Er is in het Engels een boek met zo'n soort titel (zie hiernaast), waarin twee jonge gasten (die zo in de 'emergent church' zouden passen) uitleggen waarom ze toch bij een traditionele evangelische kerk blijven en hun calvinistisch geïnspireerde theologie blijven vasthouden. Zo'n betoog wordt dit bericht in elk geval niet, want ik zet wel degelijk vraagtekens bij de kerk zoals die op dit moment georganiseerd is, en bij de theologie die in de evangelische wereld geleerd wordt. Maar ik voel me ook niet echt verbonden met de 'emergent church'.
Voordat ik verder ga, moet ik waarschijnlijk even uitleggen wat het is, die 'emergent church'. Het is een beweging, vooral in de Engelstalige wereld, van christenen die zoeken naar manieren van geloven en van kerkzijn die beter passen bij onze postmoderne tijd. Ze stellen (en daar ben ik het mee eens) dat veel van onze huidige structuren en theorieën stammen uit de moderniteit of daarvoor. We hameren bijvoorbeeld nog steeds op het geloof in onwankelbare waarheden, terwijl de gemiddelde mens om ons heen al lang niet meer in iets als een waarheid gelooft. We presenteren het evangelie op evangelisatiebijeenkomsten als een serie leerstellingen die iemand moet aannemen (en dan is hij gered), terwijl om ons heen iedereen zich afvraagt: 'Maar wat betekent het voor mij? Wat kan ik ermee in de praktijk?'. We laten iemand van het podium of van het preekgestoelte veertig minuten praten, terwijl we eigenlijk zouden willen beleven in plaats van luisteren, zelf doen in plaats van gelaten de dienst ondergaan. Dus hebben christenen de laatste vijftien jaar nagedacht hoe het geloof in onze postmoderne tijd 'past'. Daarbij gaan ze terug naar de kern, de kerkvaders, de eerste gemeentes, en vragen zich af hoe die kernwaarheden tot uiting kunnen gaan komen ('emergen') in onze tijd. Eerst zoeken naar de zaadkorrel die onder de lagen theologie verborgen zit, en dan zoeken naar de vormen waarin deze zou ontkiemen in het postmoderne tijdgewricht. En dan kerken maken die daarbij aansluiten. Daarbij laten deze gelovigen geen heilige huisjes overeind staan. Alles moet veranderen, suggereert Brian McLaren in zijn boektitel Everything must Change.
Het klinkt als iets waar ik wel achter zou moeten staan. En ik dacht ook lang dat ik er achter stond. Ik ben ook postmodern (en proud of it). Ik heb contacten met mensen over de hele wereld via internet. Ik ben bereid om vraagtekens te zetten bij mijn overtuigingen. Ik wil zoeken naar nieuwe verwoordingen, nieuwe manieren. Ik wil ook terug naar de kern. Toch denk ik de laatste maanden dat ik niet hoor tot de 'emergent church'. En de reden heeft te maken met het onderwerp dat zowel voor de 'emergent christenen' als voor mij heel erg belangrijk is: het koninkrijk van God.
Een van de onderwerpen die de 'emergent' christenen hebben teruggevonden in het 'oude christendom' is de leer over het koninkrijk van God. In de traditionele evangelische kerken is dit onderwerp op de tweede plaats komen te staan (als het niet lager staat), na de bekeringsboodschap. Het traditionele evangelie is: Jezus is voor je zonden gestorven. Als je dat gelooft, mag je na je dood naar de hemel in plaats van naar de hel. Maar volgens de 'emergent' christenen was dat helemaal niet de boodschap van de bijbelschrijvers, laat staan van Jezus. Nee, zowel Jezus als zijn discipelen (en ook iemand als Paulus) brachten een heel ander goed nieuws. Zij zeiden: het koninkrijk van God is aangebroken en iedereen mag er bijhoren! De tijd van Gods regering, waarin liefde, rechtvaardigheid en waarheid kenmerkend zijn, is nu begonnen en het is de bedoeling dat die werkelijkheid zich over de hele aarde uitbreidt. Iedereen die door die visie wordt aangesproken, mag zich erbij aansluiten en meewerken aan de vervulling ervan. Wauw! Dat is enthousiasmerend! En ik ben het hier mee eens. Het IS het evangelie (het goede nieuws) dat Jezus en zijn volgelingen brachten: het koninkrijk waar de profeten van spraken, waarin God alles zou herstellen, is werkelijkheid geworden. En de poorten ervan staan voor iedereen open. Kom erbij!
Maar er blijft een interessante vraag open: wiens verantwoordelijkheid is het dat dit koninkrijk werkelijkheid wordt? Wiens taak is het deze visie realiteit te maken? Daar wringt de schoen. Ik volg de laatste weken de discussie online over het nieuwste boek van Emergent-voorman Brian McLaren A New Kind of Christianity. Nee, ik heb het boek zelf nog niet gelezen. Dat ben ik wel van plan in de toekomst. Ik denk ook dat ik het in veel opzichten met McLaren eens zal zijn. Dat weet ik wel zeker. Ook ik stel vragen bij de manier waarop we de bijbel moeten lezen. Ook ik denk dat het niet past om onze verlossing te omschrijven in termen van straf en plaatsvervanging. Maar wat ik in de opmerkingen van mensen die het boek wel hebben gelezen proef (en wat ik ook wel hoor in de woorden van andere 'emergers') is een christelijk geloof waar het werk van Jezus niet meer centraal staat. Jezus is meer een voorbeeld aan het worden van hoe wij zouden moeten leven, dan degene die in zichzelf het Koninkrijk IS. Laat ik het anders zeggen: ik proef in de boeken en blogs van emergers dat het onze verantwoordelijkheid als mensen is het koninkrijk werkelijkheid te maken. Het is iets dat wij moeten doen. Het is Gods opdracht aan ons om zijn rijk te bouwen. (En laten we wel wezen: je kunt niet in het koninkrijk van God leven en je op de oude manier blijven gedragen. Het is inderdaad onze opdracht om onze naasten (en zelfs onze vijanden) lief te hebben, en gerechtigheid en vrede na te streven en zo het koninkrijk zichtbaar te laten worden.) De 'emergers' zijn op actie gericht. Het gaat om wat je doet. Geloven in Jezus is niet het belangrijkste meer. Het bovennatuurlijke is niet meer noodzakelijk. Hij is het voorbeeld van het karakter van God, hij is omgebracht door vijanden van het koninkrijk, en inspireert ons om net zo alles over te hebben voor dat rijk.
Maar volgens mij is Hij meer. Hij is degene die door zijn dood en opstanding het Koninkrijk van God werkelijkheid maakt. Hij is ZELF de vervulling van de belofte. Hij nodigt ons uit, niet om hard te werken aan een betere wereld, maar om die betere wereld te ontvangen als een geschenk. Hij vraagt van ons niet om door onze eigen inspanning het vrederijk te laten 'emergen', maar om ons open te stellen voor zijn kracht, waardoor het 'als vanzelf' in ons tevoorschijn komt, of 'emerget'. En dat is pas echt goed nieuws. Hier kan ik enthousiast over worden. Dit is aanstekelijk. Want het 'emergent' denken kan net zo wettisch worden als het evangelische zonde-straf-verzoening-denken dat de 'emergers' afwijzen. De 'emergers' kunnen net zo zeer gaan vastzitten aan vormen (of het ontbreken van vormen), en kunnen net zo zeer afhankelijk worden van structuren en organisaties. Wat ik hoor is dat veel kerken die in naam 'emergent' zijn, in de vorm van hun dienst in bijna niets te onderscheiden zijn van andere kerken, behalve dat er kaarsen op het podium staan en de voorganger niet in pak komt. In feite is er dus weinig veranderd. Ze zijn datgene geworden waartegen ze zich verzetten. Geloof is nog steeds iets dat je moet doen. Er zijn nog steeds maatstaven om aan af te meten of je erbij hoort. Je kunt nog steeds anderen verketteren. Je bouwt nog steeds aan je eigen parochie. Er is wat met de meubels geschoven, maar het huis is hetzelfde gebleven.
Het koninkrijk staat centraal. Dit is de belangrijkste ontdekking van de afgelopen tijd. Maar we moeten van het koninkrijk van God geen afgod maken, die wijzelf in stand moeten houden, die wij moeten aanbidden, waar wij voor moeten werken. Nee, het koninkrijk van God is precies dat: het is de plek waar God regeert, dat wil zeggen: waar Gods wil gebeurt. Gods wil is het beste dat ons kan overkomen. Wat Hij wil is werkelijk goed. En Gods belofte is dat dit koninkrijk ooit overal zal zijn, dat zijn wil overal zal gebeuren. En wat God belooft, dat doet hij. Niet: dat vraagt hij aan ons om te doen. Nee, dat doet hij zelf. Hij alleen is ervoor verantwoordelijk dat zijn koninkrijk werkelijkheid wordt. Hij is de drijvende kracht erachter. En de boodschap van Jezus is inderdaad: dit goede koninkrijk is nu op de wereld aanwezig. Jezus is de Koning. Hij is de belichaming van het koninkrijk. Hij is niet alleen degene die ons vertelt wat we moeten doen om het koninkrijk werkelijkheid te maken, die ons de regels uitlegt en ons het handboek overhandigt. Nee, hij is degene die het koninkrijk tot stand brengt. Hij bouwt het koninkrijk. Dat wil zeggen: het koninkrijk is echt iets bovennatuurlijks. Het is iets dat God doet en God alleen! Zijn ingrijpen, zijn handelen. En de manier die God gekozen heeft is de dood en opstanding van Jezus. Dat zijn niet alleen maar symbolen van de weerstand van de wereld tegen het goede, bedoeld om ons te inspireren. Nee, het zijn echte bovennatuurlijke daden, waarmee Jezus het oude wereldsysteem (ook in ons hart: de zonde, het 'zelf willen doen') ter dood heeft gebracht, en daardoor de nieuwe regering tot leven heeft gebracht. Iemand die dood is, ik heb het vaker gezegd, kan zichzelf niet levend maken. Dat moet God doen. Het is een wonder. Jezus was in zijn opstanding de eersteling, de eerste vrucht, van het koninkrijk van God. Daar begon het. En van dat centrum uit zullen de rimpels van het koninkrijk zich tot het einde van het heelal uitbreiden. Oftewel: het koninkrijk van God 'emerget', uit zichzelf. De boom groeit, omdat God het laat groeien.
Jezus vraagt ons niet om iets voor hem te doen. Om hem te helpen met het koninkrijk te bouwen. Nee, hij vraagt ons om ons ervoor open te stellen. Om het te ontvangen als een kind. Als een geschenk. Om op Hem te vertrouwen. Hij vraagt ons om ons te openen voor de gevolgen van zijn opstanding uit de dood, om dat bovennatuurlijke wonder van Gods kracht toe te laten in ons hart. Hij vraagt ons om te vertrouwen op Hem, dat Hij de wil van God zal laten gebeuren in ons leven, en door ons leven heen in de wereld. Om erop te vertrouwen dat Hij in staat is te doen wat hij heeft beloofd, namelijk alles te herstellen. En om in die vrijheid te doen wat Hij ons vraagt, wat past bij het koninkrijk, en ons te laten verrassen door wat Hij in en door ons heen doet. En te verlangen naar de volledige vervulling die nog komen gaat.
Ik kan erover uitweiden hoe dit verschilt van 'emergent' denken en van traditioneel evangelisch denken, maar dit bericht is al weer lang genoeg. Ik hoop echter wel dat je ziet hoe deze visie tot een heel ander leven leidt. Waarin we geen structuren of vormen zelf hoeven te onderhouden, waar we geen instituten in leven moeten houden, waarin we niet de last van de wereld op onze schouders hoeven dragen, waarin we niet zeker hoeven zijn van elke leerstelling, elke tittel of jota, waarin we niet mensen hoeven veroordelen of afwijzen, maar waarin we simpel, dag na dag, moment tot moment ons openstellen voor de realiteit van de Koning (en zijn rijk) en uit het vertrouwen in dat wonder elkaar liefhebben.
Ik zie dit als een lijn die naast 'emergent' aan het opkomen is de laatste jaren. Lees de boeken van Frank Viola, van Wayne Jacobson. Lees The Shack (De uitnodiging). Lees Greg Boyd. Enzovoorts. Ik vind dit een hoopvolle lijn. En ik ben benieuwd wat God op dit gebied verder nog gaat doen. Mijn oproep is: stel je open voor het koninkrijk van God, sluit je aan bij de realiteit Jezus' dood en opstanding, en laat je verrassen.