Een paar weken geleden deed er een video de ronde op internet met een soort gedicht op een beat - ‘spoken word’ noemen de mensen die op de hoogte zijn van moderne cultuur dit fenomeen. De titel was: ‘Why I hate religion, but love Jesus’. Ik zag hem overal voorbijkomen, op Twitter, op Facebook. Het kan bijna niet anders of lezers van mijn blog hebben deze beelden ook gezien. En ik las er ook nog eens talloze commentaren op. Van mensen die het met de maker eens waren, maar ook veel van mensen die het niet met hem eens waren.
Wees gerust, ik ga niet nog een analyse van deze ‘spoken words’-uitvoering publiceren. Ik was het met veel uit de video eens, al had ik wel graag een vermelding gezien van Jezus’ opstanding en niet alleen van Jezus’ dood. Maar ik werd wel aan het nadenken gezet door de discussie er omheen. Het filmpje werd regelmatig doorgestuurd en ge-‘liked’ door mensen die ik ken uit de kerk. Mensen die ook heel enthousiast zijn over het kerksysteem, en die het heel belangrijk vinden dat je daaraan meewerkt en een taak uitvoert en genoeg bidt en uit de bijbel leest. Ik vond dat ironisch. Wat deze artiest beweerde, was dat ‘Religion says do, Jesus says done’. En zij knikten daarbij. Om vervolgens in de kerk in preek na preek te horen dat je eigenlijk meer moet bidden, uit de bijbel lezen, evangeliseren et cetera. En daar ook bij te knikken. Volgens mij is er hier sprake van een begripsverwarring. Om uit een van mijn favoriete films, The Princess Bride, te citeren: “You keep using that word. I don’t think it means what you think it means ...”
Ik zie de boodschap zoals die in de evangelische kerk wordt gepredikt, als in essentie religieus. De kern lijkt te zijn dat wij door onze activiteiten controle kunnen uitoefenen over onze relatie met God en dus over God zelf. Als wij niet bidden of naar de kerk gaan, gaat het slecht tussen ons en God en dus uiteindelijk met ons. Als wij wel bidden en naar de kerk gaan, zal God ons zegenen en zal het dus goed met ons gaan. Deze activiteiten verwacht God toch wel van zijn volgelingen om ze tot ‘goed christen’ te kunnen bestempelen. Maar mijn kennissen definiëren religie anders. Ze geloven immers dat ze gered zijn door genade. Wat ze doen in de kerk zouden ze dus niet als religie omschrijven. Nee, ze zouden zeggen dat het gaat om een relatie. Christendom is geen religie, maar een relatie. En, wordt er dan aan toegevoegd, aan een relatie moet je werken. En daar komen al die activiteiten weer om de hoek kijken. Maar de schijnbare relatie krijgt zo wel een heel religieus karakter!
Dit valse onderscheid werd ook opgemerkt door veel criticasters van het betreffende filmpje, vooral van degenen uit de meer traditionele kerken. Volgens hen was de artiest niet vernieuwend, maar een doodgewone evangelicaal, die net als zovelen voor hem het mantra ‘relatie, geen religie’ herhaalde. En ze toonden, volgens mij overtuigend, aan dat dit een valse tegenstelling is. Ze lieten zien hoe mensen niet aan religie kunnen ontsnappen en hoe ook alles wat evangelicalen waarderen (dogma’s, de bijbel, kerkgebouwen) is ontstaan uit religieuze systemen. Ze suggereerden dat de evangelischen alleen oude religieuze gewoontes door nieuwe hadden vervangen. Ze wezen op het belang van rituelen en symbolen voor de menselijke zingeving (zit ook wat in, natuurlijk), en op de waarde van een religieuze gemeenschap. Hun conclusie was dat religie (zoals zij dat definieerden) zo slecht nog niet was, en dat het meedoen in tradities en het houden van gebruiken hoorde bij het volgen van God. Ze losten de versmelting van religie en relatie op door de kant van de religie te kiezen.
Ik kies er daarentegen voor om ‘relatie’ los te laten.
En ik slaak een zucht van opluchting. Je las het goed: als ‘relatie’ en ‘religie’ als beschrijvingen van onze verhouding tot God eigenlijk niet van elkaar te scheiden zijn, laat ik ze allebei varen. Gods doel is namelijk niet om een relatie met ons te hebben. Laat het even tot je doordringen. Is het niet bevrijdend? De verhouding tussen God en ons is eenzijdig. Hij houdt van ons. Hij hoeft daarvoor niets in ruil, niet ons religieuze plichtsbetrachting, maar ook niet onze pogingen te werken aan een relatie met Hem. Hij houdt van ons, zoals we zijn, om wie we zijn. Punt. Niets kan dat veranderen. Het enige dat hij verlangt, zoals ook ieder mens verlangt die iemand liefheeft, is dat de ander ook hem liefheeft, dat wij van Hem gaan houden. Maar dat is op geen enkele manier een voorwaarde die hij stelt aan zijn liefde, of een vereiste waar hij ons op afrekent. God heeft zijn liefde jegens ons bewezen, doordat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren (Romeinen 5).
Dit is het goede nieuws. De boodschap dat God ‘een relatie’ met ons wil is dat niet. Want een relatie schept verantwoordelijkheid. Een relatie moet worden onderhouden. Zo wordt de boodschap ook vaak gebracht. Je moet naar God luisteren door de bijbel te lezen, je moet regelmatig met hem praten. Je moet stille tijd houden - als je een relatie hebt, breng je immers ook veel tijd met elkaar door? God verwacht van je dat je jouw relatie met hem prioriteit geeft. Dus zetten we weer bijbelleesroosters op en bidden we volgens een schema. Het probleem is echter dat deze relatie met God vaak heel eenzijdig lijkt. De inspanning lijkt vooral van onze kant te komen. Daar mogen we natuurlijk niet over klagen, want Jezus heeft ons gered, maar het is wel frustrerend. Heb je wel eens een telefoongesprek geprobeerd te voeren waarbij de persoon aan de andere kant van de lijn stil bleef? Als je dat elke week, of elke dag zou moeten doen, zou je het snel als verplichting of last aan ervaren. En zelfs als je wel Gods aanwezigheid ervaart, is het mijn ervaring dat die beleving snel verdwijnt als je het bidden of bijbellezen gaat doen op basis van discipline, of van verplichting, omdat het ‘moet’. De motivatie wordt onherroepelijk religieus. En heeft niets meer te maken met liefde.
Op de Mockingbird-blog las ik laatst een interview met twee televisiemakers, een man en een vrouw (ik linkte er ook naar in een eerder bericht). Zij werkten nauw met elkaar samen, ze spraken elkaar elke dag via SMS. “Sometimes I think it’s the most successful love affair either of us will ever have”, zegt een van hen. Toch zeggen ze dat ze geen relatie met elkaar hebben. De verklaring van de man: “It would be colder, because we’ve both treated our romantic relationships in a cold way. Carrie and I are more romantic than any other romantic relationship I’ve ever had—that sense of anticipation about seeing the other person, the secret bond. But things don’t become obligatory. I’m not thinking, I’m doing this because you’re my girlfriend; I’m just thinking, I love Carrie.”
Daarin ligt de hele kern van het probleem. Want van de liefde blijft weinig over als je dingen voor de ander gaat doen ‘omdat die horen bij een relatie’. Als je bloemen meebrengt op Valentijnsdag ‘omdat mensen in een relatie dat voor elkaar moeten doen’ (een van de redenen dat ik een hekel heb aan Valentijnsdag). Als je tijd met de ander doorbrengt ‘omdat het van je verwacht wordt als partner’. Als je een klusje voor de ander uitvoert ‘omdat hij of zij anders teleurgesteld zal zijn’. Als je knuffelt, ‘omdat verliefde stelletjes dat doen’. De liefde van mensen is niet volmaakt, dus soms zullen we in een relatie bepaalde dingen doen omdat we een relatie hebben - zo kunnen we misschien een dip in ons gevoelsleven, of een piekerbui overbruggen. Maar als dat alles is, kun je beter als stel uit elkaar gaan. Als het goed is WIL je namelijk bloemen (of iets anders dat je partner waardeert) meebrengen, omdat je vindt dat de ander dat waard is. Je WILT tijd met de ander doorbrengen, omdat je het leuk vindt naar hem of haar te luisteren en je eigen ideeen met hem of haar te delen. Je WILT een klusje voor de ander doen, niet om de ander niet teleur te stellen, maar om hem of haar te helpen! Je WILT knuffelen, omdat je de ander mooi of lief vindt. Kortom: je doet wat je doet omdat de ander is wie hij of zij is. Nergens anders om. Je komt in actie omdat je van de ander houdt - wat wil zeggen dat je er niet eens over hoeft na te denken - het is gewoon wat je doet als je liefhebt!
Zo is het ook tussen ons en God. We hoeven van hem niets te doen omdat het nu eenmaal hoort bij een relatie tussen een mens en God. We zijn niet verplicht te bidden of uit de bijbel te lezen. God houdt niet meer van ons als we vaker stille tijd doen, en hij gaat ons ook niet minder zegenen als we de kerkdienst verzuimen. God wil ons hart, niet onze gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid is immers iets dat wij kunnen controleren. Mensen zijn er goed in. We willen precies horen wat we wel en niet moeten doen in de relatie. Het liefst willen we een contract opstellen (‘Wat vindt je ervan als ik je drie keer per week bel? Zou twee keer per week ook goed zijn? Ik zal precies zo vaak e-mailen als jij! Ik stuur je elke maand een bos bloemen, maar dan moet jij mijn was voor me doen.’). We zijn er ook goed in onszelf en anderen op dergelijke eisenpakketten af te rekenen. Voor wat hoort wat, tenslotte. Maar God wil niet in onze menselijke contracten betrokken worden. “Ik heb een afkeer van jullie feesten, ik wijs ze af, jullie samenkomsten verdraag ik niet. Ik schep geen behagen in de brand- en graanoffers die jullie mij brengen; de vetgemeste beesten van jullie vredeoffers keur ik geen blik waardig. Bespaar mij het geluid van jullie liederen; de klank van jullie harpen wil ik niet horen.” (Amos 5:21-23). Duidelijke taal. Zelfs al had God zelf gezegd dat zijn volk moest offeren, als ze het deden uit plicht had het voor hem niets te betekenen. Waar hij naar verlangt is dat zijn kinderen van Hem houden om wie Hij is.
Dit wordt heel mooi weergegeven in het beeldende boek The Divine Romance van Gene Edwards. Hij beschrijft daarin hoe God verlangt naar een partner, een bruid die bij hem past, die Hem liefheeft zoals Hij haar liefheeft. Adam is een beeld van Christus, en Adam wilde niet alleen zijn. Zo wil ook Christus dat iemand Hem liefheeft. Niet iemand die religieuze plichten voor hem vervult, niet iemand die zich uit angst voor hem inspant, maar iemand die zo onder de indruk is van Hem dat het als vanzelf haar leven gaat vervullen. Edwards laat het God zeggen: “I did not require of you, your wealth nor coins of glod. What need have I of these? I did not ask of you that you serve me. Do I, the mighty one, need to be waited upon? Neither did I ask of you, your worship nor your prayers nor even your obedienc. I have asked but this of you, that you love me ... love me ... love me.”
God heeft ons lief. Punt. En hoe meer we dat gaan beseffen, hoe meer we Hem zullen liefhebben. En dan zullen we steeds vaker aan Hem gaan denken. Dan zullen we zoeken naar beelden en woorden van Hem, in de bijbel natuurlijk, maar ook in muziek, in verhalen, in films, in andere mensen. We zullen over Hem praten, zoals verliefde mensen niet kunnen zwijgen over hun partner. We zullen zijn aanwezigheid opzoeken, gewoon omdat we het fijn vinden bij Hem te zijn. We zullen andere mensen willen ontmoeten die Hem ook kennen, om te horen waarom zij Hem zo bijzonder vinden. We zullen gaan doen wat Hij belangrijk vindt, omdat Hij het zo belangrijk vindt. En dat alles zal voor ons niet als plicht voelen. Het zal juist een vreugde voor ons zijn. We zullen niets liever willen. Want we zullen boven alle dingen naar Hem verlangen. En uit ons verlangen komt ons handelen voort, in plaats van uit plicht. Zowel de activiteiten van de relatie, als de vormen van de religie, zullen dus geen inspanning zijn, maar vrucht, zoals ik vaker heb betoogd (en zo komt ook aan die schijnbare tegenstelling tussen deze twee een eind).
Als we deze vruchten niet zien in ons leven, moeten we onszelf niet verplichten om ‘aan de relatie met God te werken’. We moeten niet uit schuldgevoel taken op ons nemen, bidden omdat het hoort, of naar de kerk gaan omdat we bang zijn dat God anders teleurgesteld in ons zal zijn. God eist al die dingen helemaal niet van ons. Hij verbindt er geen consequenties aan. We hoeven niet bang te zijn dat Hij ooit minder van ons zal gaan houden. Wat een opluchting! Wat we wel kunnen doen, als we dat willen, is ons openstellen voor zijn liefde. We kunnen luisteren naar wat andere mensen over Hem zeggen. We kunnen zijn woord lezen met de vraag wat dat zegt over zijn liefde. We kunnen zijn aanwezigheid zoeken en Hem vragen zijn liefde aan ons te laten zien. We kunnen ons verlangen uitspreken dat we meer van Hem willen kennen. En hoe meer we van Hem ontdekken, hoe meer we zijn liefde leren kennen, hoe groter onze liefde voor Hem gaat worden.
Ikzelf had al een paar weken lang niet uit de bijbel gelezen, omdat het als een plicht voelde. Toen besefte ik opeens dat God het ook niet wil dat ik dit uit plichtsgevoel doe. Hij eist van mij helemaal niets. En het lijkt misschien paradoxaal, maar prompt had ik weer zin om uit de bijbel te lezen. Niet omdat het moest, maar omdat ik graag meer wilde leren over God en zijn liefde voor mij, zoals Hij heeft laten zien in Christus. Ik dacht er niet bij dat ik daardoor een beter christen zou zijn, of een betere relatie met God zou hebben. Ook al zou ik niet uit de bijbel hebben gelezen, de liefde van God voor mij zou niet minder zijn geworden. Het is waar: de liefde van God maakt ons werkelijk vrij.
Wees gerust, ik ga niet nog een analyse van deze ‘spoken words’-uitvoering publiceren. Ik was het met veel uit de video eens, al had ik wel graag een vermelding gezien van Jezus’ opstanding en niet alleen van Jezus’ dood. Maar ik werd wel aan het nadenken gezet door de discussie er omheen. Het filmpje werd regelmatig doorgestuurd en ge-‘liked’ door mensen die ik ken uit de kerk. Mensen die ook heel enthousiast zijn over het kerksysteem, en die het heel belangrijk vinden dat je daaraan meewerkt en een taak uitvoert en genoeg bidt en uit de bijbel leest. Ik vond dat ironisch. Wat deze artiest beweerde, was dat ‘Religion says do, Jesus says done’. En zij knikten daarbij. Om vervolgens in de kerk in preek na preek te horen dat je eigenlijk meer moet bidden, uit de bijbel lezen, evangeliseren et cetera. En daar ook bij te knikken. Volgens mij is er hier sprake van een begripsverwarring. Om uit een van mijn favoriete films, The Princess Bride, te citeren: “You keep using that word. I don’t think it means what you think it means ...”
Ik zie de boodschap zoals die in de evangelische kerk wordt gepredikt, als in essentie religieus. De kern lijkt te zijn dat wij door onze activiteiten controle kunnen uitoefenen over onze relatie met God en dus over God zelf. Als wij niet bidden of naar de kerk gaan, gaat het slecht tussen ons en God en dus uiteindelijk met ons. Als wij wel bidden en naar de kerk gaan, zal God ons zegenen en zal het dus goed met ons gaan. Deze activiteiten verwacht God toch wel van zijn volgelingen om ze tot ‘goed christen’ te kunnen bestempelen. Maar mijn kennissen definiëren religie anders. Ze geloven immers dat ze gered zijn door genade. Wat ze doen in de kerk zouden ze dus niet als religie omschrijven. Nee, ze zouden zeggen dat het gaat om een relatie. Christendom is geen religie, maar een relatie. En, wordt er dan aan toegevoegd, aan een relatie moet je werken. En daar komen al die activiteiten weer om de hoek kijken. Maar de schijnbare relatie krijgt zo wel een heel religieus karakter!
Dit valse onderscheid werd ook opgemerkt door veel criticasters van het betreffende filmpje, vooral van degenen uit de meer traditionele kerken. Volgens hen was de artiest niet vernieuwend, maar een doodgewone evangelicaal, die net als zovelen voor hem het mantra ‘relatie, geen religie’ herhaalde. En ze toonden, volgens mij overtuigend, aan dat dit een valse tegenstelling is. Ze lieten zien hoe mensen niet aan religie kunnen ontsnappen en hoe ook alles wat evangelicalen waarderen (dogma’s, de bijbel, kerkgebouwen) is ontstaan uit religieuze systemen. Ze suggereerden dat de evangelischen alleen oude religieuze gewoontes door nieuwe hadden vervangen. Ze wezen op het belang van rituelen en symbolen voor de menselijke zingeving (zit ook wat in, natuurlijk), en op de waarde van een religieuze gemeenschap. Hun conclusie was dat religie (zoals zij dat definieerden) zo slecht nog niet was, en dat het meedoen in tradities en het houden van gebruiken hoorde bij het volgen van God. Ze losten de versmelting van religie en relatie op door de kant van de religie te kiezen.
Ik kies er daarentegen voor om ‘relatie’ los te laten.
En ik slaak een zucht van opluchting. Je las het goed: als ‘relatie’ en ‘religie’ als beschrijvingen van onze verhouding tot God eigenlijk niet van elkaar te scheiden zijn, laat ik ze allebei varen. Gods doel is namelijk niet om een relatie met ons te hebben. Laat het even tot je doordringen. Is het niet bevrijdend? De verhouding tussen God en ons is eenzijdig. Hij houdt van ons. Hij hoeft daarvoor niets in ruil, niet ons religieuze plichtsbetrachting, maar ook niet onze pogingen te werken aan een relatie met Hem. Hij houdt van ons, zoals we zijn, om wie we zijn. Punt. Niets kan dat veranderen. Het enige dat hij verlangt, zoals ook ieder mens verlangt die iemand liefheeft, is dat de ander ook hem liefheeft, dat wij van Hem gaan houden. Maar dat is op geen enkele manier een voorwaarde die hij stelt aan zijn liefde, of een vereiste waar hij ons op afrekent. God heeft zijn liefde jegens ons bewezen, doordat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren (Romeinen 5).
Dit is het goede nieuws. De boodschap dat God ‘een relatie’ met ons wil is dat niet. Want een relatie schept verantwoordelijkheid. Een relatie moet worden onderhouden. Zo wordt de boodschap ook vaak gebracht. Je moet naar God luisteren door de bijbel te lezen, je moet regelmatig met hem praten. Je moet stille tijd houden - als je een relatie hebt, breng je immers ook veel tijd met elkaar door? God verwacht van je dat je jouw relatie met hem prioriteit geeft. Dus zetten we weer bijbelleesroosters op en bidden we volgens een schema. Het probleem is echter dat deze relatie met God vaak heel eenzijdig lijkt. De inspanning lijkt vooral van onze kant te komen. Daar mogen we natuurlijk niet over klagen, want Jezus heeft ons gered, maar het is wel frustrerend. Heb je wel eens een telefoongesprek geprobeerd te voeren waarbij de persoon aan de andere kant van de lijn stil bleef? Als je dat elke week, of elke dag zou moeten doen, zou je het snel als verplichting of last aan ervaren. En zelfs als je wel Gods aanwezigheid ervaart, is het mijn ervaring dat die beleving snel verdwijnt als je het bidden of bijbellezen gaat doen op basis van discipline, of van verplichting, omdat het ‘moet’. De motivatie wordt onherroepelijk religieus. En heeft niets meer te maken met liefde.
Op de Mockingbird-blog las ik laatst een interview met twee televisiemakers, een man en een vrouw (ik linkte er ook naar in een eerder bericht). Zij werkten nauw met elkaar samen, ze spraken elkaar elke dag via SMS. “Sometimes I think it’s the most successful love affair either of us will ever have”, zegt een van hen. Toch zeggen ze dat ze geen relatie met elkaar hebben. De verklaring van de man: “It would be colder, because we’ve both treated our romantic relationships in a cold way. Carrie and I are more romantic than any other romantic relationship I’ve ever had—that sense of anticipation about seeing the other person, the secret bond. But things don’t become obligatory. I’m not thinking, I’m doing this because you’re my girlfriend; I’m just thinking, I love Carrie.”
Daarin ligt de hele kern van het probleem. Want van de liefde blijft weinig over als je dingen voor de ander gaat doen ‘omdat die horen bij een relatie’. Als je bloemen meebrengt op Valentijnsdag ‘omdat mensen in een relatie dat voor elkaar moeten doen’ (een van de redenen dat ik een hekel heb aan Valentijnsdag). Als je tijd met de ander doorbrengt ‘omdat het van je verwacht wordt als partner’. Als je een klusje voor de ander uitvoert ‘omdat hij of zij anders teleurgesteld zal zijn’. Als je knuffelt, ‘omdat verliefde stelletjes dat doen’. De liefde van mensen is niet volmaakt, dus soms zullen we in een relatie bepaalde dingen doen omdat we een relatie hebben - zo kunnen we misschien een dip in ons gevoelsleven, of een piekerbui overbruggen. Maar als dat alles is, kun je beter als stel uit elkaar gaan. Als het goed is WIL je namelijk bloemen (of iets anders dat je partner waardeert) meebrengen, omdat je vindt dat de ander dat waard is. Je WILT tijd met de ander doorbrengen, omdat je het leuk vindt naar hem of haar te luisteren en je eigen ideeen met hem of haar te delen. Je WILT een klusje voor de ander doen, niet om de ander niet teleur te stellen, maar om hem of haar te helpen! Je WILT knuffelen, omdat je de ander mooi of lief vindt. Kortom: je doet wat je doet omdat de ander is wie hij of zij is. Nergens anders om. Je komt in actie omdat je van de ander houdt - wat wil zeggen dat je er niet eens over hoeft na te denken - het is gewoon wat je doet als je liefhebt!
Zo is het ook tussen ons en God. We hoeven van hem niets te doen omdat het nu eenmaal hoort bij een relatie tussen een mens en God. We zijn niet verplicht te bidden of uit de bijbel te lezen. God houdt niet meer van ons als we vaker stille tijd doen, en hij gaat ons ook niet minder zegenen als we de kerkdienst verzuimen. God wil ons hart, niet onze gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid is immers iets dat wij kunnen controleren. Mensen zijn er goed in. We willen precies horen wat we wel en niet moeten doen in de relatie. Het liefst willen we een contract opstellen (‘Wat vindt je ervan als ik je drie keer per week bel? Zou twee keer per week ook goed zijn? Ik zal precies zo vaak e-mailen als jij! Ik stuur je elke maand een bos bloemen, maar dan moet jij mijn was voor me doen.’). We zijn er ook goed in onszelf en anderen op dergelijke eisenpakketten af te rekenen. Voor wat hoort wat, tenslotte. Maar God wil niet in onze menselijke contracten betrokken worden. “Ik heb een afkeer van jullie feesten, ik wijs ze af, jullie samenkomsten verdraag ik niet. Ik schep geen behagen in de brand- en graanoffers die jullie mij brengen; de vetgemeste beesten van jullie vredeoffers keur ik geen blik waardig. Bespaar mij het geluid van jullie liederen; de klank van jullie harpen wil ik niet horen.” (Amos 5:21-23). Duidelijke taal. Zelfs al had God zelf gezegd dat zijn volk moest offeren, als ze het deden uit plicht had het voor hem niets te betekenen. Waar hij naar verlangt is dat zijn kinderen van Hem houden om wie Hij is.
Dit wordt heel mooi weergegeven in het beeldende boek The Divine Romance van Gene Edwards. Hij beschrijft daarin hoe God verlangt naar een partner, een bruid die bij hem past, die Hem liefheeft zoals Hij haar liefheeft. Adam is een beeld van Christus, en Adam wilde niet alleen zijn. Zo wil ook Christus dat iemand Hem liefheeft. Niet iemand die religieuze plichten voor hem vervult, niet iemand die zich uit angst voor hem inspant, maar iemand die zo onder de indruk is van Hem dat het als vanzelf haar leven gaat vervullen. Edwards laat het God zeggen: “I did not require of you, your wealth nor coins of glod. What need have I of these? I did not ask of you that you serve me. Do I, the mighty one, need to be waited upon? Neither did I ask of you, your worship nor your prayers nor even your obedienc. I have asked but this of you, that you love me ... love me ... love me.”
God heeft ons lief. Punt. En hoe meer we dat gaan beseffen, hoe meer we Hem zullen liefhebben. En dan zullen we steeds vaker aan Hem gaan denken. Dan zullen we zoeken naar beelden en woorden van Hem, in de bijbel natuurlijk, maar ook in muziek, in verhalen, in films, in andere mensen. We zullen over Hem praten, zoals verliefde mensen niet kunnen zwijgen over hun partner. We zullen zijn aanwezigheid opzoeken, gewoon omdat we het fijn vinden bij Hem te zijn. We zullen andere mensen willen ontmoeten die Hem ook kennen, om te horen waarom zij Hem zo bijzonder vinden. We zullen gaan doen wat Hij belangrijk vindt, omdat Hij het zo belangrijk vindt. En dat alles zal voor ons niet als plicht voelen. Het zal juist een vreugde voor ons zijn. We zullen niets liever willen. Want we zullen boven alle dingen naar Hem verlangen. En uit ons verlangen komt ons handelen voort, in plaats van uit plicht. Zowel de activiteiten van de relatie, als de vormen van de religie, zullen dus geen inspanning zijn, maar vrucht, zoals ik vaker heb betoogd (en zo komt ook aan die schijnbare tegenstelling tussen deze twee een eind).
Als we deze vruchten niet zien in ons leven, moeten we onszelf niet verplichten om ‘aan de relatie met God te werken’. We moeten niet uit schuldgevoel taken op ons nemen, bidden omdat het hoort, of naar de kerk gaan omdat we bang zijn dat God anders teleurgesteld in ons zal zijn. God eist al die dingen helemaal niet van ons. Hij verbindt er geen consequenties aan. We hoeven niet bang te zijn dat Hij ooit minder van ons zal gaan houden. Wat een opluchting! Wat we wel kunnen doen, als we dat willen, is ons openstellen voor zijn liefde. We kunnen luisteren naar wat andere mensen over Hem zeggen. We kunnen zijn woord lezen met de vraag wat dat zegt over zijn liefde. We kunnen zijn aanwezigheid zoeken en Hem vragen zijn liefde aan ons te laten zien. We kunnen ons verlangen uitspreken dat we meer van Hem willen kennen. En hoe meer we van Hem ontdekken, hoe meer we zijn liefde leren kennen, hoe groter onze liefde voor Hem gaat worden.
Ikzelf had al een paar weken lang niet uit de bijbel gelezen, omdat het als een plicht voelde. Toen besefte ik opeens dat God het ook niet wil dat ik dit uit plichtsgevoel doe. Hij eist van mij helemaal niets. En het lijkt misschien paradoxaal, maar prompt had ik weer zin om uit de bijbel te lezen. Niet omdat het moest, maar omdat ik graag meer wilde leren over God en zijn liefde voor mij, zoals Hij heeft laten zien in Christus. Ik dacht er niet bij dat ik daardoor een beter christen zou zijn, of een betere relatie met God zou hebben. Ook al zou ik niet uit de bijbel hebben gelezen, de liefde van God voor mij zou niet minder zijn geworden. Het is waar: de liefde van God maakt ons werkelijk vrij.