zondag 24 januari 2010

Filmbespreking: Luther


Een van de belangrijkste gebeurtenissen in Europa van de afgelopen duizend jaar is de reformatie. Het ontstaan van kerken naast de Katholieke Kerk (die er trouwens sinds 1000 in het oosten ook al waren) had consequenties op allerlei terreinen: van politiek, tot man/vrouwverhoudingen, tot de relatie arm/rijk, tot de wetenschap toe. Er zijn mensen die argumenteren dat de moderne wetenschap zonder de reformatie niet van de grond zou zijn gekomen, omdat pas door de christelijke uitgangspunten daarvan (dat de schepping geordend is, en dat mensen met hun verstand deze ordeningen kunnen doorgronden) de cyclus van theorie - experiment -nieuwe theorie op gang kon komen.
Ook ik kom uiteindelijk uit een traditie die is terug te voeren op de reformatie. Maar voor iemand die daaraan eigenlijk de basis van zijn geloofsbeleving te danken heeft, weet ik er erg weinig van af. Misschien omdat de kerk waarin ik opgroeide wat neerkeek op de gevestigde kerken (het gevaar van elke hervormer, wat ook optrad tijdens de reformatie!) en zichzelf beter achtte (soms spraken we over onszelf als het werkelijke begin van de kerk zoals die hoorde te zijn. Hoogmoed. Maar ik dwaal af ...). Daarom was ik erg geinteresseerd in de film Luther. Een film vervangt natuurlijk nooit de geschiedenisboeken. Een film is bovendien niet objectief (de financier van deze film is een Lutherse verzekeringsmaatschappij ...). Maar een film kan wel het verhaal geven achter de feiten, een glimp geven van een mogelijke motivatie van de historische personen. En in dat opzicht acht ik deze film geslaagd. Hij wekte bij mij in elk geval de interesse om meer te weten te komen van deze kerkhervormer, in wiens worstelingen en passies ik mij eerlijk gezegd wel een beetje herken.
Nu heb ik natuurlijk als gelovige een extra belangstelling voor deze geloofsheld, maar ik wees al op het algemene belang van de hier getoonde gebeurtenissen. Ik geloof daarom dat deze film ook voor niet-religieuzen (maar historisch geïnteresseerden) interessant en toegankelijk is. De middeleeuwse aankleding van de film komt overtuigend over. Er is op locatie geschoten, in echte Europese bossen, wat ook meehelpt. De rauwe realiteit (de gevolgen van oorlog, brandstapels, verhangingen, et cetera) wordt niet geschuwd. De acteurs zijn stuk voor stuk goed. Joseph Fiennes speelt een getormenteerde Luther (met veel passie. Zijn preken zijn werkelijk inspirerend), Peter Ustinov is een innemende Prins Frederik (die zorgt voor de glimlach in het verhaal), en Spiderman 2-schurk Alfred Molina is hier al net zo'n gluiperd als in Chocolat. Wie deze film vergelijkt met producties als Braveheart en Gladiator raakt echter teleurgesteld. De belichting is niet zo levendig, er zijn geen echt originele of inspirerende composities en de overgangen tussen scenes zijn soms erg plotseling. Visueel geen hoogstandje, maar ook geen complete mislukking.

Het verhaal begint als de jonge Luther midden in een onweersbui zich in doodsangst toewijdt aan de Heilige Anna. Tegen de wens van zijn vader in, gaat hij naar het klooster. Hij vindt er echter geen rust. Hij is zich teveel bewust van zijn eigen tekortkomingen, en van de hoge eis van de heilige God die Hij denkt te moeten vervullen. Voortdurend hoort hij de beschuldigingen van de duivel: je bent niet goed genoeg. Je verdient de hel. Zijn vader-overste wijst hem de weg naar de waarheid, de waarheid die later de wereld zou veranderen, namelijk dat God liefdevol is en dat heeft bewezen door iedereen die gelooft te redden door de dood en opstanding van Jezus Christus. Dit antwoord wekt bij Luther een passie op voor de bron van deze waarheid, de bijbel. Tegelijk ontwikkelt hij na een bezoek aan Rome een afkeer van de schijnheiligheid, manipulatie en geldzucht van de georganiseerde religie. Beide komen samen als de stroperige Tetzel om de staatskas te spekken aflaten verkoopt waarmee arme mensen zichzelf uit de hel zouden kunnen bevrijden. Dit is voor Luther de aanleiding om zijn befaamde stellingen tegen de deur van de universiteit waar hij lesgeeft te spijkeren. Sympathisanten vermenigvuldigen prompt zijn uitspraken (lang leve de boekdrukkunst) en al snel raakt de eenvoudige professor in conflict met het hoofd van de kerk, de Paus. Het was Luther er nooit om te doen zich van de kerk af te splitsen, of de paus en de tradities aan te vallen, maar hij komt voor een dilemma te staan: of hij herroept zijn uitspraken, of hij wordt voor altijd de kerk uitgezet. Ondertussen zijn er mensen die op hun beurt aan de haal gaan met Luthers boodschap en die doorvoeren tot consequenties die hijzelf nooit bedoeld had. De Duitse staten veranderen in een slagveld en de toekomst van Europa staat op het spel ...

Deze film past vrijwel naadloos in mijn serie berichten over zwakheid (deel 1, deel 2), want Luther loopt aan tegen het probleem dat ik in mijn stukjes beschreef, namelijk dat hij weet dat hij uit eigen kracht nooit volmaakt zal kunnen worden. En wat hij van de kerk heeft geleerd, is dat de lat wel heel erg hoog ligt. Het gevolg is inderdaad een vernietigende hopeloosheid, waardoor de muren van zijn cel op hem afkomen, en hij zichzelf in een zwarte diepte voelt wegzinken. Hij roept als het ware hetzelfde als Paulus in Romeinen 7: "Immers, ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wíl het goede wel, maar het goede doen kan ik niet. Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik. wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood?." Interessant genoeg speelde dit bijbelboek een belangrijke rol bij de omkeer in Luthers leven. Want op dit gedeelte volgen de woorden: "Dat doet God!" De boodschap van de Romeinenbrief is dat wij mensen inderdaad zelf niet uit eigen kracht aan Gods maatstaven kunnen voldoen en dus Gods acceptatie dus niet kunnen verdienen. Maar wat wij niet kunnen, doet God voor ons. Jezus Christus neemt onze tekortkomingen weg van ons (in zijn dood) en laat ons delen in zijn eigen heiligheid (in zijn opstanding). Wat de wet niet kon doen (ons veranderen) doet God nu in ons (door zijn geest). En niets, "dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst,  hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, zal ons kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer" (Romeinen 8). Dit is de werkelijkheid. We hoeven er alleen maar op te vertrouwen om het te ervaren. Daarom klampt Luther zich vast aan een crucifix alsof het zijn reddingslijn is - het is een herinnering aan wat hij weet dat waar is: dat hij in Christus een geliefd en geaccepteerd kind van God is.
Omdat Luther zo enthousiast is over zijn ontdekking dat hij is gered door Christus (en niet door iets dat hij zelf kon doen), heeft hij een gigantische afkeer van iedereen die iets daarvoor in de plaats wil stellen. Hij verafschuwt de relikwieen, alsof je gered kunt worden van de hel door een vingerkootje van Petrus te kussen. Hij verfoeit de aflaten, alsof je door een muntje te betalen de liefde van God kunt kopen. Hij betreurt de pelgrimages, alsof het je ook maar iets beter maakt om op je knieen een trap te beklimmen. Hij verzet zich tegen het pauselijk gezag, dat tradities en kerkuitspraken meer gezag toekent dan het woord van God, de bijbel, en tegen kerkleiders die een positie innemen boven het geweten van de individuele mens. Kortom, hij komt in strijd tegen religie. Religie is eenvoudig elke manier waarop wij mensen proberen God te controleren.
En in deze strijd kan Luther niet genuanceerd blijven. Hij kan niet gematigd zijn of compromissen sluiten. Hij kan niet toegeven 'om de lieve vrede wil'. Als het waar is wat hij heeft ontdekt, dat God alles heeft gedaan, en dat wij daar alleen op hoeven vertrouwen, is elke vorm van religieuze manipulatie en controle een onverzoenlijke vijand. Want deze stelt zich onherroepelijk als mediator tussen de mens en God. En er is maar een middelaar: Jezus Christus. De ontdekking die Luther in zijn persoonlijke leven heeft gedaan en die hem heeft gered, wordt zijn motivator in een missie die de wereld verandert. Dit is de waarheid. Hij kan niet anders.
Tegelijk blijft Luther zich ervan bewust van zijn zwakheid, zijn tekortkomingen (waarvan de film er een paar niet eens laat zien. Zo heeft hij ook antisemitische uitspraken gedaan). Hij weet dat hij nog steeds in zijn gedrag en keuzes tekortkomt aan de absolute maatstaven van God. En Hij wil daarom ook niet dat mensen hem gaan volgen. Hij wil niet aanbeden worden als een nieuwe paus, en hij wil niet worden gezien als de stichter van een nieuwe religie. Hij wil dat mensen op God gaan vertrouwen en niet op Luther. De menselijke neiging tot controle en manipulatie van onze relatie met God zit echter diep, en al snel vervangen mensen vertrouwen op God door vertrouwen op Luther. Dit heeft twee gevaren: ten eerste zullen ze onherroepelijk in Luther teleurgesteld worden, want elk mens stelt uiteindelijk teleur. Een mens kan je niet bij God brengen. Ten tweede zullen ze door niet God te volgen maar een mens, dingen doen die leiden tot onvrijheid, controle, machtsmisbruik, moord en doodslag. Het is een algemene waarheid dat een mens gaat lijken op het voorwerp dat hij aanbidt. Alles dat kleiner is dan God, maakt ons kleiner dan we bedoeld zijn. We moeten God volgen, niet een mens of een regel.
Ik denk dat deze film ook ons in deze tijd nog veel te zeggen heeft. In de kerken die in naam zouden zijn voortgekomen uit de reformatie (ook de evangelische zoals degene die ik bezoek), is het spook van de religie namelijk weer binnengeslopen. Er zijn weer regels of geestesuitingen, of tradities of uiterlijkheden, in de plaats gekomen van het vertrouwen in Jezus Christus. Er zijn weer mensen die zich boven anderen hebben gesteld. Er zijn weer maatstaven opgesteld waar we ons als christenen aan moeten voldoen. De genade heeft het onderspit gedolven. Ik bid dat we dezelfde ontdekking zullen doen als Luther, namelijk dat God alles al voor ons gedaan heeft, en dat het ons net zo gepassioneerd zal maken als hij, om religie in al zijn vormen te bestrijden.