De wereld roept
De wereld roept,
met miljoenen
stemmen luid,
mij uit mezelf,
de ogen open,
wijd gesperd,
door er te zijn.
Niet afgezaagd
maar elke morgen
nieuw. Wind waait
waarheen hij wil.
Maar ook niet hip
en volgt geen trends,
bestaat gewoon,
dringt zich niet op,
nodigt kwetsbaar
uit. Ik ben
geen machine
maar mens en leef
in dit heelal,
zelf geschapen,
en zie de hand
die maakt en wenkt.
Ik kom tot rust,
wacht als de bloem,
de vogels af
het Koninkrijk.
De wereld roept,
met miljoenen
stemmen luid,
mij uit mezelf,
de ogen open,
wijd gesperd,
door er te zijn.
Niet afgezaagd
maar elke morgen
nieuw. Wind waait
waarheen hij wil.
Maar ook niet hip
en volgt geen trends,
bestaat gewoon,
dringt zich niet op,
nodigt kwetsbaar
uit. Ik ben
geen machine
maar mens en leef
in dit heelal,
zelf geschapen,
en zie de hand
die maakt en wenkt.
Ik kom tot rust,
wacht als de bloem,
de vogels af
het Koninkrijk.