In het boek Het Jezus Manifest halen Frank Viola en Leonard Sweet het bekende verhaal aan van Maria en Martha uit Bettanie. Jezus is bij hen en hun broer Lazarus op bezoek. Martha voelt zich verantwoordelijk de gastvrouw uit te hangen. Ze is druk in de weer: het huis bezemen, water halen, eten koken, wat er in de eerste eeuw allemaal moest gebeuren om gerespecteerde vrienden te kunnen ontvangen. Haar zus Maria lijkt ondertussen geen hand uit te willen steken: ze zit in de kring rond Jezus. Ze doet niks nuttigs, ze luistert alleen maar naar wat haar vriend te zeggen heeft. Dat kan natuurlijk niet. Maria zou haar plicht moeten doen en de inspanning te verrichten die van haar verwacht wordt. En Martha ziet het als haar taak er op te wijzen. Naar haar luistert haar zus echter niet, dus vraagt ze Jezus om zijn leerlinge op te roepen haar verantwoordelijkheid te vervullen. Haar verzoek is redelijk - als je iemand zo hard ziet werken, dan bied je toch aan te helpen? Maar Jezus zegt iets onverwachts: ‘Weinige dingen zijn nodig of slechts één; want Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat van haar niet zal worden weggenomen’ (Lukas 10:42). Het harde werken van Martha was kennelijk helemaal niet nodig voor Jezus - hij eiste helemaal niet dat hij in een schoon huis ontvangen werd, of een lekkere maaltijd kreeg voorgeschoteld. Hij was ook tevreden onder de blote hemel te slapen en brood en vis te eten. Net als God had hij niets van mensen nodig. Het enige dat hij van zijn vrienden verlangde, was dat ze bij Hem zouden zijn. Dat was het enige dat nodig was, en volgens mij het enige dat ook in onze tijd nodig is. Maar het klinkt bijna te simpel. Zo eenvoudig kan het volgen van Jezus toch niet zijn? Zo makkelijk kan het toch niet zijn om zijn discipel te zijn? Het is zo simpel dat iedereen het zou kunnen!
Ik moest denken aan wat ik een tijdje geleden op mijn blog schreef, hoe ik tot het besef was gekomen dat de Johan van dertien jaar geleden, voor mijn overspannenheid, niet een ander persoon was dan wie ik nu ben. Hij dacht op bepaalde punten wat anders, verplichtte zichzelf tot dingen die de Johan van nu niet meer hoeft, en was een paar kilo lichter, maar hij was gewoon Johan. Op het bericht reageerde iemand die ik uit die tijd kende. Volgens haar was de Johan van toen bijzonder zachtaardig, grappig, bij vlagen wijs en heel intens levend. Die woorden raakten me: het is namelijk een positieve omschrijving, en iemand over wie dat gezegd wordt, mag er trots op zijn. En uit welingelichte bronnen heb ik vernomen dat ik nog steeds over dezelfde eigenschappen beschik, gecombineerd met een oog voor details, een grote woordenschat en een levendige verbeelding. Wat ik eigenlijk voor het eerst tegen mezelf zei toen ik die woorden las, was: “Misschien zou het genoeg kunnen zijn, gewoon mezelf te zijn?” Misschien hoef ik niet langer te proberen iemand te zijn die ik niet ben. Misschien hoef ik niet langer te proberen te voldoen aan onhaalbare maatstaven. Misschien hoef ik mezelf niet langer op te drijven om te presteren en te produceren. Misschien is het voldoende om een zachtaardige man te zijn, met een voorliefde voor op taal gebaseerde humor, die af en toe wijs uit de hoek kan komen en geniet van details. Misschien is er niets dat ik met mijn leven ‘moet’ bereiken, behalve dat wat ik uit mezelf al doe: schrijven, anderen enthousiasmeren, andere werelden verzinnen. Misschien is het werkelijk zo eenvoudig. Maar ik weet niet hoe het met jullie gaat als jullie zoiets tegen jezelf zeggen, in mij beginnen echter ogenblikkelijk allerlei stemmen te protesteren: zo simpel kan het toch niet zijn? Zo makkelijk kan de oplossing toch niet wezen? Er moet toch zoveel gebeuren? Je kan toch niet maar wat aanmodderen in je leven? Wat als ...? Een heel koor aan bezwaren dringt zich op, en ik begin te twijfelen. Ik begin mezelf toch weer onder druk te zetten, ik ga mezelf toch weer eisen stellen. Ik raak toch weer gespannen, gestresst. Het idee dat het misschien genoeg is gewoon mezelf te zijn, was dus wel heel eenvoudig, maar helemaal niet simpel.
En toch ... wat als het waar is? Wat als het lied uit de aftiteling van de film The Voyage of the Dawn Treader gelijk heeft: ‘Exactly who you are is just enough’? Wat als God niets anders van ons verwacht? Wat als ... ? Dit is volgens mij de vraag die Jezus bij ons wil oproepen, het controversiële idee dat Hij bij ons wil laten postvatten. In zijn gelijkenissen en in zijn boodschappen wil hij zijn toehoorders prikkelen om zichzelf deze vraag te stellen: wat als God werkelijk goed is voor iedereen? Wat als ik -hoer, tollenaar, farizeeër- door Hem geliefd ben? Wat als de economie van de hemel totaal tegenovergesteld is aan het ‘voor wat hoort wat’ van de menselijke samenleving? Wat als ik niets kan doen om het eeuwige leven te krijgen, behalve er als een kind voor open te staan? Wat als het koninkrijk al is gearriveerd, en ik het alleen maar hoef te ontvangen? Wat als er inderdaad maar weinige dingen nodig zijn, of slechts een? Wat als het toch zo simpel is?
Ik geloof dat het goede nieuws inderdaad heel erg eenvoudig is. Zo eenvoudig dat zelfs de jongste kinderen de essentie ervan kunnen begrijpen, ook al kennen ze niet alle details. Immers, Jezus zelf zegt dat God het evangelie verborgen heeft gehouden voor de wijzen en de machthebbers, maar het aan de onbelangrijke, kleine mensen heeft willen bekendmaken. Hij noemt de armen van geest gelukzalig. Hij zegt: ‘Laat de kinderen tot mij komen, en verhindert ze niet, want van hen is het koninkrijk van de hemel.’ Dit is in zichzelf het goede nieuws: dat kinderen (en dus alle mensen) zonder enige barrière of hindernis in de aanwezigheid van Jezus kunnen zijn en mogen delen in zijn koninkrijk, zijn leven, zijn liefde. Het goede nieuws is geen intellectuele waarheid, geen theorie over de verzoening, geen rationele verklaring van de schepping of de opstanding. Je hoeft geen kernfysicus te zijn om het te begrijpen. Het goede nieuws is ook geen morele leer, geen voorgeschreven handelswijze, geen moeilijk te volbrengen ethiek. Je hoeft geen nieuwe moeder Teresa te zijn om ernaar te kunnen leven. Het is geen politiek manifest, geen bovennatuurlijk spektakel. Je hoeft geen machthebber te zijn of wonderdoener. Het goede nieuws is de openbaring van God onder mensen, Immanuel, God met ons, Jezus Christus - in wie het karakter van de God die liefde IS volledig zichtbaar is geworden. Het goede nieuws is een persoon. En een persoon kun je niet in een theorie vatten, je kunt een persoon niet in praktijk brengen, je kunt een persoon niet gebruiken als instrument. Je kunt alleen een relatie met Hem aangaan. Het enige dat dus nodig is van onze kant, is de liefde van deze persoon te accepteren, zijn leven als geschenk te ontvangen. Het enige dat van ons verwacht wordt is dat we ons openstellen voor Hemzelf. Paulus zegt het zo: ‘Christus is in u, hij is uw hoop op goddelijke luister’ (Kolossenzen 1:27).
Dat betekent onder andere dat we voor God niet uit de bijbel hoeven lezen, stille tijd hoeven houden of hoeven bidden. Dit is iets waar ik nog steeds mee worstel. Ik voel me nog steeds schuldig als ik het bijbellezen oversla of een tijd niet gebeden heb. Vervolgens neem ik me voor het meer te doen, en zet ik mezelf uit plicht onder druk. Als ik dan bid of in de bijbel lees, doet het weinig voor me, maar in elk geval ervaar ik even niet meer het schuldgevoel. Maar is dat de juiste motivatie om te bidden? Of maak ik van iets dat niet meer is dan een middel (religieuze handelingen) nu het doel? Want als ik bid, voel ik me goed, religieus, zonder dat de werkelijkheid van God en zijn liefde er ook maar aan te pas hoeft te komen. Op deze manier stap ik buiten de ‘weinige dingen of slechts een’ die nodig zijn.
Steeds meer groeit bij mij de intuïtie dat het bij het volgen van Jezus helemaal niet gaat om deze religieuze handelingen - als speciale activiteiten die van de rest van mijn leven gescheiden zouden zijn. Ik kan namelijk niets doen om dichter bij God te komen of door Hem geaccepteerd te worden. Hij is namelijk al zo dicht bij en in mij als maar mogelijk is, en ik ben al door Hem geaccepteerd - onvoorwaardelijk. Hij is al werkelijkheid, ik hoef hem niet op te roepen, en Hij is mij al goed gezind, ik hoef hem niet voor me te winnen. In de persoon van Jezus Christus is God zelf aanwezig in mijn hele leven - in elk gesprek dat ik heb met vrienden of collega’s, in elk boek dat ik lees en elke film die ik zie, in elk landschap of bloemblaadje, in elk vriendelijk woord en elke hulp die ik anderen bied, zelfs in elke frustratie, elke pijn, elke afwezigheid, zelfs in elke vergissing, of bewuste zonde. Hij IS - dat is zelfs zijn naam - Hij kan niet anders dan er zijn. En Hij is LIEFDE - en Hij zal niet anders dan liefde zijn. Het enige dat nodig is, is dat te accepteren. De ogen ervoor openen. Hem in al die omstandigheden te zien. Het gaat niet om onze handelingen, het gaat om Christus. Viola en Sweet zeggen daarom in Het Jezusmanifest: “Ons missionair-zijn zou nooit moeten worden aangedreven door godsdienstplicht. En ook niet door schuldgevoel, veroordeling of ambitie. We moeten ons blindelings en uitsluitend laten aandrijven door een openbaring van Jezus Christus. Het maakt niet uit hoe lang we leven, bij hoeveel bedieningen we betrokken zijn, hoeveel bijbelteksten we uit ons hoofd leren, hoeveel theologische materie we bestuderen en hoeveel uren we aan bidden besteden. We zullen Gods eeuwenoude plan nooit voorbijstreven. Of om het anders te zeggen: beter dan Christus wordt het niet. Neem elke geestelijke en godsdienstige bezigheid weg, en ik zal nog steeds Christus hebben, en als ik Hem heb, heb ik alles.”
Wil dat zeggen dat we maar moeten ophouden met bidden en bijbellezen? Of met theologie? Of met te proberen ons ethisch te gedragen? Of met politiek of geestelijke gaven? Nee - natuurlijk niet. Maar al deze dingen zijn niet anders dan vruchten. Ze zijn het gevolg van het zien van Jezus, niet de oorzaak ervan. Het leven van Maria bestond namelijk ook uit andere activiteiten dan aan Jezus’ voeten te zitten en zich aan het huishouden te onttrekken. Uiteindelijk, toen Jezus op het punt stond naar Jeruzalem te gaan om te sterven, was zij het die dat wist en hem met olie zalfde (met dure olie - waarschijnlijk al haar bezit) en zijn voeten met haar haren droogde. Een daad van pure aanbidding. Iets dat ze voor Jezus deed. Maar ze deed het niet omdat het ‘moest’, omdat Hij het haar had opgedragen, of omdat ze dacht dat ze daardoor een betere gelovige zou zijn, en al helemaal niet zodat haar zus beter over haar zou denken. Ze deed het alleen omdat ze de liefde van Jezus had leren kennen, en dit was wat die liefde in haar opwekte. Ze hoefde er waarschijnlijk niet eens over na te denken. Het kwam voort uit wie ze was - een vrouw die door God geliefd werd. En die daardoor ook van Hem was gaan houden. Net zo zal de liefde van God voor ons, als we die in Christus leren kennen, als we die gaan zien als absolute realiteit in het hier en nu, in ons liefde opwekken voor Hem. En die liefde voor Hem zal zich uiten in liefde voor onszelf (als mensen die door God geliefd zijn) en liefde voor andere mensen (want ook van hen houdt God), ja zelfs voor onze vijanden (die immers ook geliefd zijn). Wij hebben lief omdat we eerst zijn liefgehad. Onze liefde zal vervolgens weer tot uiting gaan komen in ons leven - in ons denken (dat zich zal bezighouden met de relatie tussen God, zijn openbaring en de geschapen werkelijkheid), in ons handelen (dat gedreven zal worden door de wens de liefde praktisch te maken en mensen op een waardige manier te behandelen), in onze politiek, in onze geestelijke gaven. We zullen gaan verlangen om op een heilige manier te leven, die past bij wie God is, niet omdat we bang zijn voor straf of uit schuldgevoel, maar omdat dit de beste manier van leven is. En we zullen gaan verlangen deze God te ontmoeten - op alle mogelijke manieren - in gebed, in de Bijbel, in gesprekken met anderen, in brood en wijn, maar ook in boeken, in films, in de natuur, en zelfs, zoals ik al schreef, in onze leegte en ons onvervulde verlangen. Dit zal gebeuren, als vanzelf. Het is niet iets dat wij tot stand hoeven brengen. Het is resultaat. Het is vrucht. Het enige dat wij hoeven doen is de liefde van God voor ons te accepteren. Wayne Jacobson gebruikt hiervoor de mooie term: ‘Living loved’ - ‘leven als geliefde’. Zo simpel is het goede nieuws.
Maar dit goede nieuws is misschien wel simpel, het is niet makkelijk. Het is niet zo eenvoudig als het lijkt, verre van dat zelfs. Dit is geen ‘goedkope’ genade, hoewel het wel gratis is. Zo was het voor Maria helemaal niet zo vanzelfsprekend om aan de voeten van Jezus te zitten - het enige dat nodig was. Niet alleen omdat ze een zus had die haar graag aan het werk wilde zetten. Nee, door aan Jezus’ voeten te zitten en schijnbaar ‘niets’ te doen, ging ze in tegen de hele Joodse cultuur. Dit las ik in Het Jezus Manifest: ‘Ten eerste zit ze in de ruimte voor mannen (in die tijd de woonkamer). Ten tweede zit ze in de houding van een leerling. Iedere rabbi in de eerste eeuw had alleen maar mannelijke leerlingen.’ Maria heeft waarschijnlijk heel wat barrieres in zichzelf moeten overwinnen. Ze heeft afkeurende blikken moeten negeren, ze heeft misschien te stellen gehad met vervelende opmerkingen van schriftgeleerden of Farizeeen. Ze heeft zich moeten verantwoorden, en heeft het later misschien ook wel met haar zus te stellen gehad. Het was voor haar makkelijker geweest zich te schikken naar de heersende maatschappelijke en religieuze normen, en gewoon haar plicht te doen als vrouw, als ondergeschikte. Maar zij koos ervoor tegen de verwachtingen in te gaan, tegen de eisen van productie en conformiteit, zij koos ervoor gewoon zichzelf te zijn - de geliefde van Jezus, en zo te leven.
Ik heb me weer laten meeslepen tijdens het schrijven, waardoor deze tekst al behoorlijk aan de lange kant is, dus houd ik het vervolg daarom maar kort: laat je niet weer een slavenjuk opleggen. Dat is de waarschuwing van Paulus aan de Galaten, en die geldt ook voor ons. Het leven als geliefde is namelijk niet makkelijk. Het wordt aangevallen. We leven in een maatschappij met torenhoge verwachtingen. We moeten elke keer onszelf overwinnen, onszelf verbeteren om aan de eisen te voldoen op het gebied van uiterlijk, werk, relaties en bezit. We moeten steeds over onze grenzen heengaan. We moeten ook steeds produceren, we moeten zin geven aan ons leven, we moeten goed doen, we moeten zelfs genieten. De hele boodschap van de wereld is dat het niet voldoende is om gewoon te zijn wie je bent. En in de kerk horen we een vergelijkbare boodschap, de boodschap dat we betere christenen moeten zijn, minder moeten zondigen, meer moeten geven, meer moeten ervaren van de Geest, meer moeten evangeliseren, meer missionair moeten zijn, enzovoorts, enzovoorts. Het is de boodschap van de Farizeen, die zelf het koninkrijk van God (niets anders dan de realiteit van Jezus’ aanwezigheid) niet wilden binnengaan, en anderen verhinderden er binnen te gaan. Je zult dus moeten vechten om je vrijheid te bewaren. Het is een strijd steeds opnieuw te kiezen te geloven dat ‘exactly who you are is just enough’. Het is een inspanning om niet toe te geven aan de druk van het moeten. Maar het is het enige dat nodig is. Het is het goede nieuws.
Ik moest denken aan wat ik een tijdje geleden op mijn blog schreef, hoe ik tot het besef was gekomen dat de Johan van dertien jaar geleden, voor mijn overspannenheid, niet een ander persoon was dan wie ik nu ben. Hij dacht op bepaalde punten wat anders, verplichtte zichzelf tot dingen die de Johan van nu niet meer hoeft, en was een paar kilo lichter, maar hij was gewoon Johan. Op het bericht reageerde iemand die ik uit die tijd kende. Volgens haar was de Johan van toen bijzonder zachtaardig, grappig, bij vlagen wijs en heel intens levend. Die woorden raakten me: het is namelijk een positieve omschrijving, en iemand over wie dat gezegd wordt, mag er trots op zijn. En uit welingelichte bronnen heb ik vernomen dat ik nog steeds over dezelfde eigenschappen beschik, gecombineerd met een oog voor details, een grote woordenschat en een levendige verbeelding. Wat ik eigenlijk voor het eerst tegen mezelf zei toen ik die woorden las, was: “Misschien zou het genoeg kunnen zijn, gewoon mezelf te zijn?” Misschien hoef ik niet langer te proberen iemand te zijn die ik niet ben. Misschien hoef ik niet langer te proberen te voldoen aan onhaalbare maatstaven. Misschien hoef ik mezelf niet langer op te drijven om te presteren en te produceren. Misschien is het voldoende om een zachtaardige man te zijn, met een voorliefde voor op taal gebaseerde humor, die af en toe wijs uit de hoek kan komen en geniet van details. Misschien is er niets dat ik met mijn leven ‘moet’ bereiken, behalve dat wat ik uit mezelf al doe: schrijven, anderen enthousiasmeren, andere werelden verzinnen. Misschien is het werkelijk zo eenvoudig. Maar ik weet niet hoe het met jullie gaat als jullie zoiets tegen jezelf zeggen, in mij beginnen echter ogenblikkelijk allerlei stemmen te protesteren: zo simpel kan het toch niet zijn? Zo makkelijk kan de oplossing toch niet wezen? Er moet toch zoveel gebeuren? Je kan toch niet maar wat aanmodderen in je leven? Wat als ...? Een heel koor aan bezwaren dringt zich op, en ik begin te twijfelen. Ik begin mezelf toch weer onder druk te zetten, ik ga mezelf toch weer eisen stellen. Ik raak toch weer gespannen, gestresst. Het idee dat het misschien genoeg is gewoon mezelf te zijn, was dus wel heel eenvoudig, maar helemaal niet simpel.
En toch ... wat als het waar is? Wat als het lied uit de aftiteling van de film The Voyage of the Dawn Treader gelijk heeft: ‘Exactly who you are is just enough’? Wat als God niets anders van ons verwacht? Wat als ... ? Dit is volgens mij de vraag die Jezus bij ons wil oproepen, het controversiële idee dat Hij bij ons wil laten postvatten. In zijn gelijkenissen en in zijn boodschappen wil hij zijn toehoorders prikkelen om zichzelf deze vraag te stellen: wat als God werkelijk goed is voor iedereen? Wat als ik -hoer, tollenaar, farizeeër- door Hem geliefd ben? Wat als de economie van de hemel totaal tegenovergesteld is aan het ‘voor wat hoort wat’ van de menselijke samenleving? Wat als ik niets kan doen om het eeuwige leven te krijgen, behalve er als een kind voor open te staan? Wat als het koninkrijk al is gearriveerd, en ik het alleen maar hoef te ontvangen? Wat als er inderdaad maar weinige dingen nodig zijn, of slechts een? Wat als het toch zo simpel is?
Ik geloof dat het goede nieuws inderdaad heel erg eenvoudig is. Zo eenvoudig dat zelfs de jongste kinderen de essentie ervan kunnen begrijpen, ook al kennen ze niet alle details. Immers, Jezus zelf zegt dat God het evangelie verborgen heeft gehouden voor de wijzen en de machthebbers, maar het aan de onbelangrijke, kleine mensen heeft willen bekendmaken. Hij noemt de armen van geest gelukzalig. Hij zegt: ‘Laat de kinderen tot mij komen, en verhindert ze niet, want van hen is het koninkrijk van de hemel.’ Dit is in zichzelf het goede nieuws: dat kinderen (en dus alle mensen) zonder enige barrière of hindernis in de aanwezigheid van Jezus kunnen zijn en mogen delen in zijn koninkrijk, zijn leven, zijn liefde. Het goede nieuws is geen intellectuele waarheid, geen theorie over de verzoening, geen rationele verklaring van de schepping of de opstanding. Je hoeft geen kernfysicus te zijn om het te begrijpen. Het goede nieuws is ook geen morele leer, geen voorgeschreven handelswijze, geen moeilijk te volbrengen ethiek. Je hoeft geen nieuwe moeder Teresa te zijn om ernaar te kunnen leven. Het is geen politiek manifest, geen bovennatuurlijk spektakel. Je hoeft geen machthebber te zijn of wonderdoener. Het goede nieuws is de openbaring van God onder mensen, Immanuel, God met ons, Jezus Christus - in wie het karakter van de God die liefde IS volledig zichtbaar is geworden. Het goede nieuws is een persoon. En een persoon kun je niet in een theorie vatten, je kunt een persoon niet in praktijk brengen, je kunt een persoon niet gebruiken als instrument. Je kunt alleen een relatie met Hem aangaan. Het enige dat dus nodig is van onze kant, is de liefde van deze persoon te accepteren, zijn leven als geschenk te ontvangen. Het enige dat van ons verwacht wordt is dat we ons openstellen voor Hemzelf. Paulus zegt het zo: ‘Christus is in u, hij is uw hoop op goddelijke luister’ (Kolossenzen 1:27).
Dat betekent onder andere dat we voor God niet uit de bijbel hoeven lezen, stille tijd hoeven houden of hoeven bidden. Dit is iets waar ik nog steeds mee worstel. Ik voel me nog steeds schuldig als ik het bijbellezen oversla of een tijd niet gebeden heb. Vervolgens neem ik me voor het meer te doen, en zet ik mezelf uit plicht onder druk. Als ik dan bid of in de bijbel lees, doet het weinig voor me, maar in elk geval ervaar ik even niet meer het schuldgevoel. Maar is dat de juiste motivatie om te bidden? Of maak ik van iets dat niet meer is dan een middel (religieuze handelingen) nu het doel? Want als ik bid, voel ik me goed, religieus, zonder dat de werkelijkheid van God en zijn liefde er ook maar aan te pas hoeft te komen. Op deze manier stap ik buiten de ‘weinige dingen of slechts een’ die nodig zijn.
Steeds meer groeit bij mij de intuïtie dat het bij het volgen van Jezus helemaal niet gaat om deze religieuze handelingen - als speciale activiteiten die van de rest van mijn leven gescheiden zouden zijn. Ik kan namelijk niets doen om dichter bij God te komen of door Hem geaccepteerd te worden. Hij is namelijk al zo dicht bij en in mij als maar mogelijk is, en ik ben al door Hem geaccepteerd - onvoorwaardelijk. Hij is al werkelijkheid, ik hoef hem niet op te roepen, en Hij is mij al goed gezind, ik hoef hem niet voor me te winnen. In de persoon van Jezus Christus is God zelf aanwezig in mijn hele leven - in elk gesprek dat ik heb met vrienden of collega’s, in elk boek dat ik lees en elke film die ik zie, in elk landschap of bloemblaadje, in elk vriendelijk woord en elke hulp die ik anderen bied, zelfs in elke frustratie, elke pijn, elke afwezigheid, zelfs in elke vergissing, of bewuste zonde. Hij IS - dat is zelfs zijn naam - Hij kan niet anders dan er zijn. En Hij is LIEFDE - en Hij zal niet anders dan liefde zijn. Het enige dat nodig is, is dat te accepteren. De ogen ervoor openen. Hem in al die omstandigheden te zien. Het gaat niet om onze handelingen, het gaat om Christus. Viola en Sweet zeggen daarom in Het Jezusmanifest: “Ons missionair-zijn zou nooit moeten worden aangedreven door godsdienstplicht. En ook niet door schuldgevoel, veroordeling of ambitie. We moeten ons blindelings en uitsluitend laten aandrijven door een openbaring van Jezus Christus. Het maakt niet uit hoe lang we leven, bij hoeveel bedieningen we betrokken zijn, hoeveel bijbelteksten we uit ons hoofd leren, hoeveel theologische materie we bestuderen en hoeveel uren we aan bidden besteden. We zullen Gods eeuwenoude plan nooit voorbijstreven. Of om het anders te zeggen: beter dan Christus wordt het niet. Neem elke geestelijke en godsdienstige bezigheid weg, en ik zal nog steeds Christus hebben, en als ik Hem heb, heb ik alles.”
Wil dat zeggen dat we maar moeten ophouden met bidden en bijbellezen? Of met theologie? Of met te proberen ons ethisch te gedragen? Of met politiek of geestelijke gaven? Nee - natuurlijk niet. Maar al deze dingen zijn niet anders dan vruchten. Ze zijn het gevolg van het zien van Jezus, niet de oorzaak ervan. Het leven van Maria bestond namelijk ook uit andere activiteiten dan aan Jezus’ voeten te zitten en zich aan het huishouden te onttrekken. Uiteindelijk, toen Jezus op het punt stond naar Jeruzalem te gaan om te sterven, was zij het die dat wist en hem met olie zalfde (met dure olie - waarschijnlijk al haar bezit) en zijn voeten met haar haren droogde. Een daad van pure aanbidding. Iets dat ze voor Jezus deed. Maar ze deed het niet omdat het ‘moest’, omdat Hij het haar had opgedragen, of omdat ze dacht dat ze daardoor een betere gelovige zou zijn, en al helemaal niet zodat haar zus beter over haar zou denken. Ze deed het alleen omdat ze de liefde van Jezus had leren kennen, en dit was wat die liefde in haar opwekte. Ze hoefde er waarschijnlijk niet eens over na te denken. Het kwam voort uit wie ze was - een vrouw die door God geliefd werd. En die daardoor ook van Hem was gaan houden. Net zo zal de liefde van God voor ons, als we die in Christus leren kennen, als we die gaan zien als absolute realiteit in het hier en nu, in ons liefde opwekken voor Hem. En die liefde voor Hem zal zich uiten in liefde voor onszelf (als mensen die door God geliefd zijn) en liefde voor andere mensen (want ook van hen houdt God), ja zelfs voor onze vijanden (die immers ook geliefd zijn). Wij hebben lief omdat we eerst zijn liefgehad. Onze liefde zal vervolgens weer tot uiting gaan komen in ons leven - in ons denken (dat zich zal bezighouden met de relatie tussen God, zijn openbaring en de geschapen werkelijkheid), in ons handelen (dat gedreven zal worden door de wens de liefde praktisch te maken en mensen op een waardige manier te behandelen), in onze politiek, in onze geestelijke gaven. We zullen gaan verlangen om op een heilige manier te leven, die past bij wie God is, niet omdat we bang zijn voor straf of uit schuldgevoel, maar omdat dit de beste manier van leven is. En we zullen gaan verlangen deze God te ontmoeten - op alle mogelijke manieren - in gebed, in de Bijbel, in gesprekken met anderen, in brood en wijn, maar ook in boeken, in films, in de natuur, en zelfs, zoals ik al schreef, in onze leegte en ons onvervulde verlangen. Dit zal gebeuren, als vanzelf. Het is niet iets dat wij tot stand hoeven brengen. Het is resultaat. Het is vrucht. Het enige dat wij hoeven doen is de liefde van God voor ons te accepteren. Wayne Jacobson gebruikt hiervoor de mooie term: ‘Living loved’ - ‘leven als geliefde’. Zo simpel is het goede nieuws.
Maar dit goede nieuws is misschien wel simpel, het is niet makkelijk. Het is niet zo eenvoudig als het lijkt, verre van dat zelfs. Dit is geen ‘goedkope’ genade, hoewel het wel gratis is. Zo was het voor Maria helemaal niet zo vanzelfsprekend om aan de voeten van Jezus te zitten - het enige dat nodig was. Niet alleen omdat ze een zus had die haar graag aan het werk wilde zetten. Nee, door aan Jezus’ voeten te zitten en schijnbaar ‘niets’ te doen, ging ze in tegen de hele Joodse cultuur. Dit las ik in Het Jezus Manifest: ‘Ten eerste zit ze in de ruimte voor mannen (in die tijd de woonkamer). Ten tweede zit ze in de houding van een leerling. Iedere rabbi in de eerste eeuw had alleen maar mannelijke leerlingen.’ Maria heeft waarschijnlijk heel wat barrieres in zichzelf moeten overwinnen. Ze heeft afkeurende blikken moeten negeren, ze heeft misschien te stellen gehad met vervelende opmerkingen van schriftgeleerden of Farizeeen. Ze heeft zich moeten verantwoorden, en heeft het later misschien ook wel met haar zus te stellen gehad. Het was voor haar makkelijker geweest zich te schikken naar de heersende maatschappelijke en religieuze normen, en gewoon haar plicht te doen als vrouw, als ondergeschikte. Maar zij koos ervoor tegen de verwachtingen in te gaan, tegen de eisen van productie en conformiteit, zij koos ervoor gewoon zichzelf te zijn - de geliefde van Jezus, en zo te leven.
Ik heb me weer laten meeslepen tijdens het schrijven, waardoor deze tekst al behoorlijk aan de lange kant is, dus houd ik het vervolg daarom maar kort: laat je niet weer een slavenjuk opleggen. Dat is de waarschuwing van Paulus aan de Galaten, en die geldt ook voor ons. Het leven als geliefde is namelijk niet makkelijk. Het wordt aangevallen. We leven in een maatschappij met torenhoge verwachtingen. We moeten elke keer onszelf overwinnen, onszelf verbeteren om aan de eisen te voldoen op het gebied van uiterlijk, werk, relaties en bezit. We moeten steeds over onze grenzen heengaan. We moeten ook steeds produceren, we moeten zin geven aan ons leven, we moeten goed doen, we moeten zelfs genieten. De hele boodschap van de wereld is dat het niet voldoende is om gewoon te zijn wie je bent. En in de kerk horen we een vergelijkbare boodschap, de boodschap dat we betere christenen moeten zijn, minder moeten zondigen, meer moeten geven, meer moeten ervaren van de Geest, meer moeten evangeliseren, meer missionair moeten zijn, enzovoorts, enzovoorts. Het is de boodschap van de Farizeen, die zelf het koninkrijk van God (niets anders dan de realiteit van Jezus’ aanwezigheid) niet wilden binnengaan, en anderen verhinderden er binnen te gaan. Je zult dus moeten vechten om je vrijheid te bewaren. Het is een strijd steeds opnieuw te kiezen te geloven dat ‘exactly who you are is just enough’. Het is een inspanning om niet toe te geven aan de druk van het moeten. Maar het is het enige dat nodig is. Het is het goede nieuws.