woensdag 31 juli 2013

Mijn favoriete films (2): 15 tot 6

We vervolgen mijn persoonlijke top 25 van films, de films waar ik steeds naar teruggrijp, die tot mij spreken, die mijn favorieten zijn. Een persoonlijke lijst, en ik vind het zelf ook interessant om te kijken wat deze films over mij (lijken te) zeggen. In elk geval veel idealistische hoofdpersonen, die staan voor waarden als vrijheid en bereid zijn heel ver te gaan om anderen te bevrijden. En veel films waarin mensen een glimp opvangen van een andere wereld, daarnaar gaan verlangen, en alles willen achterlaten om die wereld te vinden. En die twee thema's zijn niet eens zo verschillend ...

15    Spider-Man 2
Waren de superhelden die de vorige eeuw in de bioscoop verschenen miljonairs of buitenaardse wezens, in de eenentwintigste eeuw waren het doodnormale mensen die op de een of andere manier bijzondere krachten verwierven. De films illustreerden opeens de worstelingen die we allemaal wel eens ervaren, maar dan uitvergroot. In de Spider-Man stripverhalen gebeurde dat al voortdurend, met een held die voortdurend platzak is, problemen heeft in de liefde, en zijn identiteit geheim moet houden voor zijn tante. En hij werd niet voor niets een van de grote successen in de bioscoop. In deze film loopt hij tegen zijn grenzen aan en moet hij zijn motieven onder de loep houden. Slooft hij zich uit omdat hij denkt iets te moeten bewijzen, of wordt hij gedreven door oprechte liefde? Ik herken veel van Spideys overspannenheid. En in Dr. Octopus heeft hij in deze film een fascinerende tegenstander, die nogmaals suggereert dat we onze motieven steeds kritisch tegen het licht moeten houden. Geweldige actiescènes ook!

14    The Prince of Egypt
Bijbelverhalen in de bioscoop, dat gebeurt niet heel vaak. En dan nog in de vorm van een tekenfilm, die zich wel vrijheden veroorlooft, maar toch de kern van de geschiedenis overeind laat (inclusief een spookachtige engel des doods). De film maakt met prachtige beelden en geweldige muziek duidelijk dat God er niet van gediend is dat mensen andere mensen als slaven gebruiken. Maar de film toont ook iemand die worstelt met zijn roeping, die moet afrekenen met schaamte en een negatief zelfbeeld, en opkomt voor wat goed is, zelfs als hij daarmee tegenover zijn beste vriend komt te staan. De scene waarbij Mozes de babymoord beleeft maakt mooi gebruik van Egyptische elementen, en de psychologie van Ramses is behoorlijk genuanceerd uitgewerkt.

13    Nausicaa and the Valley of the Wind
Animatie is geen genre, maar slechts een vorm. Zoals ‘zwart wit films’ ook geen genre in zichzelf zijn. In het westen wordt animatie gebruikt voor het vertellen van kinderverhalen en met name sprookjes, maar in Japan worden echt allerlei soorten verhalen verteld met behulp van dit medium. Ook postapocalyptische sciencefictionverhalen, met een milieubewuste heldin, enorme insecten en de komst van een geprofeteerde Messias, zoals deze film. Hayao Miyazaki heeft een oog voor schoonheid (vooral de schoonheid van wolken boven landschappen, en van de natuur, hoe vreemd aan die van ons ook), en in plaats van een dimensionale vrouwelijke karakters schept hij hoofdpersonen die werkelijk mens zijn en hun mannetje staan. Ze hebben ook geen romance nodig om een betekenisvolle rol te spelen in het verhaal. Nausicaa staat voor een pacifistische, geweldloze oplossing van het conflict, maar dat zou van haar wel eens een groot offer kunnen vergen ...

12    The Tree of Life
Filmmaker Terence Malick is meer een poeet dan een regisseur. Hij vertelt niet zozeer een verhaal, maar laat een reeks associaties zien, scenes die naar elkaar verwijzen en uiteindelijk een beeld vormen. Dit is een verhaal dat heel klein is: een jongetje groeit op met een strenge vader en liefdevolle moeder en moet als volwassen man kiezen door wie van die twee hij zich vooral wil laten vormen. Maar tegelijk is het verhaal heel groot: het loopt van de oerknal tot het moment dat de zon als rode reus de Aarde opslokt (met onder andere dinosauriërs er tussenin). Een film die laat zien hoe de wet de dood brengt, maar uiteindelijk ook de deur naar verzoening toont. Een film die je moet ondergaan, in plaats van hem in eerste plaats te willen begrijpen. Een film die in zichzelf al een ‘geestelijke discipline’ kan zijn.

11    Contact
Ik sta met een been in de wereld van het geloof, en met een been in de wereld van de wetenschap - maar zijn die werelden echt zo van elkaar gescheiden? Of hebben ze het alleen maar over andere aspecten van dezelfde werkelijkheid? Deze film confronteert uitgesproken atheïstische wetenschapper Ellie met voorganger Josh, die een ervaring met God heeft gehad. Ellie zoekt naar buitenaards leven, omdat ze gelooft dat het bestaan daarvan haar leven zin geeft. Dat is eigenlijk een religieus verlangen. En hoewel ze geen antwoord vindt dat ze wetenschappelijk kan bewijzen, heeft ze een diep persoonlijke ontmoeting die haar voor altijd zal veranderen. Een ontmoeting die eigenlijk niet verschilt van die van Josh. De beelden van de reis door het wormgat zijn fantastisch, maar ook de manier van werken op een astronomisch observatorium zijn goed in beeld gebracht. Een passend ambigu einde.

10    Tangled
Sprookjes worden generatie na generatie doorverteld. Dat gebeurt omdat ze diepe waarheden bevatten die resoneren met generaties van luisteraars. En elke generatie geeft er een nieuwe draai aan. Disney bracht een nieuwe versie uit van het verhaal van Rapunzel. Deze versie toont een meisje dat verlangt zichzelf te ontplooien, maar wordt tegengehouden door een moeder die haar magische haar voor haar eigen goed wil gebruiken. De kwade kracht van manipulatie en leugen wordt in beeld gebracht, maar ook de kracht daartegenover van opofferende liefde. Een mooie romance die het beste in twee mensen naar boven brengt, de zoektocht naar ouders, die naar hun kind blijken te zoeken (zoals God naar ons zoekt al voor wij naar hem zoeken), de vervulling van het hartsverlangen ‘Save what once was lost’. Een (ontroerend) einde met een werkelijke ‘deus ex machina’. Wat wil je meer van sprookjes? God manipuleert ons niet om er zelf beter van te worden, maar nodigt ons uit om hem te zoeken via schoonheid en relaties. En dan zijn er de hilarische kameleon en het paard als bijfiguren. Een film die de aanduiding ‘Disney Classic’ echt waard is.

9    Batman Begins
Eerdere Batman-films namen het karakter eigenlijk niet serieus, maar deze film toont vooral de mens achter het masker. Bruce Wayne was getuige van een verschrikkelijke tragedie, en wil aanvankelijk niets anders dan wraak. Maar daarmee is hij net zo slecht als degene op wie hij zich wil wreken. De League of Shadows verleidt hem met het aanbod van absolute, onpersoonlijke rechtvaardigheid. Maar ook dat is niet de weg. In de aanpak van Bruce staat medeleven centraal. Hij staat tussen de inwoners van Gotham en de criminelen aan de ene kant, en de rechters aan de andere kant. En hij bestrijdt de angst die beide zijden zaaien. Aan de andere kant: Bruce gaat zo op in zijn missie, dat hij zichzelf dreigt kwijt te raken. En dat kan niet de bedoeling zijn, toch? Ik ben zelf ook een idealist, en zie in deze Batman daarvan de gevaren en de uitdagingen. En ik geniet van de scenes tussen Bruce en zijn mentor, overtuigend gespeeld door Liam Neeson.

8    The Abyss
Er staan in mijn persoonlijke top 10 drie films van James Cameron. Het zou interessant zijn eens na te denken waarom de films van deze filmmaker me zo aanspreken. Ze zijn namelijk niet per se heel diep (ha!) wat het verhaal betreft. Maar aan de andere kant zijn niet voor niets twee van de meest succesvolle films aller tijden van Camerons hand. The Abyss is een van zijn vroege films en een heel persoonlijk project van hem na het verfilmen van de verhalen van anderen. Een groep duikers in een onderzees boorplatform krijgt gezelschap van mariniers op zoek naar een gezonken onderzeeër. In de omgeving worden vreemde signalen waargenomen. Zijn die afkomstig van de russen? Of van een heel andere beschaving? Terwijl paranoia het booreiland in zijn greep krijgt, breekt aan de oppervlakte een grote storm los. Ondertussen durft een van de duikers een open geest te houden en verder te kijken dan de anderen. Maar zal de hoofdpersoon handelen naar wat zij gezien heeft en zijn leven op het spel zetten voor wezens die hij nooit zelf gezien heeft?  De afdaling langs een onderzeese rotswand is een van de meest indrukwekkende scenes ooit (maar de confrontaties tussen onderzeeërs en de gloeiende wezens die in beeld komen doen ook de rillingen over mijn rug lopen). Met een briljante rol van Ed Harris.

7    The Lion King
Een film met mythische kracht. Van de rijzende zon als opening, tot de stampede, tot de confrontatie met de fascistische Scar. Dit is een film, die ook al zijn de hoofdpersonen leeuwen, gaat over het mens-zijn. Wat mij vooral aanspreekt, is de zoektocht naar identiteit. Simba heeft vernietigende boodschappen meegekregen in zijn jeugd (ik ben zelf bijvoorbeeld gepest en dat heeft mij aan mezelf doen twijfelen), hij is sindsdien op de vlucht en doet zich voor als onverantwoordelijke wildebras (wat John Eldredge ‘the poser’ noemt). Maar hij kan zelf zijn identiteit niet genereren. Hij moet die ontvangen van zijn vader. Identiteit is een geschenk. Hij moet zich herinneren wie hij altijd al geweest is, de zoon van zijn vader. Pas daarna kan hij zijn roeping vervullen, en de leugens confronteren. En dat alles met fantastische muziek en geweldige stemmen. Timon en Pumba zijn hilarisch, en Sazu is heerlijk droog (met de stem van Mr. Bean himself, Rowan Atkinson). Dit is een epische tekenfilm.

6    Titanic
Ja, het was de favoriete film van talloze tienermeisjes. Maar ook ik vond hem gaaf. Titanic was de eerste film die ik (na The Lion King) in de bioscoop zag, en de film die mij voor eens en voor altijd een filmfan maakte. Ik werd opgeslokt door het verhaal, leefde mee met de karakters, en begon direct na afloop associaties te maken en parallellen te trekken met het leven. Een gewoonte die ik heb gehouden. Ik zie de film niet als weergave van historische gebeurtenissen (bepaalde personen blijken in een te negatief licht te zijn gesteld), maar als de weergave van de moderne mythe van Titanic. Het schip is een ‘microcosmos’ van de wereld. We zijn allemaal opvarenden, en weten dat de dood er voor ons allemaal aankomt. En aan ons wordt de vraag gesteld: wat doen we in de tussentijd? Waar zetten we ons voor in? Wat is voor ons belangrijk? Het is een film over redding. Rose zegt over Jack: Hij redde me op elke manier waarop iemand gered kan worden - niet door haar van de verdrinkingsdood te redden aan het eind, maar al eerder, toen hij zich met haar associeerde op haar dieptepunt, toen ze op het punt stond zelfmoord te plegen: ‘You jump, I jump’. Dit is volgens mij ook wat Jezus voor ons gedaan heeft. En door over deze film na te denken realiseerde ik me eigenlijk voor het eerst dat het er in het christelijk geloof om gaat dat we leven ‘in al zijn volheid’. En de beelden van de Titanic onder water zijn natuurlijk erg indrukwekkend.

dinsdag 30 juli 2013

Mijn favoriete films (1): 25 tot 16


De laatste keer dat ik een lijstje maakte met de volgens mij beste 25 films is alweer twaalf jaar geleden. Die lijst verscheen op de website van ons studentenhuis 'De Rentmeesters', die nu niet meer te bezoeken is. Sindsdien is mijn liefde voor films (toen al behoorlijk groot) alleen maar toegenomen. Daarom vond ik het tijd worden voor een nieuwe poging mijn favoriete films op te sommen. Dit keer heb ik mijn criteria echter wel wat persoonlijker gemaakt. In plaats van de films te kiezen waarvan ik op objectieve criteria geloof dat ze de beste zijn, heb ik de films gekozen waar ik steeds naar terugkeer. Niet alleen omdat ze onderhoudend zijn (anders zou ik The 5th Element zeker in de top 5 hebben gezet, en zou The Princess Bride niet ontbreken), maar omdat ze me niet alleen vermaken, maar ook tot nadenken stemmen. Omdat ik er iets in herken van mijn worstelingen, of omdat ze mijn verlangen aanspreken, of mijn verbeelding inspireren. Dit zijn allemaal films die op de een of andere manier tot mij spreken. Dat wil zeggen dat anderen voor andere films zouden hebben gekozen, maar dat is onvermijdelijk. Dit lijstje zegt misschien wel meer over mij dan over de films die heb uitgekozen, maar dat is altijd het risico. Ik hoop echter dat ook jullie in deze lijst films vinden die je kunnen inspireren of doen verlangen.

25    Tron
Een baanbrekende film over een computerprogrammeur die de wereld van de computers binnenkomt, en daar als een messias wordt gezien door de programma’s (die de ‘gebruikers’ vereren). Omdat bij de computereffecten niet geprobeerd is foto-realistisch te zijn, hebben ze ook nu, bijna dertig jaar later, de kracht je een andere wereld te laten betreden, met momenten van een feeërieke schoonheid. De film spreekt me aan omdat een onderdrukkende macht die zich als valse godheid opstelt, wordt verslagen, waarna het herstel van de door hem verwoeste wereld als door een wonder wordt bewerkstelligd. Deze scene doet me verlangen naar de ‘wederoprichting van alle dingen’ waar het in de bijbel over gaat. Het vervolg uit 2011 ziet er mooier uit, maar het verhaal is oppervlakkiger, en het eindigt met de vernietiging van de wereld in de computer en niet met het herstel ervan.

24    Into the Wild
Op aanraden van mijn jongste broer keek ik deze film voor het eerst. Ik werd geraakt door het idealisme van hoofdpersoon Christopher McCandless, die de materialistische samenleving en zijn ruziënde ouders verlaat en op zijn reis door Amerika contact legt met allerlei mensen. Maar die daarbij een belangrijk aspect over het hoofd ziet: namelijk dat we om werkelijk te kunnen leven, niet zonder anderen kunnen. ‘Happyness best when shared’. Deze conclusie, gekoppeld met goede woorden over de liefde van God, in contrast met de ruigheid van de natuur, maakt deze film voor mij een bevestiging van de natuur van God als drie-eenheid en wekt het verlangen bij me op om ondanks de ruwheid van het dagelijkse leven toch mijn geloof in de betekenis van het alledaagse en vooral mijn relaties niet te verliezen.

23    Children of Men
De vraag wat de betekenis is van mijn leven houdt me bijna dagelijks bezig. Waarom zou ik elke dag uit bed komen, als mijn leven toch eindigt in de dood? Wat maakt het de moeite waard om door te gaan? Dit dilemma wordt op scherp gesteld in deze film, waarin al achttien jaar geen kinderen meer worden geboren in de wereld. Mensen zijn daardoor de hoop verloren. Ook de hoofdpersoon. Tot hij de opdracht krijgt een zwangere vrouw naar veiligheid te brengen. De parallellen met het kerstverhaal zijn duidelijk, en er is een prachtige scene die illustreert welk effect de inbreuk van nieuw leven in een dode wereld op mensen kan hebben.

22    As it is in Heaven
Een overwerkte dirigent keert terug naar het plaatsje waar hij opgroeide. Hij wordt al snel gevraagd het kerkkoor te begeleiden. Maar hij doet meer dan muzieklessen geven, hij inspireert de mensen daar om meer zichzelf te worden. Dat leidt tot conflicten, als mensen elkaar eindelijk de waarheid durven zeggen, en hij ondervindt tegenstand, onder andere van een dominee die zich bedreigt lijkt te voelen door het idee dat mensen zichzelf mogen zijn, en een man die zijn vrouw misbruikt, die voor het zelfde bang is. Maar uiteindelijk laat hij het dorp beter achter dan hij het aantrof. De hoofdpersoon, een gevoelige man die als kind gepest werd, spreekt mij ook erg aan.

21    Paprika
Japanse tekenfilms zijn niet allemaal bedoeld voor kinderen. Niet per se omdat ze vol zitten met geweld en seks (hoewel dat voor sommige ervan zeker geldt), maar omdat ze over volwassen onderwerpen gaan. Deze film bijvoorbeeld gaat over dromen, de verhalen die we onszelf vertellen, de verhalen waarmee onze cultuur ons probeert op te slokken, en  mensen die ons deel willen laten uitmaken van hun eigen verhaal. Dat wordt verteld in prachtige, maar soms verontrustende beelden waarbij de hoofdpersonen van werkelijkheid tot werkelijkheid springen. En er is een mooie, geloofwaardige relatie die om meer draait dan uiterlijk alleen. Ik denk alleen dat het einde niet helemaal recht doet aan wat vooraf ging.

20    Moonrise Kingdom
Twee kinderen die zichzelf als buitenstaander beschouwen ontvluchten samen de maatschappij en zoeken een koninkrijk waar ze zichzelf kunnen zijn. Een paradijs op Aarde is in onze gevallen wereld echter niet meer te vinden, vooral niet als de wet in het spel is en een apocalyptisch onweer nadert. Maar uiteindelijk vinden ze wat ze zoeken, niet in hun eigen fantasie, maar in de acceptatie van hun (nieuwe) vaders. Een film in de geheel eigen stijl van regisseur Wes Anderson (je moet ervan houden). Overleven in de natuur, en een meisje dat van SF-boeken houdt, thema’s die mij wel aanspreken. En goede acteurs, vooral Edward Norton en een ingetogen Bruce Willis.

19    Ratatouille
Ik hou van animatiefilms, dat zal wel snel duidelijk zijn voor iedereen die deze lijst tot zich neemt. Ratatouille is een film van briljante studio Pixar. Behalve Cars zijn eigenlijk alle films van deze studio mooi, maar Ratatouille in het bijzonder, vanwege de hoofdpersoon die een bijzonder creatief talent heeft, maar vooral wordt gedreven door een diep verlangen naar schoonheid en kunst. Zijn omgeving is op zijn zachtst gezegd niet echt bemoedigend. Dat is iets dat ik helaas herken uit mijn kinderjaren. Maar Remi zet door, en uiteindelijk komt zelfs zijn familie achter hem staan. Iets waar ik ook naar verlang. Parijs is erg sfeervol weergegeven, en criticus Anton Ego is een geweldig karakter!

18    Kingdom of Heaven
Ik was altijd al fan van Riddley Scotts film Gladiator en de rol van Russell Crowe daarin en twaalf jaar geleden stond die film erg hoog in mijn film top 25. Maar Gladiator is eigenlijk een wat eenvoudig verhaal over wraak in een mooi weergegeven Rome. Kingdom of Heaven is daarmee vergeleken veel rijker. Tijdens de kruistochten reist een jonge ridder naar het heilige land voor de erfenis van zijn vader. Hij wordt er deel van de religieuze conflicten, ontmoet historische figuren en neemt uiteindelijk de verdediging van Jeruzalem op zich. Het ridder-ideaal zoals hier weergegeven spreekt me aan, en de boodschap dat religie die niet gekenmerkt wordt door liefde geen ware godsdienst is, vind ik ook mooi. De ‘extended edition’ maakt de politieke verhoudingen uit die tijd nog duidelijker.

17    Pans Labyrinth
Guillermo Del Toro heeft een rijke visuele verbeelding, die hij in deze film contrasteert met de strakke beelden en leer van het nazi-ideaal. Een fantasievol meisje komt terecht in een benauwende omgeving waarin mensen niet langer als waardevolle individuen worden behandeld. Ze ontdekt echter dat er ook een andere realiteit is, waar haar leven wel degelijk betekenis heeft. Maar is dat wel echt, of is het fantasie? Een mysterieus natuurwezen geeft haar drie opdrachten om te testen of ze het waard is haar erfdeel terug te krijgen, of dat ze al besmet is met de gedachten van haar vader, die de zwakken gebruikt om zelf hogerop te komen. Hoewel sommige beelden gruwelijk zijn, is deze film zeer de moeite waard vanwege de sfeer en de innemende hoofdpersoon. Het einde is voor meerdere uitleggen vatbaar, maar ikzelf kies voor de hoopvolle interpretatie.

16    Beauty and the Beast
Ik hou van Disneytekenfilms -ja, ik durf het eerlijk toe te geven. Ze zijn vaak mooi gemaakt, bevatten prachtige muziek, en de sprookjesachtige verhalen spreken diep gewortelde romantische verlangens aan. Helaas kan op de wat eenvoudige boodschap van veel Disneyfilms kritiek worden uitgeoefend. Zelfs op deze: lijdt Belle niet aan Stockholm-syndroom? Is het een goede boodschap aan meisjes dat ze door hun schoonheid beestachtige mannen kunnen hervormen? Deze kritiek is terecht, maar toch keer ik steeds naar deze film terug. Een hoofdpersoon die van boeken houdt, een deconstructie van het ‘mannelijk ideaal’ in Gaston, twee karakters die dichter bij elkaar komen, en een einde waarbij een karakter zich opoffert. De film doet me denken aan ‘A tale as old as time, a song as old as rhyme’ - of zoals John Eldredge het noemt: The Sacred Romance. En dat is de moeite waard om steeds opnieuw tot me te nemen.

woensdag 24 juli 2013

Gedicht: Een droom

Een droom

Een warenhuis. Het leven?
Wat ik verlang lijkt buiten mijn bereik.
Ver boven mij zijn boeken, films,
Mijn levenswerk.
En glimlachende mensen
Gaan in een glazen lift omhoog.
Mannen, vrouwen, kinderen,
Ze winkelen, worden vervuld
En schijnbaar zonder prijs.
Ik volg hen na,
Mijn hoop voorzichtig aangevuurd,
Want ik ben net als zij,
Ik wil dezelfde dingen.

De deuren gaan niet open.
Teleurgesteld daal ik weer af.
De weg is afgesloten.
Ik geef niet op,
Hoe lang het ook mag duren.
Ik zoek een alternatief,
Ik klim, ik klauter,
Ik volg de smalle paden,
Grijp de minste richels,
Mijn vingers zijn verkrampt.
Geen moeite wordt gespaard,
Maar voorbij de hindernis
kan ik het eind al zien.

Dan stopt de reis abrupt,
De kloof is niet te nemen,
de sprong te ver, ik keer
onverrichterzake terug
En kijk verstoord:
De lift beweegt gewoon
Voert velen mee,
Waar ik zo eenzaam was
En ik ben toch niet anders?
Waarom zou ik
Me mijn droom laten ontzeggen?
Doen wat ik altijd heb gedaan?
Ik word boos.

dinsdag 23 juli 2013

Gedicht: Trein in de zomer

Trein in de zomer

Gevangen in de warmte
sta ik
Een wereld op mezelf
Tussen de gezichten
Dichtbij maar onbekend
Ieder wacht geduldig
Op beweging.
Elk is op zijn eigen reis
Gestrand
Naast mij.
We ruiken zweet
Zijn allen mensen
Maar wisselen geen woord
Zijn opgelaten
Het einde lokt
Mijn voeten steken.
Ik kijk uit
Naar de bries die komt
van buiten.

Gedicht: Bethel

Bethel

 

Het stof is neergedaald
De strijd besloten
Ik sta alleen, mijn wapens
Liggen nutteloos opzij
Met wie ik vocht
Is niet te onderscheiden
Opgelost, als nevel
In de middagzon.
Wie heeft gezien hoe ik
Mijn bloed verspilde?
Mijn laatste krachten schonk
Voor een verscheurde vlag
En ingestorte burcht?
De hemel blijft gesloten
Geen lauwerkrans
Wordt mij toegeworpen.
Ik krijg geen ereplaats.
Geen prijs.
Mijn offer was vergeefs.
 
Nu kan ik helder zien
De horizon is open
Gras en zonlicht overal.
De schaduw is mijn bed
Ik drink uit waterstromen
Eet brood des levens
Tot ik ben voldaan.
Mijn hand vindt zelf zijn werk
Vlecht bloemenkransen, laat ze
Achter voor wie volgt.
Strooit verkwistend rond
Van wat ik raap. Ik zwerf
maar zonder te verdwalen.
Ben zelf het huis, de olie
Druipt van mijn gelaat.
De hemel is als glas
Ik zie voorbij de sterren
Een lach.
En ik ga rustig slapen.
 

zondag 21 juli 2013

Filmbespreking: The Princess and the Frog

Ik heb een haat/liefde-verhouding met Disneyfilms. Maar laat ik eerst over die liefde schrijven. Ik ben een man van 36, bijna 37 (twintig jaar ouder dan dat meisje in The Sound of Music, film fans!) en ik kijk graag naar Disneyfilms. Dat schijnt niet heel mannelijk te zijn, of zelfs niet volwassen, maar in dezen sluit ik me graag aan bij C.S. Lewis, die betoogde dat hij toen hij volwassen werd, aflegde wat kinderlijk was, inclusief de kinderlijke wens om al te snel volwassen te willen zijn. Hij had niet veel goeds te zeggen over volwassenen die neerbuigend praatten over sprookjes of ‘kinderverhalen’. Lees wat hij zegt in zijn essay ‘On Juvenile Tastes’: “The specifically childish taste has generally been held to be that for the adventurous and marvellous. This implies that we are regarding as specifically childish a taste which in many, perhaps in most times and places has been that of the whole human race ... Even if all children and no adults now liked the marvellous - and neither is the case - we ought not to say that the peculiarity of children lies in their liking it. The peculiarity is that they STILL like it, even in the twentieth century ... The peculiarity of child readers is that they are not peculiar. It is we who are peculiar... Juvenile taste is simply human taste, going on from age to age, silly with an universal silliness or wise with a universal wisdom, regardless of modes, movements and literary revolutions.”
Ik denk dat Lewis ook Disneyfilms zou hebben gekeken - hij schreef zelf ook sprookjesachtige verhalen voor kinderen en nam die net zo serieus als zijn boeken voor volwassenen. Ik geniet van het onbeschaamde avontuur in deze films, de mooi weergegeven werelden, de heldendaden, de strijd tussen goed en kwaad, de muziek en ja, de romantiek en het ‘happy end’. Dit type verhalen raakt iets aan dat diep in ons hart schuilt, een verlangen dat we sinds onze kindertijd koesteren. Een verlangen naar een wereld van avontuur, schoonheid en intimiteit (zoals ik betoogde in mijn bespreking van de Disneyfilm Tangled). En de weg om daarnaar te komen gaat vaak via opoffering, via vertrouwen en wonderen, en weerspiegelt daarmee het Grote Verhaal. ‘The tale as old as time, song as old as rhime’ waarover wordt gezongen in Beauty and the Beast (zie mijn bespreking). Deze films hebben de zeggingskracht van mythes. Het zijn geen leugens ‘door goud geblazen’ maar ze koersen, in de woorden van Tolkien ‘zigzaggend naar de ware haven’. Maar wel zigzaggend. Want de sprookjes van Disney zijn niet alleen tijdloze mythe, maar zijn ook tijdgebonden, anders gezegd: ze reflecteren niet alleen de waarheid van het Grote Verhaal, maar ook de kleinere verhalen van de cultuur waarin we leven. Dit is denk ik deels te wijten aan het commerciële karakter van de films. Om te zorgen dat ze veel geld opleveren werd bijvoorbeeld in veel gevallen het einde van het verhaal veranderd. Zoals bij de Kleine Zeemeermin - die anders dan bij Anderson niet in schuim veranderde. Maar daarmee verandert wel de hele boodschap van het verhaal. Een verhaal over een onbereikbaar ideaal en de onverenigbaarheid van zeemeerminnen en mensen, wordt een verhaal dat lijkt te suggereren dat je als vrouw je stem wel kunt verkopen (en dus je recht van spreken) om puur op fysieke aantrekkingskracht door de prins van je dromen te worden uitgekozen. Ik krab me toch wel achter de oren bij deze boodschappen. In de meeste Disneyfilms is sprake van liefde op het eerste gezicht, een mysterieuze vonk die overspringt, eigenlijk alleen gebaseerd op seksuele aantrekkingskracht (soms geholpen door tovenarij) en niet op gedeelde interesses en normen en waarden. En voor deze door feromonen tot stand gebrachte verbinding moet al het andere wijken. Familierelaties hebben opeens geen waarde meer, gebruiken van de maatschappij tellen niet meer, eigen interesses en overtuigingen moeten wijken. Om de relatie tot stand te brengen houden sommige karakters zelfs op zichzelf te zijn (opnieuw Ariel in De Kleine Zeemeermin).
Het is liefde zoals die in Romeo and Juliet - maar in dat toneelstuk liet Shakespeare de overtrokken dramatiek van zo’n verliefdheid ook duidelijk zien. Ik denk zelf dat dit soort relatie op basis van chemie vaker tot problemen leidt dan niet. Het schijnt namelijk dat mensen psychologisch vallen op iemand die aan hun ouder van het andere geslacht doet denken. En dan in hun huwelijk in dezelfde relatiepatronen vallen als thuis met hun vader/moeder. Het kan zo onschuldig zijn als dat ze verwachten dat hun vrouw net zo kookt als hun moeder, of dat hun man net zo vaak weg is als hun vader. Maar als ze uit een ongezonde familie komen kan het ernstiger zijn. Dan komen mensen terecht in situaties van mishandeling en misbruik, omdat ze instinctief ‘vallen’ voor misbruikende mannen. Het kan veel beter zijn een partner te kiezen op basis van gedeelde interesses en overtuigingen, gedeelde dromen over de toekomst, en wat de ‘chemie’ betreft naar elkaar toe te groeien door de tijd. Maar films als deze Disneyfilms zien zo’n lange weg als minderwaardig. Alleen ogenblikkelijke passie is ware liefde, lijken ze te betogen. En die liefde gaat boven je eigen persoonlijkheid (vooral als je vrouw bent). Ik denk dat dit een ongezonde boodschap is. Vandaar dat ik geen onverdeelde passie kan opbrengen voor bijvoorbeeld de Disneyprinsessen en sympathie heb voor ouders die hun kind niet als Assepoester willen uitdossen (want je hoeft niet een mooie jurk te dragen en door een prins gekozen te worden omdat je kunt dansen om waardevol te zijn!) of als een Sneeuwwitje of Doornroosje (allebei passief, zonder relatie niet meer dan levend dood, en pas tot leven komend na een kus van een prins).

Deze thema’s werden door Pixar in Brave al ontleed (zie mijn bespreking). Maar Disney zelf lijkt dit ook door te hebben, want in hun laatste handgetekende animatie The Princess And The Frog vertellen ze een heel ander verhaal, eigenlijk een deconstructie van hun standaardplot. Dat wordt hier eigenlijk belachelijk gemaakt door het overenthousiaste karakter Charlotte, die zich als kind al verkleedt in roze prinsessenjurken en niets liever wil dan een prins trouwen. Ze is echter niet een prinses. Haar vader is carnavalsprins tijdens Mardi Gras in New Orleans, en dat maakt haar een ‘prinses’ - maar de situering van het verhaal tijdens carnaval ontmaskert de prinsessenbeelden - het zijn culturele plaatjes waarmee we ons bekleden om onze werkelijke identiteit te verhullen. Eigenlijk niet meer dan ‘te kleine verhalen’. Ook de prins met wie deze Charlotte gaat trouwen draagt een ander uiterlijk. Het is alsof de film de vrouwelijke kijkers, opgegroeid met de beelden van sneeuwwitje en assepoester, ervoor wil waarschuwen deze vorm, de prinsessenjurken en de kronen en de kroonluchters en de kus, niet te verwarren met de werkelijkheid.
De enige keer waarop hoofdpersoon Tiana in een prinsessenjurk te zien is, is ze verkleed. Ze is geen prinses en wil het ook niet zijn. Haar droom is aardser, lager bij de grond, deel van de realiteit. Ze wil een eigen restaurant. Maar ze komt uit een arm milieu (ze is de eerste Disneyhoofdpersoon van Afrikaans-Amerikaanse komaf) en het bezitten van een eigen restaurant lijkt onhaalbaar. Ze spaart ervoor, heeft twee banen tegelijk, en wijst uitnodigingen van vriendinnen af. Ze gelooft dat als ze maar hard genoeg werkt, haar droom wel vervuld zal worden.
En prins Naveen is dan wel een prins -want het is een Disneyfilm- maar het is een leeg woord. Hij heeft een lakei, maar verder niets. Hij is door zijn ouders onterfd. Zijn leven als prins is dus een toneelspel. Maar hij is hard op zoek naar een manier om dat toneelspel vol te houden. Hij wil met een rijk meisje trouwen (een meisje dat bijvoorbeeld in de mythologie van prinsen en prinsessen gelooft, en dat hij daardoor kan uitbuiten - zo manipulatief kunnen deze te kleine mythologieën zijn). Maar het moet hem niet teveel moeite koste. Hij wil er niet voor werken. Daarom dat hij wel in zee wil gaan met een Voodoo-dokter, een tovenaar, die het voor hem tot stand kan brengen. Deze heet Dr. Facilier - wat doet denken aan ‘facilitate’, iets makkelijker maken, helpen tot stand brengen. Hij gelooft niet in zijn eigen harde werken, maar in magie. Maar als we daar aandachtiger naar kijken zijn de verschillen tussen die twee niet zo groot. Magie speelt in verhalen eigenlijk vaak een vergelijkbare rol met technologie, namelijk als middel voor de mens om de eigen wil op te leggen aan de realiteit. Tiana doet dat door werken (door de eigen energie uit te oefenen in de wereld en die daardoor te veranderen). Naveen door de toverdokter. Beiden willen de wereld inpassen in hun ‘kleine verhaal’. Maar het moge ook duidelijk zijn dat dit hen beiden ook iets kost. Tiana kan bijvoorbeeld niet dansen. Ze geniet niet echt van het leven. Ze betaalt een hoge prijs voor haar droom. En ze wordt verleid haar identiteit helemaal op te geven om dat restaurant te kunnen bereiken, om iemand te verraden om maar haar droom in vervulling te zien gaan. Prins Naveen betaalt ook een vreselijke prijs. Hij verandert in een kikker. Het is een bekend feit uit sprookjesverhalen dat wie gebruik wil maken van magie, nooit krijgt wat hij vraagt. Het gebruik van magie is altijd gevaarlijk, omdat het wat kost. Dr. Facilier heeft dan wel vrienden aan gene zijde, die hem helpen. Maar deze eisen wel wat terug voor hun hulp. En de toverdokter moet die prijs uiteindelijk betalen, daar ontkomt hij niet aan. Zoals Tiana voor haar werk moet betalen met vermoeidheid, stress en het ontbreken van enig sociaal leven.

Even over de tovenarij in deze film. Dit is een van de meer enge Disneyfilms, vooral omdat hij zo dicht bij onze tijd gesitueerd is, nog geen honderd jaar geleden, en voodoo echt bestaat. De magie die in deze film wordt bedreven is ook niet van de goedaardige soort zoals die van Gandalf of de petemoei in Assepoester, het is niet alleen het veranderen van de werkelijkheid, maar daadwerkelijk het oproepen van boze geesten. Dit is zelfs ernstiger dan de magie in Harry Potter! Maar omdat dit in de film voortdurend als slecht en duister wordt weergegeven en getoond wordt dat de tovenaar een zware prijs moet betalen, vind ik het niet aanstootgevend.
Moreel ingewikkelder is een voodoo-priesteres die de hoofdpersonen gaandeweg het verhaal tegenkomen in het moeras. Deze Mama Odie is een ‘goed’ karakter. Maakt zij de voodootovenarij aantrekkelijk? Dat weet ik niet. Zij tovert namelijk niet - ze maakt ‘gumbo’ en ze geeft goed advies, maar ze roept geen geesten op, en onttovert de hoofdpersonen niet. In plaats daarvan zingt ze een lied in een duidelijk op black gospel geïnspireerde stijl en zijn er shots die haar achter een katheder situeren als een predikant in een kerk. Het was misschien duidelijker te interpreteren geweest als de filmmakers van haar een christelijk karakter hadden gemaakt (en historisch correct, denk ik, want volgens mij waren de zuidelijke V.S. in de tijd waarin de film speelt ook erg religieus), maar die had waarschijnlijk weer niet goed weten om te gaan met pratende kikkers.

Mama Odie geeft prins Naveen en Tiana goed advies. Ze zegt dat ze hen niet kan geven wat ze willen, maar alleen wat ze nodig hebben. Gisteren zag ik op Twitter een citaat van C.S. Lewis voorbijkomen waarin hij zegt: ‘Whether we like it or not, God intends to give us what we need, not what we now think we want.’ Ik vermoed zomaar dat Lewis en Mama Odie elkaar wel zouden hebben gemogen. Want wat we denken te willen is vaak een te klein verhaal. We denken dat het ons waarde kan verlenen, maar in werkelijkheid verliezen we datgene wat ons onszelf maakt als we erin proberen te leven. Maar het is niet makkelijk om het kleine verhaal waarin we leven, waar we onze identiteit van hebben laten afhangen, op te geven. Wat als het niet uitkomt, wat als het niet gebeurt waar we op hopen, hoe zullen we ooit weten dat we betekenis hebben? Maar betekenis kunnen we niet aan onszelf geven, we moeten het ontvangen. We hebben het nodig dat iemand tegen ons zegt: ‘Ik hou van je, je bent waardevol voor je. Ik heb alles voor je over.’
Maar (dat laat deze film ook zien) zolang we alleen bezig zijn met ons eigen verhaal, onze droom, kunnen we dat niet accepteren, we horen die woorden niet eens. Voor we kunnen ontvangen wat we nodig hebben, moeten we dus opgeven wat we willen. We moeten eraan sterven. Dat wil niet zeggen dat we onze verlangens opgeven. Tiana geeft in deze film nooit haar verlangen op naar haar eigen restaurant. En prins Naveen geeft niet zijn verlangen op om muziek te kunnen maken. Maar ze geven wel het idee op dat ze hun leven voor dat verlangen moeten offeren, dat ze er magie voor moeten uitoefenen, of er al hun tijd voor moeten opofferen door ervoor te werken. Ze geven de gedachte op dat ze het zelf wel tot stand kunnen brengen. Ze geven toe dat andere dingen belangrijker zijn, andere mensen belangrijker.
Zelfs het ‘kleine verhaal’ van de op chemie gebaseerde liefde laten ze achter. Dit is eindelijk (en verfrissend) een Disneyfilm waarin twee karakters van elkaar gaan houden doordat ze elkaar leren kennen. Ze kunnen niet van elkaar gaan houden door chemie, want ze zijn beide niet aantrekkelijk - ze zijn kikkers, overdekt met slijm (‘mucus’), en zullen geen zoogdierferomonen uitscheiden. We hebben zelfs gezien in het begin van de film dat er zeker geen sprake was van liefde op het eerste gezicht. Maar ze hebben samen opgetrokken, hebben elkaars sterke kanten gezien (Tiana heeft gezien dat Naveens liefde voor muziek echt is, en dat hij met zijn muziek mensen en dieren bij elkaar kan brengen. Naveen is Tiana’s passie voor koken en haar restaurant gaan bewonderen. Ze hebben bovendien elkaar geholpen - Tiana heeft Naveen helpen koken, Naveen heeft Tiana laren dansen). Ze inspireren elkaar, ze respecteren elkaar, ze willen elkaar beter leren kennen. En dus zijn ze van elkaar gaan houden. Als gelijken! Het is in dit geval zelfs niet zo, zo als het was in Beauty and the Beast, dat een van de karakters nog puur fysiek aangetrokken kon worden door een ander karakter. Hun liefde voor elkaar is zo echt, dat ze zelfs met elkaar willen trouwen als ze nog kikker zijn. Ze blijven liever kikker, dan dat ze zien dat een van hen zichzelf moet verraden voor een te klein verhaal. Dit is volgens mij werkelijk de weg van de nederigheid, van de zwakheid, die het Grote Verhaal weerspiegelt. En het is dan ook terecht dat deze opoffering (kikker blijven voor de ander) wordt gevolgd door een ‘eucatastrofe’ a la Tolkien - een glimp die van de werkelijkheid achter het doek op het toneel schijnt, en een onverwachte wending teweeg brengt. Het gelukkige einde is niet verdiend, maar zeker wel gegund. Het is een uiting van genade.

Er is nog een ander karakter in de film dat het verhaal van de zwakheid illustreert. Het is een karakter dat kleiner, lelijker, dommer lijkt dan de anderen. Een vuurvliegje met rotte tanden en een haperend ‘licht’. Het is bovendien een vliegje dat lijkt te lijden aan een waanbeeld. Hij is verliefd op een ster. ‘De mooiste vuurvlieg van allemaal’. De andere karakters willen allemaal anders zijn dan ze zijn, maar wat hij wil vinden zelfs zij belachelijk. Want wie is er nou verliefd op een ster?
Maar in realiteit is hij het meest wijze karakter in de film, en is zijn verlangen geen waandenkbeeld, maar werkelijkheid. Het zijn de anderen die hun eigen verlangen moeten opgeven. Vuurvliegje Ray wordt in het zijne bevestigd. Het is zijn liefde voor de ster, hoog in de hemel, die hem ertoe brengt om de anderen in de film te helpen, ze de weg te wijzen. Zijn liefde voor die ster inspireert hem zelfs om de strijd aan te gaan met de schaduwen van gene zijde, die hij door zijn licht dodelijke schade toebrengt (verwijzingen naar Efeze 4 over licht en schaduw kunnen hier makkelijk in worden teruggezien), en uiteindelijk zelfs zijn leven op te offeren. Ray heeft lief, omdat hij zelf in liefde gelooft. Hij vraagt niet eens van de anderen ook in zijn ster te geloven. Als een karakter hem toesnauwt dat die ster niet echt een vuurvliegje is, maar een bol brandende lucht miljoenen mijlen ver, keert hij zich verontschuldigend tot het lichtpuntje. ‘Vergeef haar’, zegt hij, ‘ze spreekt vanuit haar gewonde hart’. Dit brengt hem er alleen maar toe nog harder voor dat karakter te strijden.
Interessant genoeg is het deze ster waar de andere karakters in de film (zowel Charlotte, als Tiana, als Naveen) hun wensen naar hebben uitgesproken (zoals in Pinokkio - 'when you wish upon a star'). En steeds gebeurt er in de film iets als ze hun wens hebben uitgesproken. Het is niet altijd wat ze verwachtten dat er zou gebeuren, niet altijd wat ze hoopten, soms zelfs het tegenovergestelde. Ze krijgen van de ster waar ze hun wens naar uitspraken niet wat ze wilden, maar ze krijgen wel wat ze nodig hadden.
Ray houdt trouwens ook niet van de ster omdat die zijn wensen vervult. maar om de ster zelf. En dat is ook wat hij uiteindelijk krijgt aan het einde van het verhaal. De ster is namelijk werkelijk goed. Deze ster, waar mensen naar bidden, maar die mensen geeft wat ze nodig hebben, die het waard is om van te houden en die sterker is dan de schaduwen van gene zijde (want licht is altijd sterker dan schaduw), heet ‘Evangeline’. Ik geloof niet dat die naam toevallig gekozen is.

Dus zolang Disney films maakt die deze mythische kracht hebben, die glimpjes laten zien van het Grote Verhaal, zal ik ze blijven kijken. Ook als ik soms mopper op te makkelijke beelden van romantiek, man-vrouwverhoudingen en ‘chemie’. Want we hebben elke herinnering aan dit verhaal nodig die we kunnen krijgen. Dat is namelijk goed nieuws. ‘Sweet evangeline ...’

zaterdag 20 juli 2013

Gedicht: slapeloos

Slapeloos

Rode cijfers staren
me beschuldigend aan
Vanuit de nacht. Slaap
lijkt me te ontlopen.
Alweer. Ik was al moe.
Over enkele uren
klinkt het signaal.
Ik moet de dag betreden.
Produceren. Helder zijn.
Mijn zwakheid maar niet tonen.
Maar nu lig ik en hoor
de ventilator zoemen,
auto’s op de weg, een stem,
luid, niet voor mij bedoeld.
Wat nodig is ontgaat mij.
Ik wil mijn lot vergeten
maar de morgen is ver weg
de reis erheen nog lang.
Ik ben uitgeput wanneer
ik arriveer. Ochtendlicht
troost niet, geeft slechts respijt.
Ik weet: de zon gaat onder
en mijn strijd begint opnieuw.

vrijdag 19 juli 2013

Gedicht: De wereld roept

De wereld roept

De wereld roept,
met miljoenen
stemmen luid,
mij uit mezelf,
de ogen open,
wijd gesperd,
door er te zijn.
Niet afgezaagd
maar elke morgen
nieuw. Wind waait
waarheen hij wil.
Maar ook niet hip
en volgt geen trends,
bestaat gewoon,
dringt zich niet op,
nodigt kwetsbaar
uit. Ik ben
geen machine
maar mens en leef
in dit heelal,
zelf geschapen,
en zie de hand
die maakt en wenkt.
Ik kom tot rust,
wacht als de bloem,
de vogels af
het Koninkrijk.

donderdag 18 juli 2013

Gedicht: What's in a name?

What's in a name?

De stem die zei: Ik schep
Licht, land en zee
En kruipend dier.
Gewoon omdat het kon
En Hij ze wilde zien,
Heeft ook mijn naam gesproken
En ik ben.

Niet omdat het moet,
Een kosmisch puzzelstuk
Een dienaar voor een taak,
Maar omdat Hij mij wilde
Kennen. En het was goed.
Hij noemt mijn naam nog steeds:
Zijn troetelkind.

Zijn innerlijk bewogen
Denkt hij aan mij. Omfloerst
Zijn stem die roept
En fluistert in het duister,
Waar ik ben heen gedwaald.
Verdoofd door eigen namen.
Niet mezelf.

Gevlucht of weggejaagd
Tot in de verre streken
Van distels en van zweet
Volgt mij de klank. Hij blijft
Mij vriendelijk verzoeken
Naar anderen niet te luisteren.
Alleen naar Hem.

En zelfs al komt het eind
Voor zon en maan. Wint entropie.
Hij zal mij niet vergeten.
Door koude nacht volg ik
Het laatste licht naar huis,
En word wie hij bedoelde.
Echt Johan.

woensdag 17 juli 2013

Gedicht: 'Hier sta ik, ik kan niet anders'

'Hier sta ik, ik kan niet anders'

Ik heb hen trouw gediend, mijn leven lang
Gedreven door hun woorden.
'T was voor mijn eigen goed. Beloning
Lag voor mij in het verschiet. Of straf.
Als ik niet kon doen alsof. Ik faalde,
bezweek haast door de pijlen, werd ziek van koorts
Tot ik uit hun haven vluchtte.

Maar ik heb voet aan wal gezet, een veilig land,
Onder de witte wolken.
Waar ik gewoon mezelf mag zijn. Niet anders.
Mijn hart is thuis. Ik droom niet langer
Maar adem zoete geuren in. Drink water dat verkwikt.
Mijn wond geneest. De innerlijke leegte
Echoot niet meer mijn wanhoopskreet.

Nu arriveert de vloot. Hun zeilen afgetekend
Tegen de rode lucht.
Hun laarzen trappen plat het groen, hun vuur
Verandert tere hoop in as.
Ze roepen: mijn land is als een luchtkasteel
En ik verdoemd als ik me niet opnieuw
Aan gouden ketens overgeef.

Hoe kwelt mijn vrijheid hen? Hun rijk
Lijkt in de kern bedreigd.
De wereld moet hun stempel dragen. Voldoen
Aan wat hun spiegel toont. Volmaaktheid.
Maar ik ben hen niet gelijk, ben levend dood
Als ik hen volg. Die weg is afgesloten,
Ik neem eindelijk mijn wapens op.

dinsdag 16 juli 2013

Gedicht: Psalm

Psalm

Waarom kies ik ervoor alleen te zijn,
ver weg van mensen, vrienden, metgezellen,
vrij van de verwachting mezelf steeds te bewijzen,
iemand te zijn die ik innerlijk niet ben?
Mij steeds bewust van mijn verbeeld tekort
en ook teveel. Mijn dwang een last
vermoeiend, onbegrip:
ik kan niet zijn hoe ik ten diepste ben.
Ik breek me los, ontvlucht mijn onbehagen.
Mijn schreeuw van ‘nee’ blijft altijd ongehoord.
Waarom mijn God, waarom ben ik verlaten,
ben ik niet wie ik van binnen ben?

(L’Abri, juni 2009)

maandag 15 juli 2013

Gedicht: Paradijs

Paradijs

Voor Bianca

Je bent zoals je bent
mijn helper. Zonder ervoor te werken,
zoals het was bedoeld.
Staat zij aan zij, kijkt oog in oog.
Je bindt mij door mij vrij te laten,
ik word mezelf als ik mij geef
en jij aan mij. Geen offer vraag je.
Geen groene vrucht als afkoopsom.
We dansen in de avondbries
op hemelse muziek de passen
die Hij voor ons ging.

zondag 14 juli 2013

Gedicht: Kaartenhuis

Kaartenhuis

Ik zie wolken aan de einder groeien
een band van donker, zwart en dreigend
met regen en wind, en dus zal snel
de zachte zon verdwijnen.

In de stilte voor de storm bouw ik
een paleis, met brede galerijen
en ranke torens, een spel van rood en wit
dat trilt bij elke zucht. Mijn levenswerk.

De lucht betrekt. Het einde nadert.
Mijn hart gelooft de profetie. Mijn lot
is verborgen, aan het oog onttrokken
waar geen kaart op tafel liggen blijft.

Toch blijft mijn hand zichzelf bewegen
voegt toe aan een wankelend ideaal
een zelf in stof gevangen, vastgelegd
voor kijkers die alleen hun eigen bouwwerk zien.

Nu is de waarheid aangebroken, adem
van boven maakt mij met de grond gelijk
en tilt mij op, hij draagt mij uit de splinters
naar mijn echte huis, gebouwd op rots.

zaterdag 13 juli 2013

Filmbespreking: X-Men The Last Stand

Ik had nooit gedacht over deze film nog eens een filmbespreking te schrijven. Ik ben groot fan van de X-men. Ten eerste van de stripverhalen (hoewel die niet allemaal even goed zijn en soms wel heel complex voor wie de serie niet vanaf het begin heeft gevolgd) en ten tweede van de films, sinds 2000 in de bioscoop.
De eerste film was het begin van de huidige superheldenopleving, vooral door het gegeven serieus te nemen als een fenomeen in onze wereld. Waar de eerdere Batmanfilms (en ook de Supermanfilms) zich afspeelden in een duidelijke stripboekenwereld (de Art Deco wereld van Gotham, ontworpen door Tim Burton, met cartooneske schurken), of knipoogden naar de onwerkelijkheid van het concept (de wel heel vergezochte gaven van Superman, zoals het kunnen terugdraaien van de tijd door het draaien van de Aarde), zagen deze films de karakters als volwaardige personen en namen hun verhalen zo ernstig als ze dat zelf deden. De films waren zich er niet langer van bewust dat ze stripverfilmingen waren, ze waren films geworden die toevallig op een strip gebaseerd waren. En dat tieners door een mutatie in het X-gen bijzondere krachten ontwikkelden, werd door deze film net zo serieus behandeld als de ijsberg die Titanic lek stoot, of de nazi’s die het getto van Warschau leeghaalden. Dit signaal werd in de eerste film gegeven doordat de eerste scene ervan zich ook in een concentratiekamp afspeelde. Dit is een echte film, maakte die scene duidelijk, over echte mensen, die toevallig mutanten zijn. En de problemen waar deze mutanten tegen aanlopen: vooroordelen, de dreiging van registratie, verschillende manieren om met andere mensen om te gaan, zijn serieuze problemen die voortkomen uit de menselijke natuur en werpen licht op bijvoorbeeld discussies rond mensenrechten en gewelddadig of geweldloos verzet. Het karakter dat in eerdere superheldenfilms een karikaturale superschurk zou zijn met een maniakaal lachje, Magneto, heeft dan wel een belachelijke naam (daarvan is de film zich bewust), maar met zijn missie wordt niet gespot. Hij heeft de tatoeage van het nazikamp nog op zijn arm staan, en daar laat hij niemand om lachen.
De X-menfilms leidden onder andere tot Spider-Man (wat doet een tiener die opeens nieuwe krachten krijgt, wat heeft een directeur over voor zakelijk succes?), de nieuwe Batmanfilms (welke psychologische verwonding drijft Bruce Wayne ertoe zich als vleermuis te verkleden?), Iron-Man (gevangen door terroristen in Afghanistan) en Man of Steel (hoe zouden mensen reageren op een buitenaardse aanwezigheid?). Vergeleken met deze films (en spektakelfilm The Avengers), was X-men maar een kleine film, met een eenvoudig verhaal en een weinig ambitieus slot, maar hij leidde tot grote dingen (niet in het minst X-men 2, met een complexer plot, origineel gebruik van mutante gaven en best wel wat ambiguiteit). En hij introduceerde Wolverine, in de persoon van Hugh Jackman, een figuur die in de films welhaast net zo populair is geworden als in de strips, zodanig dat zelfs na fiasco X-Men Origins: Wolverine, deze maand een tweede film met hem als hoofdfiguur uitkomt, The Wolverine.
Mijn verloofde en ik zullen voor die film in de bioscoop zitten. Maar ze had nog niet alle X-men films gekeken, dus schoven we gisteren de DVD van X-men 3 in de speler. Van tevoren waarschuwde ik haar wel haar verwachtingen naar beneden bij te stellen. Deze film werd immers niet geregisseerd door Brian Singer (die de eerste twee films maakte), maar door Brett Ratner (in de filmwereld nu niet echt bekend om zijn originaliteit of zijn talent met acteurs). De karakters zijn vlakker, zei ik, en het verhaal zwakker. En de gaven van de hoofdpersonen worden niet echt origineel gebruikt. Zo had ik mezelf ingedekt.
Maar toen de film was afgelopen, keek ik haar aan en zei: ik ga er een filmbespreking over schrijven! Want wat ik over de film zei, was allemaal waar: de karakters zijn vlakker, de dialogen hier en daar cliche (‘Well done, fur ball’), het plot is wat mechanisch (wat is de rol van Angel eigenlijk in de film?), en inderdaad: het gebruik van de mutaties is wat flauw (een karakter die vuur kan manipuleren komt tegenover een karakter te staan dat ijs kan oproepen, en het enige dat ze kunnen doen is vuur en ijs naar elkaar toe stralen? In de stripverhalen komen veel epischere confrontaties voor! Hoe Magneto een gevangenentransport uitschakelt is dan wel weer gaaf, moet ik toegeven). Maar het zijn wel de X-men, en ze worden voor een serieus dilemma geplaatst in deze film. Een dilemma dat hen voor keuzes stelt over het omgaan met macht, en met zwakheid.

Tussen normale mensen als jij en ik lopen individuen rond met een mutatie in een bepaald gen. Het is niet een mutatie die hen een andere huidskleur geeft, of een andere geaardheid, of een lage of juist hoge intelligentie. De gave geeft hen superkrachten. Veel van hen zien er normaal uit, maar kunnen met hun gedachten voorwerpen bewegen, metaal manipuleren, of ijs tevoorschijn roepen. Anderen zijn overdenkt met blauw haar, of schubben en kunnen zich dus niet zomaar in de maatschappij vertonen. Weer anderen kunnen door hun mutatie geen mensen aanraken, zonder hen pijn te doen of zelfs te doden - als je een tienermeisje bent is zo’n gave eerder een last dan een geschenk. En in de samenleving worden deze mutanten met wantrouwen tegemoet getreden. Politici maken zich zorgen over de nationale veiligheid, soldaten willen mutanten omvormen in levende wapens. Ouders maken zich zorgen over hun kinderen (‘Heb je geprobeerd om geen mutant te zijn?’ uit de tweede film), en er dreigen slachtoffers te vallen.
Eric Lensherr, die als Jood in de tweede wereldoorlog de gevolgen van vooroordelen van dichtbij heeft meegemaakt, is vastbesloten niet nog een keer in dezelfde valkuil te stappen. Hij wil onder de naam ‘Magneto’ de eerste slag slaan. Zijn vroegere vriend, professor Charles Xavier, gelooft dat vreedzame samenleving met mensen mogelijk is, als de mutanten kunnen laten zien dat ze aan de kant van de mensheid vechten. Hij heeft een team gevormd, de X-men, om te zorgen dat Magneto wordt tegengehouden.
Een van de oorspronkelijke leden van dat team is Jean Grey, een telepathische mutant die zo krachtig is dat zelfs professor Xavier niet tegen haar op kan. Hij is bang dat ze haar gaven niet onder controle zal kunnen houden, en breekt in haar gedachten binnen om ze met psychische barrieres af te schermen. Aan het eind van de tweede film kwam ze om terwijl ze de X-men probeerde te redden. Nu is ze echter teruggevonden. En het lijkt erop alsof de barrieres die de professor had aangebracht niet meer werken. Uit haar onderbewuste verschijnt een tweede persoonlijkheid, de wilde, onvoorspelbare ‘phoenix’.
Tegelijkertijd ontwikkelt een farmaceut een antilichaam tegen het X-gen, waardoor de gevolgen van een mutatie ongedaan worden gemaakt. Voor het tienermeisje Rogue - die geen jongens kan aanraken - is het een uitkomst. Magneto is echter bang dat mutanten zullen worden gedwongen te worden teruggebracht tot normale mensen - tegen hun zin in. Hij besluit met zijn medestanders de bron van het antilichaam uit te schakelen: een jongetje dat logeert in een laboratorium in de Alcatraz-gevangenis. En hij beschikt over een bijzondere troefkaart: de phoenix heeft zich bij hem aangesloten. De X-men maken geen schijn van kans ...

Op de verhaallijn met de kuur tegen het X-gen ga ik hier niet heel diep in. De een wil de kuur gebruiken om zijn zoon te dwingen te veranderen, want hij schaamt zich voor het feit dat deze een mutant is (terwijl hij juist heel mooie vleugels heeft). De persoon zegt dat hij uit liefde handelt, maar als hij iets doet tegen de wil van een ander in, is er natuurlijk geen sprake van liefde. Het is duidelijk dat hij eigenlijk handelt uit zelfzuchtige motieven. Net zo als degenen die proberen het meisje Rogue tegen te houden, die juist in staat wil zijn normaal met anderen om te gaan. Je bent niet ziek, er is niets mis met je, houden ze haar voor. Als ze zich laat prikken, verraadt ze het team. Maar, zegt ze: Ik kies dit. Ze is niet gedwongen. Degenen die de loyaliteit aan het team boven haar keuzevrijheid plaatsten waren eigenlijk net zo zelfzuchtig. Wat iemand die haar vriend is, haar voorhoudt is zichzelf de vraag te stellen: is dit wat ik echt wil? En hij laat haar dan gaan. Omdat hij van haar houdt. Ik denk dat de film met de beelden parallellen trekt met demonstraties bij abortusklinieken, maar de vergelijking geldt niet een op een, immers in het geval van abortus betreft de keuze ook nog een ander, namelijk het ongeboren kind. Dit is moreel gezien duidelijk een ingewikkeldere afweging, en dat ik hier op de hand van Rogue ben, wil niet zeggen dat ik in het geval van ongewenste zwangerschap geen voorstander ben van alternatieven, bijvoorbeeld adoptie. Maar dit is een zijspoor. Een van de karakters in de film wordt door de kuur gedwongen onder ogen te zien dat hij inderdaad net zo zelfzuchtig en bevooroordeeld was, als waar hij de mensen van beschuldigde. Een mooie omkering van het plot in de eerste film, waar Magneto juist een mens in een mutant wilde veranderen, om hem zijn vooroordelen te laten inzien.
De kuur is in zichzelf niet goed of slecht, heb ik al gesuggereerd, maar wel heel krachtig. En kan dus voor goede doeleinden worden gebruikt, of voor slechte. Wie zelfzuchtige motieven heeft kan eigenlijk niet goed met de kuur omgaan. Het enige verantwoordelijke gebruik ervan is gebaseerd op onzelfzuchtige liefde.

Hetzelfde geldt voor de krachten van Jean Grey. Toen ze jong was waren haar krachten niet goed of slecht. Ze waren alleen heel sterk. Ze was de enige ‘klasse 5’-mutant die professor Xavier en Magneto kenden. In de eerdere films in de serie werd professor Xavier duidelijk als de ‘goede’ neergezet. Hij was het morele centrum van de films, degene die de anderen corrigeerde als ze bijvoorbeeld teveel geweld wilden gebruiken, of mensen haatten. Hij stond fier tegenover Magneto. Maar in deze film wordt aan zijn morele positie gemorreld. Professor Xavier is helemaal niet zoveel anders dan Magneto, blijkt. Beide karakters zien de jonge mutant Jean Grey namelijk alleen in termen van macht, en de macht die zij over anderen kan uitoefenen. Professor Xavier ziet haar macht als een potentieel gevaar. Hij gelooft niet dat ze er goed mee kan omgaan, en zonder het haar te vragen, zorgt ze dat ze haar gave niet langer volledig kan gebruiken. Hij doet het, zal hij zeggen, om anderen te beschermen. Hij denkt dat zijn motieven onberispelijk zijn, en vindt dat hij zich niet hoeft uit te leggen. Al helemaal niet aan Wolverine. Dat is ironisch, want dit karakter is zelf tegen zijn zin gehersenspoeld en als wapen gebruikt, dus hij weet hoe erg het is als mensen hun keuzevrijheid wordt ontnomen. Hij heeft Jean niet gerespecteerd als persoon - zag haar als een onpersoonlijke kracht (een dreiging, waar Magneto de mutantenkuur als dreiging ziet) - en heeft daardoor juist een nieuwe persoonlijkheid gecreëerd. Een vijandelijke persoon: de phoenix, die boos is op iedereen die haar wil inperken. Als Xavier later aanbiedt Jean te helpen, kan ze hem niet vertrouwen. Waarom zou hij haar nu wel respecteren? In plaats daarvan geeft ze zichzelf over aan haar haat en woede, en doet iets waar ze uiteindelijk niet mee zal kunnen leven. Ze haalt uit (niet assertief, maar agressief). Maar is zij voor haar gruwelijke daad verantwoordelijk, of is dit iets dat door Xavier is opgeroepen.
Phoenix wordt vervolgens ingepalmd door Magneto. Hij fluistert haar vleiend toe, dat hij haar niet zal inperken, dat ze bij hem ongeremd haar gang kan gaan, dat hij juist haar karakter als phoenix mooi vindt (en geen behoefte heeft aan de kalme, redelijke, Jean). Hij lijkt haar te respecteren, waar Xavier dat niet deed, maar dat is slechts schijn. Deze mutant die de mond er vol van heeft de mutanten te willen beschermen tegen de mensen, hecht geen waarde aan individuen. Zelfs mutanten zijn voor hem pionnen geworden in zijn oorlog - een oorlog die al lang niet meer gaat om de waarde van mensen, maar om zijn eigen persoon, gekleed in mooie termen, maar uiteindelijk zelfzuchtig. En pionnen zijn er in zijn filosofie om opgeofferd te worden. Phoenix is voor hem net zo’n pion. Hij geeft helemaal niet om de persoon Jean Grey, en ziet ook de phoenix niet als persoon. Hij ziet haar als wapen. Hij wil haar inzetten voor zijn eigen doeleinden, zijn eigen strijd. Als er met hem iets ergs gebeurt, fluistert hij tegen haar: ‘Dit is wat de mensen met ieder van ons willen doen’. Dus ook met haar. Maar het is niet anders dan wat hij met haar wilde doen. Hij en Xavier zijn twee kanten van dezelfde medaille - ze zien haar niet als persoon, maar als macht, als invloed. Ze verschillen alleen in hoe ze met die invloed omgaan, of ze die inperken uit angst voor macht, of voor hun eigen doel gebruiken uit machtswellust.
Het morele centrum van de film is dit keer het karakter Wolverine. Hij is als buitenstaander in de loop van de eerdere films betrokken geraakt bij de strijd tussen Xavier en Magneto. Hij heeft echter niet zijn ‘frisse blik’ verloren. Hij is niet onder de indruk van Xavier. Als die hem zegt buiten te blijven, luistert hij niet per se. En hij houdt van Jean. Uit liefde voor Jean deed hij in de eerste films uiteindelijk een stap terug - ze had gekozen voor een ander. Maar hij bleef haar liefhebben. Die liefde overleefde niet alleen een rivaal, ze overleefde ook Jeans transformatie in de phoenix. Want zelfs als ze met haar macht uithaalt, en onuitsprekelijke dingen doet, blijft hij haar zien als persoon. Als Jean. Hij weet dat wat ze doet niet Jean zelf is, maar haar frustratie. Hij weet dat het niet is wat ze werkelijk wil. En hij wil tegen elke prijs proberen de werkelijke Jean te bereiken, terug te roepen. Hij wil de echte Jean kennen, en met de werkelijke persoon een relatie hebben. Hij wil haar in de ogen kijken. Hij geeft niet om haar macht. Hij wil die niet voor zijn eigen doeleinden gebruiken, hij wil haar niet inzetten in plannen voor wereldheerschappij. En hij handelt zelfs niet uit angst voor haar macht. Als Wolverine met gevaar voor eigen leven tot haar weet door te dringen, vraagt ze het: ‘Doe je dit soms voor hen?’ En hij antwoordt met gevoel (briljant gespeeld door Hugh Jackman): ‘Nee, voor jou!’ Hij is bereid zijn leven op te geven voor haar. Hij geeft zelfs meer om haar dan om hemzelf. En deze onzelfzuchtige liefde weet tot haar door te dringen. Die liefde maakt haar, hoe kort ook, echt haarzelf, echt Jean. We moeten mensen niet zien in termen van macht (bang voor ze zijn, of ze in onze plannen gebruiken), maar liefhebben, is de boodschap van de film - als echte personen.
Uit liefde voor Jean doet Wolverine zelf ook iets ondenkbaars. De enige manier om Jean tegen haar eigen krachten te beschermen, is op dit punt van de film, haar te doden. Ik had het mooier gevonden als ze gered had kunnen worden. Maar had ze willen leven met de wetenschap van wat ze uit haar boosheid en kwaadheid gedaan had? Kunnen wij leven met het besef van wat onze woede en onze angst anderen heeft aangedaan? Als we dat werkelijk onder ogen zien, kunnen we dan door? De bijbel geeft aan dat wij met Christus moeten sterven, en dat dit de enige manier is om aan het oordeel te ontkomen (het oordeel dat volgens mij vooral het oordeel over onszelf is!). Door te sterven zijn we namelijk ‘dood voor de zonde’, zoals Jean door te sterven ‘dood is’ voor de phoenix. En de bijbel eindigt niet zoals X-Men The Last Stand. De bijbel spreekt over de opstanding, die direct volgt op de ‘dood aan onszelf’. Als we met christus zijn gestorven, zijn we immers ook met hem opgestaan! We leven daardoor niet meer voor onszelf, maar voor Hem. Zijn opofferende liefde wordt onze motivatie. We zijn niet meer gemotiveerd door angst, door macht, door woede, door zelfzucht (want onze zelfzucht is gestorven), maar door liefde. En als wij op basis van Jezus’ voorbeeld zelf ook liefhebben, zijn we werkelijke personen. We zijn werkelijk onszelf. Geen pionnen meer (die allemaal op elkaar lijken), maar unieke individuen, met een unieke betekenis. En laten we wel zijn, als in deze film een telepaat in staat blijkt om de dood te overleven (zie de scene na de aftiteling), waarom zou dat niet kunnen gelden voor Jean Grey? Zelfs het universum van de film laat de ruimte voor een opstanding, en een leven met haar geliefde Wolverine.
Maar voor het zover is, leven we in een wereld gebaseerd op (angst voor/zelfzuchtig gebruik van) macht - ook de X-men, want de invloed van Xavier en Magneto blijft gelden. De definitieve opstanding uit de dood, de verlossing van ons lichaam, laat nog op zich wachten. Maar ik kijk er wel naar uit! Dan word ik werkelijk mezelf, en zie ik Hem die dat door zijn offer heeft mogelijk gemaakt.

donderdag 11 juli 2013

Gedicht: Maalstroom

Maalstroom

De storm houdt mij omklemd.
Ik heb zelf mij naar dit graf geleid,
in zwart gehuld. Ik ben alleen,
maar kan het zicht niet dulden,
weerspiegeld in het glas:
mijn vijand. Maar ook uw vriend.
Uw woord klinkt door mijn pantser heen.

Ik hef mijn hoofd en durf
mezelf weer in de ogen kijken
zonder huiver. In de reflectie
zie ik uw blik, begripsvol.
Wat u aanvaardt, kan ik niet haten.
Ik laat verstijfde vingers los,
laat uw hand het roer bedienen.

Uw adem grijpt het zeil,
bevrijdend. Wat de zee verstikte,
bereikt het oppervlak, het licht
dooft de weerkaatsing
toont werkelijkheid. Ik ben
niet de schaduw die ik eerst zag.
Die werd door mijn angst geworpen.

maandag 8 juli 2013

Gedicht: herlabeling

Herlabeling

Ik dronk het gif
dat jij als wijn bereidde.
Ik at het afval
dat als vlees werd voorgezet.
De tafel vol
met rottend fruit geladen
en nergens water
waar ik mijn hand in wassen kon.

Dit was de wereld,
liet ik mij door jou vertellen
die het weten kon,
je had het immers zelf gezien.
Vroeg ik om brood,
“Was ‘t niet genoeg om steen te krijgen?”
Honger naar vis
werd als zwakheid afgedaan.

Langzamerhand
begon de bitterheid te wennen,
sloot ik mijn hand
om wat ik maar grijpen kon.
De gift van vrienden
werd door mij afgewezen,
als was het rot.
Jouw liefde had mijn smaak verpest.

Nu wordt voor mij
een feestmaal aangericht
met helder water,
verse vis,
geurend brood,
en rode wijn.
En alles ontvangt zijn echte naam,
wordt weer als nieuw,
en ik mezelf en eet naar hartenlust.

zondag 7 juli 2013

Gedicht: Afgod

Afgod

Welk wreed gebod
liet mij mijzelf verstoten?
Wiens koud edict
zond mij het duister in?
Welk woord
op tafelen gebeiteld
doorstak mijn hart
zoog al het leven weg?

Toch werd ik steeds
door banden teruggetrokken,
door haken in
mijn dode vlees gezet,
en neergeduwd
op kapot gebeden knieën
voor dat gelaat
dat niets dan oordeel sprak.

Ik zie slechts zwart
waar zij van liefde zingen.
Voel kille wind,
geen adem met een hart,
geen leven,
niets dat ik kan aanbidden,
maar dode steen
weerkaatst in hun gezicht.

Mijn lijden voedt
de geest in leer gevangen,
verwrongen,
tot regels teruggebracht.
Mij rest de dood
ik heb vergeefs gevochten.
Ik wacht
totdat de ware God mij redt.

Galaten 4:8-9: 'Toen u God nog niet kende, was u onderworpen aan goden die helemaal geen goden zijn. Hoe is het dan toch mogelijk dat u die God hebt leren kennen, meer nog, door God gekend bent, u opnieuw tot die zwakke, armzalige machten wendt en u daaraan als slaven onderwerpen wilt?'

vrijdag 5 juli 2013

Gedicht: Sinai

Sinaï

Ik zucht.
Te lang heb ik rondgezworven
door een vallei
van beenderen en asgrauw zand,
keek smachtend naar fonteinen
van bruisend water.
Maar ik bleef verre staan
bang voor wachters met scherpe
ogen en stalen woorden,
trillend in de middagzon.

Mijn rug
bezweek haast onder alle lasten
door mij geraapt
uit poelen met een zwavelgeur.
Ik durfde ze niet achterlaten
me uit te rekken.
Mijn masker bleef gekleefd
aan mijn gezicht, mijn hart
verborgen opdat niemands blik
mij plotseling zou doden.

Maar wachters bleken lege hulzen
mijn masker was een dood gewicht.
Ik was het zelf die mij gevangen hield,
mijn eigen kweller,
liep zelf vertelde leugens achterna

Niet meer!
Het eind is aan mijn reis gekomen.
Ik maak de sprong
de cirkel uit van het verdwaalde zelf,
mijn voeten op een stevig pad
door God verlicht.
En ik sta niet meer stil
hoor woorden die mij vleugels
geven en arendsogen
wachtend op het morgenrood.

donderdag 4 juli 2013

Gedicht: Adem

Adem

Niets is ooit alleen een hond,
een huis, een mens.
Maar vader, kind
of echtgenoot.
Het oog schept wat het ziet.
De werkelijkheid
door liefde uit het niets geroepen,
krijgt vorm, wordt tastbaar,
levensecht.
De huls krijgt inhoud
ingeblazen
en blijft bestaan
zolang de liefde leeft.

(Geïnspireerd door de film 'Finding Neverland')