Nee, wees gerust, dit is geen filmbespreking. Ik heb de film in kwestie niet eens gezien, alleen het Engelse origineel (met Alan (Sneep!) Rickman) in het jeugdhotel in Australiƫ, maar dat is een ander verhaal. Wel ken ik natuurlijk het lied met dezelfde titel van Blof, dat vrij vaak werd gedraaid op de radio. En te zeggen dat alles liefde is, is trouwens een leugen. Veel van wat er op de wereld gebeurt, is onmogelijk onder de noemer 'liefde' te vatten. Maar draai de woorden om en de waarheid verschijnt. Niet alles is liefde, maar liefde is alles.
Zoals ik op deze blog eerder betoogde, maken wij als christenen God vaak te klein. Hij wordt een wezen iets boven ons niveau, met wie wij kunnen onderhandelen, die wij op onze hand kunnen krijgen met onze inspanning, die we aan ons kunnen verplichten door onze ijver, en die we aan de andere kant zijn gemoedsrust kunnen ontnemen door ongehoorzaam te zijn. Maar zo'n beeld doet tekort aan de God die als hij zich voorstelt eenvoudig zegt: "Ik ben." God bestaat. Sterker nog: hij is de bron van al het bestaan. In hem leven, bewegen en zijn wij. 1 Korintiers 8:6: 'Er is een God, de Vader, uit wie alles is ontstaan, en een Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven.' Kolossenzen 1:17: 'Hij bestaat voor alles en alles bestaat in Hem.' Er is geen bestaan mogelijk onafhankelijk van de Schepper. Ons bestaan is afgeleid van dat van Hem.
Over deze God zegt de bijbel tegelijkertijd dat Hij liefde is. Niet dat Hij liefheeft, maar dat Hij liefde IS. Punt. Bestaan en liefde zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden, op een manier die we als mensen waarschijnlijk nooit helemaal zullen kunnen begrijpen. Maar als ik mag speculeren, vermoed ik dat iets of iemands identiteit wordt gedefinieerd door relaties. We bestaan alleen in interactie, met de wereld om ons heen, met onze medemensen en met onze Schepper. Deze relaties definiƫren ons, tekenen onze grenzen, en maken ons tot wie we zijn. Als we volledig van elke vorm van interactie zouden zijn afgesneden, zouden we net zo goed niet kunnen bestaan. En deze dynamiek vindt zijn oorsprong bij de drie-eenheid. 'Ik ben' is niet alleen. Ook zijn identiteit wordt gevormd door zijn relaties. Drie personen, Vader, Zoon en Geest, die elk met volle overgave de twee andere personen liefhebben en elk volledige en onvoorwaardelijke liefde ontvangen van de twee andere personen. In deze voortdurende interactie, vormen Vader, Zoon en Geest een eenheid, in deze 'dans' zoals sommige theologen haar omschrijven, bevindt zich de 'Ik ben'.
En deze creatieve, spetterende, onbegrensde en onuitputbare liefde is wat alles heeft voortgebracht wat bestaat: sterren, atomen, snuitkevers, waterlelies, wolkenpartijen, mensen, jij en ik. De basis van het bestaan van alle dingen, de basis van ons bestaan, is dus liefde. Anders gezegd: we kunnen met zekerheid stellen dat God van ons houdt, alleen al vanwege het feit dat we bestaan. Het is zelfs zo dat we bestaan, omdat God van ons houdt! We zijn Zijn geliefde kinderen, dat is onze identiteit. Meer hoeven we niet te weten. Hij wil dat de dans van de drie personen van de drie-eenheid zich uitbreidt, dat wij daarin worden opgenomen, als levende, unieke, vrije personen, die zich door Hem laten liefhebben en op onze beurt van Hem leren houden. Dat is waarom Jezus is gekomen. Zijn dood en opstanding maakten duidelijk dat er niets tussen God en ons instaat, dat alle gevolgen van onze opstandigheid uit de weg zijn geruimd, en dat de deur naar het feest ruim open staat. Zoals Johannes zegt in 1 Johannes 4:10: "Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden."
Dat is nog niet eens zo controversieel. Maar dat wordt het wel als we deze waarheid op ons leven gaan toepassen. De eerste toepassing is dat God van mij niet dienstbetoon vraagt. Mijn identiteit is niet gelegen in wat ik voor God doe, in de rituelen die ik naleef, of het werk dat ik voor Hem verzet. Mijn identiteit ligt in Gods liefde voor mij. Het enige dat ik hoef te doen is me door de levende, bewegende drie-eenheid te laten liefhebben. Als ik dat doe, zal ik steeds minder steunen op valse bronnen van bestaan (afgoden), ik zal steeds meer mijn ware identiteit ontdekken (Gods geliefde kind) en daar steeds meer uit gaan leven. Ik zal mezelf worden. Ik zal niet langer een ballon zijn, zonder inhoud, waar alles of iedereen maar door de grenzen heen kan dringen (zie mijn blog daarover). Ik zal ook niet meer met lange spijkers of agressiviteit iedereen op afstand hoeven houden om mezelf te beschermen. Ik zal inhoud krijgen. Ik zal worden opgevuld met de wetenschap dat ik door God geliefd ben, en dat mijn bestaan daardoor zeker is. Daardoor zal ik vrij in het leven kunnen staan. Lees 1 Johannes 3:1,2 maar: "Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook ... wij zijn nu al kinderen van God!"
De tweede toepassing gaat nog een stuk verder. Om te voorkomen dat ik zal worden beschuldigd van ketterij zal ik maar snel een paar andere teksten uit 1 Johannes aanhalen. "Laten wij elkaar liefhebben. Want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God." (4:7) "Niemand heeft God ooit gezien, maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden." (v12) "God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem." (v16). Kom niet direct met 'maars', maar neem deze teksten zoals ze er staan. Betekent dit wat ik denk dat het betekent? Betekent het inderdaad dat alle liefde uit God voortkomt? Dat iedereen die werkelijk iets of iemand liefheeft, kennis heeft van God? Dat iedereen die onzelfzuchtig liefheeft, ongeacht wat hij of zij gelooft, in God is en God in hem of haar? En betekent dit dat je al de juiste dingen kunt geloven, maar dat dit je niet dichter bij God brengt als je niet liefhebt? "Als iemand zegt: 'Ik heb God lief', maar hij haat zijn broeder en zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit heeft gezien liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft." (1 Johannes 4:19). Sterker nog, betekent dit dat de maatstaf om te bepalen of iemand 'gered' is, niet ligt bij zijn of haar geloofsbelijdenis, maar in zijn of haar liefde? "Wij weten dat we van de dood zin overgegaan naar het leven omdat we elkaar liefhebben. Wie niet liefheeft, blijft in de dood." (3:14).
Mijn hoofd tolt ervan. Ik heb nooit over deze teksten horen preken. En als het wel gebeurde, werden er allerhande disclaimers aan toegevoegd, zoals de aanstootgevende suggestie dat mensen die niet in God geloofden niet werkelijk konden liefhebben, maar per definitie zelfzuchtig waren (terwijl wij binnen de kerk elkaar zwart maakten, vals beschuldigden, en uiteindelijk in ruzie uit elkaar gingen). We willen kennelijk erg graag kunnen volhouden te geloven dat we 'beter' zijn dan anderen omdat we de juiste waarheden geloven, of de juiste rituelen onderhouden. We willen ons kunnen onderscheiden. Maar 1 Johannes suggereert dat die pogingen tot mislukken gedoemd zijn. Deze hekken gelden niet meer, we hebben geen enkele basis meer om onszelf 'beter' te vinden dan anderen. Geen reden om te oordelen (wat in feite liefdeloos is). Het enige dat voor ons overblijft, is te doen wat we vanaf het begin hebben horen verkondigen: 'dat we elkaar moeten liefhebben.' (1 Johannes 3:11, Johannes 13:34). En als we liefhebben, laten we zien dat we Gods kinderen zijn. Dat zien mensen niet aan onze bijbelkennis, niet aan onze kerkdiensten op zondag, niet aan onze rituelen of gebouwen of wonderen of tekenen, of vreemde talen, of goudpoeder. Nee, Jezus zei: "Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn." (Johannes 13:35).
Dat betekent niet dat het niet belangrijk is wat je gelooft of wat andere mensen geloven. Dat is echter niet belangrijk omdat mensen naar de hel zouden gaan als ze niet precies het juiste gebed hebben opgezegd, of dat God ze zou straffen als ze niet toevallig de juiste leerstellingen voor waar achten. Het is belangrijk omdat Gods liefde ons onze identiteit geeft, en ons in staat stelt lief te hebben. Het goede nieuws dat de eerste christenen uitdroegen en dat zich als een lopend vuurtje over de wereld verspreidde, was dat God van ieder mens hield en dat hij dat had laten zien in de dood en opstanding van Jezus. Dezelfde Johannes hamert er in zijn brief op dat Jezus Christus als mens gekomen is. Dat God, de Schepper, de Ik ben, de bron van het bestaan, is afgedaald tot ons niveau, als het ultieme voorbeeld van onzelfzuchtige, opofferende liefde. Dit concrete moment in de geschiedenis, in betrouwbare bronnen beschreven, geschiedkundig te onderzoeken, is het bewijs dat de drie-eenheid niets anders op het oog heeft dan ons in zijn dans van eeuwige liefde op te nemen. We hoeven geen ongefundeerde aannames te doen, we hoeven niet te hopen dat God liefde is, we hoeven niet te vertrouwen op vage spirituele ervaringen of onduidelijke gevoelens. Nee: God heeft zijn liefde eens en voor altijd duidelijk gemaakt op het kruis van Golgotha. Romeinen 5:8: "God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren." Dit is waarom het belangrijk het evangelie, het goede nieuws, te blijven prediken. Dit is waarom het belangrijk is de hele wereld over te gaan en mensen over Jezus te vertellen. Dit is waarom het belangrijk is vast te houden aan het getuigenis van de apostelen en de profeten. Want dit is de enige vaste basis voor onze identiteit, ons bestaan - zeker te weten dat de God die IS onvoorwaardelijk van ons houdt - en een vaste basis voor onze eigen liefde, voor God, voor de ander en voor onszelf. Opnieuw 1 Johannes: "Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop ... Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad" (4:16,19). We prediken dus niet om ons beter te kunnen voelen doordat we horen bij degenen die het juiste geloven, en ook niet om 'zieltjes te scoren' alsof God alleen van de mensen zou houden die de juiste regels volgen. We getuigen omdat we andere mensen liefhebben. En een van de belangrijkste manieren waarop wij anderen kunnen liefhebben, is ze te vertellen (en te laten merken) dat ze geliefd zijn. Dat God van ze houdt. En dat ze dat zeker kunnen weten op basis van het kruis en de opstanding van Jezus Christus.
Dit is dus radicaal nieuws. Deze boodschap maakt een einde aan al onze religieuze structuren en elke vorm van 'wij-zij'-denken, het ontmaskert al onze valse vormen van zekerheid, al onze afgodische ondersteuningen van onze identiteit, en brengt ons terug bij de basis: liefde. Liefde is alles.