woensdag 30 december 2009

Filmbespreking: Race to Witch Mountain


Sinds ik op vakantie ben geweest in de Verenigde Staten, kijk ik of ik in films landschappen of steden zie die ik herken. In deze film kwam ik behoorlijk aan mijn trekken. Hij speelt zich voor het grootste deel af in Las Vegas en de woestijn en bergen in de omgeving. Beide waren heel herkenbaar, inclusief het harde licht, de lange rechte wegen en de bizar gevormde rotsmassa's. Ik zou zo weer op vakantie willen!
Las Vegas was echter niet een inspirerende plaats zoals films altijd suggereren. Hier wordt wel iets van de verwrongen kant van dit gokparadijs getoond, maar de felle kleuren en knipperende lichten, de mooie mensen in glanzende kleren en de sfeer van spanning en avontuur verbergen de tragiek van de mensen die dag in dag uit achter de gokkasten zitten, de overdreven extravagantie van de vijvers en fonteinen in de woestijn, de stonede mexicanen die sexfolders staan uit te delen (op elke straathoek) en de duizenden sensuele reclameborden die je in een kakafonie van beelden en leuzen toeschreeuwen je geld (en je leven) te verspillen. Ik moest er uiteindelijk niets van hebben en was blij dat we weer in de woestijn kwamen. Die was tenminste echt.

Maar Vegas is alleen de omgeving waar dit verhaal begint. De hoofdpersoon is taxichauffeur Jack Bruno, die probeert eindelijk eens op een eerlijke manier zijn brood te verdienen. Daarvoor moet hij geduld hebben met verklede Star Wars-fans (grappig natuurlijk!) en andere weirdo's. Op een dag verschijnen er twee mysterieuze kinderen op de achterbank van zijn taxi. Ze houden hem een rol geld voor en een mysterieuze bestemming kilometers buiten de stad. Jack is wel wat gewend, en het geld komt goed uit, dus accepteert hij de opdracht. Al snel blijkt dat de kinderen, het meisje Sarah en har broer Seth, in de problemen zitten. Niet alleen worden ze achtervolgd door zwarte auto's van de regering, er is ook een gepantserde strijder met een krachtig energiewapen. Jack is een typisch geval van 'ruwe bolster, blanke pit', en besluit de twee te helpen. Het blijkt al snel dat ze niet zo menselijk zijn als ze eruit zien. Seth kan zijn lichaam hard maken als diamant. Sarah kan gedachten lezen en voorwerpen verplaatsen met haar geest. De kinderen zijn afkomstig van een andere planeet, en moeten waardevolle informatie terugbrengen naar hun ouders voordat de Aarde door een invasie onder de voet wordt gelopen. Wat kan een eenvoudige taxichauffeur in zo'n situatie doen? Hij zoekt de hulp van dr. Alex Friedman, een sterrenkundige met interesse in buitenaards leven. Daarvoor moet hij zich wel begeven naar een bijeenkomst over UFO's in Planet Hollywood, een verzameling van samenzweringsgelovigen, science fiction-fans en andere fanatici. De enige plek ter wereld waar een alien vrij kan rondlopen zonder op te vallen ...

Deze Disney-film blijkt behoorlijk onderhoudend. Het plot was wat voorspelbaar (ja, natuurlijk vinden ze de berg uit de titel en moeten ze daarvandaan ontsnappen. En natuurlijk komt het tot een confrontatie met zowel de overheidsagenten als de buitenaardse premiejager), maar er waren een paar aardige wendingen die het boeiend maakten. De filmtechniek was niet vernieuwend. Wel was er een mooi Matrix-achtig beeld tijdens een auto-achtervolging. Andere recensenten wijzen erop dat sommige lijnen in het verhaal halverwege bleven liggen, maar dat maakte voor mij de beleving van de film niet minder. De film draait vooral om de zoektocht van de kinderen, compleet met redelijk spannende achtervolgingen (onder andere met de taxi in een treintunnel), actiescenes (in de basis van Witch Mountain) en nipte ontsnappingen (uit het casino). Karakterontwikkeling blijft grotendeels achterwege. Jack Bruno (een rol van ex-worstelster The Rock, Dwayne Johnson) is een sympathieke kerel, in eerste instantie argwanend, maar met het hart op de juiste plaats. Zijn vaak sarcastische one-liners zorgen ervoor dat het verhaal zichzelf niet te serieus neemt. Wat het geheim is van de kinderen blijft niet lang een mysterie, en ook dat wordt niet ontwikkeld in de loop van het verhaal. Wat overblijft is een onderhoudende film, zonder al te grof geweld (er gaat niemand in dood), met een prettig sciencefiction-sausje. Ik genoot zelf wel van de UFO-bijeenkomst in Vegas en de uitbundige kostuums van de bezoekers. Daar zou ik ook nog wel eens heen willen.

UFO's en de mysteries eromheen spelen een belangrijke rol in deze film. De openingstitels worden geprojecteerd over een montage van foto's en film- en audiofragmenten over de ongeïdentificeerde vliegende voorwerpen. Er zijn heel wat mensen die erg overtuigd zijn van het bestaan ervan. Ook ik heb een periode doorgemaakt waarin ik gefascineerd was door buitenaardse wezens en ik las elk boek in de bibliotheek over ooggetuigenverslagen, en buitenaardse ontvoeringen en ontmoetingen. (Tot ik er eigenlijk alleen maar bang van werd. Voor mijn fantasie was deze obsessie in elk geval niet goed). Ik was erdoor geboeid, zelfs al geloofde ik er niets van. Of nauwelijks iets.
UFO's en 'kleine groene aliens' spreken kennelijk tot onze verbeelding als mensen. Ik denk dat dit fenomeen suggereert dat onze behoefte aan het bovennatuurlijke, aan God, blijft bestaan, ook als we aan de buitenkant geloven in het wetenschappelijke, materialistische wereldbeeld. Oftewel: we blijven geloven dat de waarheid daar ergens buiten ons is ('The truth is out there', volgens Fox Mulder van de X-files). We blijven vasthouden aan een overtuiging dat er meer is dan wij zien en horen, een werkelijkheid die voor ons niet te bevatten is. En die invloed kan hebben op ons leven. Maar omdat we God hebben afgeschreven, moeten we het doen met een vervanging van binnen ons heelal. UFO's zijn materiële verschijnselen, stoffelijke ruimteschepen, bemand door biologische wezens, afkomstig van aanwijsbare sterren of planeten. Er is niets bovennatuurlijks aan (hoewel ze kennelijk sneller dan het licht kunnen reizen).
Tegelijk zijn de buitenaardse wezens kennelijk hoog boven ons verheven. Ze hebben een niveau van technologie en inzicht bereikt waarvan wij alleen kunnen dromen, en dus kunnen ze ons helpen met het bereiken van een staat van 'verlichting'. Ze komen met boodschappen van hoop, en bemoedigingen, voor een nieuwe tijd. Er vinden zelfs 'huwelijken' plaats aan boord van hun ruimteschepen tussen mensen en aliens. Ze zijn bij ons betrokken, houden ons in de gaten, beschermen ons misschien zelfs wel. Aan de andere kant projecteren we op UFO's ook onze angsten voor het onbekende, het goddelijke. Dat suggereren de verhalen over ontvoeringen en vreemde, vernederende experimenten. We zijn voor deze wezens niets meer dan proefkonijnen. Ze kunnen met ons doen wat ze willen. We moeten voor ze op de hoede zijn. Net als in veel religies wordt deze angst (met opgeklopte verhalen) de basis voor een echte cultus. (Interessant detail: in deze film zijn het de mensen die op de buitenaardse wezens experimenteren. De omgekeerde wereld.)
Films als deze kunnen dit menselijke verlangen naar een hogere categorie van werkelijkheid, naar een hoop van buiten onze wereld, naar een verlosser die tot ons komt, voor ons zichtbaar maken. Het antwoord op dit verlangen komt echter niet van binnen het heelal. Aliens, hoe ver doorontwikkeld ook, blijven wezens van materie, onderworpen aan dezelfde wetten als wij (dus ook die van de lichtsnelheid!) en naar alle waarschijnlijkheid behept met dezelfde gebrokenheid. Ze kunnen ons niet helpen met het grootste probleem, dat van de dood en de uiteindelijke afkoeling van het universum zelf. Echte hoop moet ergens anders vandaan komen.

Een rode draad in het verhaal is dat Jack Bruno van zichzelf denkt dat hij niets voorstelt, terwijl hij toch een belangrijke rol heeft te vervullen. "Mensen zijn zo groot," zegt een van de buitenaardse wezens, "Maar toch denken ze zo klein over zichzelf." Het inzicht dat we meer in ons mars hebben dan we denken, wordt teruggevoerd op de Boeddha. Dat lijkt me niet correct. De filosofie van Boeddha leidt helemaal niet tot hoop, maar tot wanhoop. Die zegt niet dat we veel kunnen, maar juist dat we niets kunnen. Dat we om het Nirvana te bereiken, juist afscheid moeten nemen van onze verlangens en wensen en van wat we hopen. Niet omdat alleen God die kan vervullen en niet ons, maar omdat geluk en vervulling zelf een illusie zijn. We bereiken een staat van vrede als we accepteren dat we gedoemd zijn om op te gaan in het niets. Als we aanvaarden dat er uiteindelijk van onze hele persoonlijkheid niets overblijft. Dat wij op kosmische schaal geen enkele waarheid hebben. Onthechting is het antwoord van de Boeddha.
De echte hoop is gegeven door Jezus. Hij was het die ons zei dat we waardevol zijn als individu. Dat onze eigenheid eeuwig zal blijven bestaan. Dat onze daden betekenis hebben. Dat onze liefde eeuwig blijft. Dat schoonheid, waarheid en intimiteit (geloof, hoop en liefde) belangrijk zijn. Die waarde bezitten we niet omdat wij uit onszelf zo geweldig zijn, maar omdat God deze waarde aan ons verleent. God houdt van ons. En wij kunnen grote dingen bereiken, niet omdat we zelf zo krachtig zijn, maar omdat God het ons heeft beloofd. Hij werkt in ons. Hij zorgt dat in onze behoeften rijkelijk wordt voorzien. Hij brengt ons in onze glorie. Dat is een boodschap die echte hoop brengt en geen wanhoop.

Wat ik mooi vond, was hoe twee eenvoudige mensen door Sarah en Seth worden opgenomen in een groter avontuur. Door wat ze samen beleven ontstaan er relaties. Er ontstaat een gemeenschap van de twee volwassenen en de twee kinderen (en de hond) (ik vond de afscheidsscene ontroerend). Wat overblijft na alle belevenissen is de liefde.
Dat is als het goed is ook wat er gebeurt als wij deel gaan uitmaken van het grote verhaal van God. Doordat we met Hem optrekken, komen we in contact met anderen en gaan we een gemeenschap vormen. Onze gemeenschappelijke liefde voor God, vormt de basis voor werkelijke betekenisvolle relaties met mensen. En deze intimiteit, de liefde, is wat eeuwig is. Geloof en hoop gaan voorbij. De Liefde blijft.

Ten slotte nog een recensie van Steven Greijdanus, die deze film vergelijkt  met zijn voorgangers, die ik nooit gezien heb.