Je kent het fenomeen misschien wel uit films of TV-series. Als er iemand ondervraagd moet worden, gebeurt dat door twee agenten. De ene is de 'good cop', de goede agent. Hij is vriendelijk, biedt de verdachte koffie aan, belooft hem een soepele behandeling als hij wil meewerken. De ander is de 'bad cop', de slechte agent. Hij is woedend, slaat op tafel, uit bedreigingen en maakt het de verdachte zo ongemakkelijk mogelijk. Twee verschillende manieren om het doel te bereiken. En ze wisselen elkaar af, net zo lang tot de ondervraagde breekt en opbiecht wat hij heeft misdaan.
Toen ik gisteren na de Bijbelkring van de kerk naar huis liep, moest ik hieraan denken. We hadden het namelijk gehad over het Bijbelboek Micha en ons de vraag gesteld wat de boodschap van God nu eigenlijk is. Is hij boos? Dreigt hij met oordeel, wil hij de mensen die onrecht doen en anderen onderdrukken, straffen? Of is hij liefdevol, en biedt hij juist hoop aan voor degenen die op Hem vertrouwen? Heeft God twee gezichten? Gebruikt hij de tactiek van 'good cop, bad cop'?
Het lijkt soms wel zo als je de bijbel leest, maar vooral als je luistert naar wat christenen zeggen. Aan de ene kant is er de boodschap van de genade: alles is voor je gedaan door Jezus. Je hoeft niets meer te doen om gered te worden. Zijn juk is zacht en zijn last is licht. Als je gelooft, ben je zeker van je eeuwige bestemming. En als je iets verkeerds doet, wat dan ook: er is altijd vergeving. Relax!
Aan de andere kant is er de boodschap van de wet: het is belangrijk de wil van God te doen. Hij is een verterend vuur. Hij is licht en in hem is in het geheel geen duisternis. Geloof zonder werken is dood: je moet het wel laten zien! Vaak wordt dit verbogen tot iets als: als je niet alles doet wat hij vraagt, als je niet hard genoeg voor hem werkt, kan hij niet van je houden. Dan schiet je tekort.
Beide boodschappen lijken elkaar uit te sluiten. Ze kunnen ook beide tot verkeerde effecten leiden. Als een lui iemand die het liefst zijn eigen gang wil gaan, de eerste boodschap hoort, kan hij denken dat het wel goed zit en achterover gaan zitten. Hij kan losbandig worden in de gedachte dat het er toch niet toe doet, en passief blijven omdat hij niet tot actie gedwongen wordt. 'Zouden wij zondigen opdat de genade toe zal nemen?', vraagt Paulus in Romeinen 6. 'Volstrekt niet!'
Aan de andere kant kan een gewetensvol, plichtsgetrouw persoon juist nog harder gaan werken en overspannen raken als hij hoort dat God van ons volmaaktheid verlangt. Dat weet ik uit eigen ervaringen. Je gelooft wel in de genade, maar voor je tot rust kunt komen, is daar weer de wet, de 'bad cop', die je oproept nog beter je best te doen. De boodschappen over wat je wel en niet moet doen, volgen elkaar maar op en het is nooit genoeg. (Ik hoorde het laatst nog een vriend zeggen: elke zondag hoor ik weer iets waar ik aan moet werken, maar ik heb het vorige punt nog niet bereikt. Ik kan maar aan een ding tegelijk werken!). Het leven met God wordt een last, waaronder je uiteindelijk instort. Er is niks zachts of lichts aan.
Nu hoorde ik ooit het volgende verhaaltje: "In de bijbel staan twee soorten boodschappen: de ene is bedoeld voor mensen die er de kantjes vanaf lopen, en daar ligt een groene bladwijzer bij. Daar zegt God: je moet wel een beetje je best doen. De andere boodschap is voor degenen die uit zichzelf hard werken en denken daarmee Gods goedkeuring te verdienen. Daar ligt een rode bladwijzer bij. Voor hen zegt God: je kunt het niet zelf, ik heb het gedaan. Rust in mijn genade. Wat doet de duivel nou? Hij wisselt de bladwijzers om! Dus de luie mensen lezen de rode teksten en worden passief, de trouwe mensen lezen de groene teksten en raken overspannen. Je moet dus de teksten lezen die voor jou gelden."
Dit voorbeeld klonk ooit heel overtuigend. En ik wist wel in welke categorie ik thuis hoorde. Ik had behoefte aan de boodschap van genade. Maar ik begin steeds meer te begrijpen dat deze onderverdeling van Gods boodschap in tweeën tekortschiet. Want ook al ben ik (in de woorden van een Amerikaanse schrijver) een 'card carrying grace monkey' - en geloof ik voor de volle honderd procent in de onvoorwaardelijke liefde en aanvaarding van God, ik denk ook dat het volgen van Jezus gepaard gaat met het kiezen voor de gerechtigheid en het liefhebben van God en je naaste. Ik geloof dat het ook gepaard gaat met een veranderd gedrag! Maar niet omdat ik dat moet om Gods liefde te verdienen, maar omdat ik dat wil omdat het hoort bij het koninkrijk van God.
Het idee van een gespleten boodschap van God is volgens mij een relikwie van het rationele moderne westerse denken. Ik denk niet dat het overeenkomt met het Bijbelse wereldbeeld. God spreekt zichzelf niet tegen. Hij zegt niet tegen de een: rust maar uit, en tegen de ander: werk nog harder. Hij speelt geen 'good cop, bad cop'. Hij heeft slechts een boodschap. En dat is die van het verlangen.
God laat ons zien wat goed is, wat het leven is dat past bij de mens als beeld van God, wat de gerechtigheid is van zijn koninkrijk. Hij laat zien hoe we zijn geschapen om Hem en onze naaste lief te hebben (en onszelf erbij), om te leven in een dans van relaties, om schoonheid te creëren, intimiteit te ervaren en goed te doen aan onze naasten. Hij schetst voor ons een prachtige wereld, waar we in kunnen gaan door voor Hem te kiezen en Hem te gehoorzamen. Dan maakt hij ons tot burgers van dat (letterlijk) gave koninkrijk van hem. God hoopt dat we daarnaar gaan verlangen.
We kunnen er ook voor kiezen onze eigen gang te blijven gaan, God te blijven afwijzen, anderen te blijven uitbuiten en onderdrukken, wat mooi is lelijk te maken, afstandelijk te blijven en het onrecht goed te keuren. Ook dat heeft consequenties, namelijk dat we gescheiden blijven van God en wat Hij voor ons bedoeld heeft, en ervaren wat het is om buiten zijn koninkrijk te blijven. Dat is wat de bijbel aanduidt als het oordeel en de hel. God wil dat niemand daarvoor kiest, maar dat iedereen bij Hem wil horen. Maar hij kan niemand daartoe dwingen.
Deze boodschap is volgens mij evangelie (goed nieuws) voor zowel de 'luien' als de 'hard werkenden'. De passieven worden door het prachtige visioen dat God schetst geïnspireerd en tot actie aangezet. Als ze gaan verlangen naar het goede leven van Gods koninkrijk, kunnen ze niet meer stil blijven zitten. Ze gaan bewegen, als op muziek, en het gaat vanzelf, zonder dwang of manipulatie. De werkers spannen zich niet meer in uit angst, of om de liefde van God te verdienen, maar rusten in de wetenschap dat God goede bedoelingen heeft, ook voor hen. Dat ook rust en ontspanning hoort bij Gods koninkrijk (de sabbat van Gods kinderen, lees Hebreeën 4). Ze zien in dat wat niet uit liefde gedaan wordt, niet bij God hoort, en dat ze op God mogen vertrouwen om te doen wat ze niet uit eigen kracht kunnen.
De 'good cop, bad cop'-boodschappen gaan ervan uit dat mensen gemotiveerd moeten worden door angst. Maar de bijbel gaat ervan uit dat mensen gemotiveerd worden door verlangen. Wat je het liefst ter wereld wilt doen, daar blijf je niet bij zitten, maar word je ook niet overspannen van. Dat geeft je vleugels. Zo is het ook met het koninkrijk van God. Als je daar niet enthousiast over wordt, ga dan eens terug naar Jezus woorden en laat je inspireren. Als je werkelijk voor ogen ziet wat Hij beschrijft, dan ga je vanzelf het koninkrijk van God zoeken en zijn gerechtigheid. En al het andere wat je nodig hebt, zul je erbij ontvangen.