woensdag 24 juli 2013

Gedicht: Een droom

Een droom

Een warenhuis. Het leven?
Wat ik verlang lijkt buiten mijn bereik.
Ver boven mij zijn boeken, films,
Mijn levenswerk.
En glimlachende mensen
Gaan in een glazen lift omhoog.
Mannen, vrouwen, kinderen,
Ze winkelen, worden vervuld
En schijnbaar zonder prijs.
Ik volg hen na,
Mijn hoop voorzichtig aangevuurd,
Want ik ben net als zij,
Ik wil dezelfde dingen.

De deuren gaan niet open.
Teleurgesteld daal ik weer af.
De weg is afgesloten.
Ik geef niet op,
Hoe lang het ook mag duren.
Ik zoek een alternatief,
Ik klim, ik klauter,
Ik volg de smalle paden,
Grijp de minste richels,
Mijn vingers zijn verkrampt.
Geen moeite wordt gespaard,
Maar voorbij de hindernis
kan ik het eind al zien.

Dan stopt de reis abrupt,
De kloof is niet te nemen,
de sprong te ver, ik keer
onverrichterzake terug
En kijk verstoord:
De lift beweegt gewoon
Voert velen mee,
Waar ik zo eenzaam was
En ik ben toch niet anders?
Waarom zou ik
Me mijn droom laten ontzeggen?
Doen wat ik altijd heb gedaan?
Ik word boos.