woensdag 6 januari 2010

Boekbespreking: The Search for the Red Dragon


Soms ligt de lol van boeken niet in de eerste plaats in hun eigen verhaal, maar vooral in de liefde die ze oproepen voor verhalen in het algemeen. Dit geldt voor Here, There be Dragons van James A. Owen, dat ik al eerder besprak, en al helemaal voor het vervolg: The Search for the Red Dragon. Bijna elke pagina zat ik te genieten van verwijzingen naar schrijvers, mythen, echte geschiedenis en sprookjes die op originele en overtuigende manieren waren samengevoegd en uitgebreid, en me te verwonderen over de vele verwijzingen die ik (nog) niet kende. Mijn kennis van de klassieken schiet duidelijk nog tekort. Vooral van Charles Williams moet ik nodig het een en ander gaan lezen! Dit zijn boeken die je eraan herinneren hoe geweldig boeken eigenlijk zijn, hoe mooi (en tegelijk gevaarlijk) het is om betoverd te worden door een fantastische wereld en welke kracht er schuilt in een goed verteld verhaal. Dit boek is een van die toverspreuken waar C.S. Lewis het over had, die ons kunnen helpen bevrijden van de vloek van de wereldgelijkvormigheid die over ons ligt. Ze kunnen langs de alerte draken van het cynisme van de moderne tijd glippen om onze ogen te openen voor de waarheid. Ze kunnen ons weer in contact brengen met het kind in ons hart, dat daadwerkelijk geloofde in waarheid, schoonheid en liefde. Een eigenschap die een mens nooit zou mogen kwijtraken. Jezus zei het zelf: 'Wie niet wordt als een kind, kan mijn koninkrijk niet binnengaan.'
Wie zijn hart sluit voor de wereld om hem heen, voor de mensen die hem omringen, voor de God die naar hem op zoek is, wie het kind in zichzelf tot zwijgen brengt, verliest iets wat hem of haar mens deed zijn. Hij of zij is mechanisch geworden. Een schaduw van de persoon die hij of zij was bedoeld te zijn. En vaak is deze persoon er vervolgens op uit ook anderen van hun kinderlijke openheid en enthousiasme te beroven. De enige hoop die er voor hem of haar is, bestaat eruit in contact te komen met het ware, het mooie en het liefdevolle, en zich daardoor weer in een kind te laten veranderen.
In Lewis' verhalen wordt altijd wantrouwend gedaan over de personen die graag snel volwassen willen worden. Hij legt uit waarom: "Critics who treat "adult" as a term of approval, instead of as a merely descriptive term, cannot be adults themselves. To be concerned about being grown up, to admire the grown up because it is grown up, to blush at the suspicion of being childish; these things are the marks of childhood and adolescence.... When I was ten, I read fairy tales in secret and would have been ashamed if I had been found doing so. Now that I am fifty, I read them openly. When I became a man, I put away childish things, including the fear of childishness and the desire to be very grown up."
Het is trouwens niet vreemd om Lewis aan te halen in een recensie van dit verhaal, want hij is er een van de hoofdpersonen in. En een van de dingen die hij meemaakt lijkt door dit citaat geinspireerd te zijn. Het hele voorbeeld dat ik gebruikte, van kind worden, mechanisch worden en een schaduw worden, valt in deze boekbespreking niet uit de toon, want het komt zelf uit het verhaal!

Er zijn negen jaar verstreken sinds hun avonturen in de Droomarchipel. Jack (Lewis) vraagt John (J.R.R. Tolkien) en Charles (Williams) om bij hem langs te komen. Hij heeft namelijk last van nachtmerries, deels ingegeven door zijn ervaringen in de eerste wereldoorlog, maar deels met een verbinding met de wereld van de verhalen. Wanneer de vrienden voor het eerst in jaren bij elkaar zijn, ontdekken ze in de tuin van Lewis' buitenhuis een meisje met mechanische vleugels. Zij zoekt echter niet hen, maar de vorige bewaker van de Imaginarium Geographica, James Barry, ook wel bekend als de auteur van Peter Pan. Dat boek blijkt te zijn gebaseerd op echte gebeurtenissen en Jamies jeugdvriend blijkt in moeilijkheden. Door de hele droomarchipel heen blijken er kinderen te zijn verdwenen. Ook de legendarische drakenschepen lijken in het niets te zijn opgegaan. En er zijn mysterieuze aanwijzingen dat er in het verleden iets grondig is misgegaan, waardoor de geschiedenis nu aan het ontrafelen is. Met de hulp van hun oude vriend Bert (bij ons beter bekend als de sciencefictionschrijver H.G. Wells) reizen de drie terug naar de droomarchipel. Daar volgen ze een kruimelspoor van aanwijzingen (een sprookjesallusie is hier op zijn plaats) uit de geschiedenis en de literatuur naar de binnenwereld en de 'verloren jongens'.

Ik heb erg genoten van dit snel vertelde en spannende verhaal. Was het plot van het vorige deel nog enigszins standaard (boosaardige macht met groot leger alleen te overwinnen door magisch voorwerp), hier is het werkelijk onvoorspelbaar. Helaas volgen de gebeurtenissen elkaar soms wel erg snel op, en wordt een groot deel van het boek gevormd door verklaringen. Het ene na het andere karakter moet uitleg geven over de volken, personen en gebeurtenissen die voorbij komen. Dat kan afleiden van de kern, maar voor mij als liefhebber van obscure verwijzingen en verbanden tussen uiteenlopende onderwerpen, was het behoorlijk interessant. Zo komen Jason en de Argonauten, Daedalus en Orpheus voorbij uit de Griekse mythologie, de gele weg en de vliegende apen van Oz, de middeleeuwse Roger Bacon, de kinderkruistocht, de verdwenen Engelse kolonie van Roanoke en Amelia Earhart, de boeken van Dante over de negen cirkels van de hel, met suggesties van Roodkapje en Sneeuwwitje, een betoverde kleerkast en de mysteries van tijdreizen. Je zou er duizelig van worden.
De karakterontwikkeling is in dit geval duidelijk ondergeschikt aan de mythologie van de wereld, maar er komen interessante feiten boven over Charles en Jack. Wat in het eerste deel nog een historische fout leek (wie er met de naam Jack kwam) is in dit verhaal een belangrijk plotonderdeel. Ook het feit dat John en Charles beiden een gezin hebben komt aan bod, dat Jack zorgde voor de moeder van een vriend van hem wordt genoemd, en dat hij zelf nog vrijgezel was. Voor wie de film Finding Neverland heeft gezien was ook de beschrijving van James Barry (en de reden van zijn afscheid van de droomarchipel) ontroerend. Ook de christelijke achtergrond van in elk geval Charles en John ten tijde van dit verhaal wordt aangestipt. Het maakt me benieuwd naar boek 3 (The Indigo King) waarin, naar wat ik op internet heb gelezen, de bekering van Lewis tot het christelijke geloof een belangrijke rol speelt.