Al jaren lang sluiten radiomakers van 3FM zich rond kerst op in een glazen huis voor het programma ‘Serious request’. Ze ontzeggen zich privacy en eten en ander gemak, om voor het oog van een heleboel mensen aandacht te vragen voor minderbedeelden over de hele wereld. Dit keer oorlogsmoeders in Afrika. Door luisteraars wordt geld ingezameld, en ook de gemaakte radioprogramma’s dienen dat doel. Veel mensen vinden dit initiatief inspirerend. Ik ook. Ik vind het mooi dat er mensen zijn die bereid zijn zulke offers te brengen om anderen te helpen en die hun door God gegeven talenten gebruiken om anderen ook te stimuleren zich in te zetten voor goede doelen. En elke hulp die dit oplevert voor lijdende mensen is welkom.
Christenen laten zich door de DJ’s van het Glazen Huis ook inspireren. Vorig jaar voerde Boele Ytsma op twitter actie om als kerken bij te dragen aan de opbrengst van het Glazen Huis. En dit jaar las ik de blog Gods Marketing, die stelde dat de radiomakers eigenlijk moderne dominees zijn, met hun boodschap om je in te zetten voor anderen. “De DJ’s zijn zonder het zelf te beseffen ware dominees, priesters en voorgangers geworden ... De vermoeidheid is levensecht, maar de wilskracht en overtuiging ook. Alles voor de ander, alles voor die vreemde, daar in Afrika.” Net als dominees en voorgangers zenden deze radiomakers een boodschap de wereld in: dat we moeten omzien naar diegenen die het minder goed hebben dan wij en dat we samen alles voor de ander over moeten hebben.
Heel lovenswaardig, en het is een goede boodschap, maar het is niet HET goede nieuws. Het is niet het de boodschap die dominees, priesters en voorgangers nu opeens zouden moeten verkondigen. Juist niet! Het woord in de boodschap dat bij mij de alarmbellen deed rinkelen was ‘wilskracht’. In deze boodschap hangt het af van onze inspanning voor de ander, wat wij met onze kracht kunnen bereiken, onze discipline en ons doorzettingsvermogen. Het is trouwens niet verkeerd om te worden uitgedaagd om ons in te spannen, om onze kracht te trainen, en om door te zetten. Maar als christelijke predikers deze boodschap gaan brengen, wordt de boodschap op de een of andere manier altijd dat we deze dingen eigenlijk voor God doen of zouden moeten doen. Dat we door die inspanning, discipline en doorzettingsvermogen aan Gods koninkrijk bijdragen, dat God ons waardeert als we dat doen, dat we minder goede christenen zijn als we het niet doen. Dit zal altijd gebeuren, omdat christelijke predikers nu eenmaal namens God spreken. Plotseling hangen Gods aanvaarding en onze eeuwige toestand dis af van die heel wankele factor van onze wilskracht. En plotseling zetten we ons niet meer in voor de ander omwille van die ander, maar omdat we bang zijn Gods zegen mis te lopen of door Hem niet goed genoeg gevonden te worden.
Ik ben helemaal niet tegen oproepen om goed te doen aan anderen, om moreel en heilig te leven, en te zorgen voor het milieu, dieren en de samenleving. Verre van! Ze zouden veel vaker mogen klinken. Maar deze morele boodschappen kunnen het best worden gebracht via seculiere kanalen. Door de DJ’s van 3FM. Door iemand als Bono (ja, hij is een christen, maar hij brengt zijn boodschap van armoedebestrijding als zanger van een rockband!). Door Marianne Thieme (ook een christen, maar ze brengt haar boodschap als politicus, niet als predikante). Als zij deze boodschap brengen, gaat het om het moreel verantwoorde gedrag, en niet om eeuwig zieleheil en Gods aanvaarding. Elkaar liefhebben, zorgen voor de ander, geven om de wereld: het hoort bij het menszijn. Wie deze boodschap brengt, brengt die boodschap als mens naar mensen, ook als hij christen is en voor zijn boodschap door Christus wordt geinspireerd.
Aan de andere kant: de boodschap over ons eeuwig zieleheil en Gods aanvaarding die christenen namens God verkondigen, kan het best worden gebracht door onvolmaakte, immorele predikers. Door mensen zonder zuiver blazoen, zonder vlekkeloze reputatie. Door verslaafden die ervoor uitkomen dat ze weer zijn teruggevallen, ook al wilden ze oprecht ‘nee’ blijven zeggen. Door de kwetsbaren, die durven laten zien dat ze anderen hebben pijn gedaan, dat ze kansen hebben laten lopen, dat ze wisten wat hun plicht was, maar die niet hebben gedaan.
Als de boodschap over Gods aanvaarding en onze eeuwige toestand wordt gebracht door predikers die een zuiver moreel voorbeeld laten zien, die altijd alles geven voor anderen, nooit terugvallen in een verkeerd patroon, nooit boos zijn op hun kinderen, en voldoen aan het plaatje van de ideale burger en de ideale christen, gaan we denken dat al deze dingen erbij horen. Dat we om net als zij door God aanvaard en gered te worden net zo goed, moreel en kerkelijk actief zouden moeten zijn als de predikers zelf. Dat dit gedrag en deze inspanningen voorwaarden zijn, dat het (opnieuw van onze wilskracht afhangt. En we worden gefrustreerd, of oneerlijk (net als die predikers, want niemand is volmaakt. Als ze zo lijken, is dat omdat ze niet open zijn over wat er in hun binnenste afspeelt).
Paulus zelf deed zijn best zich niet beter voor te doen als hij was. Hij noemde zichzelf in 1 Timoteus (in tegenwoordige tijd) de grootste van alle zondaars. Hij was zwak stond bloot aan verleiding. “Als er iemand zwak is, dan ben ik het wel. Gaan anderen onder verleidingen gebukt - ik word erdoor verteerd!” (2 Korintiers 11:29). Hij vertelde dat hij door Satan als met vuisten geslagen werd - want Gods kracht wordt zichtbaar in zwakheid. Hij was niet beter, heiliger of moreler dan zijn toehoorders, hij was zwak zoals zij en trad zwak op, maar hij had de liefde van God leren kennen, zoals die was geopenbaard in Christus, zijn heer. Daarvan predikte hij.
Daarom heb ik ook het meest geleerd over de genade en de liefde van God van schrijvers als Brennan Manning (Het Zwerversevangelie) die eerlijk uitkomt voor zijn worsteling met een alcoholverslaving en hoe hij daar steeds weer in terugvalt. Van Philip Yancey, die open is over zijn opvoeding in een strenge, racistische kerk, en hoe hij oude ingeslepen patronen moet kwijtraken. Van John Eldredge, die vertelt over de wonden die zijn vaders woorden hebben achtergelaten en hoe hij tekortschiet ten opzichte van zijn vrouw en zijn kinderen. Van andere schrijvers, sprekers en vrienden die er open voor uitkomen dat ze er soms een potje van maken, maar die weten dat God van ze houdt en uiteindelijk herstel zal brengen in het koninkrijk van God. Ze brengen niet zichzelf en hun gedrag, maar ‘Jezus Christus, de gekruisigde’ (1 Korintiers 2:2).
Kerst is bij uitstek de gelegenheid om stil te staan bij de christelijke boodschap, de reden waarom Christus op Aarde is gekomen. Die boodschap is ten eerste een aankondiging. Een boodschap over een gebeurtenis, die op geen enkele manier te maken heeft met onze wilskracht. Of wij goed leven, of wij anderen helpen, of wij in moreel opzicht door een ringetje te halen zijn heeft er niets mee te maken. Het is geen oproep om ons te gaan gedragen of om ons beste beetje voor te zetten. Het is een feitelijke mededeling die aan ieder van ons gedaan wordt, en die van ons niet eens een reactie vereist. Of we er nou blij mee zijn of niet, of we er naar gaan leven of niet, het verandert niets aan de inhoud ervan.
En het is bovendien een aankondiging die wordt gedaan aan mensen die niet eens een passende reactie kunnen geven. Aan het uitschot van de samenleving, aan mannen en vrouwen zonder hoop, die aan de grond zitten. Aan degenen die zo lang hebben geprobeerd mee te draaien en hogerop te komen, dat ze de moed nu hebben opgegeven. Aan degenen die zich hebben verlaagd tot het verkopen van hun lichaam of het uitbuiten van hun landgenoten. Aan de verslaafden die hun verslaving haten, maar de fles niet kunnen laten staan. Aan ‘the last, the least, the little, the lost’, aan mensen die -in de woorden van Robert Farrar Capon - dood zijn.
Het is de aankondiging van de Engelen aan de herders. Niet de romantische herdertjes die bij nachte in het veld lagen. Nee, lees wat op Internetmonk werd gezegd over de herders: "Shepherds at the time of Jesus were at the bottom of society’s list of acceptable people, barely above lepers ... most shepherds were hired hands tasked with herding the sheep from pasture to pasture, tending to their wounds, birthing the lambs, and chasing away predators. These hirelings often had a higher sense of their own value than they did for their flocks ... Shepherds and thieves were thought to be one and the same—and often were ... They were filthy. Living out of doors 24/7 does not exactly allow one to keep the best personal hygiene. Shepherds smelled like sheep and all that goes with sheep. They were not only dirty, they were ritually unclean as well, having touched blood, feces and insects on a daily basis, disqualifiing them from any part of religious circles ... As far as the religious leaders were concerned, they were non-people. They were outcasts from society. Losers with a capital “L.”
Aan deze sociale uitgestotenen werd het goede nieuws verkondigd, dat het hele volk met grote vreugde zou vervullen: “Vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren ... Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen, die Hij liefheeft.” (Lukas 2:10-14) In het kort vertaald: “Jullie zijn misschien wel hopeloos, en jullie wilskracht kan jullie niet helpen, maar ook voor jullie geldt dat de redder gekomen is, omdat God alle mensen liefheeft, dus ook jullie.”
Dit is werkelijk goed nieuws. Geen wonder dat deze herders vervolgens in actie kwamen en dezelfde boodschap van onvoorwaardelijke aanvaarding brachten aan de respectabele, rechtschapen mensen in de omliggende dorpen. Geen wonder dat sommigen van hen dertig jaar later wellicht volgelingen van deze redder zijn geworden. Geen wonder dat ze misschien hun leven wel hebben opgeofferd en alles op het spel hebben gezet om hem te dienen. Deze aankondiging doet dat met mensen.
Als christenen moeten we geen andere boodschap brengen dan deze: “U is heden de heiland geboren ... Vrede op aarde, en in mensen een welbehagen.” Het koninkrijk van God is aangebroken, de beloofde koning is gearriveerd, het herstel van alle dingen wordt werkelijkheid. En het is voor iedereen! Of je nu goed doet aan anderen of niet, of je nu moreel bent of niet, of je nu hard werkt in de kerk of niet. God heeft welbehagen in je, Hij heeft je lief. Moreel rechtschapen christenen of falende, struikelende gelovigen - iets anders hebben we niet aan te kondigen. We vertellen het goede nieuws.
En dat vervolgens degenen die de boodschap horen, niet werkeloos op hun gat kunnen blijven zitten, dat ze het nieuws zelf gaan verspreiden, dat ze ook zelf vrede op Aarde willen brengen en dat ze zelf ook welbehagen en plezier gaan hebben in hun medemensen, dat zou ons niet moeten verbazen. Dat ze anderen willen gaan liefhebben, heilig willen gaan leven en actief worden in een geloofsgemeenschap, moet ons niet verwonderen. Het woord van God doet dat met mensen. Jezus doet dat met mensen. Maar het is niet waar wij ons mee bezig hoeven houden. We hoeven alleen maar een aankondiging te doen.
Christenen laten zich door de DJ’s van het Glazen Huis ook inspireren. Vorig jaar voerde Boele Ytsma op twitter actie om als kerken bij te dragen aan de opbrengst van het Glazen Huis. En dit jaar las ik de blog Gods Marketing, die stelde dat de radiomakers eigenlijk moderne dominees zijn, met hun boodschap om je in te zetten voor anderen. “De DJ’s zijn zonder het zelf te beseffen ware dominees, priesters en voorgangers geworden ... De vermoeidheid is levensecht, maar de wilskracht en overtuiging ook. Alles voor de ander, alles voor die vreemde, daar in Afrika.” Net als dominees en voorgangers zenden deze radiomakers een boodschap de wereld in: dat we moeten omzien naar diegenen die het minder goed hebben dan wij en dat we samen alles voor de ander over moeten hebben.
Heel lovenswaardig, en het is een goede boodschap, maar het is niet HET goede nieuws. Het is niet het de boodschap die dominees, priesters en voorgangers nu opeens zouden moeten verkondigen. Juist niet! Het woord in de boodschap dat bij mij de alarmbellen deed rinkelen was ‘wilskracht’. In deze boodschap hangt het af van onze inspanning voor de ander, wat wij met onze kracht kunnen bereiken, onze discipline en ons doorzettingsvermogen. Het is trouwens niet verkeerd om te worden uitgedaagd om ons in te spannen, om onze kracht te trainen, en om door te zetten. Maar als christelijke predikers deze boodschap gaan brengen, wordt de boodschap op de een of andere manier altijd dat we deze dingen eigenlijk voor God doen of zouden moeten doen. Dat we door die inspanning, discipline en doorzettingsvermogen aan Gods koninkrijk bijdragen, dat God ons waardeert als we dat doen, dat we minder goede christenen zijn als we het niet doen. Dit zal altijd gebeuren, omdat christelijke predikers nu eenmaal namens God spreken. Plotseling hangen Gods aanvaarding en onze eeuwige toestand dis af van die heel wankele factor van onze wilskracht. En plotseling zetten we ons niet meer in voor de ander omwille van die ander, maar omdat we bang zijn Gods zegen mis te lopen of door Hem niet goed genoeg gevonden te worden.
Ik ben helemaal niet tegen oproepen om goed te doen aan anderen, om moreel en heilig te leven, en te zorgen voor het milieu, dieren en de samenleving. Verre van! Ze zouden veel vaker mogen klinken. Maar deze morele boodschappen kunnen het best worden gebracht via seculiere kanalen. Door de DJ’s van 3FM. Door iemand als Bono (ja, hij is een christen, maar hij brengt zijn boodschap van armoedebestrijding als zanger van een rockband!). Door Marianne Thieme (ook een christen, maar ze brengt haar boodschap als politicus, niet als predikante). Als zij deze boodschap brengen, gaat het om het moreel verantwoorde gedrag, en niet om eeuwig zieleheil en Gods aanvaarding. Elkaar liefhebben, zorgen voor de ander, geven om de wereld: het hoort bij het menszijn. Wie deze boodschap brengt, brengt die boodschap als mens naar mensen, ook als hij christen is en voor zijn boodschap door Christus wordt geinspireerd.
Aan de andere kant: de boodschap over ons eeuwig zieleheil en Gods aanvaarding die christenen namens God verkondigen, kan het best worden gebracht door onvolmaakte, immorele predikers. Door mensen zonder zuiver blazoen, zonder vlekkeloze reputatie. Door verslaafden die ervoor uitkomen dat ze weer zijn teruggevallen, ook al wilden ze oprecht ‘nee’ blijven zeggen. Door de kwetsbaren, die durven laten zien dat ze anderen hebben pijn gedaan, dat ze kansen hebben laten lopen, dat ze wisten wat hun plicht was, maar die niet hebben gedaan.
Als de boodschap over Gods aanvaarding en onze eeuwige toestand wordt gebracht door predikers die een zuiver moreel voorbeeld laten zien, die altijd alles geven voor anderen, nooit terugvallen in een verkeerd patroon, nooit boos zijn op hun kinderen, en voldoen aan het plaatje van de ideale burger en de ideale christen, gaan we denken dat al deze dingen erbij horen. Dat we om net als zij door God aanvaard en gered te worden net zo goed, moreel en kerkelijk actief zouden moeten zijn als de predikers zelf. Dat dit gedrag en deze inspanningen voorwaarden zijn, dat het (opnieuw van onze wilskracht afhangt. En we worden gefrustreerd, of oneerlijk (net als die predikers, want niemand is volmaakt. Als ze zo lijken, is dat omdat ze niet open zijn over wat er in hun binnenste afspeelt).
Paulus zelf deed zijn best zich niet beter voor te doen als hij was. Hij noemde zichzelf in 1 Timoteus (in tegenwoordige tijd) de grootste van alle zondaars. Hij was zwak stond bloot aan verleiding. “Als er iemand zwak is, dan ben ik het wel. Gaan anderen onder verleidingen gebukt - ik word erdoor verteerd!” (2 Korintiers 11:29). Hij vertelde dat hij door Satan als met vuisten geslagen werd - want Gods kracht wordt zichtbaar in zwakheid. Hij was niet beter, heiliger of moreler dan zijn toehoorders, hij was zwak zoals zij en trad zwak op, maar hij had de liefde van God leren kennen, zoals die was geopenbaard in Christus, zijn heer. Daarvan predikte hij.
Daarom heb ik ook het meest geleerd over de genade en de liefde van God van schrijvers als Brennan Manning (Het Zwerversevangelie) die eerlijk uitkomt voor zijn worsteling met een alcoholverslaving en hoe hij daar steeds weer in terugvalt. Van Philip Yancey, die open is over zijn opvoeding in een strenge, racistische kerk, en hoe hij oude ingeslepen patronen moet kwijtraken. Van John Eldredge, die vertelt over de wonden die zijn vaders woorden hebben achtergelaten en hoe hij tekortschiet ten opzichte van zijn vrouw en zijn kinderen. Van andere schrijvers, sprekers en vrienden die er open voor uitkomen dat ze er soms een potje van maken, maar die weten dat God van ze houdt en uiteindelijk herstel zal brengen in het koninkrijk van God. Ze brengen niet zichzelf en hun gedrag, maar ‘Jezus Christus, de gekruisigde’ (1 Korintiers 2:2).
Kerst is bij uitstek de gelegenheid om stil te staan bij de christelijke boodschap, de reden waarom Christus op Aarde is gekomen. Die boodschap is ten eerste een aankondiging. Een boodschap over een gebeurtenis, die op geen enkele manier te maken heeft met onze wilskracht. Of wij goed leven, of wij anderen helpen, of wij in moreel opzicht door een ringetje te halen zijn heeft er niets mee te maken. Het is geen oproep om ons te gaan gedragen of om ons beste beetje voor te zetten. Het is een feitelijke mededeling die aan ieder van ons gedaan wordt, en die van ons niet eens een reactie vereist. Of we er nou blij mee zijn of niet, of we er naar gaan leven of niet, het verandert niets aan de inhoud ervan.
En het is bovendien een aankondiging die wordt gedaan aan mensen die niet eens een passende reactie kunnen geven. Aan het uitschot van de samenleving, aan mannen en vrouwen zonder hoop, die aan de grond zitten. Aan degenen die zo lang hebben geprobeerd mee te draaien en hogerop te komen, dat ze de moed nu hebben opgegeven. Aan degenen die zich hebben verlaagd tot het verkopen van hun lichaam of het uitbuiten van hun landgenoten. Aan de verslaafden die hun verslaving haten, maar de fles niet kunnen laten staan. Aan ‘the last, the least, the little, the lost’, aan mensen die -in de woorden van Robert Farrar Capon - dood zijn.
Het is de aankondiging van de Engelen aan de herders. Niet de romantische herdertjes die bij nachte in het veld lagen. Nee, lees wat op Internetmonk werd gezegd over de herders: "Shepherds at the time of Jesus were at the bottom of society’s list of acceptable people, barely above lepers ... most shepherds were hired hands tasked with herding the sheep from pasture to pasture, tending to their wounds, birthing the lambs, and chasing away predators. These hirelings often had a higher sense of their own value than they did for their flocks ... Shepherds and thieves were thought to be one and the same—and often were ... They were filthy. Living out of doors 24/7 does not exactly allow one to keep the best personal hygiene. Shepherds smelled like sheep and all that goes with sheep. They were not only dirty, they were ritually unclean as well, having touched blood, feces and insects on a daily basis, disqualifiing them from any part of religious circles ... As far as the religious leaders were concerned, they were non-people. They were outcasts from society. Losers with a capital “L.”
Aan deze sociale uitgestotenen werd het goede nieuws verkondigd, dat het hele volk met grote vreugde zou vervullen: “Vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren ... Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen, die Hij liefheeft.” (Lukas 2:10-14) In het kort vertaald: “Jullie zijn misschien wel hopeloos, en jullie wilskracht kan jullie niet helpen, maar ook voor jullie geldt dat de redder gekomen is, omdat God alle mensen liefheeft, dus ook jullie.”
Dit is werkelijk goed nieuws. Geen wonder dat deze herders vervolgens in actie kwamen en dezelfde boodschap van onvoorwaardelijke aanvaarding brachten aan de respectabele, rechtschapen mensen in de omliggende dorpen. Geen wonder dat sommigen van hen dertig jaar later wellicht volgelingen van deze redder zijn geworden. Geen wonder dat ze misschien hun leven wel hebben opgeofferd en alles op het spel hebben gezet om hem te dienen. Deze aankondiging doet dat met mensen.
Als christenen moeten we geen andere boodschap brengen dan deze: “U is heden de heiland geboren ... Vrede op aarde, en in mensen een welbehagen.” Het koninkrijk van God is aangebroken, de beloofde koning is gearriveerd, het herstel van alle dingen wordt werkelijkheid. En het is voor iedereen! Of je nu goed doet aan anderen of niet, of je nu moreel bent of niet, of je nu hard werkt in de kerk of niet. God heeft welbehagen in je, Hij heeft je lief. Moreel rechtschapen christenen of falende, struikelende gelovigen - iets anders hebben we niet aan te kondigen. We vertellen het goede nieuws.
En dat vervolgens degenen die de boodschap horen, niet werkeloos op hun gat kunnen blijven zitten, dat ze het nieuws zelf gaan verspreiden, dat ze ook zelf vrede op Aarde willen brengen en dat ze zelf ook welbehagen en plezier gaan hebben in hun medemensen, dat zou ons niet moeten verbazen. Dat ze anderen willen gaan liefhebben, heilig willen gaan leven en actief worden in een geloofsgemeenschap, moet ons niet verwonderen. Het woord van God doet dat met mensen. Jezus doet dat met mensen. Maar het is niet waar wij ons mee bezig hoeven houden. We hoeven alleen maar een aankondiging te doen.