Ik zal het maar eerlijk toegeven: ik ben een angsthaas. (Gisteren zag ik uit de trein trouwens hazen op een weiland! Heeft verder niets met de inhoud van dit bericht te maken, maar ik vond het wel cool!). Ik ben iemand die graag voor de veilige wegen kies. Die niet al te veel risico's wil nemen. Die graag de controle in handen houdt en van te voren weet wat hij kan verwachten. Die zich vastklampt aan vormen en regels, en erop vertrouwt zo in elk geval geen fouten te maken. Want dat zou wel een hele grote ramp zijn. Met een structuur weet je ten minste waar je aan toe bent. Er mocht eens iets gebeuren dat je niet voorzien hebt ...
Dit is geen grap -ik bespeur deze neigingen bij mezelf- en het heeft wel degelijk te maken met de inhoud van dit bericht (anders dan die hazen vanuit de trein). Want het is deze angst die mij (en wellicht meer algemeen 'ons') ervan weerhoudt uit te leven wat ik schreef in mijn bericht 'Waarom ik niet emergent ben', namelijk dat in Jezus' persoon en door zijn dood en opstanding het koninkrijk van God realiteit is geworden en dat wij ons daar alleen maar voor hoeven open te stellen.
Dat geldt voor ons persoonlijke leven: de bijbel zegt dat wij nieuwe mensen zijn. Niet 'zullen worden', maar 'zijn'. We kunnen niets meer doen om dat te veranderen. We zijn gered. God houdt van ons. We kunnen hem niet teleurstellen. En de realiteit van onze nieuwe natuur, onze echte identiteit, wordt door de kracht van Gods geest steeds meer zichtbaar in de realiteit van elke dag. Daar hebben we geen schema's voor nodig, geen regels, geen voorschriften of schuldgevoel of schaamte. Het is God die het in ons bewerkt, zowel het willen als het doen.
Het geldt ook voor ons gemeenschappelijke leven. Christenen zijn niet gered als individuen. De bijbel gebruikt veel termen om het collectief aan te duiden: de tempel van de heilige Geest, het lichaam van Christus, de bruid van Christus. Dat collectief, dat geheel, is de realiteit waar iedere gelovige deel van uitmaakt. Maar de beschrijvingen van dit collectief in de bijbel maken direct duidelijk dat dit niet iets is dat wij kunnen bouwen. Het is niet iets waar wij voor verantwoordelijk zijn, niet iets waar wij aan kunnen werken, of dat wij zouden kunnen afbreken. Het is een nieuwe schepping. De kerk is het werk van God. Jezus zegt tegen Petrus: 'Op deze rots zal IK mijn gemeente bouwen' (niet: op die rots moet jij mijn kerk bouwen). We hoeven niet de kerk te vormen, we hoeven alleen maar te erkennen dat we de kerk al zijn. Dat we die bruid zijn, voor wie Jezus zijn eigen leven over had. Dat we de tempel zijn. Dat we Jezus' lichaam zijn. We hoeven niet te zoeken naar wat onze plek is en daar hard voor werken, nee, we mogen erkennen dat we al op onze plek ZIJN. Puur omdat Jezus ons daar heeft gebracht.
In ons persoonlijk, als individu, komt het koninkrijk van God tot uiting als we ons daarvoor openstellen. Als we er niet meer bezig zijn om heilig te zijn, om niet meer te zondigen, of om Gods werk tot stand te brengen, maar als we vertrouwen op de belofte van God dat we heilig zijn, dat we zondeloos zijn, dat God zijn beloftes vervult. Dan zal God ons veranderen tot we zijn beeld vertonen.
En in ons als gemeenschap komt het koninkrijk van God tot uiting als we ons daarvoor openstellen. Als we niet meer bezig zijn onze wil aan de groep op te leggen, als we niet meer bezig zijn een doel te bereiken of een resultaat te behalen, als we niet meer bezig zijn een monument te stichten dat eeuwig moet blijven bestaan, maar als ons enige verlangen is dat God zijn wil in ons laat gebeuren 'op aarde zoals in de hemel', zal in ons zichtbaar worden wat waar is in de hemel: de liefdevolle dans van de drie-eenheid. Dan zullen we de vrucht van de Geest laten zien, ieder individueel en als gemeenschap. Dan zal de liefde van God als een bron worden, die blijft stromen. Daar hoeven we ons niet voor in te spannen, daar zullen we ons niet van bewust zijn, we zullen er niet een geheim voor hebben of een maniertje, maar mensen zullen het opmerken, ervan onder de indruk komen en er ook naar gaan verlangen. En zo zal het koninkrijk van God zich uitbreiden tot het de Aarde vervult, tot overal de glorie van zijn luisterrijke persoon zichtbaar zal zijn, in ons en door ons.
Ik noemde al de natuur van God als een 'drie-eenheid', als een gemeenschap van drie personen, die in een dans verweven zijn van relaties. Dat is wat verschijnt als het koninkrijk van God zichtbaar wordt: relaties. Mensen die elkaar werkelijk liefhebben, die elkaar willen kennen, die samen optrekken. Die leven. Het gaat niet om de vormen. Niet om de preek, of de collecte, of het gebouw. Het gaat om de relaties. Daarom legt Jezus de lat voor wat het betekent kerk te zijn ook zo laag. Voor de Joden was er een eis waaraan een groep moest voldoen om als Synagoge te kunnen meetellen: er moesten tien volwassen mannen zijn, en een torah (een wetboek). Jezus legt de lat zo laag als het maar kan: waar twee of drie samen zijn in mijn naam, daar ben ik in het midden. Twee of drie, kleiner kan een gemeenschap niet zijn. Niet twee of drie mannen. Of twee of drie vrouwen. Maar twee of drie MENSEN. En niet samen om een wetboek, een Torah, een gebouw, een leerstelling, een gemeenschappelijk doel. Maar om Jezus. Daar is Jezus in het midden. Dat wil zeggen, daar wordt Jezus zichtbaar. Dat is een belofte waar wij op mogen vertrouwen, niet een doel dat wij moeten bereiken of een eis waar wij aan moeten voldoen. Elke keer als ik met iemand samen ben en wij delen het leven, is Jezus daar. We hoeven zelfs niet bewust ons best te doen 'over Jezus te praten' en ons op hem te concentreren. Iemand schreef me laatst dat het niet de bedoeling is dat wij over Hem praten, maar dat we Hem deel laten zijn van het gesprek. Ik merk dat dit de beste contacten zijn, waar het gesprek ongedwongen uitkomt op Jezus en wie hij is, en wat zijn koninkrijk betekent, en hoe hij van ons houdt, en dan ook weer kan uitkomen op een film, een sportwedstrijd, een hobby, familie. Zonder dat we ons schuldig voelen over dat het gesprek is afgedwaald. Het hele leven is belangrijk voor Jezus, niets uitgezonderd.
Dit weekeinde had ik zo'n ervaring. Ik was op bezoek bij vrienden in Almere, die samen met anderen in dezelfde wijk zijn gaan wonen, om daar te leven als volgelingen van Jezus. Ze komen eens in de zoveel tijd bij elkaar, rondom Jezus. En dan zingen ze misschien wat. En praten over de liefde van God. Spreken hun dank uit. En dan gaat het gesprek spontaan over op ervaringen en belevenissen. En dan weer terug naar Jezus. En dan eten ze samen. Iedereen heeft iets meegenomen. De gesprekken over Jezus en Gods liefde en het leven gaan gewoon door. En er wordt gevoetbald met de kinderen, terwijl anderen hun harten met elkaar delen. Ik vond het een prachtige ervaring.
En ik heb die ervaringen vaker. Als we met een groepje gaan koffiedrinken na de kerk, de ene keer met twee mensen, de andere keer met bijna tien, de ene keer diepe, persoonlijke gesprekken, de andere keer koetjes en kalfjes. Ik deel erin als ik met mijn broer ben en mijn hart voor hem openstel, als ik met een goede vriend koffiedrink, als ik telefoneer met een vriendin en in haar iets merk van hetzelfde verlangen dat ik heb. Ik beleef het op onze bijbelkring, waar we met heel verschillende mensen een gemeenschap vormen. Waar we met elkaar lachen, voor elkaar bidden en elkaar helpen. Ik merk het in gesprekken bij de koffie na de kerkdienst ('maar moet ik daarvoor eerst anderhalf uur op mijn stoel zitten schuifelen?', zoals ik het laatst hoorde zeggen). Het gaat trouwens niet om vorm. Vorm is niet slecht in zichzelf. Structuur is niet slecht in zichzelf. Maar het moet het middel zijn, niet het doel. Het moet geen afgod worden. Het moet niet zijn waar het om draait.
Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn: zou het zo eenvoudig kunnen zijn, dat we alleen maar met elkaar in relatie hoeven zijn? Met elkaar onze liefde voor Jezus delen? Ons openstellen voor zijn werkelijkheid en dan gewoon: LEVEN? Zonder vooropgezet doel, zonder missie, zonder gebouw, zonder middenkader en zonder liturgie? Van moment tot moment vertrouwen op Gods belofte en van daaruit elkaar opzoeken, samen eten, samen wandelen, samen huilen, samen lachen, samen met God spreken, samen de bijbel opendoen, samen zijn wie je bent? De een een hand, de ander een voet, de een een profeet, de ander een oudste? Zou je het gewoon kunnen doen? Zonder poes pas? Zonder naampje of label?
Daar komt mijn inleiding om de hoek kijken. Want mijn angst houdt me tegen. Als zwakke/feilbare mensen zo samenleven is niet zonder risico's. Het vraagt offers, overgave. Controle is vergeleken daarmee wel zo veilig. En wat zullen anderen wel niet denken? Ze zullen me bestempelen als 'ongeestelijk' of misschien zelfs 'ketters'. En misschien maak ik een fout, gaat het mis, ontspoort het. Wat dan? Ben ik dan nog wel waardevol? Je kunt zelfs bang zijn om trots te worden en zo weigeren initiatief te nemen. Daar wees iemand mij onlangs op. Ik ben huiverig om 'een kerk te beginnen' of een initiatief te starten. Deels vanwege mijn ervaringen in de gemeente waarin ik opgroeide, die zichzelf zag als de ware kerk (en zo een instituut werd en verstarde). Deels vanwege mijn eigen neiging om trots te zijn op mijn kennis en mijn gelijk. Maar zo laat ik mij leiden door mijn angst. Ik blijf waar ik ben en neem geen initiatief omdat ik bang ben naast mijn schoenen te gaan lopen. Ik vertrouw er niet op dat God me zal kunnen corrigeren. Dat hij me wel zal overtuigen wanneer mijn zelfvertrouwen overgaat in hoogmoed, en dat hij me mensen op mijn pad stuurt die me met zachtmoedigheid kunnen terechtwijzen. Dus sta ik nu voor een keuze: durf ik in het diepe te springen? Durf ik de sprong te wagen? Durf ik oude zekerheden (eigenlijk afgoden) van het instituut kerk los te laten en erop te vertrouwen dat God doet wat hij heeft beloofd? Om HEM de vormen te laten bepalen?
Ik verlang er in elk geval wel naar, ook al durf ik nu misschien nog niet volledig in geloof uit te stappen. En over een tijdje wordt dat verlangen werkelijkheid. Dan heeft God weer iets meer van zijn koninkrijk in mijn hart tot uiting gebracht en mijn verlangen nog wat verder aangewakkerd, en durf ik meer los te laten en gewoon met anderen te LEVEN 'out of the box'. Ik geloof dat ik mensen zal ontmoeten die Jezus liefhebben en met Hem willen leven in relatie met elkaar, dat we elkaar zullen treffen en als gemeenschap zullen leven. Dat we zullen leren wat dat betekent, en dat Jezus ervoor zal zorgen dat zijn kerk door ons heen gebouwd wordt. Hoe dat eruit zal zien, weet ik nog niet. Maar dat hoef ik niet te weten. Ik hoef me er alleen maar voor open te stellen. Tot die tijd probeer ik me bewust te zijn van het koninkrijk, waar ik ook ben en met wie ik ook praat, ik probeer me open te stellen, Jezus de ruimte te geven en zo er steeds meer van te ervaren. En ik ontmoet graag mensen met dezelfde verlangens. (Bijvoorbeeld bij de koffie, maar dat had je wel door.) Je weet me te vinden!