maandag 8 juli 2013

Gedicht: herlabeling

Herlabeling

Ik dronk het gif
dat jij als wijn bereidde.
Ik at het afval
dat als vlees werd voorgezet.
De tafel vol
met rottend fruit geladen
en nergens water
waar ik mijn hand in wassen kon.

Dit was de wereld,
liet ik mij door jou vertellen
die het weten kon,
je had het immers zelf gezien.
Vroeg ik om brood,
“Was ‘t niet genoeg om steen te krijgen?”
Honger naar vis
werd als zwakheid afgedaan.

Langzamerhand
begon de bitterheid te wennen,
sloot ik mijn hand
om wat ik maar grijpen kon.
De gift van vrienden
werd door mij afgewezen,
als was het rot.
Jouw liefde had mijn smaak verpest.

Nu wordt voor mij
een feestmaal aangericht
met helder water,
verse vis,
geurend brood,
en rode wijn.
En alles ontvangt zijn echte naam,
wordt weer als nieuw,
en ik mezelf en eet naar hartenlust.