What's in a name?
De stem die zei: Ik schep
Licht, land en zee
En kruipend dier.
Gewoon omdat het kon
En Hij ze wilde zien,
Heeft ook mijn naam gesproken
En ik ben.
Niet omdat het moet,
Een kosmisch puzzelstuk
Een dienaar voor een taak,
Maar omdat Hij mij wilde
Kennen. En het was goed.
Hij noemt mijn naam nog steeds:
Zijn troetelkind.
Zijn innerlijk bewogen
Denkt hij aan mij. Omfloerst
Zijn stem die roept
En fluistert in het duister,
Waar ik ben heen gedwaald.
Verdoofd door eigen namen.
Niet mezelf.
Gevlucht of weggejaagd
Tot in de verre streken
Van distels en van zweet
Volgt mij de klank. Hij blijft
Mij vriendelijk verzoeken
Naar anderen niet te luisteren.
Alleen naar Hem.
En zelfs al komt het eind
Voor zon en maan. Wint entropie.
Hij zal mij niet vergeten.
Door koude nacht volg ik
Het laatste licht naar huis,
En word wie hij bedoelde.
Echt Johan.
De stem die zei: Ik schep
Licht, land en zee
En kruipend dier.
Gewoon omdat het kon
En Hij ze wilde zien,
Heeft ook mijn naam gesproken
En ik ben.
Niet omdat het moet,
Een kosmisch puzzelstuk
Een dienaar voor een taak,
Maar omdat Hij mij wilde
Kennen. En het was goed.
Hij noemt mijn naam nog steeds:
Zijn troetelkind.
Zijn innerlijk bewogen
Denkt hij aan mij. Omfloerst
Zijn stem die roept
En fluistert in het duister,
Waar ik ben heen gedwaald.
Verdoofd door eigen namen.
Niet mezelf.
Gevlucht of weggejaagd
Tot in de verre streken
Van distels en van zweet
Volgt mij de klank. Hij blijft
Mij vriendelijk verzoeken
Naar anderen niet te luisteren.
Alleen naar Hem.
En zelfs al komt het eind
Voor zon en maan. Wint entropie.
Hij zal mij niet vergeten.
Door koude nacht volg ik
Het laatste licht naar huis,
En word wie hij bedoelde.
Echt Johan.