Alles aan Finding Nemo klopt: het uitbundige leven op het koraalrif, de lichtval in het water (onder allerlei omstandigheden), de zwarte ogen van de haai, de alglaag op de aquariumruit (die ken ik al te goed, helaas), de manier waarop de garnaal Jaques zwemt, en de meeuwen in de haven van Sydney (die ik zelf gezien hen en inderdaad een geluid maken dat lijkt op 'mine'). Dit was de eerste keer dat ik deze film zag sinds in in Australië geweest ben, en ik bewonderde de manier waarop de stad was weergegeven, gestileerd, maar wel herkenbaar. Ook leuk: Australische stemmen voor onder andere de haaien. De tekenaars bij Pixar hebben een oog voor detail: zeeanemonen zijn werkelijk anemonen, het jonge visje in een eitje beweegt zoals het hoort, een diepzeevis heeft de lugubere ogen die je ook op plaatjes ziet en de binnenkant van een aquariumfilter moet er ook zo uitzien als deze! Je hebt nauwelijks een echt aquarium nodig als je deze film bezit (op de DVD staat inderdaad een aquarium-'screensaver', waardoor je TV in een aquarium verandert. Bespaart tijd, geld en ruimte).
Waar ze bij Pixar ook goed in zijn is het vertellen van een verhaal. Deze films zijn geen aaneenschakeling van juveniele grappen en verwijzingen naar populaire cultuur rond een onorigineel thema. Het zijn meeslepende verhalen, waar veel in op het spel staat, waar pijn werkelijkheid is en vreugde bevrijdend, waar speelgoed, monsters, vissen (en zelfs ratten en auto's) werkelijke personen zijn met problemen die je meevoelt. Het zijn verhalen als de beste sprookjes (in Tolkiens definitie van Elfenmagie) die je veranderen doordat je er deel van hebt uitgemaakt. Het kijken van films als Finding Nemo is niet maar tijdverdrijf op een verveelde zondagavond, het is een avontuur, een belevenis, een ervaring. Je wordt erdoor gereinigd, de verstopte buisjes worden doorgespoeld, de donkere hoekjes in je verbeelding worden uitgebezemd, en hardnekkige leugens wijken voor wat waar, edel, rechtvaardig, zuiver en lieflijk is. Het instrument van de ziel wordt gerecalibreerd. Oke, dat is misschien wat overdreven, maar de kern is toch waar: verhalen die goed verteld worden, brengen ons in contact met de werkelijkheid. Niet die van de materie, natuurwetten, oorzaak en gevolg, maar die van de mens. En de Mens. En de Schepper. Ook een tekenfilm als Finding Nemo.
De film begint met clownsvis Marlin (grappig? Dat denken alle andere vissen natuurlijk) die met zijn geliefde een zee-anemoon op de grens van het rif heeft betrokken. Hun eitjes zijn gelegd en nu is het wachten tot ze uitkomen. Een bezoek van een baracuda werpt echter roet in het eten. Marlin blijft over, samen met zoontje Nemo. Hij is Marlins troetelkind. De eerste dag dat Nemo naar school moet is dan ook moeilijk voor de overbezorgde vader. Vooral omdat Nemo een wat onderontwikkelde vin heeft. Hoe de schoolmeester ook verzekert op het visje te kunnen letten, Marlin kan het niet laten in te grijpen als Nemo met zijn vriendjes eropuit trekt. Dat leidt natuurlijk tot hommeles, en het conflict eindigt ermee dat het jonge visje door een duiker wordt gevangen en meegenomen. De wanhopige vader volgt. Op zijn zoektocht krijgt hij gezelschap van Dory, die vrij kort van memorie is. Samen volbrengen ze een tocht van epische proporties. Nemo belandt ondertussen in een aquarium in een tandartsenkantoor (auch), waar hij onder de hoede wordt genomen van mentorfiguur Gill. Hij heeft een plan dat de aquariumbewoners uit hun gevangenschap moet helpen bevrijden. Ze moeten echter snel zijn. Nemo is bedoeld als verjaardanskado voor Marla, een meisje dat zacht gezegd weinig invoelend met levende wezens omgaat ...
Er zitten verschillende thema's in deze film, maar uiteindelijk zijn ze denk ik allemaal te herleiden tot 'vertrouwen'. Het verhaal komt op gang doordat Marlin niet vertrouwt dat Nemo zich zelf kan redden. Hij weigert zijn zoon los te laten, maar wil blijven controleren. Mede als gevolg daarvan lijdt Nemo aan een gebrek aan zelfvertrouwen. Vissen als Gill hebben misschien teveel zelfvertrouwen, waardoor ze niet zien dat ze anderen dwingen over hun eigen grenzen heen te gaan. De reis die Marlin maakt is dus niet alleen om zijn zoon terug te vinden, maar ook om hem te kunnen loslaten. Om te durven vertrouwen.
Het is makkelijk te zien waarom Marlin zijn vertrouwen heeft opgegeven. Zo'n gebeurtenis als die waarmee het verhaal opent, hakt er bij mens en vis diep in. Het vereist een sterk vertrouwen om dan vrij te blijven van controle. De les die Marlin op dat moment leerde (en ging geloven) was dat de wereld een onveilige plaats is, waar overal het gevaar op de loer ligt en waarvoor je voortdurend moet oppassen om niet opgegeten te worden. Hij denkt dat hij er zelf voor kan zorgen dat zijn zoon Nemo niks kan overkomen. Hij weet hoe de wereld in elkaar zit. Zijn blik op de werkelijkheid is de juiste. 'Hij zit nog in de ontkenningsfase', zoals een karakter later stelt. Hij durft niet toegeven dat hij een probleem heeft, dat hij niet alles kan controleren en dat de wereld zich grotendeels aan zijn invloed onttrekt, oftewel, dat hij in de greep is van een macht die groter is dan hijzelf. Een slaaf. Door de gebeurtenissen van het verhaal moet hij tot een doorbraak komen. Hij moet het punt bereiken van de waarheid, waar hij zichzelf niet meer voor de gek kan houden, waar hij de confrontatie moet aangaan, waar hij inziet dat hij door zijn drift van controle zichzelf, maar vooral anderen, beschadigt. In de reis naar dat punt toe speelt Dory een belangrijke rol. Deze vis is qua karakter aan Marlin tegenovergesteld. Ze heeft geen controle, ze heeft geen plannen, ze wil de werkelijkheid niet overheersen, sterker nog, ze kan dat niet (en ook dat is een kwaad. Haar geheugenverlies maakt dat ze niet kan worden wie ze is. Ze heeft geen enkele greep op haar leven en wordt als een speelbal op de golven meegenomen. Ze kan bovendien worden gemanipuleerd, wat Marlin in het begin van het verhaal ook op geniepige wijze doet). En dat geeft haar een vrijheid die Marlin niet heeft. Waar Marlin door angst wordt tegengehouden, blijft zij zwemmen. Waar Marlin wordt geplaagd door twijfel, heeft zij hoop. Waar wantrouwen Marlins deel is, ziet zij het goede in anderen. Ze heeft zich overgegeven aan een macht die groter is dan zij.
De confrontatie (pas op: SPOILER) volgt als Marlin en Dory zijn opgeslokt door een walvis. Op dat moment ziet Marlin al zijn hoop om Nemo te redden in rook opgaan. Er is geen kans meer zijn zoon terug te zien. Hij moet zijn droom opgeven. Hij kan haar niet meer verwerkelijken. Keer op keer stort hij zich tegen de baleinen, tevergeefs (terwijl Dory zich door de golfslag in de walvismuil laat voortdeinen). Er is hier een vergelijking mogelijk met de bijbelse profeet Jona, die ook in de walvis tot de ontdekking kwam dat er een grens was aan zijn controle, dat zijn macht beperkt was, en dat hij afhankelijk was van iets of iemand anders. In dit geval is het Dory die in contact staat met de walvis. Hoewel Marlin het niet gelooft, verstaat zij wat het grote, onbegrijpelijke wezen (waar ze zich op dat moment binnenin bevinden!) tegen hen zegt. Hangend aan de enorme tong, het gat van de keel onder hen, zegt Dory dat het tijd is om los te laten. Dat wil zeggen om te vertrouwen. "Maar hoe weet je dan dat er niet iets ergs gebeurt?", wil Marlin weten. "Dat weet je niet", zegt Dory. En ze laten los. Hun vertrouwen wordt niet beschaamd, de walvis heeft hen afgezet in de haven van Sydney (waar ze bovendien ook nog eens moeten vertrouwen op een shabby pelikaan).
Net zo moeten wij leren te vertrouwen op God. We kunnen niet zelf de verantwoordelijkheid dragen voor ons leven, de vervulling van onze verlangens, de veiligheid van onze geliefden, de noden en pijn van de wereld, de stabiliteit van ons werk. We hebben die dingen niet onder controle. We hebben niet eens onze eigen gezondheid onder controle (we kunnen haar wel beïnvloeden natuurlijk, maar niet met honderd procent garantie). We zijn in zekere zin overgeleverd. Aan de elementen? Dat zou hopeloos zijn. Aan God dan? Ik geloof van wel. De weg naar vrijheid is onze verantwoordelijkheid los te laten en te doen wat hij zegt: hetzelfde wat de walvis zei: vertrouwen! Weten we dan dat ons niets ergs zal overkomen? Nee. Ik geloof niet in welvaartsevangelie. Sterker nog, we kunnen er zeker van zijn dat ons erge dingen zullen treffen. Maar met de verzoeking zal God ook de uitkomst geven. We kunnen erop vertrouwen dat de uiteindelijke controle zich bij hem bevindt. Dan zijn we niet meer in de greep van angst voor onze omgeving, paniek om de toekomst, en de controle en verslaving die daar het gevolg van is. Dan kunnen we als een Dory elke situatie zien als een nieuwe uitdaging, waar de uiteindelijke afloop aan God is overgelaten.
Wat deze interpretatie voor mij bevestigde was de scene met de haaien in het begin van de film. Die is namelijk duidelijk geinspireerd op de twaalf stappen-programma's van de Anonieme Alcoholisten en dergelijke. En deze programma's zijn gebaseerd op het vertrouwen.
Van Wikipedia:
These are the original Twelve Steps as published by Alcoholics Anonymous:[10]
- We admitted we were powerless over alcohol—that our lives had become unmanageable.
- Came to believe that a Power greater than ourselves could restore us to sanity.
- Made a decision to turn our will and our lives over to the care of God as we understood Him.
- Made a searching and fearless moral inventory of ourselves.
- Admitted to God, to ourselves, and to another human being the exact nature of our wrongs.
- Were entirely ready to have God remove all these defects of character.
- Humbly asked Him to remove our shortcomings.
- Made a list of all persons we had harmed, and became willing to make amends to them all.
- Made direct amends to such people wherever possible, except when to do so would injure them or others.
- Continued to take personal inventory and when we were wrong promptly admitted it.
- Sought through prayer and meditation to improve our conscious contact with God as we understood Him, praying only for knowledge of His will for us and the power to carry that out.
- Having had a spiritual awakening as the result of these steps, we tried to carry this message to alcoholics, and to practice these principles in all our affairs.