatiekansen. Volgens de schrijvers zat de menselijke neiging knappe mensen beter te behandelen zo diep in onze genen dat dit wel nooit zou veranderen. Mensen met een minder mooi uiterlijk moeten zich er maar mee verzoenen dat ze in onze maatschappij aan het kortste eind trekken.
Dit soort gegevens zorgen er altijd voor dat ik me ongemakkelijk voel. Of iemand in zijn carriere of in zijn relaties succesvol is, wordt kennelijk bepaald door een factor die (in elk geval gedeeltelijk) buiten zijn eigen controle ligt. Iemand die knap is en dus een knappe of rijke partner aan de haak slaat en eerder op hoge posities wordt aangenomen, heeft daar zelf niet veel voor hoeven doen. Iemand die lelijk is en dus met een minder betaalde baan en een minder aantrekkelijke partner genoegen moet nemen, kon het zelf niet helpen. De toevallige samenstelling van zijn genetische materiaal viel kennelijk voor hem of haar ongunstig uit, en dus moet hij of zij maar leven met de consequenties.  De een heeft geluk, de ander pech. Het is niet eerlijk. Ons rechtvaardigheidsgevoel stelt dat alle mensen gelijke kansen zouden moeten hebben. Gelijke behandeling, dat is ons mantra. Geen discriminatie. Maar, suggereert het onderzoek, zelfs al vind ik het niet eerlijk, zelfs al wil ik mensen gelijk behandelen, dan nog zal ikzelf er (net als de hele maatschappij) instinctief toe geneigd blijven fysiek knappe mensen te bevoordelen en bevooroordeeld te zijn tegen fysiek onaantrekkelijke mensen. Door de een zal ik me sneller iets laten aansmeren in een winkel, de ander zal ik eerder negeren als die me iets vraagt op straat. Ik ben zelf deel van het oneerlijke systeem.
We denken bijna instinctief dat we als mensen recht hebben op gelijke kansen als elke andere mens. Elk mens heeft een unieke waarde en zou op een gelijke manier moeten worden behandeld als elk ander mens. Er is niets dat de ene mens uit zichzelf meer recht geeft op geluk en gezondheid en maatschappelijk succes dan anderen, en niets dat een ander automatisch uitsluit van een menswaardig bestaan, vrede en een respectvolle behandeling. We beseffen kennelijk dat de waarde van de mens is gelegen in zijn uniciteit als persoon, als denkend wezen dat zich van zichzelf bewust is en een eigen blik heeft op de wereld. Dit rechtvaardigheidsgevoel wordt door veel mensen gedeeld, door de hele maatschappij in alle geledingen. Niemand is a priori beter dan anderen (we hebben gelukkig geen kastensysteem bij ons, zoals in India, en proberen niet meer te doen aan discriminatie en terecht). Maar dit ideaal van gelijkheid voor God en voor andere mensen blijkt geen werkelijkheid. In de realiteit zijn er dus wel verschillen, ook in onze maatschappij, tussen de kansen voor lelijke en knappe mensen. De werkelijkheid is oneerlijk.
Het is echter niet het enige dat oneerlijk is, realiseerde ik me toen ik even over het artikel had nagedacht. Waarom wordt de een met een erfelijke aandoening of afwijking geboren en de ander niet? Waarom ontwikkelt de een kanker en de ander niet? Waarom leeft de een in India in armoede en is de ander een kind van rijke ouders in het westen? Waarom komt de een ter wereld in een dictatuur als Noord-Korea en de ander in een democratie als de onze? Waarom leeft de een op Haiti en komt om bij een aardbeving en woont de ander op goed geheide huizen in de Hollandse klei? Het is oneerlijk. Daarom vragen mensen bij ziektes, natuurrampen en oorlogen al snel: hoe kan God het toelaten? Hoe kan God het toelaten dat mensen zoveel pech hadden, terwijl ze niets verkeerds hebben gedaan? Hoe kan God het toelaten dat anderen zoveel geluk hebben, terwijl ze niets hebben gedaan om het te verdienen? Waarom ik wel en hij niet? Waarom hij wel en ik niet?

De vraag naar het verschil in succes tussen mooie en lelijke mensen, is dus niet anders dan de vraag naar het lijden. Oftewel: waarom het kwaad goede mensen treft. En dat is een vraag waar een groot deel van de bijbel aan gewijd is (lees het boek Job en een heel aantal van de Psalmen maar na) en veel filosofen hun hoofd over hebben gebroken. Het antwoord kan ik in dit bericht daarom ook niet geven. Maar in het kort: ons instinctieve rechtvaardigheidsgevoel is waardevol. De Anglicaanse theoloog N.T. Wright gebruikt het in Simply Christian als argument om in God te geloven. En hij heeft een punt. Uit onze waarnemingen van de natuur komt het namelijk niet voort, daar heerst het recht van de sterkste, de overleving van degene met de beste genen. Wij vinden dat echter oneerlijk. Ons verlangen naar rechtvaardigheid moet dus voorkomen van iets buiten de natuur. Het is de bijbel die stelt dat elk mens is geschapen naar het beeld van God, volgens de natuur van God. Dat is wat de mens waarde verleent, en daarom heeft ook elk mens even veel waarde als ieder ander.
De realiteit is echter dat we leven in een gevallen schepping. De gebrokenheid die onze wereld kenmerkt heeft ervoor gezorgd dat de wereld onrechtvaardig is geworden. De een heeft voordeel boven de ander. De mens met het ene uiterlijk heeft succes, de mens met het andere uiterlijk is een mislukking. De een krijgt kanker, de ander geneest. De een wordt geboren in Bagdad, de ander in New York. Tijd en toeval treffen allen, suggereert de Prediker. Het is als een vogelnet dat plotseling dichtvalt. De ene vogel wordt gevangen, de ander kan nog even verder vliegen. Onze onvrede over deze oneerlijke situatie sluit aan bij de boodschap van de bijbel, die stelt dat dit inderdaad niet is zoals God het bedoeld heeft. Het is inderdaad niet goed! Ons ongemakkelijke gevoel suggereert dat we onze schepping een moment zien door de bril van God.
De hoop die de bijbel geeft is dat in Gods koninkrijk geen onderscheid meer zal zijn op basis van toevallige factoren. Dan zal voor ieder mens de wil van God realiteit worden, en zal God 'alles en in allen zijn'. Dan zal volgens de profetieen zelfs de gecastreerde weer nageslacht voortbrengen, zullen de lammen dansen en de stommen juichen en zullen de mensen uit de heidense volken delen in dezelfde zegeningen als het volk van God. Deze vernieuwing is al begonnen in deze tijd, door het werk van Jezus. Zijn dood en opstanding gelden voor ieder mens evenveel. Daarom is er in Christus  'geen man of vrouw, geen slaaf of vrije en geen jood of griek' meer: iedereen is even waardevol. God maakt geen onderscheid tussen mooie en minder mooie mensen.
Ons fysieke uiterlijk is maar een omstandigheid. Paulus schrijft in Fillipenzen dat hij heeft geleerd om in alle omstandigheden tevreden te zijn, in overvloed en in gebrek. Hij ontleent zijn waarde namelijk niet aan zijn succes in de wereld, aan  zijn maatschappelijk succes of status. Zijn betekenis is niet afhankelijk van zijn gezondheid, zijn relaties of zijn salaris. Zijn tevredenheid is niet gebaseerd op deze factoren die kunnen worden beïnvloed door het toeval. Factoren die kunnen worden beïnvloed door zoiets als uiterlijk (en de historische bronnen suggereren dat Paulus een kleine, niet bijster knappe man geweest moet zijn). Zijn betekenis is alleen en geheel gelegen in de liefde van God voor hem. God houdt van hem in alle omstandigheden. God houdt van mensen die knap zijn en succes hebben, en evenveel van mensen die lelijk zijn en geen succes hebben. God houdt van mensen in het rijke westen en in het arme zuiden. Hij houdt van mensen die gezond zijn en van mensen die ziek zijn. De omstandigheden zeggen niets over het aan- of afwezig zijn van de liefde van God. We weten dat God van ons houdt omdat Jezus is gekomen en aan het kruis die liefde heeft bewezen. Dat is de basis voor ons vertrouwen, in elke omstandigheid. Zieke mensen, gezonde mensen, rijke mensen, arme mensen, lelijke mensen, knappe mensen, voor hen allemaal geldt dat God hen vraagt er eenvoudig voor te kiezen te vertrouwen op de onvoorwaardelijke liefde van God.
En tegelijk blijft het de uitdaging voor ons te anticiperen op het komende koninkrijk van God, waar deze oneerlijke situatie er niet meer zal zijn. In onze relaties, die een afspiegeling zouden moeten vormen van de wereld van de eeuwigheid, zouden we een begin moeten maken met de vernieuwing. Dat wil zeggen dat we als volgelingen van de rechtvaardige God zelf ook werk gaan maken van gerechtigheid. Wetend dat het ooit waar zal zijn voor de hele wereld, proberen we nu al iedereen te zien als waardevol beelddrager van God, en te behandelen op een manier die daarbij hoort. In 2 Korintiers 5:16 zegt Paulus: 'Daarom beoordelen we vanaf nu niemand meer volgens de maatstaven van de wereld.' Waar we kunnen helpen we mensen die in armoede leven of die ziek zijn. En waar we ons bewust zijn dat we mensen negeren of links laten liggen omdat ze niet mooi zijn, kiezen we er bewust voor om wel naar ze te luisteren en respect voor ze te hebben. Zo laten we zien hoe radicaal anders de liefde van God is.

zaterdag 24 april 2010

Airbenders, robotpijlinktvissen, orcasoorten, e-reader en verlangen

Een nieuwe trailer voor de andere Avatar: The Last Airbender, van M. Night Shyamalan. Ziet er episch uit. Met toegevoegde fantasiewezens!

Ook mooi: de korte film The Anachronism: Twee victoriaanse kinderen met een passie voor wetenschap vinden iets dat niet te determineren is: een robot-pijlinktvis. Een mooi voorbeeld van het steampunkgenre, en met de nadruk op biologie helemaal mijn ding ...

Roger Leloup onthulde het ontwerp voor de omslag van het 25e Yoko Tsuno-stripboek. Draken!

Er leeft op Aarde niet slechts een soort orca, maar waarschijnlijk vele. De populaties orca's die vaak op specifieke dieren jagen (vissen, of zeeleeuwen, of walvissen) in specifieke gebieden, vertonen genoeg genetische verschillen om als verschillende soorten te gelden. Dat maakt maatregelen om de populaties te beschermen nog noodzakelijker.

Zes diersoorten die van de ondergang gered zijn, waaronder de zeldzaamste zoetwatervis van Australie.

Ja, micro-organismen zijn taaie beestjes. Zo zijn er recent soorten ontdekt die voorkomen in natuurlijke asfaltmeren. (Vergelijkbare omgevingen komen voor op de Saturnusmaan Titan, maar dan wat kouder).

Dinosaurussen waren zo succesvol dat soorten hele continenten konden koloniseren. Ze vormden ecosystemen zo groot als geheel Noord-Amerika.

Op zich positief nieuws voor de toekomst van het boek: de E-readers maken kinderen die anders weinig voelden voor lezen meer enthousiast!

Henk Medema vraagt zich af of we er niet te snel van uitgaan dat mensen niet naar Gods koninkrijk zouden verlangen. De mensen om ons heen zijn juist wel hard op zoek! Misschien zoeken ze het alleen bij de verkeerde dingen. Wat God biedt is de volledige vervulling van ons menszijn en de verlangens die daarbij horen, tegelijk is het ongelofelijk moeilijk, omdat we onze verlangens zullen moeten overgeven aan God.

Droevig nieuws toen ik terugkwam van vakantie: Michael Spencer, beter bekend als de Internetmonk, is overleden. De website gaat echter door, onderhouden door vrienden, en blijft mensen in de 'post evangelische wildernis' uitdagen, inspireren en bemoedigen. Dit stuk is mooi: "It’s OK. It’s OK to just be a Christian. It’s OK to just be a person who knows and is thankful that God loves you and gave his Son for you. It’s OK to just be a person of the cross, to know that Jesus died for our sins, was buried, and rose again for the world’s salvation. It’s OK to be someone who only really cares about trying to love God and love your neighbor. You don’t have to be a certain kind of Christian. Adjectives like “reformed” or “conservative” or “emerging” or “missional” or any number of denominational or theologically constricting labels are not necessary."

donderdag 22 april 2010

Ik ben terug!

Laat ik jullie niet al te lang in spanning laten. Ik ben er weer! Wat later dan ik had gedacht, omdat die IJslandse stofwolk roet in het eten gooide. Daardoor kreeg ik de kans ook de Arabische cultuur in Doha van dichterbij te bekijken en een busreis te maken door de Zwitserse Alpen. Ik kwam uiteindelijk dinsdagnacht thuis, terwijl het vrijdagavond had moeten zijn. Nu langzaam mijn 'normale' leven weer beginnen. Ik zal mijn blog niet vergeten, maar er moet eerst het een en ander worden afgehandeld (mijn aquariums hebben bijvoorbeeld nog behoefte aan 'tender loving care') voordat ik mijn intensieve ritme van berichten weer kan oppakken. Verwacht de komende dagen daarom nog geen hoge activiteit. Volgende week hoop ik er weer te zijn met boekbesprekingen, filmbesprekingen, overdenkingen, links naar van alles en nog wat, en natuurlijk foto's en verhalen van de afgelopen drie weken ...

donderdag 1 april 2010

Ik ben op vakantie!

Het is wel weer even mooi geweest. De volgende twee weken (en waarschijnlijk een beetje) blijft het hier op deze blog stil. Ik ben dan namelijk op vakantie, en wel in India. Daar is de foto hierboven niet gemaakt trouwens, die heb ik gewoon van mijn balkon genomen, net als de foto's hieronder, maar dat ter zijde. Ik ben alleszins van plan om als ik terugben mijn bloggewoonte gewoon weer op te pakken, dus als je vandaag (of morgen, of volgende week) voor het eerst op deze plek op het web terechtkomt, probeer het in de tweede helft van April gewoon nog een keer! Ondertussen kun je een blik werpen in de archieven. Ik houd deze blog nog maar vier maanden bij, maar heb in die tijd al wel het een en ander geschreven. Er zijn filmbesprekingen, boekbesprekingen, links naar interessante berichten, foto's en artikelen. Zoals bijvoorbeeld de 'making of' van mijn boek 'Indrukwekkende Vrijheid'.

Ook interessant (in mijn nederige opinie) is mijn serie over hemel en hel. Hij vertoont wat overlap met het laatste hoofdstuk van mijn boek, maar is tegelijk een aanvulling.

Wat ik zelf, bescheiden als ik ben, ook heel aardige stukken vind, zijn die uit mijn serie over de weg van de zwakheid.

En voor wie daarna nog niet genoeg heeft gelezen, heb ik nog de wat meer filosofische/wetenschappelijke serie over de overstap van het jonge aarde creationisme naar een ander geloof over het ontstaan van het heelal, het leven en de mens.

Als je mij een vraag wilt stellen, kun je het best bij dit bericht een berichtje achterlaten, dan reageer ik erop als ik van mijn vakantie terugben!