dinsdag 2 februari 2010

Zwakheid 6: eindeloze zelfovergave

Er is nog veel meer te zeggen over de plaats van zwakheid in de bijbel. In de laatste vijf blogberichten heb ik voor mijn gevoel nog maar het topje van de ijsberg zichtbaar gemaakt. Ik ben bijvoorbeeld niet of nauwelijks ingegaan op het Oude Testament, waar veel aandacht is voor het falen van het menselijke kunnen en het vertrouwen op de kracht van God. Ook thema's als dood en opstanding kom je hier al tegen. Ik hoop dat ik je handvatten gegeven heb om dit thema zelf in de teksten te herkennen en tegelijk in je eigen leven toe te passen. Zelf hoop ik ergens in de komende jaren een boek te schrijven dat deze thema's in verband brengt met het stiekeme koninkrijk van God.


Wat ik geschreven heb, biedt volgens mij wel genoeg ondersteuning voor de uitspraak dat wij niet op onze eigen kracht moeten vertrouwen om ons leven te veranderen, maar ons wat ons eigen vermogen betreft mogen zien als dood, en mogen vertrouwen op de 'krachtige werking van Gods macht ... voor ons die geloven ... die ook werkzaam was in Christus toen God hem opwekte uit de dood' (Efeziers 1:19,20). Hij heeft ons gered 'niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar ... door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest' (Titus 3:7). Zijn kracht heeft ons 'alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven' (2 Petrus 1:3). Oftewel, in de woorden van Paulus, we hebben niets anders nodig dan zijn genade.
Maar de waarheid dat we aan onszelf overgeleverd machteloos zijn, is niet bedoeld als excuus om onze verantwoordelijkheid te ontlopen. Het wordt in de bijbel niet gegeven als een uitvlucht om passief te kunnen blijven, om te blijven vastzitten aan een verslaving, of om te blijven toegeven aan schadelijke impulsen. Het is geen vrijbrief om God en anderen pijn te blijven doen. Wie zo leeft, gebruikt deze woorden enkel als instrument voor controle, als ondersteuning om zijn eigen wil te blijven doen, en dus als ontkenning van de bedoeling ervan. Hij baseert zijn leven nog steeds op zijn eigen verlangens, zijn eigen motivaties, zijn eigen kracht.
De bijbel koppelt daarom aan de teksten over ons onvermogen en Gods kracht in ons uitspraken die ons wel degelijk ergens toe oproepen, die ons uitnodigen om een keuze te maken. Deze teksten worden vaak uitgelegd als regels of wetten die we als christenen moeten houden. Zo heb ik ze ook lang gelezen. En dan worden ze weer een ondraaglijk juk waar we ons tot het uiterste voor moeten inspannen om eraan te voldoen. Een juk zoals dat van de Farizeeën. We stappen in die valkuil omdat we ze zien als opdrachten waaraan we uit eigen kracht moeten voldoen, als een maatstaf die we moeten bereiken om geestelijk te zijn. Maar dat zijn het dus niet. God neemt niet het ene onhaalbare ideaal van ons af om ons het andere op te leggen. De oproepen in de bijbel nodigen ons uit om de levenshouding in praktijk te brengen die in de teksten daarnaast beschreven wordt. Om die woorden over dood en leven, zwakheid en kracht, niet alleen als mooie theorie te beschouwen, maar ze de basis te maken voor alle keuzes in ons leven. Om de consequenties te aanvaarden van ons geloof dat inderdaad Gods genade alles is wat we nodig hebben en wij ons niet kunnen laten voorstaan op enige eigenschap of verworvenheid van onszelf. 

In een eerder deel van de serie ben ik ingegaan op het gedeelte uit Filippenzen 2 waar Paulus schrijft dat we de gezindheid moeten hebben van Jezus, die zich vernederde tot in de dood, en door God uit de dood werd opgewekt. Net zo zou God bij ons 'zowel het willen als het handelen' teweegbrengen. Maar in mijn bespreking sloeg ik een bepaalde tekst makkelijk over, namelijk het vers waar staat: 'Blijf u inspannen voor uw redding en doe dat in diep ontzag voor God' (vers 12). Daarvan moeten we niet schrikken -Oh nee, dus we moeten toch heel hard ons best doen!- maar terugkijken wat Paulus eerder  in het gedeelte zei: "Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander." Dat is de inspanning die van ons vereist wordt: namelijk dat we niet op onszelf vertrouwen, niet uit eigen kracht onze eigen belangen veiligstellen, ons niet beter achten dan iemand anders, maar bereid zijn om de ander met evenveel respect te behandelen als we onszelf waard vinden. Paulus roept ons op om de minste te willen zijn, om te willen dienen, om bereid te zijn anderen in te laten delen in de zegeningen die je als onverdiend geschenk van God ontvangen hebt. Kortom, om elkaar lief te hebben zoals onszelf. 
Dit is het enige gebod dat Jezus ons gegeven heeft (Johannes 13:34). Liefde vergt namelijk altijd zelfovergave. Het eist van onszelf dat we ons eigen belang opzijschuiven om dat van de ander te dienen. Dat kan niet uit dwang. Niemand kan je dwingen lief te hebben. Je kunt een regel opstellen om bepaalde gedragingen te reguleren, maar dat is geen liefde. Dat is controle. Want het is gebaseerd op angst. En 'volmaakte liefde sluit angst uit' (1 Johannes 4:18). Het kan ook niet voortkomen uit een negatief zelfbeeld (laten we duidelijk zijn: de bijbel roept ons nooit op onszelf te verachten. Alleen om anderen even veel te achten als onszelf). Liefde is altijd een vrije keus, en kan dus alleen voortkomen uit een basishouding van bewuste zelfovergave. 
Dit maakt Jezus zelf aanschouwelijk in Johannes 13, in het verhaal dat bekendstaat als 'de voetwassing'. 'Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan' -hier is geen sprake van een negatief zelfbeeld. Jezus was zich goed bewust van zijn waarde als beelddrager van God in zijn menselijkheid en goddelijkheid- deze Jezus 'stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had.' Dit was eigenlijk het werk van een slaaf. Daarom wilden de discipelen het ook geen van allen doen, omdat ze geen van allen een positie van dienstbaarheid wilden aannemen. Ze waren gehecht aan hun eigen status. Maar Jezus, die zijn eigen waarde kende, kiest er bewust voor zich daar niet op te laten voorstaan. Hij houdt er niet aan vast, hij beschermt zijn imago niet, maar hij vernedert zich. Hij neemt, zoals Paulus al zei in Fillipenzen 2, de gestalte aan van een dienstknecht. Letterlijk: hij slaat een linnen doek om: slavenkledij. Waarom? Dat staat in het begin van hetzelfde gedeelte: 'Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.' Het was een liefdesdaad, gebaseerd op het afleggen van zijn eigen rechten en krachten en overgave aan God. En inderdaad zegt Jezus aan het einde van de gebeurtenis: 'Nu is de grootheid van de Mensenzoon zichtbaar geworden en door hem de grootheid van God'. Jezus zelfovergave in liefde gaf God de gelegenheid om door hem heen te werken in de wereld, om zijn liefde en genade zichtbaar te maken, om harten van mensen te veranderen. Het leven van de drie-enige God kwam naar buiten, omdat Jezus op dat moment de minste wilde zijn, en God de ruimte gaf. Dit is waar hij ons voor oproept: 'Ik heb jullie een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.'


Op basis van dit voorbeeld wordt het duidelijk wat het verband is tussen het bekende hoofdstuk over liefde in 1 Korintiers 13 en de rest van het bijbelboek, dat volgens mijn bericht van eerder gaat over de twee vormen van wijsheid: de wijsheid van de wereld gekenmerkt door macht, en de wijsheid van God die gekenmerkt wordt door zwakheid. Liefde is alleen mogelijk op basis van zelfovergave, het opgeven van je leven uit eigen kracht en het vertrouwen op God. (Dat geldt ook voor de andere oproepen in dit bijbelboek: 'Een man moet zijn vrouw geven wat haar toekomt, evenals een vrouw haar man. Geen van beide heeft zelf de zeggenschap over het eigen lichaam, maar de ander.' of 'Als ik door vlees te eten mijn broeder of zuster ten val breng, wil ik het nooit ofte nimmer meer eten'. of 'We hebben geen gebruik gemaakt van onze rechten, integendeel, we verdragen alles' of 'Geef geen aanstoot aan de Joden, aan andere volken of aan Gods gemeente' of 'wees niet op uzelf gericht, maar op de ander' of ... ga zo maar door. Het zijn allemaal de consequenties van het leven volgens de geheime wijsheid van God). 
Paulus noemt de liefde een voortreffelijke weg. Niets van wat wij doen, al zijn het wonderen, profetieën of tongentalen, is waardevol als we het uit eigen kracht doen en niet uit liefde. Maar hij maakt tevens duidelijk dat het niet iets is dat wij kunnen controleren of waartoe we onszelf kunnen dwingen: 'Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn - had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.' Zolang je ergens trots op bent, zie je het dus nog steeds als jouw verdienste, jouw inspanning, jouw kracht, en is er geen sprake van bewuste zelfovergave. Dan is de trots je bezittingen te willen verkopen iets dat je moet afleggen. Dan moet je uit de arena weglopen, en eens met overgave gaan leven in vertrouwen op God. Misschien zul je dan uiteindelijk wel je leven afleggen, maar dan is dat omdat je wordt gedreven door liefde en niet uit een religieus verlangen naar het martelaarschap. De liefde, zegt Paulus, 'is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.' Waarschijnlijk erken je in al deze kwaliteiten al eigenschappen van zelfovergave. 
Dit is de liefde die volgens dit gedeelte nooit zal vergaan. Waarom niet? Omdat de liefde in ons het gevolg is van God die door ons werkt. God is liefde. 'De liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God' (1 Johannes 4:7). Dit is het opstandingsleven dat God in ons tot stand brengt, dit is de vrucht van de Geest, dit is de luister van Christus.


Het moge duidelijk zijn: het leven van zwakheid waartoe de bijbel ons uitnodigt, vraagt wel degelijk wat van ons. Het vraagt dat we onze trots afleggen en gaan vertrouwen. Dat we werkelijk bereid zullen zijn de nederigste te zijn. Dat we willen liefhebben. Het is ook geen beslissing die we slechts een keer nemen, waarna we altijd op ons plekje in de hemel kunnen vertrouwen. Het is een basisinstelling, die ten grondslag moet liggen aan al onze beslissingen. Het is een houding die we hebben bij al onze keuzes. Het is ons leven. Filosoof en theoloog Francis Schaeffer noemt deze houding 'actieve passiviteit'. Hij schrijft in Leven door de Geest onder andere: ‘Bij elke tik van de klok word ik opnieuw geroepen om in God te geloven, de lege handen van het geloof naar Hem uit te strekken en mij in Zijn dienst te stellen, opdat ik vruchten draag.’ 
Dat is wat het leven van zwakheid behelst. Om zo te leven moet je werkelijk willen sterven aan jezelf. Dit kun je namelijk nooit uit eigen kracht.

(wordt vervolgd)