Als tiener zag ik in de bibliotheek deze boeken van Greg Bear al staan: Eon en Eeuwigheid. (Dat kan kloppen, want ze zijn gepubliceerd in 1987 en 1988). Hoewel ik een fan was van sciencefiction en de verhalen van Clarke en Asimov verslond, waagde ik me nooit aan deze boeken. De uitleg op de achterkant sprak me niet aan. Het schetste een onsamenhangende inhoud, over een meteoriet, die uit de toekomst zou komen, die van binnen groter was dan van buiten, en waar de hoofdpersonen vreemde beschavingen zouden aantreffen. Ik had het idee dat er van interessante karakters en een wetenschappelijk verantwoord plot niet veel te verwachten zou zijn en koos altijd voor een boek waarvan ik wel kon inzien dat het me zou boeien.
Gelukkig kwam ik vorig jaar het eerste boek tegen in een tweedehands boekwinkel. En ik besloot toch eens te kijken welk boek ik altijd voorbij was gelopen. Het bleek een groots verhaal, met boeiende karakters en een plot dat nog wijdser was dan de achterflaptekst deed vermoeden. En nu heb ik deel twee gelezen (met dank aan een van mijn volgers). Ook een sciencefictionboek dat mij wist te boeien. Vol grote ideeën (parallelle universa, opslag en vermenging van persoonlijkheden, het einde van het universum, dood en leven na de dood et cetera). Maar ook met karakters met wie ik kon meeleven, en een aangrijpende conclusie. Die werd helaas voor mijn gevoel wel wat afgeraffeld. Een aantal plotontwikkelingen verdienden een uitgebreidere behandeling. Dus was ik aan het eind een beetje teleurgesteld. Maar wel tevreden dat ik het boek gelezen heb.
Hoe leg ik nu uit waar het over gaat? Laat ik beginnen bij het eerste deel. Dat speelt in 2005 en Rusland en de Verenigde Staten bevinden zich op het randje van een vernietigende oorlog. Plotseling verschijnt in een baan om de Aarde uit het niets een enorme asteroïde. Expedities naar het voorwerp ontdekken verschillende kamers die in het rotsblok zijn uitgehouwen. Sommige kamers bevatten exotische steden, andere vreemde landschappen en weer andere bizarre technologie. De laatste kamer is het vreemdst. Die heeft namelijk geen einde. Inderdaad, hoewel de asteroïde er van buiten beperkt uitziet, is hij van binnen onbeperkt. De gang, verlicht door een bizarre buis in het middel, strekt zich duizenden, miljoenen kilometers ver uit. Het wordt nog vreemder als onderzoekers in een bibliotheek ontdekken dat de asteroïde afkomstig is uit de toekomst. Hij is door mensen gebouwd, jaren na een vernietigende atoomoorlog, en deze mensen schijnen de 'weg', zoals de gang wordt genoemd, te zijn in gereisd. En inderdaad, de oorlog breekt ook uit in deze realiteit. Een paar van de wetenschappers, Garry Lanier, Patricia Vasquez (van wie in de bibliotheken beschreven staat dat zij de wiskunde ontwikkelde waarop de weg is gebaseerd) en de rus Pavel Mirski (die de 'distelpluis' (de naam die de toekomstmensen aan de asteroïde gaven) is komen binnenvallen), gaan op zoek naar de mensen in de weg. Ze vinden een stad met een uiterst hoog ontwikkelde beschaving, de Hexamon geheten. Mensen hebben hier het eeuwige leven, maar sommigen spenderen dat volledig in computeropslag. Gegevens worden vrij uitgewisseld, men kan beelden en meningen projecteren en er lijkt geen tekort aan grondstoffen. Via poorten in de weg handelen de mensen met buitenaardse beschavingen. Maar er zijn ook buitenaardse rassen die vijandelijker zijn, de Jarts, van wie niemand weet hoe ze eruit zien. En deze hoge beschaving kent zijn eigen innerlijke verdeeldheid, tussen de progressieven, die hun lichaam het liefst zouden achterlaten, en de conservatieven, die zo veel mogelijk mens willen blijven. Uiteindelijk komt het tot een splitsing. De progressieven gaan door naar het einde van de weg. Pavel Mirski gaat met hen mee. De conservatieven gaan terug naar de Aarde om te helpen met de wederopbouw, samen met Garry Lanier, de diplomaat Olmy en degene die de weg gebouwd heeft: Konrad Korzenowsky. Patricia Vasques wil via een poort in de weg terug naar een parallele Aarde waar geen oorlog is uitgebroken. Haar berekeningen waren echter niet helemaal correct ...
Eeuwigheid begint veertig jaar na de gebeurtenissen in Eon. Geholpen door de hulpbronnen en de technieken van de beschaving uit de toekomst is het herstel van de Aarde begonnen. Garry Lanier is oud geworden. Hij heeft de verjongings en reincarnatietechniek van de distelpluismensen geweigerd, omdat niet iedereen op Aarde daar toegang toe heeft. Hij heeft zich verzoend met zijn dood. Zijn vrouw Karen niet en dat leidt tot spanning in hun huwelijk. Wat daaraan bijdraagt is de onmogelijke terugkeer van Pavel Mirski. Het blijkt dat hij uit de verre toekomst komt, waar geestelijke machten, ontwikkeld uit menselijke en buitenaardse intelligenties, proberen de geschiedenis van het heelal goed af te sluiten. De weg, een menselijke uitvinding, vormt echter een verstorende factor, die een goed uiteinde onmogelijk maakt. Als avatar van de goden vraagt Mirski de mensheid de weg te sluiten.
Ondertussen is er onrust ontstaan binnen de beschaving van de Hexamon. Er is een belangrijke fractie die pleit voor heropening van de weg, en hernieuwde handel met de buitenaardse beschavingen. Konrad Korzenowsky is hierover innerlijk verdeeld. Een deel van hem ziet heropening van de weg als schadelijk voor de Aarde en de Hexamon. Een deel van hem wil graag terugkeren. Ondertussen doet Olmy een verbijsterende ontdekking. In een kamer in de wand van de asteroïde is de geest van een Jart opgeslagen. Omdat heropening van de weg zou leiden tot hernieuwd contact met deze mysterieuze buitenaardsen, besluit hij de geest op te laden in een van zijn extra geheugens. Dat blijkt niet zonder gevaar en al snel moet Olmy vechten om de controle te houden over zijn gedachten.
In een heel andere wereld heeft Rhita Vaskayza een opdracht gekregen van haar grootmoeder Patrika: zoek naar een opening naar de weg. Op deze Aarde heeft de geschiedenis echter een andere loop genomen. Alexander de Grote is niet op jonge leeftijd omgekomen, maar heeft zijn wereldrijk in stand weten te houden. En al drieduizend jaar is het grote Griekse rijk de belangrijkste macht op de wereld. Rhita moet zich staande houden in een door mannen beheerste wereld. Terwijl de macht van koningin Cleopatra (de zoveelste) wordt bedreigd door facties in haar rijk, organiseert Rhita een expeditie naar wat in onze wereld Rusland heet. De instrumenten die ze van haar grootmoeder toevertrouwd heeft gekregen suggereren daar de aanwezigheid van een poort. Maar ze twijfelt. De weg wordt immers niet alleen gebruikt door mensen ...
Al deze verhaallijnen komen uiteindelijk bij elkaar in een (letterlijk) explosief einde.
Eeuwigheid is de titel van dit verhaal. Dat lijkt ironisch. Want eigenlijk gaan bijna alle verhaallijnen over de tijdelijkheid. De tijdelijkheid van een mensenleven. Het valt kunstmatig te rekken. Er zijn verjongingsmedicijnen. De identiteit van mensen kan elektronisch worden opgeslagen. Maar uiteindelijk eindigt het. Dat is iets waarmee Lanier in het reine probeert te komen, als hij merkt dat zijn lichaam aftakelt en zijn naderende einde leidt tot spanning met zijn vrouw en zijn vrienden. Ook tijdelijk is de distelpluis met de weg. De mensheid dacht dat het een eindeloze bron van handel en energie zou zijn, maar het kan niet blijven duren. De reikwijdte van de menselijke beschaving wordt hardhandig ingeperkt. Zelfs hele werelden zijn tijdelijk. Gaia, de wereld van Rhita, nauwelijks in het technologische tijdperk beland, komt in contact met de hoogontwikkelde, agressieve Jarts. Dat loopt niet goed af. En het heelal zelf ontsnapt niet aan de tijdelijkheid. Het gaat de goden aan het einde erom het zo goed mogelijk af te ronden.
Dit is natuurlijk het wetenschappelijke gezichtspunt: aan alles komt een einde. En uit andere verhalen van Greg Bear meen ik te mogen afleiden dat hij een overtuigd atheist is, die aan dat wetenschappelijke gezichtspunt autoriteit verleent. We zijn op onszelf, lijkt hij te willen zeggen, en we kunnen als mensen veel bereiken, maar uiteindelijk loopt het af. Veel van de verhalen van Bear worden gekenmerkt door cataclysmische ontwikkelingen en ontzaglijke rampscenario's. (Vaak heel boeiend om te lezen natuurlijk). Maar ook een overtuigde atheïst als Bear lijkt zich toch niet met zo'n somber lot te kunnen verzoenen. Ergens blijft knagen het verlangen om eeuwig te blijven voortbestaan. Het kan toch niet zo zijn dat onze hersencellen stoppen met vuren en dat onze unieke persoonlijkheid voor altijd verloren gaat?
En dus wordt er gezocht naar 'loopholes', mogelijkheden om te ontsnappen aan het onafwendbare. Als God er niet is, moeten er andere manieren zijn om de eeuwigheid te verkrijgen (ah, daar komt de titel misschien vandaan!). In dit verhaal blijkt een vorm van eeuwig leven te bestaan, als alle informatie uit dit heelal wordt doorgegeven aan het volgende. En zelfs Garry Lanier wil daar deel van uitmaken. Ook Patricia en haar kleindochter komen terecht in hun ideale bestaan. En Korzenowsky's grootste wens gaat in vervulling.
Ik moet er om glimlachen. Zelfs harde sciencefictionschrijvers blijven de behoefte houden aan hoop. Ze blijven de dood zien als iets waarmee ze zich niet kunnen verzoenen. En ze blijven zoeken naar manieren om ook daarna te blijven leven. Ze zijn dus ook maar mensen!