Bethel
Het stof is
neergedaald
De strijd
besloten
Ik sta
alleen, mijn wapens
Liggen nutteloos
opzij
Met wie ik
vocht
Is niet te
onderscheiden
Opgelost,
als nevel
In de
middagzon.
Wie heeft
gezien hoe ik
Mijn bloed
verspilde?
Mijn laatste
krachten schonk
Voor een
verscheurde vlag
En ingestorte
burcht?
De hemel
blijft gesloten
Geen lauwerkrans
Wordt mij
toegeworpen.
Ik krijg
geen ereplaats.
Geen prijs.
Mijn offer
was vergeefs.
Nu kan ik
helder zien
De horizon
is open
Gras en
zonlicht overal.
De schaduw
is mijn bed
Ik drink uit
waterstromen
Eet brood
des levens
Tot ik ben
voldaan.
Mijn hand
vindt zelf zijn werk
Vlecht bloemenkransen,
laat ze
Achter voor
wie volgt.
Strooit verkwistend
rond
Van wat ik
raap. Ik zwerf
maar zonder
te verdwalen.
Ben zelf het
huis, de olie
Druipt van
mijn gelaat.
De hemel is
als glas
Ik zie voorbij
de sterren
Een lach.
En ik ga
rustig slapen.