Zoals jullie hebben gemerkt is de toekomst die God voor ons bestemd heeft, een onderwerp dat mij hevig interesseert. Anders schrijf ik er ook geen zes behoorlijk lange stukken over op mijn blog. En het laatste hoofdstuk van mijn boek Indrukwekkende Vrijheid zal ook geheel aan dit onderwerp gewijd zijn. Ik doe mijn best hier geen gras voor mijn eigen voeten weg te maaien en beloof dat mijn boek deze dingen op een heel andere manier behandelt (hoewel een deel van de strekking van mijn betoog hetzelfde zal zijn. Ik ben natuurlijk niet in een paar maanden compleet van inzicht veranderd).
Ik moet zeggen dat het hoofdstuk over de toekomst van Gods koninkrijk het deel van het boek was waar ik het meest naar uitkeek om het te schrijven. Ik geloof namelijk dat dit thema uitermate belangrijk is voor ons leven als christen, en dat het in de kerk vaak onderbelicht blijft. Ik geloof niet dat het mogelijk is teveel naar deze hoopvolle bestemming uit te zien. Als je weet dat je bent aangenomen voor je droombaan wil je bijvoorbeeld ook graag beginnen. Of als je een huis hebt gekocht dat helemaal overeenkomt met je verlangens, dan blijf je ook niet langer dan nodig in je flatje driehoog achter.
Natuurlijk kunnen we een verkeerd beeld hebben van de hemel (en de relatie ervan met ons leven nu), waardoor onze verwachting van de toekomst betekent dat we ons uit deze wereld terugtrekken en aardse activiteiten minderwaardig gaan vinden. "Deez' aards woestijn is mij vaak min", zongen we bij ons in de kerk. We leefden nu in een woestijn en wat we hier deden had geen enkele waarde voor de eeuwigheid (de aarde zou toch vergaan in vuur). Alleen 'wat gedaan werd voor Jezus', vooral bidden, bijbelstudie en evangelisatie, had echte betekenis. We zouden voor onze inspanningen worden beloond (hoewel we die beloning ook weer zouden moeten afstaan). De hemel is in dit geval vaak die geestelijke bestaansvorm, totaal gescheiden van dit leven, waar mensen als 'zielen' voor Gods troon zullen zijn. In essentie zullen we daar allemaal hetzelfde doen, en eigenlijk dus hetzelfde zijn. En we moeten er tevreden mee zijn dat we dat dan het liefste willen (hoezeer we nu ook naar iets anders verlangen). We moeten dan uitkijken naar iets dat ons geen vreugde oplevert.
En tegelijk maken we onszelf en anderen bang voor de hel, die ons wacht als we niet geloven. We mogen dan niet echt naar de hemel verlangen, naar de hel willen we in elk geval niet. Onze overtuigingstechnieken gericht op onszelf en anderen zijn gebaseerd op angst. Als je niet precies het juiste gelooft, en de juiste gebeden uitspreekt, wordt je voor eeuwig gestraft! Zoals ik eerder heb gezegd, is angst een krachtige motivator, maar wel een die ons onze vrijheid ontneemt. En Jezus is juist gekomen om ons te bevrijden van de angst voor de dood!
Maar wat ik nu vaak meemaak is dat deze beelden van hemel en hel niet leiden tot een overtrokken verwachting zoals in mijn eerdere kerk, maar eerder tot apathie. Ja, we willen er uiteindelijk wel naartoe als we doodgaan, maar echt verlangen ernaar doen we niet. We hopen eerder dat het nog even duurt. We willen hier nog te veel dingen doen en meemaken en we zijn er kennelijk van overtuigd dat de toekomst die God heeft niet beter is dan wat we hier kunnen beleven. Ik nam vorig jaar afscheid van een vriendin en zei (half voor de grap): 'Tot volgende week, en als Jezus terugkomt misschien nog wel eerder!' En zei antwoordde: 'Nou, ik hoop dat het nog even duurt!' Ik was ondanks alles geschokt. Wat denken we over God en zijn regering, als we eigenlijk hopen dat die nog uitblijft? Kennelijk zijn we er niet van overtuigd dat als God wil gebeurt op de Aarde, in ons leven, zoals in de hemel, dat dit het beste is wat ons kan overkomen. Kennelijk geloven we niet dat God werkelijk goed is. Dat hij een saaie, eentonige, onpersoonlijke toekomst voor ons heeft, en dat we moeten zorgen dat we nu genieten, omdat we dat in de eeuwigheid niet kunnen.
Ik hoop dat deze serie artikelen heeft laten zien dat onze traditionele beelden van hemel en hel dramatisch tekortschieten. Het totale herstel van hemel en aarde onder Jezus' koningsschap is het beste wat ons kan overkomen! Alleen dan komt deze wereld, en komen wij als individuen, volledig tot ons recht. Alleen dan zijn wij zoals God ons bedoeld heeft. Dit is een toekomst om naar uit te kijken, om deel van te willen uitmaken. Al het goede dat we hier meemaken, alles dat werkelijk ons hart aanraakt, wat ons verlangen aanspreekt, elke vorm van waarheid, schoonheid en intimiteit (geloof, hoop en liefde), is maar een voorproefje van wat God voor ons heeft voorbereid. Het mag ons laten verlangen naar wat nog komen gaat!
Ik had ooit op bijbelkring een avond voorbereid over de hemel. Een van de kringleiders zei iets als: "Jij kijkt uit naar de hemel omdat je nog vrijgezel bent." Ik was 'flabbergasted'. Wat had dat ermee te maken? Omdat ik iets tekortkwam in dit leven (en ik weet ondertussen heel goed dat een relatie niet de hemel op aarde is) zou ik me naar de hemel uitstrekken? Het is eerder andersom! Als ik een relatie had en genoot van de intimiteit van het huwelijk, zou ik juist verwachten dat het me meer naar de toekomst deed uitzien. Want het huwelijk is maar een vage afspiegeling van de relatie met God waarvoor we bedoeld zijn. De gemeente is de bruid van Christus, zegt Openbaringen. We zijn bestemd voor onbeschrijfelijke glorie, we zullen God en elkaar kennen zoals we zelf gekend zijn. We weten niet wat we zullen zijn, schrijft Johannes in 1 Johannes. Maar een ding weten we: we zullen aan Hem, aan Jezus, gelijk zijn! Ook ons verlangen naar intimiteit, naar liefde, naar extase, zal volledig vervuld worden en alleen volledig vervuld worden in het koninkrijk dat komt. Hoe goed je relatie of je huwelijk op aarde ook is, het komt niet eens in de buurt van wat God ons wil geven. Jezus zegt dat er geen huwelijk meer zal zijn in het koninkrijk dat komt. Ten eerste zegt hij dat nadat de Sadduceeen de opstanding uit de doden belachelijk hadden proberen te maken. Ten tweede zegt hij dat niet om te beweren dat het goede van het huwelijk in de hemel voorbij zal zijn gegaan. Andersom: het zal zijn opgeslokt door iets dat nog veel beter is! Misschien kunnen we ons er nu nog geen voorstelling van maken, maar hee, dat is de betekenis van geloof: vertrouwen in iets dat er nog niet is, in je hart weten dat God iets voor ons in petto heeft dat werkelijk goed is!
En deze hoop, deze verwachting, mogen we ons leven laten vormgeven. Dit vooruitzicht mag onze woorden en daden kleuren. Het mag de motivatie worden voor onze keuzes. Want, zegt Jezus, waar je schat is, daar zal je hart zijn. De hemel is geen beloning die ons wordt voorgehouden om dingen te doen die we eigenlijk helemaal niet willen. Het staat niet los van ons leven nu. Nee, Gods koninkrijk is de vervulling van onze wandel met Jezus die we op dit moment hebben.
C.S. Lewis zegt dat God ons niet motiveert zoals ouders die hun kinderen geld beloven voor goede raportcijfers (wat in feite een vorm van manipulatie is). "The proper rewards are not simply tacked on to the activity for which they are given, but are the activity itself in consummation." Hij vergelijkt het met het leren van een vreemde taal. In zijn voorbeeld latijn, maar je kunt ook Engels nemen. Wat je mag motiveren om zo'n taal eigen te maken is niet een gulden voor een rapportcijfer, maar het vooruitzicht om uiteindelijk boeken in die taal te kunnen lezen, om te genieten van de poezie uit die cultuur, om je de gedachten van wetenschappers en filosofen eigen te kunnen maken. Het leren van een taal is misschien hard werk als je nog niet goed kunt lezen (rijtjes stampen, grammatica leren, proefwerken maken), maar als je eenmaal een boek leest dat je daarvoor niet kon lezen, blijkt het al die moeite waard te zijn geweest. Ik had het zelf toen ik The War of the Worlds van H.G. Wells las op de middelbare school. Er ging een wereld voor me open. Engels lezen ging in het begin nog moeilijk, maar ik was gemotiveerd om er een woordenboek bij te houden en op te zoeken wat ik niet begreep. Maar uiteindelijk las ik Engels bijna net zo makkelijk als Nederlands, en nu lees ik eigenlijk liever in het Engels. Ik kan nu zeggen dat het volgen van al die lessen op de middelbare school de moeite waard was.
Net zo moeten we niet anderen liefhebben, gerechtigheid nastreven, schoonheid creëren, goed zijn voor de schepping, omdat we een beloning verwachten. We mogen al die dingen doen omdat ze deel zijn van Gods Koninkrijk. Dit is wat we in de eeuwigheid zullen doen, waaruit ons leven zal bestaan, en daarom mogn we er nu al naar streven! Jezus zegt 'wie klopt zal worden opengedaan en wie zoekt zal vinden'. Als wij het koninkrijk van God nu al zoeken, mogen we er zeker van zijn dat we het zullen krijgen. Opnieuw in de woorden van Lewis: “Heaven offers nothing that the mercenary soul can desire. It is safe to tell the pure in heart that they shall see God, for only the pure in heart want to." Het leven dat we in eeuwigheid zullen leiden, is het beste leven dat we nu kunnen leiden. Laten we dat ook doen, terwijl we uitzien naar de volledige vervulling die op ons wacht. Dat is pas echte motivatie!
Tegelijk hoeven we onszelf en anderen niet bang te maken voor de hel. Het is geen plaats van straf, zoals we hebben gezien. Het is wat overblijft voor mensen die alleen voor zichzelf blijven kiezen. Als mensen een bepaalde waarheid aannemen, omdat ze bang zijn voor de hel, kiezen ze nog steeds voor hun eigen belang! Jakobus zegt dat ook de demonen in Gods bestaan geloven. Dat redt ze niet, omdat ze puur zelfzuchtig zijn. In plaats daarvan mogen we mensen vertellen dat Gods regering werkelijk God is. Dat in de relatie met God we als mensen volledig tot ons recht komen. Dat we werkelijke waarheid, schoonheid en intimiteit ervaren wanneer we deel uitmaken van zijn koninkrijk. En (opnieuw Lewis) dat: "If we will not learn to eat the only food that the universe grows...then we must starve eternally."
Zoals het koninkrijk van God de vervulling is van het leven dat we nu leiden, de bloem die uit de knop tevoorschijn komt, de korenaar uit de graankorrel, zo is de duisternis buiten Gods koninkrijk de vervulling van het leven dat mensen leiden zonder God. Het is een consequentie. Mensen krijgen uiteindelijk wat ze boven alles zoeken. Als dat God is, krijgen ze God en de aarde daarbij (opnieuw iets dat Lewis zegt, het wordt bijna saai ...). Als ze alleen zichzelf zoeken, worden ze uiteindelijk aan zichzelf overgelaten, en daardoor verliezen ze alles. Dat mogen we onszelf en anderen voorhouden: wat de gevolgen van onze keuzes zijn. Dat was het evangelie dat Jezus bracht: "Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. En al het andere krijgt u bovendien."
Zo goed is onze toekomst. Zo goed is onze God. Hun goedheid is niet van elkaar te onderscheiden.