woensdag 29 februari 2012

Links: Escher, reuzenpinguins, John Carter, onzekerheid en het koninkrijk van God

Een prachtig animatiefilmpje geeft een fantasievolle blik op het bureau van befaamd tekenaar Escher

Nieuw-Zeeland had een uniek ecosysteem waarin de meeste niches werden gevuld door vogels (en vleermuizen) of insecten (en een paar primitieve reptielen). Dit is altijd zo geweest, blijkt nu, ook toen Nieuw-Zeeland voor een groot deel onder water stond. Toen maakten de pinguins er de dienst uit, met daaronder soorten die groter waren dan de grootste huidige pinguins: reuzenpinguins!

Ook plekken zonder regen of andere neerslag, zoals de droge valleien van Antarctica, blijken vochtig genoeg te kunnen worden om leven te onderhouden. Zout in de bodem trekt water uit de lucht. Op de resulterende natte plekken groeien bacteriƫn. Dezelfde processen zouden voor vloeibaar water kunnen zorgen op Mars.

Een spectaculaire trailer voor SF-film John Carter! En de nieuwste trailer voor The Avengers is ook indrukwekkend.

Dit filmpje is iets heel anders: Jezus in de wildernis.

The Christian Monist probeert uit te leggen waarom hij in God is blijven geloven, ook al raakte hij teleurgesteld met het circus van de evangelische kerk. "When I finally suffered my great disillusionment with Evangelicalism, I pulled the desire for honesty out of the closet and placed it at the center of my quest for meaning.  My conclusion was, if God is really there, and I wasn't sure anymore, then He wasn't on the stage as another prop. He would have to be real. Thus the more honest I was, about myself and others, the closer I would be to finding Him.  You see, a God that plays the same games of hide and seek with motives as we do . . .  is a god at best." Zijn ervaringen hebben hem ertoe gebracht te twijfelen aan zijn eigen motieven om te geloven, en die van anderen die zich geen rekenschap geven van de realiteit. Daarom is zijn conclusie: "The hope for certainty must be abandoned." Zekerheid is alleen maar een nieuw heldenverhaal waar wij ons aan vastklampen om onze eigenwaarde veilig te stellen. Maar dat wil niet zeggen dat er geen reden is om te geloven.

Een schrijver op Mockingbird legt uit waarom de bijbel zo eerlijk is. Hij gaat over het echte leven. "Jesus never said, “The Kingdom of God is like a church service that goes on and on forever and never ends.” He said the kingdom was like a homecoming celebration, a wedding, a party, a feast to which all are invited. This idea was too radical for the religious leaders of his day. They were more concerned about etiquette, manners, traditions and religious rituals than about partying with Jesus. And that’s why they missed out."

Een nogal lang, maar heel goed artikel op Christianity Today maakt duidelijk dat de boodschap van de bijbel, de boodschap is over het koninkrijk van God, dat in Jezus werkelijkheid wordt. "In a truly Christian vision of the kingdom of God, though, Jesus of Nazareth isn't a hoop we jump through to extend our lives into eternity. Jesus is the kingdom of God in person. As such, he is the meaning of life, the goal of history, and the pattern of the future. The gospel of the kingdom starts and ends with the announcement that God has made Jesus the emperor—and that he plans to bend the cosmos to fit Jesus' agenda, not the other way around." Dit is goed nieuws. Het geeft betekenis aan ons leven nu: "If the kingdom is what Jesus says it is, then what matters isn't just what we neatly classify as "spiritual" things. The natural world around us isn't just a temporary "environment," but part of our future inheritance in Christ. Our jobs—preaching the gospel, loading docks, picking avocados, writing legislation, or herding goats—aren't accidental. The things we do in church—passing offering plates, cuddling crack-addicted babies, or fixing the "pop" in the sound system—aren't random. God is teaching us, as he taught our Lord, to learn in little things how to be in charge of great things." En bovendien geeft deze boodschap echte hoop voor de toekomst. "Perhaps we dread death less from fear than from boredom, thinking the life to come will be an endless postlude to where the action really happens. This is betrayed in how we speak about the "afterlife": it happens after we've lived our lives. The kingdom, then, is like a high-school reunion in which middle-aged people stand around and remember the "good old days." But Jesus doesn't promise an "afterlife." He promises us life—and that everlasting." Dit komt heel erg overeen met wat ik afgelopen najaar schreef over het Verhaal van God. Dat is niet anders dan het verhaal van het Koninkrijk van God, waarin gebeurt wat God zegt dat gebeurt, en dat dus gekenmerkt wordt door liefde en leven.

Een interessant artikel van Richard Beck op Experimental Theology over het sterven aan onze 'heldenverhalen' die we volgen om onze angst voor de dood het hoofd te bieden en het hopen op de opstanding (de expressie van de betekenis scheppende liefd van God), leidt tot een nog veel boeiender discussie. De schrijver zelf zegt daarin onder meer het volgende: "If we neurotically construct our identities as a response to fear and a need for self-preservation we are, at root, still animals. Complex and symbolic, but still animals. Fear-driven survival machines. Thus, to step out of this fear, to construct an identity not based on self-preservation but love, is to move away from the animal toward the truly human. In this, Christians would say that Jesus was the first to be truly human and, via his life/cross, showing us a path toward a new humanity."

maandag 27 februari 2012

Filmbespreking: Hugo

Ik heb het vaker betoogd op mijn blog: verhalen kunnen mensen veranderen. Na het lezen van een klassiek boek, of het kijken van een goede film, ben je nooit meer dezelfde. De toehoorder of filmkijker treedt met behulp van zijn verbeelding binnen in het verhaal. Het verhaal wordt daardoor heel even zijn eigen, persoonlijke verhaal. Hij hoort niet alleen over bijzondere werelden waar geen mens ooit geweest is, hij IS er. Hij leest niet alleen over vreugde, hij ervaart haar. En zo veranderen de verhalen die hij zichzelf vertelt, de beelden die in zijn hart zijn opgeslagen. De betekenis van mensen, voorwerpen, gebeurtenissen verandert. En zo verandert de persoon. Maar de film of het boek zelf veranderen niemand. Het boek is niet meer dan een stapel papier met inkt besprenkeld, die tot steun onder een kast kan dienen. De film is slechts een strak opgedraaid lint van gekleurd celluloid dat kan worden omgesmolten om als grondstof te dienen voor schoenhakken. De betekenis zit hem niet in deze voorwerpen. Boeken en film zijn middelen. Ze zijn techniek. Wat mensen verandert, is niet de techniek, maar het hart van de schrijver, de filmmaker. Het hart van de verteller.

Dit wordt heel mooi geillustreerd in de film Hugo. Hij was genomineerd voor elf oscars en heeft er vijf gewonnen, dus ik ben niet de enige die er enthousiast over is. De regisseur is niemand minder dan Martin Scorcese. Er spelen acteurs in mee als Ben Kingsley, Chloe Moretz, Jude Law en Christopher Lee (in een mooie bijrol als boekverkoper) en een hele zooi acteurs uit de Harry Potter-films. De wereld van de film is prachtig in beeld gebracht, met warme kleuren en veel oog voor detail. De derde dimensie hoort echt bij de film en wordt ook goed benut - dit is een film die je in 3D zou moeten zien (een van de weinige). Het is een kinderfilm die volwassen thema’s aansnijdt, maar kinderen tegelijk echt kind laat zijn, een film over de geschiedenis van de film, die geen saaie geschiedenisles wordt, een film over avontuur zonder onrealistisch spektakel, een film met mooie romances, maar niet zoetsappig. Een aanrader, vooral voor boeken- en filmliefhebbers. Ik hoop hem zelf vaker te zien - al was het maar om mezelf eraan te herinneren dat de verhalen waar ik zo nauwgezet aan werk, iets van mijn hart moeten bevatten om werkelijk anderen te kunnen genezen.

Hugo Cabret is een tienjarig jongetje dat woont in het Gare du Nord van Parijs, ergens in de jaren twintig van de vorige eeuw. Na de dood van zijn vader was hij daar binnengebracht door zijn oom, die de klokken van het station onderhield. Zijn oom is echter verdwenen. Maar zo lang Hugo er voor zorgt dat de wijzerplaten in het station de juiste tijd blijven aangeven, zal niemand zich afvragen wat er met het hulpje van de klokkenmaker is gebeurd, en kan hij in alle rust werken aan zijn grote project: een mechanische man. Zijn vader had die meegenomen uit een museum en geprobeerd op te knappen, tot nu toe tevergeefs. Hugo gelooft dat het zijn vaders bedoeling was dat hij dat werk zou voortzetten. Het is echter niet zo makkelijk om aan de juiste onderdelen te komen. Waar vind je de juiste tandwielen? Misschien bij de speelgoedzaak in het station. Georges, de oude, norse speelgoedverkoper, betrapt Hugo echter bij het stelen van een opwindmuis. Maar hij herkent het technische talent van de jongen en laat hem als straf helpen in de zaak. Daar ontmoet Hugo de pleegdochter van Georges, een veelbelezen dame in de dop, die ervan houdt haar zinnen te doorspekken met moeilijke woorden en obscure citaten (waar ken ik dat van?). Om haar nek draagt zij een hartvormige sleutel. Precies het laatste onderdeel dat Hugo nodig heeft voor zijn mechanische man. Samen met zijn nieuwe vriendin zet hij het apparaat in werking. En dat is nog maar het begin van hun avontuur. Wat de mechanische man produceert zet de twee op het spoor van een legende uit de beginjaren van de film en stelt ze in staat om een uitgebluste, depressieve man zijn passie weer te laten ontdkken. Als ze ten minste de stationwacht weten te ontlopen. Die vermoedt namelijk dat er een jonge dief tussen de muren van het station verblijft ...

Raderwerk speelt een belangrijke rol in deze film. Niet alleen in de vorm van de mechanische man, maar ook in het binnenste van het station waar Hugo zijn dagen slijt. De stationwachter vergelijkt niet alleen de uurwerken, maar het hele station met een goed geoliede machine. Mensen komen er aan, mensen vertrekken er. Dat is wat er moet gebeuren, niets anders. Machines verrichten een doel. Zolang ze dat doen, zijn ze functioneel. Zijn ze niet meer in staat de resultaten te leveren waarvoor ze gemaakt zijn, dan zijn ze kapot. Aanvankelijk trekt Hugo deze beeldspraak door naar mensen. Hij ziet de wereld als een machine, waarin elk radertje nodig is. Daar ontleent hij zijn betekenis aan: iemand is waardevol omdat hij een doel dient in de wereldmachine. Hugo ziet zijn doel als het repareren van machines. De mechanische man, maar ook de gebroken mensen die hij tegenkomt. En er zijn, zo na de eerste wereldoorlog, nogal wat gebroken mensen. Mensen die hun gevoel van betekenis kwijt zijn. Hugo vindt dat hij moet zorgen dat ze hun doel weer gaan dienen.
Maar dit mechanische wereld- en mensbeeld is wel heel beperkt. En beangstigend. Hugo heeft er zelf een nachtmerrie over. Hij droomt dat het horloge dat naast zijn bed hangt, is verdwenen. Toch hoort hij het nog tikken. Hij kijkt onder zijn pyama en ziet dat zijn borstkas is veranderd in een raderwerk. Hij verandert in de mechanische man, en wordt omsloten door tandwielen. Een radertje in de machinerie. Dit is natuurlijk niet een nieuw beeld in de filmgeschiedenis - er is een bekende film met Charly Chaplin die ook suggereert dat fabriekswerkers hun menselijkheid verliezen doordat ze steeds dezelfde handeling moeten verrichten. Geen greintje creativiteit is meer nodig, ze moeten niet afwijken van de voorschriften. Maar nu is creativiteit juist wat ons mensen maakt, onze scheppende kracht als beelddragers van God. Hierin ligt onze identiteit, onze betekenis. Geen wonder dat Hugo net als Charly Chaplin niet tot automaat gereduceerd wenst te worden.

De mechanische man kan echter alleen in werking treden na het gebruik van een sleutel in de vorm van een hart. Dat is nogal duidelijke symboliek! Net zo is het station, ondanks de visie van de stationswacht, geen zielloze machine. Het station is een gemeenschap van mensen. Niet mensen als radertjes die alleen maar een vast doel dienen, maar mensen die met elkaar in relatie staan, die elkaar helpen, die van elkaar houden. Niet voor niets ontstaan er in het station minstens twee romances. Deze mensen zijn het hart van het station. Zonder deze personen en hun relaties zou het station niet functioneren. En zo zit het natuurlijk ook met de mens. De mens is uiteindelijk geen machine. De mens heeft een hart. Wat een mens betekenis geeft is niet dat hij of zij een doel heeft, maar dat hij of zij liefheeft (en door iemand anders geliefd wordt). Hugo dacht dat hij betekenis had omdat hij apparaten kon herstellen (en probeerde mensen te herstellen). Maar zijn nachtmerrie liet zien dat hij ongelijk had. Hij ontvangt pas echte betekenis als er iemand over hem zegt: “Deze jongen hoort bij mij!” We krijgen geen betekenis door wat we doen of presteren. Betekenis wordt ons gegeven. En pas als we die betekenis ontvangen hebben komen we tot onze bestemming. Liefde is (om in de beeldtaal van deze film te blijven spreken) de sleutel die ons in werking zet, die ervoor zorgt dat we datgene doen waar we voor gemaakt zijn. Niets meer of minder dan lief te hebben, want elke creatieve activiteit van de mens (ook het maken van films en het schrijven van boeken, of het herstellen van machines) is een uiting van liefde.

Wat communiceert deze liefde? Hoe komt die betekenis tot ons? Op welke manier bereikt deze boodschap ons hart? Door middel van verhalen. Maar het vertellen van een verhaal gebeurt door middel van techniek. Verteltechniek. Of filmtechniek. Elk woord klopt, elk plaatje op het celluloid bevindt zich op zijn plek. Soms wordt er jaren gewerkt aan een verhaal dat in anderhalf of twee uur wordt geconsumeerd in de bioscoop. Tientallen, soms honderden mensen: schrijvers, acteurs, technici en cameramensen zijn op de set aan het werk, als een goed geoliede machine. En toch worden de toeschouwers in de bioscoop ontroerd. Ze zitten op het puntje van hun stoel. Hugo en zijn nieuwe vriendin gaan in deze film naar de film - en die ervaring doet iets met ze. Zoals het kijken naar deze film iets deed met mijn vriendin en mij: we lachten samen, herkenden iets van onszelf in de hoofdpersonen, en voor mij bevestigde de film dat er niets mis is met het houden van boeken. Wat dat betreft is een film dus te vergelijken met een goocheltruc en wel de meest bijzondere goocheltruc ooit: een techniek waarmee je iemands verbeelding kunt stimuleren, waarmee je iemand anders kunt laten kijken naar zijn leven en zijn omgeving, en waarmee je iemands liefde voor schoonheid, relaties en gerechtigheid kunt aanwakkeren. Een filmprofessor die de hoofdpersonen later in de film tegenkomen, is er een goed voorbeeld van: iemand wiens leven totaal is veranderd door zijn ontmoeting met een filmmaker en diens film. En het is het vertonen van een film, dat een verbitterd, teleurgesteld personage ertoe brengt om eindelijk eerlijk te zijn naar anderen, en zich te verzoenen met zijn verleden.
Dit is waarom films bestaan. Dit is waarom er boeken zijn. Dit is waarom we verhalen vertellen. De boekverkoper, gespeeld door Christopher Lee, geeft Hugo een boek, omdat hij het idee heeft dat het voor Hugo bestemd is. Hij heeft gelijk - verhalen zijn voor ons van levensbelang, verhalen maken ons tot wie we zijn. Verhalen vormen de taal van ons hart. Ze zijn de sleutel.

En zo komen we in de cirkel, het tandwiel zo je wilt, dat de kern is van het bestaan. Wij komen tot leven als de sleutel van de liefde in ons hart wordt omgedraaid. Als iemand over ons het verhaal vertelt: ‘Je hoort bij mij!’. Die boodschap zet de radertjes aan het bewegen, die doet ons scheppen, creeren, kortom: liefhebben. En dat is niet anders dan zelf verhalen vertellen aan anderen, door middel van techniek -film, woorden of letterlijk raderwerk- de boodschap doorgeven: ‘Je bent geliefd. Je hoort er bij!’. Die woorden kunnen de sleutel zijn voor het hart van onze medemensen, de boodschap die hen geneest, hen hun identiteit terugbrengt, en hen ertoe brengt om zelf lief te hebben, te scheppen, verhalen te vertellen. Dit is de kern van de wereld: geen kille machine die draait om productie, maar liefhebbende, scheppende mensen.
Ik weet niet of regisseur Martin Scorcese zelf de associatie zou maken met het Grote Verhaal. Hij komt oorspronkelijk uit de katholieke kerk en religieuze thema’s spelen een grote rol in zijn films. Het zou me dus niet verbazen. Het verhaal dat de sleutel is - ‘Je hoort bij mij’ - is namelijk de kern van het evangelie, het goede nieuws, de enige boodschap die ons kan herstellen en ons werkelijk mens kan maken.

zondag 26 februari 2012

Foto's: boomstam van dichtbij

In de lunchpauze vorige week liep ik voorbij een rij bomen. Omdat ik toevallig mijn camera in de hand had, zocht ik naar onderwerpen om te fotograferen. Ik besloot de kale stammen van wat dichter bij te bekijken en ontdekte een hele nieuwe wereld van mossen, korstmos en van kleine takjes, de eerste uitlopers van een nieuwe lente. Het loont de moeite eens een boom van dichterbij te bekijken!






zaterdag 25 februari 2012

Links: prehistorisch bos, leven op Mars, Ghibli, Chocolat, opgeheven wijsvingers en definierende verhalen

Er wordt een film gemaakt over de vriendschap tussen C.S. Lewis en J.R.R. Tolkien (twee van mijn favoriete auteurs), met als titel The Lion Awakes, en het schijnt dat Jude Law wordt benaderd om Lewis te spelen! Ik ben erg benieuwd! De levens van deze auteurs, en hun interactie die leidde tot de bekering van Lewis, zijn een film waard!

Een verloren wereld werd wonderlijk bewaard toen hij onder het as van een vulkaanuitbarsting werd bedolven en nu kunnen wetenschappers een bos van 300 miljoen jaar oud reconstrueren (zoals dat ook bij de Romeinse stad Pompeij werd gedaan).

Over interessante fossiele ontdekkingen gesproken: deze voorloper van het paard (en van walvissen) had of een heel goed gehoor, of kon gebruik maken van echo-locatie (net als vleermuizen en walvissen). 

Een fascinerend SF-filmpje, opgenomen in verlaten dorpen en steden in de Ukraine (waaronder Tsernobyl), heeft door de unieke filmlokaties een passende apocalyptische sfeer (al is het verhaal niet echt duidelijk).

Disney maakte in de jaren 50 een film over Mars, waarbij ook werd gespeculeerd over mogelijk leven op Mars. Er komen fantastische buitenaardse wezens voorbij - heel creatief en inspirerend. Ook boeiend is dit filmpje met de speculaties van Carl Sagan over leven op Jupiter.

Een nieuwe trailer voor The Last Airbender - The Legend of Korra.

Over animatie gesproken: ik ben een groot fan van de films van studio Ghibli. En veel mensen zijn dat met mij. En wijden ook hun creatieve energie aan het tekenen en schilderen van hun eerbetoon aan deze prachtige films. Veel prachtige tekeningen en schilderijen zijn verzameld op deze Tumblrpagina

Het is de vastentijd - Mockingbird bespreekt een film die zich afspeelt in de vastentijd: Chocolat. En ontwaart daarin beelden van genade - genade die, zoals de jonge priester in de film uitlegt, zich kenbaar maakt in wie en wat het in sluit, in plaats van wat en wie het buiten sluit. "In Chocolat Vianne is the Christ figure not because she is crucified but because she pronounces everyone she meets as righteous despite their guilt. The beauty, of course, is that her announcement tends to have an improving or transformative effect for each of these people (some more gradually than others). We would be wise this Lent to remind ourselves of the Gospel, so that we might err on the side of Vianne rather than that of the Comte. But even if we are aggressively self-righteous like the Comte, praise be to God that grace will eventually bring us to our knees and lighten our spirits."

John Shore houdt ervan om af en toe de conservatieve christenen tegen het zere been te schoppen. Zo ageert hij tegen christenen die klaarstaan met een moraliserende wijsvinger om mensen te waarschuwen voor hun gedrag. "If you think it’s the Bible that’s stopping you from turning into a dissolute animal, think again. Lots of perfectly moral people aren’t Christian. Your belief that an outside agent reigning you in is necessary for preventing you from becoming a shameless, immoral, out-of-control pig only means that somewhere along the line someone taught you that you are a shameless, immoral, out-of-control pig."

Deze blogger ontdekt dat hij postmodern is, maar in plaats van je te laten definieren door wat in het verleden ligt, is het beter om vooruit te kijken. "Maybe we will be known as pre-narratives or pre-neotheocommunists or whatever. At any rate, the same thing they were saying about my generation twenty years ago is still true – all we really know for sure is that we don’t know who we are. What I do know is that story matters to me. Deeply. Foundationally. Maybe I believe that story matters more than anything because I am a storyteller. Or maybe I became a storyteller because I believe that story matters more than anything else." Ik zit in hetzelfde schuitje: ik merk dat verhaal, in welke vorm dan ook, van levensbelang is voor me. Ik adem verhalen in, ik voed me aan verhalen. Ik herken de verhalen in mijn leven. Maar de kleine verhalen kunnen me geen betekenis geven. Ik wil leven in het echte verhaal, dat groter en beter is dan welk verhaal ook. "This is evangelism to me. Inviting others to turn in all of their stories, including their biggest story, for the story of God, Israel, Jesus and the Church. It’s kind of a ridiculous thing to ask of someone – to be willing to change their prime identity. But for those who are really ready for change (now I sound like a presidential candidate) – for those who are really ready for a new life, it is remarkably good news."

The Christian Monist schrijft over zijn kerkervaring. Hij is weg bij de evangelische kerk waar hij veel manipulatie ervoer, maar de kerk waar hij nu naar toe gaat is niet de hemel op aarde.  Hij vraagt zich af of de kerkervaring waar hij naar verlangt wel te vinden is. Wat overblijft is geloof. "It is part of that Hebrews 11 experience, that discontentment with what is, but hanging on, with both hands, to that hope that somehow, somewhere it will be better ... It is faith that must sustain us. A faith that all broken will be fixed some day. That the madness will be replaced my true-truth. It is like I have spoken of the "Gospel" all my life as a linguistic exercise. But now the true Gospel is the air that must sustain me. The awareness that I am clean in God's eyes, even though I'm a miserable disappointment to my Evangelical friends. Even though absurdity surrounds us, there is a sanity that awaits or coming." Ik herken dit wel nu ik een overstap maak naar een huisgemeente in Almere. Die is ook niet de hemel op aarde, maar dat moet ik er ook niet van verwachten. Alleen God kan mij de gemeenschap en de ontmoeting geven waar ik naar verlang, als geschenk en niet iets dat ik kan controleren.

vrijdag 24 februari 2012

Macht en zwakheid 2: de overwinning van de zwakke

Filmkenners weten dat Steven Spielberg heel graag een James Bond-film had willen regisseren. Dat was de reden dat hij direct enthousiast reageerde toen George Lucas bij hem kwam met een held in dezelfde lijn: een archeoloog die over de hele wereld avonturen beleefde, ternauwernood aan gevaar ontsnapte, omging met mooie vrouwen en uiteindelijk de westerse samenleving redde. Een hoofdpersoon met eenzelfde korte, krachtige, algemene naam: Indiana Jones.
Maar deze ‘held’ bleek uiteindelijk totaal anders te zijn dan de Engelse superspion. Al was het alleen maar omdat zijn naam was gebaseerd op die van een hond, in plaats van een Engelse ornitholoog (hoe vaak kun je dat woord zomaar in een blog gebruiken?). Bond is upperclass, Jones is een alledaagse onderwijzer. Bond weet altijd precies wat hij in elke situatie moet doen. Jones zegt eerlijk: ‘I’m making it up as I go.’ Bond schiet altijd raak, wordt zelf nooit verwond, na een gevecht zit zijn scheiding nog even netjes en is zijn tuxedo nog glanzend zwart. Jones schiet mis, wordt neergeslagen, raakt gewond en scheurt en besmeurt zijn kleren: ‘It’s not the years honey, it’s the mileage’. Waar Bond de beste is in zijn vak, wordt Indiana voortdurend afgetroefd door zijn concurrenten - de openingsscene van de eerste film, met de rollende steen, eindigt ermee dat Belloq de schat van Indiana afpakt. Bond is een ‘womanizer’ die schijnbaar zonder moeite de mooiste vrouwen in bed krijgt, en hen ook nog eens zo bevredigt dat ze zijn machogedrag accepteren. Indiana’s liefdesleven is lang niet zo succesvol. In de eerste film is hij te moe om met zijn vriendin te slapen, in de tweede film is zijn vriendin tegen haar zin bij hem en laat dat ook weten, en zijn vriendin in de derde film verraadt hem.
James Bond is de competente held, die de overwinning haalt door zijn eigen kunnen. Niet geheel toevallig staat Bond dan ook aan de kant van de regering, van de autoriteit, van de macht. Bij Indiana Jones is het anders. Het video-essay dat ik in het vorige deel van deze serie aanhaalde, suggereert: “Spielberg’s heroes survive, and sometimes triumph, by being tough, smart, and lucky. Most of all lucky.” Indiana Jones is een held die zich hiervan bewust is. Hij weet dat hij in een situatie is die zijn vermogen te boven gaat. Voor Indiana Jones is de autoriteit een vijand: niet alleen de nazi’s, maar ook de Amerikaanse bureaucratie, die zijn ontdekkingen aan het zicht onttrekt en in kratten opslaat in onpersoonlijke hangars. Indiana staat aan de kant van de zwakken, in The Temple of Doom bevrijdt hij kinderen uit slavernij, in The Last Crusade herkent hij dat de Graal een eenvoudige timmermansbeker moet zijn, en gebruikt hij die om zijn vader te redden. En Indiana begrijpt dat de eindoverwinning niet van hemzelf afhankelijk is, maar van een macht buiten hem. Toeval - of het ingrijpen van God. The Raiders of the Lost Ark eindigt er niet mee dat de held al one-liners spuiend een basis van de superschurk doet exploderen. De ontknoping van de film is een openbaring van God, die het kwaad verdelgt en de vastgebonden, machteloze hoofdpersonen van de ondergang redt.
Daar zit een les in.

Wij denken dat we als christenen als James Bond moeten zijn, maar we zijn eerder Indiana Jones. We denken dat we ervoor kunnen zorgen dat we ons gedragen volgens de regels. We denken dat we met onze methodes en technieken andere mensen ten goede kunnen veranderen, zodat ze op ons gaan lijken (want dat is immers goed). We denken dat we als we maar genoeg ons best doen, de wereld een betere plek kunnen maken (in elk geval volgens onze definitie van ‘beter’). We zien onszelf als ‘helden’ en geloven dat we ons ‘heldenverhaal’ aan de rest van de mensheid moeten opleggen. We staan zo aan de kant van de macht en autoritieit waarmee de wereld wordt gecontroleerd.
We zijn als de ‘rijke jongeling’ in Markus 10:17v: “En toen Hij op weg ging, liep iemand op Hem toe, viel op de knieĆ«n en vroeg Hem: Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beĆ«rven?” Interessant genoeg reageert Jezus het eerst op zijn gebruik van het woord ‘goed’. “Waarom noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan God alleen.” Ik denk dat deze man zichzelf ook goed vond. Hij stond aan de kant van God, hij hoorde bij de ‘goeien. En daar had hij zelf voor gezorgd: door zijn discipline en zijn wilskracht kon hij er niet alleen voor zorgen dat hij zelf zich aan de regels hield, maar misschien ook dat anderen zich aan de regels zouden houden. God zou wel blij zijn met iemand als hij die de belangen van de schepper op aarde zo goed wist te dienen. Hij vroeg dan ook wat hij nog meer kon ‘doen’ om Gods koninkrijk op Aarde te brengen. “Gij kent de geboden: Gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, gij zult niet ontvreemden, eer uw vader en moeder. Hij zeide tot Hem: Meester, dat alles heb ik in acht genomen van mijn jeugd af.”
Jezus denkt er echter anders over. Hij wil deze man van zijn voetstuk halen, en hem ervan overtuigen dat het er helemaal niet om gaat ‘goed’ te zijn - alleen God kan van zichzelf zeggen dat hij goed is. Wij kunnen nooit die morele superioriteit (en machtspositie) claimen die bij dat woord hoort. We kunnen alleen maar toegeven dat we zwak zijn en afhankelijk van God. Ik meen dat dit is wat Jezus bij deze man wilde bereiken en dat hij hem daarom iets opdroeg waarvan hij wist dat hij dit niet kon opbrengen, namelijk alles verkopen dat hij bezat.
Dit bleek de man niet te kunnen! Waarom niet? Omdat hij hebzuchtig was? Dat was hij niet: hij hield zich aan de geboden, dat wilde zeggen dat hij zelfs nooit iets had begeerd dat van een ander was (wat een van de tien geboden is!). Waarom kon hij dan niet afzien van zijn rijkdom? Omdat deze rijkdom de bron was van zijn macht, het middel waarmee hij invloed kon uitoefenen op zijn leven en zijn omgeving. Hierin lag zijn zekerheid, hierdoor kon hij zichzelf ‘goed’ noemen. Wat Jezus hem vroeg was zijn ‘heldenverhaal’ op te geven en een positie in te nemen waarin hij afhankelijk was: van andere mensen, maar vooral van God. Hij moest zijn macht afleggen. Hij moest ophouden Gods koninkrijk tot stand te brengen met zijn eigen wilskracht, hij moest toegeven dat hij geen enkel recht kon laten gelden op het eeuwige leven. De enige manier om het koninkrijk van God te ontvangen, is namelijk door er als een kind voor open te staan.
Net als in de Indiana Jones-films komt de redding ook voor ons van buitenaf. Het is een ingrijpen van God in onze werkelijkheid, de verandering die het gevolg is van opstandingskracht. Leven uit de dood. God is het die ons rechtvaardig maakt - niet onze eigen ‘goedheid’. Dat is niet wat we graag willen horen, vooral niet als onze wilskracht op gebieden in ons leven tot succes heeft geleid, als we macht hebben verkregen, of rijkdom, of respect voor onze moraliteit. Dat is waarom de jonge rijke man ook uiteindelijk van Jezus wegging, dat is waarom Jezus waarschuwt dat het voor rijken moeilijk is het koninkrijk van God binnen te gaan. Ze kunnen moeilijk worden als de kinderen, dat wil zeggen: hun macht en autoriteit loslaten en eenvoudig ontvangen wat God hen wil geven: ondeelbare betekenis, de wetenschap zijn geliefden te zijn, het leven van de eeuwigheid.

Dit verhaal suggereert dat het verhaal van Jezus nogal subversief zal zijn ten aanzien van machtsstructuren, instellingen en organisaties. Zoals zijn volgelingen niet op rijkdom kunnen vertrouwen om tot Gods koninkrijk te behoren, kunnen ze ook niet op hun autoriteit vertrouwen om andere mensen en de wereld te veranderen. Machtsuitoefening is niet het instrument dat Jezus daarvoor geschikt acht. Dat maakt hij heel duidelijk in Matteus 23:8v: “Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar Ć©Ć©n meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters. En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar Ć©Ć©n vader, de Vader in de hemel. Laat je ook niet leraar noemen, want jullie hebben maar Ć©Ć©n leraar, de messias.” Ik zie hier een parallel met wat Jezus tegen de rijke man zei: ‘Niemand is goed dan God alleen’. Het bekleden van een machtspositie, plaats nemen boven anderen, autoriteit claimen over de levens van minder machtigen, het is allemaal net zo pretentieus als van jezelf zeggen dat je ‘goed’ bent. Het is alsof je van jezelf beweert dat je James Bond bent, de held. Maar macht en autoriteit zijn de middelen van de wereld, en wie macht heeft en autoriteit heeft wordt bepaald door de maatstaven van de wereld. En het waren de ‘machthebbers van deze wereld’ die de wijsheid van God niet kenden en Jezus (de ultiem zwakke) kruisigden (1 Korintiers 2:8). In het rijk van Jezus liggen de verhoudingen anders: “De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn. Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.”
Dit gedeelte wordt nogal eens aangehaald door mensen die leidinggeven in de kerk: ze zeggen dan dat ze door leiding te geven de gemeente dienen. Ik denk dat zelfs de rijke leiders van megakerken in de Verenigde Staten dit van zichzelf zouden zeggen. Maar dat is niet wat Jezus hier bedoelt. Hij zegt niet dat wie het belangrijkst is, de leider, eigenlijk de dienaar is. Hij zegt dat de dienaar, degene die zonder voor zichzelf macht of invloed te willen zich inspant voor anderen, de belangrijkste is. Het is in Gods koninkrijk de omgekeerde wereld: de eersten zullen de laatsten zijn, de laatsten de eerste. Paulus zegt hetzelfde: “Wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen” en “Juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodzakelijk” (1 Korintiers 1:27; 12:22). De ‘nobodies’, de onopvallenden, de verslaafden, de zieken, zij zijn het om wie het gaat. Iemand die er voor hen is, hen opzoekt, hen dient, belichaamt het koninkrijk van God. Wat hij aan een van deze minsten doet, doet hij aan Jezus. En zo iemand wordt een voorbeeld voor anderen. Zij zullen zich bij hem aansluiten en net als hij hun eigen macht en autoriteit afleggen, en de voeten wassen van hun medemensen. De enige manier waarop Jezus’ volgelingen invloed hebben in het leven van anderen is door hun voorbeeld. Zo wordt iemand een ‘leider’, niet door zelf die plek te claimen.
De echte leider in Gods koninkrijk weet niet dat hij een voorbeeld is, laat zich daar niet door beinvloeden, maar richt zich op de ander. De echte leider heeft zijn eigen ‘heldenverhaal’ afgelegd, is daaraan gestorven, net als Jezus, en vertrouwt erop dat Gods opstandingskracht in en door hem heen werkt, in alles wat hij doet. De echte leider heeft het niet over zichzelf, maar over Jezus en zijn liefde. De echte leider loopt schrammen op, durft met gescheurde kleren rondlopen, en moet toegeven dat hij ‘is making it up as he goes’ - zoals Indiana Jones.

Dit is natuurlijk een ideaal, en de werkelijkheid is altijd gecompliceerd. We oefenen namelijk altijd invloed uit. Zelfs als ik een blog schrijf, probeer ik daarmee het denken van jullie, mijn lezers, te beinvloeden. Schrijven is een vorm van macht uitoefenen. De pen is immers machtiger dan het zwaard. Ik geloof sterk dat macht niet moreel neutraal is, maar tegelijk kan ik er niet aan ontsnappen. Ik heb een probleem met autoriteit, maar ik denk niet dat in onze gebroken wereld anarchie een goed alternatief kan zijn. Volgens Genesis zijn we als mensen namelijk wel bedoeld om invloed uit te oefenen, om te ‘heersen’ over onze omgeving. Dat macht en autoriteit nu bevlekt zijn, betekent niet dat ze dat dus altijd zijn geweest. Dat betekent ook dat autoriteit door God kan worden verlost, kan worden opgenomen in zijn plan.
Interessant genoeg is Steven Spielberg zich van deze dynamiek bewust. Waarschijnlijk omdat hij zelf in Hollywood een positie van macht en autoriteit bekleedt - ondanks zijn wantrouwen ten opzichte van dezelfde macht en autoriteit. Daarom is zijn weergave van die macht en autoriteit niet zo zwart-wit als ik het in het eerste deel van deze serie deed voorkomen. Want hoewel de onpersoonlijke machtsstructuren zelf de tegenstander zijn, en individuen onderdrukken en doden, zijn de hoofdpersonen wel afhankelijk van mensen binnen de machtsstructuren. Laat me hier het genoemde video-essay eens uitgebreid citeren: “For the sympathetic characters to survive – for their narratives to have a personal tipping point – they require the help of a sympathetic person in authority. In Spielbergs movies there’s often someone who shows sympathy for the exploited, the dispossessed. He’s inside the power structure, such as it is. He draws a paycheck from the establishment and does its bidding. And yet he maintains an outsider’s mentality and responds - perhaps nostalgically, perhaps even a touch guiltily - to true victims, rebels, and heroes. This type of character cannot help but admire the pluck of a resourceful hero, fugitive or troublemaker – and feel sympathy for the beleaguered, the exploited, and the dispossessed. When the chips are down, when it really and truly matters, he does the right thing.” Personen als deze zijn er in de film Close Encounters of the Third Kind - een UFO-deskundige die de hoofdpersoon toelaat op het omheinde terrein waar de buitenaardse wezens landen en hem de kans geeft tot zijn bestemming te komen - en in ET - de vertegenwoordiger van de overheid die strijdt voor het leven van het buitenaardse wezen en hem niet tegenhoudt als hij ontsnapt en de ruimte in vertrekt. Een ander voorbeeld is te vinden in Schindler's List. “Oskar Schindler deserves a special mention as the ultimate Fifth Column. He is a subversive infiltrator deep in the heart of the Nazi apparatus, fueled by the moral impetus to do the right thing, even though he is almost completely inscrutable, and justifies his goodness on mercenary grounds ... In the grand scheme of things, only a wanton, libidinous, money-grubbing and wholly-inscrutable industrialist – and dyed-in-the-wool authority figure -- could have flown under the radar of the Nazi machine and pulled off that sort of a miracle.
Jezus roept mensen in machtsposities niet op hun baan op te zeggen. Soldaten blijven soldaten, belastingontvangers blijven belastingontvangers. Maar in hun machtspositie zijn ze voortaan een soort ‘vijfde kolonne’. Ze zijn in het systeem, maar niet van het systeem, zoals wij wel in de wereld zijn, maar niet van de wereld. Ze beschikken over macht en autoriteit, maar beschouwen dat niet als hun goed recht, of als iets dat hen ‘beter’ of ‘acceptabeler’ kan maken dan anderen. Ze zijn sterk, maar weten tegelijk van zichzelf dat ze zwak zijn. Ze verheugen zich niet over hun invloed, maar over het feit dat hun naam geschreven is in het boek van het leven van het lam. Ze gebruiken hun positie dan ook niet om hun eigen heldenverhaal te versterken, maar om goed te doen aan anderen. Wat hun is toevertrouwd zetten ze als rentmeesters in om zwakken en machtelozen te ondersteunen en de schepping tot groei en ontplooiing te brengen (en vervullen daarmee het gebod uit Genesis).
Wat ze hebben gekregen, willen ze niet voor zichzelf vasthouden. Hun greep erop is los. Ze durven het weg te geven aan wie het meer nodig heeft dan zijn. Ze komen op voor de zwakke, ook als ze zelf toevallig niet zo zichtbaar ‘zwak’ zijn. Ze dienen, zelfs als ze dat niet zouden hoeven. Ze volgen Jezus. Zo kunnen ook rijken het Koninkrijk van God binnengaan. Want wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.

Spielberg heeft ooit gezegd dat hij zich er niet voor schaamt dat zijn films goed aflopen. Volgens hem hebben mensen namelijk hoop nodig. En hij wil dat geven. Dat is voor mij extra bevestiging dat deze regisseur oog heeft voor het Grote Verhaal. Hij weet dat het verhaal van God uiteindelijk ook een ‘happy end’ kent. Dat hebben de verhalen over Indiana Jones ook, en niet alleen die over James Bond. Maar Indiana Jones verliest eigenlijk in alle films datgene waar het hem om te doen was. Er blijft geen mactig artefact over. Net zo zal er in het koninkrijk dat komt geen macht of autoriteit meer zijn. Er zal geen tempel meer zijn, zegt Johannes in Openbaringen. Aardse structuren, de verhalen waar wij onze identiteit aan ontlenen, zullen hebben afgedaan. Maar wat Indiana Jones vindt aan het eind van zijn avonturen, is de gemeenschap met anderen. Gemeenschap die niet is gebaseerd op macht en autoriteit, maar op liefde. Niet voor niets eindigt Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull met een bruiloft. Net als de bijbel, eigenlijk. God zal zijn alles en in allen, de bruid en het lam zullen zijn samengekomen, genade en waarheid hebben elkaar gevonden en er zal geen geweld meer zijn op Gods heilige berg. Dat is een ontknoping om naar uit te kijken.

P.S. Planet Pulp heeft meer gave tekeningen van Indiana Jones!

donderdag 23 februari 2012

Foto's: Winterse bessen

Het is februari en de natuur is zich al aan het voorbereiden op de lente. De knoppen zijn dik of beginnen uit te lopen en de krokussen laten zich al bewonderen. De winter verliest zijn greep op het leven. Maar hij was het leven nooit helemaal de baas. Zo hebben tal van bessen de stormwind en de kou doorstaan. Ze zien er misschien niet meer al te fris uit, zijn misschien ingevallen of verkleurd, maar ze laten zien met welk doorzettingsvermogen de natuur gezegend is. En ik genoot ervan ze met mijn camera vast te leggen toen ik in de lunchpauze door het parkje bij mijn werk in de buurt wandelde.





En als toegift nog een van de mistige zonsopkomsten van de afgelopen koude weken ...

woensdag 22 februari 2012

Links: straalpistolen, waterplaneet, diepe springstaartjes, verbeelding, Hugo en vasten

Erg interessante buitenaardse wezens en mooi ontworpen straalpistolen in dit retrofuturistische animatiefilmpje! Vooral geschikt voor de anglofielen onder mijn lezers ;-).

Een spannende trailer voor Mass Effect 3, het spel dat ik volgende maand hoop te gaan spelen en waar ik wel weer een half jaar zoet mee zal zijn ... Het beste SF-verhaal van de laatste paar jaar!

Een van de leuke aspecten van Mass Effect is dat je heel veel verschillende planeten bezoekt om er naar grondstoffen te mijnen. Allemaal met andere beschrijvingen! Nu kan er een bijzondere klasse planeet aan worden toegevoegd: een planeet die voor het grootste deel uit water bestaat! Nu is dat op zich niet zo bijzonder, maar deze planeet bevindt zich dicht bij zijn ster en is dus erg warm! Volgens de wetenschappers heeft het water op deze planeet bizarre eigenschappen: het bevindt zich in de toestand van een 'super vloeistof' of 'warm ijs'.

Twee meter onder de extreem droge Atacamawoestijn in Zuid-Amerika vonden wetenschappers nieuwe micro-organismen die leven van water uit zoutkristallen. Bizar! En natuurlijk wordt gesuggereerd dat dergelijke omgevingen ook voorkomen op Mars en dat deze planeet dus leven kan herbergen!

Nog dieper leeft een nieuw soort springstaartje, het diepst levende landdier ooit ontdekt. Het is een soort die leeft in de diepste grot op Aarde, vlak bij de zwarte zee, 1980 meter onder het aardoppervlak. In plaats van met ogen neemt deze soort de omgeving waar met behulp van organen die chemische stoffen waarnemen.

"Our eschatology is inhibited by a lack of imagination." schrijft een blogger die ik nog niet kende, maar met wie ik het wel helemaal eens ben. "Perhaps in imagining the Story’s end the theologians and the exegetes must become painters and singers, sculptors and poets, taking language to its end and then some as we attempt to articulate a better and more biblical hope than what we’ve often settled for." Doet me denken aan wat ik las bij Peter Kreeft, dat niet twijfel de vijand is van geloof, maar saaiheid!

Over verbeelding schrijft ook een christelijke filmrecensent in zijn bespreking van Hugo, een geweldige film die ik deze week heb gezien. Wie mijn filmbesprekingen lang vindt, zal echter schrikken van deze ... maar ze is wel gelardeerd met prachtige citaten van onder andere C.S. Lewis. De bespreking bevat een mooie analyse van het verschil tussen fantasie en verbeelding: "There is a difference between fantasy, in the sense of simulated emotional highs crafted to satisfy the appetites of our desires, and imagination, which explores a created world in which joy and satisfaction are won by the adventures, work, trials, temptations, and effort of the characters. Imaginative films engage us by leading us through the pleasure of considering something that is other than ourselves. Fantasy films, in the sense of the word as Scruton uses it, disengage us by appealing to our appetites and desires and offering that which isn't real to temporarily sate them." En ik moest knikken bij dit citaat van Lewis: "An unliterary man may be defined as one who reads books once only ...  It is the quality of unexpectedness, not the fact that delights us. It is even better the second time. Knowing that the ‘surprise’ is coming we can now fully relish the fact that this path through the shrubbery doesn’t look as if it were suddenly going to bring us out on the edge of the cliff. So in literature. We do not enjoy a story fully at the first reading. Not till the curiosity, the sheer narrative lust, has been given its sop and laid asleep, are we at leisure to savour the real beauties. Till then, it is like wasting great wine on a ravenous natural thirst which merely wants cold wetness. The children understand this well when they ask for the same story over and over again." Dit is de reden dat ik zelf heel vaak boeken herlees, en sommige films al acht tot tien keer heb bekeken. Hugo is ook een film die ik vaker zal zien. Mijn eigen bespreking van de film volgt na het weekeinde.

Het is carnaval geweest, dus nu is het vastenseizoen aangebroken. Mark Galli schrijft in Christianity Today dat vasten hem niet geestelijker maakt (en verwijst daarbij naar de beperking van onze wilskracht): "Instead of the small thing helping me become faithful in the big thing, it just makes me focus more and more on the small thing. Fasting just reminds me how little I love God and how seldom I live according to his ways ...  What my Lenten successes have done more than anything else is inculcate pride and self-righteousness. Spiritually speaking, that's one step forward and two steps back." Maar juist die confrontatie met ons onvermogen maakt het vasten volgens Galli zinvol. Het gaat er niet om dat wij beter worden, maar dat we onze afhankelijkheid van genade weer beseffen. Het vasten eindigt namelijk op Paaszondag: "Easter doesn't become a day when I thank God that he has made me more disciplined, not like those non-liturgical folks who don't even observe Lent. Instead, it becomes an occasion to celebrate the fact that my self-respect does not hinge on my self-discipline, and that my very lack of discipline is the paradoxical sign of the gospel. Indeed, while we were gluttons and prayerless, while we didn't give a rip about the poor, Christ died for us. It's not for the spiritually fit and healthy that he came, but for the unfit and unhealthy." Heel mooi en hoopgevend!

Mockingbird schrijft ook weer over ons tekort aan wilskracht, en hoe dat wordt uitgebuit door reclamemakers en marketeers. Het blijkt namelijk dat wij gewoontedieren zijn. Als we al van gewoontes afkomen, is dat door ze te vervangen door andere gewoontes. "Habits aren’t destiny — they can be ignored, changed or replaced. But it’s also true that once the loop is established and a habit emerges, your brain stops fully participating in decision-making. So unless you deliberately ļ¬ght a habit — unless you ļ¬nd new cues and rewards — the old pattern will unfold automatically." Eigenlijk het enige moment dat we daadwerkelijk veranderen is bij levensveranderende gebeurtenissen, zoals een verhuizing, echtscheiding, huwelijk of de geboorte van een kind. Verstoringen van onze omstandigheden veranderen ons, in plaats van andersom. Door marketeers wordt dit uitgebuit op een cynische manier, maar christenen kunnen er anders naar kijken. "A Christian might see it as further confirmation that we are the object of life’s ups and downs, rather than their subject, that perhaps it’s no coincidence that the Good News addresses those who can’t/don’t bring anything ‘to the table,’ and for whom Hope must take an external form if it’s to be of any lasting comfort." Verandering en redding komen van buitenaf, niet van binnenuit!

maandag 20 februari 2012

Gedicht: Kristallen bol

Vanmorgen uit de trein zag ik rijp op de velden. Dat herinnerde mij aan een gedicht dat ik vorige maand schreef. Ik besloot het vandaag op mijn blog te plaatsen.

Wit omkranst gras
accentueert de blauwe hemel.
In breekbaar water
spiegelen gouden bomen
als wachters van de morgen.
Wanneer de dag het kristal
heeft doen verdwijnen
herinner ik mij het visioen:
het wordt lente.

zondag 19 februari 2012

Macht en zwakheid 1: het falen van de macht

Ik vul niet alleen zelf een blog (met vrij lange bijdrages over het algemeen), ik volg er ook meerdere. Een ervan is de Internetmonkblog - na de dood van initiator Michael Spencer overgenomen door een team enthousiaste auteurs. Michael Spencer was een open, eerlijke schrijver, niet alleen kritisch naar de evangelische wereld, maar ook naar zichzelf. En bovendien keerde hij altijd terug naar het thema van de onvoorwaardelijke liefde van God, zoals die in Jezus werd geopenbaard. Ik zal hem voor altijd dankbaar blijven voor zijn eigen stukken over genade, maar ook voor zijn enthousiasme over de boeken van Robert Farrar Capon (waar trouwe lezers de afgelopen maanden heel wat citaten voorbij hebben zien komen). Zijn nadruk op deze onderwerpen en zijn weigering om het gezag van sprekers en schrijvers zomaar te accepteren, leidde tot nogal wat kritiek van vooral calvinistische bloggers en schrijvers.
Na zijn dood hield zijn blog gelukkig dezelfde nadruk op genade (wat de reden is dat ik er graag langssurf om mee te lezen). Maar ook de kritiek is gebleven. Zo was de blog de afgelopen week geheel gewijd aan genade (gebaseerd op het boek Three Free Sins van Steve Brown). Een verademing - tot je sommige van de commentaren onder de artikelen las (gelukkig lang niet alle!). Een heel aantal van de reageerders ageerden namelijk tegen de stelling dat genade ons absoluut vrij maakt. Dat is gevaarlijk, vonden ze. Als dat gepredikt werd zouden mensen alleen maar gaan zondigen. Er moest ook worden gesproken over de noodzaak om te veranderen en je leven te beteren.
Ik slaakte een diepe zucht. Ik geloof - net als deze respondenten - dat God ons heeft geschapen om Hem, onze medemensen, de schepping en onszelf lief te hebben, en dat er manieren van leven zijn waarmee we onszelf, onze wereld, en onze naasten de vrijheid ontnemen en beschadigen, en daarmee ook God verdriet doen. Over beide aspecten spreekt de bijbel, en ook christenen mogen en moeten elkaar daarop wijzen. Ik weet zeker dat alle schrijvers van de Internetmonkblog dit zouden beamen. Maar wat mij frustreerde, was dat deze schrijvers de noodzaak voelden de veranderde manier van leven aan anderen op te leggen. En niet alleen zelf dat te doen, maar ook andere sprekers wilden ze overtuigen om niet over de onvoorwaardelijke genade te spreken, maar te benadrukken dat het wel degelijk ging over levensheiliging en rechtvaardigheid. Niemand hield hen tegen om zich met woord en daad in te zetten voor een heilig leven. En op de Internetmonkblog is ook niemand te vinden die er maar op los leeft. Waarom dan toch zo fel? Waarom niet accepteren dat God mensen liefheeft en daar in vrijheid naar leven? Waarom zo’n nadruk op gedrag, inspanning en de aanname dat genade niet goedkoop kan zijn?  Als genade niet goedkoop was, kon niemand haar betalen!

Deze commentatoren verraadden een groot vertrouwen op de menselijke wilskracht - niet alleen wat betreft het veranderen van het eigen gedrag, maar ook wat betreft het veranderen van het gedrag van anderen. De leider in de gemeente, de prediker, is volgens hen verantwoordelijk voor het al dan niet morele gedrag van de gemeenteleden. Hij moet zijn gezag gebruiken om hen tot een juiste manier van leven te brengen. Eigenlijk is deze visie niet anders dan in de gemiddelde evangelische kerk wordt gepredikt. Denk aan de preken met oproepen om meer te bidden, meer uit de bijbel te lezen, meer te evangeliseren en meer naar de kerk te komen (want als er meer mensen naar de bidstonden komen, komt de kerk tot leven). Het idee is dat de predikers het gedrag van de toehoorders kunnen veranderen.
Ik heb het dan nog niet eens over het ‘bedekkings’-idee uit de meer charismatische kerken, dat kerkleiders werkelijk verantwoordelijk maakt voor hun gemeenteleden - wie onder de ‘bedekking’ van een kerkleider valt, wordt gezegend, wie niet onder een ‘bedekking’ hoort, mist Gods zegen. Dit leidt daar tot een hele structuur van leiders, die zich zelfs in een afspiegeling van de katholieke hiĆ«rarchie bisschoppen en aartsbisschoppen noemen. De hoogste autoriteit moet zonder aarzelen worden gevolgd - ‘touch not the Lord’s anointed’ - want hij is verantwoordelijk voor iedereen onder zich. Omdat hij macht heeft, heeft hij gelijk. Might makes right.
En als de leiders niet denken dat ze de mensen in hun kerk kunnen veranderen, geloven ze wel dat ze met hun kerk de wereld (en de mensen in de wereld) kunnen veranderen. Ze kunnen ‘Nederland winnen voor Jezus’, ze kunnen beslissingen van de overheid terugdraaien. Ze kunnen voorkomen dat de Harry-Potterboeken worden gelezen in de klaslokalen, of ze kunnen zorgen voor een opwekking in landen ver weg, met duizenden bekeringen en genezingen van blinden. En dat allemaal door hun inspiratie en hun durf om hun dromen te volgen. Alleen daarom al moeten mensen hen volgen, want zij krijgen in elk geval iets voor elkaar!
Het is niet dat ik deze manier van denken niet begrijp. Het is namelijk een heel menselijke gedachte. Daarom zien we structuren van autoriteit en leiderschap overal in de wereld terug, in organisaties, in bedrijven, in de politiek. En ja, in kerken! Maar juist het feit dat we het overal om ons heen zien in de wereld (en ook waar het toe leidt: oorlog, uitbuiting en onderdrukking) zou ons te denken mogen geven. Het is ook niet dat ik geloof dat alle leiders slechte bedoelingen hebben. Verre van dat! Maar, zoals in de film Jurassic Park III werd opgemerkt: “Some of the worst things imaginable have been done with the best intentions.” Je eigen overtuiging dat je goed of rechtvaardig bent, garandeert niet dat jouw gebruik van macht over anderen ook goede of rechtvaardige resultaten teweegbrengt. Eerder het tegenovergestelde. 

Dat ik eraan twijfel of we met behulp van onze wilskracht onszelf kunnen veranderen, zal de lezers van deze blog ondertussen duidelijk zijn. Maar ik geloof daarnaast dat wij met onze macht niet werkelijk andere mensen kunnen veranderen. We kunnen ze alleen maar hun vrijheid ontnemen, minder zichzelf maken, want onze macht over anderen is voor hen een externe motiverende factor. Elke gedragsverandering die door onze macht over anderen tot stand komt, is niet een verandering die uit het hart komt, een verandering waar de ander werkelijk naar verlangt, maar een verandering die de ander wordt opgelegd. En dat geldt voor de mensen in de kerk, en voor de mensen buiten de kerk. Geen wonder dat die zo afgeven op het opgeheven vingertje van christenen. Niemand vindt het prettig als een partij van buitenaf zijn eigen macht beperkt.
Als we macht uitoefenen, komt dat uiteindelijk nooit de ander ten goede, maar altijd onszelf. De filosoof Nietzche noemde het principe hierachter de ‘Will to power’ (der Wille zur Macht). Ik citeer van Wikipedia (ik geef toe dat ik slechts amateurfilosoof ben): “My idea is that every specific body strives to become master over all space and to extend its force (its will to power) and to thrust back all that resists its extension. But it continually encounters similar efforts on the part of other bodies and ends by coming to an arrangement ("union") with those of them that are sufficiently related to it: thus they then conspire together for power. And the process goes on ...the will of life is bent upon power, its total goal: creating greater units of power.
Hier zijn we ons natuurlijk lang niet altijd van bewust - onze ‘will to power’ gaat vaak verborgen achter religieuze termen, het werk dat we doen voor de Heer, het goed dat we doen voor anderen. We rechtvaardigen onszelf, wat we doen is immers altijd ‘goed’, in elk geval volgens onze definities. Ik denk dat Nietzche daarom aan een van zijn publicaties de titel ‘Beyond Good and Evil’ meegaf. Hij doorzag dat ons spreken over moraliteit vooral een goedpraten is van ons eigen ‘heldenverhaal’, het veiligstellen van onze eigen machtspositie of gevoel van eigenwaarde. “This includes both such apparently harmful acts as physical violence, lying, and domination, on one hand, and such apparently non-harmful acts as gift-giving, love and praise on the other— In Beyond Good And Evil, Nietzche claims that philosophers' "will to truth" is actually nothing more than a manifestation of their will to power; this will can be life-affirming or a manifestation of nihilism, but it is the will to power all the same.”
De Nazi’s namen Nietzches ideeĆ«n serieus. Hun verheerlijking van de wil - de ‘Triomf van de wil’ - wist een groot deel van Europa te winnen. Zelfs veel kerken en gelovigen schijnen Hitler niet als gevaar te hebben gezien en zelfs actief te hebben ondersteund. Misschien omdat zij net zo goed als hij ten enenmale werden gedreven door de ‘will to power’ en in zijn ideologie een kans zagen hun eigen machtspositie te versterken.

Hoewel Nietzsche volgens mij de menselijke natuur helder doorzag, was zijn conclusie dat onze drang naar macht, betekenis en invloed boven de moraal verheven was, niet correct. De verwijzing naar Nazi-Duitsland maakt dat wel duidelijk, vermoed ik. Macht is niet a-moreel, het is iets immoreels. Niet voor niets haalde ik zojuist een citaat aan uit een film geproduceerd door Steven Spielberg. Spielberg kiest heel vaak voor nazi’s als de ‘slechterikken’ in zijn films - soms op een kartooneske manier (zoals in de Indiana Jones-films), soms op een meer doordachte manier (zoals in Schindler’s List). Dit is niet (of niet alleen) omdat zijn verbeelding werd gevormd door oorlogsfilms. Ook niet omdat hij zelf van Joodse afkomst is. Het komt ook voort uit zijn filosofie.
Ik keek laatst een interessante serie video’s over de thema’s uit de films van Spielberg. Daarin werd het volgende gezegd: “In Spielberg’s movies, evil, such as it is, always comes back to the use or abuse of power. The relative good or evil of people in a Spielberg film can be discerned by looking at how they use whatever authority they have in a given situation – how they tap into, and apply, power.  This is how morality is measured. It is how good or evil is measured.” De tegenstanders in zijn films zijn geen psychopaten die plezier beleven aan het kwaad. Anders gezegd: het kwaad is voor hen geen doel in zichzelf. Wat hen tot ‘slechterikken’ maakt is dat ze zich hebben onderworpen aan het systeem van macht, de ‘will to power’.
In de film Jurassic Park zie je dat in de Tyrannosaurus rex - die niet zelf ‘slecht’ is, maar zijn natuur volgt. De T. rex wordt bij uitstek gedreven door de ‘will to power’. En toevallig is hij de machtigste in het dinosauruspark. Maar daarnaast bevat de film het karakter van John Hammond, de exploitant van het park. Hij lijkt een vriendelijke opa, zonder enig ‘kwaad’ in zijn systeem. Maar hij wil geld verdienen met een niet geevenaarde attractie, en zijn lust naar meer geld brengt hem ertoe risico’s te nemen die leiden tot de dood van tientallen individuen. Nog duidelijker is het bij het hoofd van de ‘pre crime’ in de film Minority Report, Lamar Burgess. Zijn organisatie heeft het misdaadcijfer laten dalen, en hij wil het systeem over het hele land uitrollen. Voor dat ‘goede doel’ (maar in feite voor zijn eigen machtspositie) is hij bereid individuen hun keuzevrijheid te ontnemen. Niet alleen de hoofdpersoon van de film, maar ook alle potentiele misdadigers die worden opgepakt voor ze iets hebben kunnen doen. “The antagonists in Spielberg's films are in with the power structure set out by society; even though they’re just individuals, in another sense they ARE authority.
Dit maakt autoriteit zelf in de Spielbergfilms tot de ware vijand. De uitoefening van macht over anderen is slecht. De gezichtsloze machtsstructuren zelf zijn de tegenstander (zoals de politieagenten in ET of Close Encounters of the Third Kind). “It is often society’s authority that is the true enemy in the Spielberg canon.  Many of Spielberg’s antagonists are but human extensions of it.” Een mooi voorbeeld is de film Munich, waar Spielberg op een meesterlijke manier de rollen omdraait. Hier is de vijand niet Nazi-duitsland, maar de staat van Israel. Het is namelijk niet zo dat Duitsland slecht is en Israel a priori goed. Het lijkt aanvankelijk misschien of de Israelische geheime dienst het recht aan haar kant heeft, maar haar gebruik van macht is net zo destructief als dat van hun tegenstanders. Of de macht wordt ‘goedgepraat’ maakt niet uit: door met hun autoriteit hun wil aan het individu op te leggen laten beide machten zien uit hetzelfde hout gesneden te zijn. “The true evil in Munich is that the state of Israel feels entitled to do anything it feels is necessary to avenge the murder of its athletes by Palestinian terrorists. It’s yet another example in Spielberg’s films of authority slowly clenching its iron fist around the individual. Nobody in Munich is evil – not the assassins, not their handlers, not the PLO targets they’re hunting. But they all are collectively responsible for evil acts.”

Ik denk veel over dit thema sinds het lezen van het fantasyboek A Game of Thrones. Ik heb er in mijn recensie ook over geschreven, maar ik kan aan de statistieken zien dat niet al mijn trouwe volgers deze hebben gelezen, waarschijnlijk omdat ze het boek niet kennen. Het punt uit mijn recensie wordt ook gemaakt door Jason Morehead, die schrijft: “The books’ heroes find their ethics compromised, either because they give into lust for power or because they’re forced to take extraordinary measures to survive. In either case, Martin’s point is clear: power corrupts, and it oftentimes corrupts the noblest the most easily.” Juist het idee dat je ‘goed’ bent, je eergevoel en eerlijkheid, verblinden je voor het gevaar van de macht zelf en maken dat je zonder het misschien te willen individuen onderdrukt en onschuldigen in gevaar brengt. Ik citeer in mijn recensie Richard Beck van Experimental Theology, die concludeert: “That which makes life worth living--our cultural hero system and the self-esteem it provides--is the very source of evil.”
Daarom denk ik dat het er in de het verhaal van God niet om gaat dat wij ‘goed’ zijn in plaats van ‘slecht’, maar dat wij ‘zwak’ durven zijn in plaats van ‘sterk’. Dat wij ons durven openstellen voor Gods genade, in plaats van te verlangen naar macht. Ook al is het de macht om ‘goed’ te doen. Hierin is de boodschap van Jezus werkelijk subversief. Wat het christelijke verhaal suggereert over leiderschap is dan ook anders dan wat de wereld suggereert, en dan wat in veel kerken in praktijk wordt gebracht.
Meer daarover in mijn volgende blogbericht (ik heb me weer eens door mijn enthousiasme laten meeslepen ...).

vrijdag 17 februari 2012

Foto's: Winterse zonsondergangen

En aan de andere kant van de flat zie ik de zon 's avonds ondergaan. Ook dat leverde de afgelopen winter prachtige uitzichten op, waarbij de hemel in allerlei kleuren geschilderd leek.







donderdag 16 februari 2012

Links: Del Toro, Europa, muziekvideo, kameleons, genadeweek op Internetmonk, schepping en evolutie

Een van mijn favoriete filmmakers, Guillermo Del Toro, met een rijke visuele verbeelding gekoppeld aan een goed gevoel voor het vertellen van verhalen, gaat een nieuwe versie maken van het mooie sprookje Beauty and the Beast. Dat wordt waarschijnlijk (met een beest dat ook echt een beest is, vermoed ik, afgaande op zijn eerdere werk).

Een science fiction-film over een team onderzoekers op weg naar Jupitermaan Europa om daar te zoeken naar mogelijk leven onder het ijs. Die moet ik kijken als hij uitkomt! Het idee van leven op Europa heeft mij altijd geboeid (sinds Arthur C. Clarkes 2010 The Year We Make Contact in elk geval).

Prachtige muziekvideo van OK Go. Deze moet je zien om te kunnen geloven. Heel erg creatief!

Hoewel baby's niet kunnen praten, begrijpen ze vanaf een leeftijd van zes maanden al wat je zegt!

De kleinste kameleon ter wereld - past op een luciferkop (jonge exemplaren in elk geval). Gaaf dat er nog steeds nieuwe diersoorten worden ontdekt!

Over kameleons gesproken: dit korte animatiefilmpje is leuk!

In een bericht dat kan dienen als aanvulling op mijn recente artikelen over wilskracht, citeert Jos Douma de wijze Anselm Grun over verandering. "In het begrip ‘veranderen’ stak vaak een overdreven optimisme, alsof men zomaar alles kon veranderen, maar dat in dat begrip zat tegelijkertijd ook vaak iets gewelddadigs Ik zou graag alles willen veranderen omdat wat bestaat niet goed is. Ik zou graag mezelf willen veranderen, van mij een andere mens willen maken, omdat ik zoals ik ben, niet goed ben." In plaats van 'veranderen' stelt Grun voor te spreken over 'omvormen'. "Omvormen betekent allereerst dat alles wat is goed is, maar dat er veel dingen zijn die ons wezen en onze waarheid verbergen. Omvorming bestaat er dan in dat wij ons oorspronkelijke beeld vanonder het kreupelhout van beelden weer opdelven en ons eigenlijke beeld uit het oneigenlijke laten groeien." Prachtig! Ik denk dat ik maar eens wat van Anselm Grun ga lezen. 

Schoonheid en wat dat voor ons betekent is iets dat mij veel bezighoudt. Ik heb er onder andere over geschreven in Het Boek van de Natuur (nog steeds warm aanbevolen). Een van de weinige blogs die er vaak over schrijft is The Rabbit Room. Ik vond daar een prachtig geschreven bericht waarin iemand vertelde hoe ze 'eigenaar' werd van een heuvel, door er een gedicht over te schrijven. Vooral als christenen mogen we ons de schoonheid van de natuur toe-eigenen met behulp van de verbeelding. "For the true apprehension of beauty, like faith itself, is an exercise in laying claim to what is already ours. There is a low door in the garden wall, and it opens on an inheritance: this is my Father’s world, and He has given it to me. All of the beauty in this astonishing universe of ours has already been lavished by a self-giving Creator. Wakefulness and effort give forth upon our birthright; seeing becomes receiving."

De Internetmonk-blog wijdt een week aan de genade, op basis van het nieuwe boek van Steve Brown (een van de inspiratoren van Indrukwekkende Vrijheid - ook nog steeds van harte aanbevolen) dat als titel draagt: Three Free Sins. Ik houd van de manier waarop Brown aanstelijke over de radicaliteit van de genade schrijft. Wauw! En op Internetmonk brengen ze dezelfde boodschap luid en duidelijk. Chaplain Mike bijvoorbeeld in zijn bericht Why Gays, Republicans, and Other Notorious Sinners Are Welcome at My Church. Dat leidde tot nogal wat discussie, wat ook weer suggereert dat je niet genoeg over de genade kunt spreken. In een prachtig stuk schrijft dezelfde auteur op basis van het boek van Brown dat het in het christelijk geloof niet erom gaat een beter mens te worden. Dat wordt je namelijk niet door je erop te richten. '“Almost everything of importance is found while we’re headed somewhere else.” That is, the goals we really want for our lives — love, joy, peace, meaning, significance, security, wisdom, maturity — will most likely be achieved when we don’t pursue them directly. They are by-products of important relationships and experiences in life.' Hij eindigt met de volgende oproep: "How about we call off this relentless “self-improvement” project and go take a walk with Jesus down the path of grace?" Hmmm ... dat is wel wat ik verlang. Er is ook een interview met Steve Brown. En een artikel over Maarten Luther, die ook het een en ander leerde over genade. En een prachtig geschreven stuk van een katholieke schrijfster, die toegeeft dat ze lijkt op de oudste broer uit de gelijkenis van Jezus. "Grace is unfair, yes, but not unjust.  Can I not do what I like with my own?” the Master asks us in the parable, and we have to answer “Yes”.  Unfortunately, we are all too likely to answer “Yes, but…”.  There’s always a “but”. But – won’t this let sinners off the hook?  But – won’t this be too easy?  But – how is this fair?  But – won’t people take advantage?  But – if it makes no difference what we do, then how can we tell people they have to believe to be saved?  But – but – but.  But nothing." Oh, en ze citeert G.K. Chesterton (altijd goed) en gebruikt voorbeelden uit Role playing games, waardoor ze op geekbonuspunten kan rekenen.

Een prachtig autobiografisch verhaal van iemand die opgroeide met interesse in de wetenschap, toen hij tot geloof kwam dacht zich aan het jonge aarde-creationisme te moeten binden, en zich later verzoende met een langere ontstaansgeschiedenis van het heelal en het leven - heel erg herkenbaar. Het had mijn verhaal wel kunnen zijn.  "Mijn mening is nu dat Genesis 1-11 wel degelijk over het begin van de wereld gaat maar daar in symbolische taal over spreekt. Wat toen gebeurd is, is niet op een manier beschreven die ‘zintuiglijk waarneembaar’ is, maar op een profetische manier. In beeldtaal dus. Een soort apocalyps van het verleden."

woensdag 15 februari 2012

Foto's: winterse zonsopkomsten

Jullie hebben ze een tijdje moeten missen: de zonsopkomsten en zonsondergangen die ik fotografeer vanuit mijn appartement op de 16e verdieping. Maar de afgelopen maanden heb ik er genoeg gefotografeerd. Dit zijn een paar van de foto's van de opkomende zon - boven Rotterdam, waarvan de kenmerkende 'skyline' aan de horizon te zien is. Elke zonsopkomst is prachtig - een uniek schilderij in de lucht en waard om van te genieten.





dinsdag 14 februari 2012

Valentijnsbericht: geen rollen, maar personen

Het is weer eens de veertiende februari, en hoewel het buiten grijs en kil is, de stoep glad, de bomen kaal en de bodem bedekt met smeltende stukjes sneeuw, vertellen de media en de winkels ons dat we per se romantisch moeten doen. Kaarten, etentjes, chocolade in een hartvormig doosje: wie niet iets leuks en origineels organiseert voor zijn of haar geliefde is een ‘loser’ (suggereert de commercie, die graag wil verdienen aan speciale Valentijnsarrangementen en -aanbiedingen). Romantiek is een prestatie geworden - en zoals ik eind vorig jaar schreef: moeten presteren is contraproductief. Het zorgt alleen maar voor de spanning om aan andermans verwachtingen (en die van de omgeving) te voldoen en is funest voor echte gezelligheid, en echte romantiek (die in mijn bescheiden mening zelfgekozen, gemeend en spontaan is).
Hoewel ik wat betreft mijn persoonlijke situatie voor het eerst in mijn leven in staat zou zijn om mee te doen met het Valentijnscircus, hebben mijn vriendin en ik ervoor gekozen om de gekte aan ons voorbij te laten gaan, en elkaar pas morgen te ontmoeten. Vanavond houd ik mij bezig met mijn aquariums, zonder dat er ook maar een flardje romantische muziek uit mijn radio klinkt. Maar er is een Valentijnstraditie waar ik me wel aan wil houden: mijn traditie om een bericht over relaties te schrijven op mijn blog. Ik kan nu niet meer ingaan op de voor- en nadelen van het vrijgezellenbestaan (en daar ben ik blij om, wil ik wel zeggen), maar toch vervult de hele wereld van de relaties tussen mannen en vrouwen me nog steeds met verbazing.

Vorige maand las ik bijvoorbeeld een artikel (en de commentaren erop) op de christelijke website Christianity Today. Het ging over het verschijnsel dat er nogal wat vrijgezelle dames zijn in de kerken die maar geen goede man kunnen vinden. Het probleem werd bij de mannen neergelegd: die wilden namelijk niet volwassen worden. Ze weigerden de verantwoordelijkheid te nemen voor een relatie en een gezin. In plaats daarvan bleven ze hangen in een verlengde adolescentie, waarbij ze in de kelder bij hun moeder computerspelletjes zaten te spelen en films zaten te kijken. Deze jongetjes moesten ernstig worden toegesproken, zodat ze zich zouden gaan schamen voor hun laksheid. Ze moesten ballen krijgen en hun plicht doen: de ‘zielige’ vrijgezelle vrouwen uit vragen, trouwen en kinderen krijgen. Het idee zou zijn dat als ze zich maar schuldig genoeg voelden, ze wel zouden veranderen. Ik denk dat deze benadering alleen maar averechts werkt. Schuldgevoel is, net als schaamte, nooit een goede motivator. Het zorgt ervoor dat de persoon in kwestie zich nog dieper in zijn schulp terugtrekt, terwijl de geslaagde macho man (en de vrijgezelle vrouw met hoge kwaliteitseisen) zichzelf nog eens een schouderklopje kunnen geven.
Ongeveer tegelijkertijd met dit artikel was er ophef over de voorganger Mark Driscoll uit Seattle, die ook nogal wat aparte ideeĆ«n heeft over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Ik zag bijvoorbeeld een videofragment van hem waarin hij uitviel tegen de mannen in zijn gemeente die in zijn ogen hun verantwoordelijkheid niet namen en niet de leiding hadden in hun gezin. Hij was er verbolgen over dat er in zijn gemeente vrijgezelle mannen waren, die niet de moed hadden om zich aan een dame te binden. Dat waren ‘sissies’ - ze moesten zichzelf snel gaan veranderen. Ondertussen houdt hij vrouwen voor dat ze hun man moeten dienen. Niet alleen in praktische zaken in het huishouden, maar ook op seksueel gebied. Zo moet volgens hem een vrouw zich niet ‘laten gaan’, maar zorgen dat ze voor haar man aantrekkelijk blijft. Anders zou het haar eigen schuld zijn als hij naar andere vrouwen zou gaan kijken. Ik hoef hier waarschijnlijk niet uit te leggen dat ik eigenlijk geen zin heb om meer van Driscoll te zien of te lezen. Ik voel me al minderwaardig genoeg zonder zijn tirades en zijn hele idee over vrouwen riekt naar misogynie.

Maar christenen zijn niet de enigen die mannen en vrouwen in een rollenpatroon willen dwingen. In de commentaren bij het stuk in Christianity Today werd gesuggereerd dat de jonge christenvrouwen het de mannen ook wel te makkelijk wilden maken. Ze moesten hogere eisen stellen (nog hoger? Aan mannen die passief blijven omdat ze denken toch al niet aan de eisen van de kerk en de maatschappij te kunnen voldoen?). Ze moesten zich houden aan ‘The Rules’. Dit is een set regels voor vrouwen met betrekking tot het daten. De vrouw mag bijvoorbeeld niet de man uitvragen, moet niet te snel terugbellen als de man belt, moet niet te enthousiast reageren. Ze moet hem op afstand houden, ‘hard to get’ zijn. Het idee is dan dat de man omdat hij nog harder zijn best voor haar moet doen, haar nog liever zal willen - en dus nog verliefder op haar zal worden. Daar tegenover staan voor mannen de regels van ‘The Game’. Het spel waarmee mannen vrouwen verliefd op zich kunnen laten worden. De man moet inderdaad niet laten merken dat hij een vrouw leuk vindt. Hij moet haar onzeker houden. Hij moet haar af en toe aanraken, op de arm, of even bij de hand nemen, maar niet te lang. Hij moet haar vertellen wat ze moet doen, en haar niet te veel inspraak geven. Hij moet haar plagen. De onzekerheid zal haar verliefd maken, want wat is verliefdheid anders dan onzekerheid? Als het het niet doet, komt de man terecht in de ‘friend zone’ en wordt hij niet gezien als romantische mogelijkheid, maar alleen als schouder om op uit te huilen.
Toen ik me had voorgenomen om mijn onzekerheid op relationeel gebied te overwinnen heb ik me verdiept in wat er van mannen verwacht wordt in ‘het spel’. Ik heb ook geprobeerd het in praktijk te brengen - maar zonder succes. Het past namelijk niet bij mij. Ten eerste omdat ik niet iemand wil manipuleren zodat die verliefd op mij zou worden. Ik wil helemaal geen ‘spel’ met iemand spelen. Ik wil een relatie met een echte vrouw, een echt persoon, die zelf voor mij heeft gekozen zonder dat ik haar gevoelens bewust heb bespeeld. En het woord ‘spel’ suggereert al dat ik in de relatie op basis van deze regels ook al niet mezelf zou kunnen zijn. Ik zou een rol spelen, en die zou ik eeuwig moeten volhouden. Want ik ben niet zo macho dat ik kan doen alsof ik niet geef om de ander. En mijn grote wens is om mezelf te kunnen zijn. Bovendien ben ik niet zo zelfverzekerd. Dus de andere partij mag ook wat initiatief nemen - als ik zou moeten blijven raden naar iemands gevoelens, geef ik de moed snel op.

Ik schrijf de laatste weken veel over het vertrouwen op onze eigen wilskracht om onszelf en anderen te veranderen en over ‘heldenverhalen’ waar we onze identiteit aan ontlenen, maar waardoor we andere mensen niet zichzelf kunnen laten blijven, maar moeten veranderen of bestrijden. Deze dynamiek speelt ook tussen man en vrouw, zowel bij christenen, als in de rest van de wereld. Allebei proberen ze met technieken en regels de ander voor zichzelf te laten vallen. Maar ook: mensen die zich niet aan de verwachtingen of het ideaalplaatje houden (de zelfverzekerde man ‘in control’, de onderdanige vrouw), worden gekleineerd of krijgen een schuldgevoel aangepraat (dat doet niet alleen Mark Driscoll, ik heb op internetforums ook pijnlijke commentaren gelezen op mannen die weigerden het ‘spel’ te spelen). Het resultaat is dat zowel man als vrouw een rol gaat spelen. Hij en zij zijn niet zichzelf naar de ander, maar laten alleen zien wat zij denken dat de ander wil zien. Die heeft dan ook geen relatie met een echt persoon, maar met een toneelspeler of -speelster. Ik schreef al eerder dat dit een groot probleem is in de evangelische kerk, waar mensen een rol moeten spelen, maar het verziekt ook relaties.
Ik geloof dat het Verhaal van Jezus, het Verhaal van de Zwakheid, werkelijk goed nieuws is. Het is de aankondiging dat mensen (mannen/vrouwen, stoer of onzeker, macho of gamer) hun identiteit en betekenis niet meer hoeven ontlenen aan wie ze zijn of wat ze doen (hun ‘heldenverhaal’), maar dat deze ze gegeven worden door de liefde van God - het bewijs ervoor is de dood van Jezus. Tegelijk krijgt ieder mens de belofte dat zijn of haar leven niet van de eigen wilskracht afhangt, maar dat het de opstandingskracht van God in hem of haar is die ervoor zorgt dat de wil van God gebeurt, in de persoon zelf en in de wereld. Dit gaat in tegen alle regels en spellen uit onze maatschappij. Het is werkelijk subversief. Maar het brengt wel de hoop met zich mee dat mensen een echte relatie met elkaar kunnen hebben. Een relatie waarin beide partners de ander respecteren als persoon, en niet als ideaalbeeld. Een relatie waarin beide partners niet proberen de ander aan een ideaalbeeld te laten voldoen, maar juist voor de ander zoals die is klaar staan. Een relatie van twee gelijkwaardige personen die zich aan de ander geven - en die zo een beeld zijn van de drie-eenheid: een ondeelbare eenheid die een gevolg is van de gevende liefde van de drie personen.

Mensen denken dat de bijbel relaties tussen man en vrouw juist beschrijft als een hierarchie, waarbij de man de leiding heeft, en de vrouw de rol van huisvrouw moet spelen. Niets is verder van de waarheid. Zelfs het gedeelte uit Efeze dat hier vaak bij wordt aangehaald, wijst erop dat de man zijn vrouw moet liefhebben zoals Christus de gemeente heeft liefgehad, dat wil zeggen: als zijn eigen lichaam! Als je dat vergelijkt met de omliggende cultuur, waarin vrouwen meer als eigendom werden gezien dan als gelijkwaardige partner, is dit al heel erg subversief.
Maar Paulus (die vaak wordt gezien als vrouwenhater, volledig onterecht!) gaat nog veel verder in 1 Korintiers 7:1-4. Besef bij het lezen hoe de Grieken in die tijd over vrouwen dachten: vrouwen waren in hun ogen minderwaardig. Seks met vrouwen diende alleen om kinderen te verwekken, maar was eigenlijk iets dat niet pastte bij de status van mannen, dus het was goed om geen seks met vrouwen te hebben. Dat vrouwen ook plezier beleefden aan seks kwam niet eens bij ze op. Mannen hadden liever seks met andere mannen - vooral jonge mannen. Niet voor niets werd er in de gymnasiums naakt gesport. Voor mensen die leefden in deze omgeving schreef Paulus: “U zegt dat het goed is dat een man geen gemeenschap met een vrouw heeft. Maar om ontucht te vermijden moet iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. En een man moet zijn vrouw geven wat haar toekomt, evenals een vrouw haar man. Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw. Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen.” Dat is revolutionair! Dit is een progressieve seksuele ethiek! De man moet de wensen van de vrouw bevredigen! De man moet zijn lichaam niet voor zichzelf houden, maar het geven aan zijn vrouw! Hij moet het haar naar de zin maken, en niet alleen eisen dat zij het hem naar de zin maakt. Kortom, volgens de bijbel is de relatie tussen man en vrouw - ook de seksuele relatie - een relatie tussen twee personen, van gelijke waarde en betekenis. “Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen Ć©Ć©n in Christus Jezus.” (Galaten 3:28). Dat wilde zeggen dat men in de kerk ook niet meer mocht discrimineren. De scheidsmuur was immers afgebroken. Iedereen was als persoon even waardevol.
Getuige de hierboven aangehaalde artikelen zijn deze woorden van Paulus nog steeds subversief in onze cultuur en ook in de christelijke kerk - overal waar van de relatie tussen man en vrouw een spel wordt gemaakt, waar het een hierarchische relatie wordt, gebaseerd op macht of gezag, en waar mensen niet als persoon worden beschouwd, maar als rol.

Van alle instemmende commentaren bij het artikel in Christianity Today waren er een of twee die een tegengeluid lieten horen tegen al die eigengerechtigde schrijvers die meenden dat de computerspelende ‘kind-man’ van tegenwoordig een schop onder zijn kont moest krijgen. Een vrouw had volgens mij het juiste idee. Ze zei dat -in plaats van deze mannen op de kop te zitten en een schuldgevoel aan te praten- zowel mannan als vrouwen hun best moesten doen om ze te bevestigen. Bevestig wie ze zijn, bevestig hun kwaliteiten, stimuleer ze in hun passies en interesses. Geef ze het vertrouwen dat ze (zoals ze zijn!) iets te bieden hebben en niet hoeven voldoen aan het ideaalbeeld van de perfecte man. Kortom, behandel ze als persoon, met het respect dat ze verdienen als persoon, en verwacht niet van ze dat ze perfect en bepaalde rol gaan spelen. Het zou zomaar kunnen dat deze mannen dan de vrijgezelle vrouwen in de kerk ook niet langer meer zien als ‘vrijgezelle kerkvrouwen’, onbereikbaar, of veeleisend, maar als personen, echte mensen. En dat ze bij elkaar komen, niet door een spel te spelen, niet door zich aan de regels te houden, maar door een relatie met elkaar aan te gaan. En als hij dan nog steeds achter de spelcomputer kruipt, is dat niet omdat hij onvolwassen is, maar omdat hij houdt van computerspellen.
Ik ben in elk geval blij dat ik er geen spel van heb gemaakt toen ik contact opnam met mijn huidige vriendin om met haar af te spreken, of toen ik haar verkering vroeg. En ik ben er blij om dat zij zich niet aan de regels hield, maar duidelijk liet merken dat zij me leuk vond en me beter wilde leren kennen. Ik weet dat ik bij haar mezelf kan zijn, en zij zegt dat zij bij mij zichzelf kan zijn. Dat is waar het om draait tussen mensen. En daar heb je geen hartvormige doosjes bonbons of rode ansichtkaarten voor nodig.

P.S. Lees ook dit openhartige bericht: 'I wish everything they keep telling us to do actually worked, really I do ... But this largely sexist idea that you guys – and it is the guys for the most part – seem to have about how all Christian men and all Christian women are wired – or ought to be wired –  just doesn’t work in the real world ... Many men actually like women as fellow human beings, and don’t think women are just for marrying, or leading around, or sticking their willies in. I put it to you that an awful lot of men – more than you probably think – don’t want to be leaders, of their wives or anyone else. And these are not broken men that need fixing. Another thing. Despite all that weaker vessel stuff, not all women are weaker than men, physically, mentally or spiritually ...  I’ll come back to church when you guys start healing and uniting all people, regardless of gender and sexual orientation, celebrating their humanity and diversity, and just stop with the generalisations, the misogyny, and the micro-managing sin via behaviour modification. It’s just boring." Het hele artikel is de moeite waard!

P.P.S. Voordat iedereen kritiek heeft op Christianity Today: ze schrijven gelukkig ook wel andere dingen over relaties - die mij gezonder in de oren klinken: "The model of the companionate marriage is rooted in permanence, not performance and so sees a potential mate as a partner instead of prey."

P.P.P.S. Mijn valentijnsbericht van 2011

P.P.P.P.S. Mijn valentijnsbericht van 2010