zondag 20 december 2009

Filmbespreking: Ponyo on the cliff by the sea


Wat als Andersens De Kleine Zeemeermin een meisje van vijf was? Haar vader een teleurgestelde menselijke tovenaar? Haar moeder een zeegodin? Haar prins een jongetje in een Japanse kustplaats? En wat als ze in staat was een gat in de wereld te openen waardoor uitgestorven zeewezens in onze wateren tevoorschijn komen?

Het antwoord is zoiets als de tekenfilm Poyo on the cliff by the sea, of in het kort: Ponyo, de nieuwste film van Hayao Miyazaki. Hij wordt wel eens de Japanse Walt Disney genoemd, maar die vergelijking doet hem mijns inziens tekort, vooral als je het hebt over de Disneyfilms van de laatste jaren. Hooguit de films van Pixar komen enigzins in de buurt van de meeslepende verhalen, goed ontwikkelde karakters en prachtige beelden van de films van Miyazaki. En ook hier gaat de vergelijking mank. De Pixar-films zijn eenvoudiger, minder gelaagd en de werelden die ze tonen zijn minder bizar (maar tegelijk wonderlijk en aansprekend) als deze. Bovendien kiest Miyazaki (met zijn studio Ghibli) onderwerpen voor zijn films waar men bij westerse studio's niet eens aan zou denken: middeleeuws Japan (met reuzenzwijnen en natuurgoden), postapocalyptische landschappen (met reuzeninsekten en robotten), vliegende forten, Europese steden waar heksen boodschappen rondbrengen, een koninkrijk van katten of een alternatieve middellandse zee waar een piloot met een varkensgezicht op luchtpiraten jaagt. Alle films van deze schrijver en tekenaar die ik tot nu toe gezien heb, spraken tot mijn verbeelding, schiepen omgevingen waar ik in wilde verdwijnen, en brachten onderwerpen aan het licht om over na te denken. Ondanks steeds terugkerende thema's (sterke heldinnen, bezorgdheid voor het milieu, vliegtuigen en vliegscenes) is elke film van Miyazaki iets totaal nieuws. Wat wel steeds geldt, is dat ze mooi getekend zijn (realistischer dan sommige andere animefilms met grote ogen en overdreven bewegingen), prachtige achtergronden bevatten en karakters die je sympathie opwekken, zelfs de (zogenaamde) schurken.

Dat geldt ook voor deze film, hoewel de tekenstijl (zonder hulp van computers) wat eenvoudiger is dan anders. De achtergronden zijn minder gedetailleerd, maar dat geldt niet voor de personen. Over elke beweging, elke gezichtsuitdrukking is nagedacht. Hoe personen bewegen en wat ze zeggen, het voelt echt (ook al zijn de gebeurtenissen om hen heen fantastisch). De kinderen zijn echt kinderen, de vrouw wiens man op zee is, is gefrustreerd zoals ze dat in het echt waarschijnlijk zou zijn. En de prehistorische vissen zien eruit als prehistorische vissen (hoewel er volgens mij een paar verzonnen zijn). Het verhaal is vrij eenvoudig en vergeleken met andere films staat er weinig op het spel. Maar wat er op het spel staat is genoeg, gezien vanuit de visie van een kind van vijf: een vriendschap, een afwezige vader, een moeder die aan de andere kant van het water is. Het is erg belangrijk voor iemand die zich kan opwinden over het vinden van een goudvis, en die een boot vouwt voor een bejaarde in het opvangcentrum waar zijn moeder werkt. Deze film is dan ook geschikt voor kinderen (hoewel er wel een paar indrukwekkende scenes zijn).
Er zijn enkele overeenkomsten aan te wijzen tussen deze film en Avatar. Ook hier staat het milieu op het spel, en strijdt de zee (ironisch genoeg ook hier vertegenwoordigd door een mens) tegen de vernietigende invloed van de mensheid. De beelden van vervuiling in de haven spreken boekdelen. Ook hier maakt iemand de oversteek van de ene wereld naar de andere. Zelfs het slot was in beide films even abrupt. Maar de oplossing hier is niet een totale oorlogvoering, maar juist verzoening. Erg mooi.

Ik heb ze al eens genoemd: de prehistorische vissen (voor wie mij kennen behoeft mijn enthousiasme geen nadere uitleg). In haar transformatie van vis tot meisje brengt Ponyo de macht van de zee in beweging. Vloedgolven overspoelen het stadje van Sosuke (de jongen die haar in visvorm had gered en voor wie ze haar nieuwe vorm aanneemt). Met de golven komen vissen tevoorschijn die de wereld miljoenen jaren niet heeft gezien: kwastvinnigen, kaakloze vissen, onbeschrijfbare wezens, trilobieten, zeeschorpioenen enzovoorts (sommige bij hun correcte wetenschappelijke naam genoemd). Kalm zwemmen ze over de verlaten kustweggetjes, kronkelen ze tussen boomtakken en vullen ze de straten van de stad. Een bizar, maar tegelijk eindeloos boeiend, schouwspel. Ik moest denken aan een stripboek dat ik ooit heb gelezen uit de serie Ragebol (De droom van de walvis), waarin ook beelden voorkwamen van vissen die door een stad zwommen, in de rij voor het stoplicht, of in plaats van trams over de rails. Bijna twintig jaar nadat ik dit verhaal in de bibliotheek heb gelezen, komen die plaatjes nog terug in mijn dromen.
Wat maakt deze beeldtaal zo krachtig (niet alleen voor mij, maar blijkens deze film ook voor iemand als Hayao Miyazaki)? Het heeft volgens mij te maken met het onwerkelijke effect van het zien van vissen op een plek waar je die niet verwacht. De wereld onder water komt op ons gewoon al vreemd en anders over: er zijn dieren die op planten lijken, vissen in de meest vreemde vormen, veelpotige krabben en kreeften, en nog veel meer levensvormen die we niet kunnen thuisbrengen. En om die hele vreemde wereld dan te zien op een plek die voor ons zo gewoon als wat is: onze stad, met zijn bekende straten, huizen, winkels en auto's, waar we gewoonlijk zonder ze te zien aan voorbijlopen, doet ons met een schok ontwaken. Opeens gaan we weer bewust kijken naar de wereld om ons heen. Die is namelijk bijzonder, ook zonder bizarre prehistorische vissen. Anders gezegd: de ervaring van verwondering en bewondering die we krijgen bij het snorkelen (boven een koraalrif of in de middellandse zee of gewoon in een plas of meertje), ervaren we nu in onze dagelijkse omgeving. Er vindt een transformatie plaats (in deze film vrij letterlijk en meerdere malen), en onze wereld zal nooit meer dezelfde zijn.
Het is een beetje vergelijkbaar met het effect van sneeuw. Als de straten van de stad wit zijn, als je overal sneeuwpoppen ziet en kinderen op sleeƫn, waar anders de gebruikelijke studenten voorbij fietsen, ga je met andere ogen naar je omgeving kijken. Je krijgt nieuwe ogen. Ik geloof dat we als christen altijd op deze frisse manier moeten kijken naar de wereld en de mensen om ons heen. We moeten ons blijven verwonderen, over alles en iedereen. En een film als deze helpt daarbij.

As je nog een mening nodig hebt behalve de mijne: hier is de bespreking van Steven Greydanus. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik een paar opmerkingen van hem heb overgenomen, dus hoor ik te verwijzen naar het origineel!