Disney heeft aangekondigd na Rapunzel (nu in de bioscoop) geen sprookjesfilms meer te maken. Het jonge publiek zou uitgekeken zijn op de geijkte prinsessenverhalen, en zou zoeken naar andere, meer hippe rolmodellen. Nu waren de Disneysprookjesfilms slechts slappe aftreksels van de oorspronkelijke verhalen, verlevendigd met grappige bijfiguren en voorzien van standaard ‘happy end’. Wie de verhalen van Grimm en Andersen zelf heeft gelezen, weet dat daar geen komische karakters aan zijn toegevoegd, en dat het einde ervan niet noodzakelijk plezierig is. Ze bevatten ook gruwelijke elementen die nooit in een Disneyfilmscript terecht zouden komen. Dat de traditionele Disneyfilms niet meer zo populair zijn, zegt daarom niets over de zeggingskracht van sprookjes. Dit zijn namelijk volksverhalen die al eeuwen lang worden doorverteld in verschillende streken van Europa, en die zo zijn gedestilleerd tot de mythische kern. Ze gaan over angsten en idealen die diep in de ziel van de mens geworteld zijn. Ze geven ons een gelegenheid om ons eigen leven, onze familiedynamiek, en onze fouten en tekortkomingen te spiegelen, en inspireren ons wellicht om de extra mijl te gaan, en toch weer risico te nemen en onze nek uit te steken. Daarom zullen er ook zonder Disney altijd sprookjesverhalen worden verteld, in alle media. Verhalen die overeenkomen met de vormen en structuren van ons collectieve onderbewustzijn. Dit weekeinde zag ik twee films die gezien kunnen worden als sprookje. En de beste van deze twee was niet de derde Narnia-film (hoeveel symboliek die ook bevatte), maar een flitsende, dynamische, soms grove stripverfilming over een jonge muzikant in Toronto, voorzien van een flinke dosis computerspelbeeldtaal. Want als je het plot van deze film terugbrengt tot zijn essentie blijft er een sprookje over.
Scott Pilgrim is de held uit de titel, een werkloze jongen van 23, die inwoont bij een homoseksuele vriend, en zich vooral bezighoudt met gamen en basgitaar spelen in zijn band Sex Bo-bomb. Hij date een meisje van 17, de Chinese Knives Chau, maar zonder intentie iets serieuzers met haar aan te gaan. Eigenlijk is hij wel tevreden met de status quo. Tot hij op een feestje de jonge vrouw tegenkomt over wie hij kort tevoren heeft gedroomd. Hij is totaal geobsedeerd van deze Ramona Flowers, en rust niet voor ze heeft toegezegd met hem uit te gaan. Zijn geluk is echter van korte duur. Als Sex Bo-bomb optreedt op een bandjeswedstrijd wordt Scott als vanuit het niets aangevallen. Wat blijkt: als Scott met Ramona uit wil blijven gaan, moet hij het opnemen tegen de Bond van Boosaardige Exen: de zeven ex-vriendjes van zijn nieuwe vriendin. Een relatie met iemand aangaan blijkt nog helemaal niet zo eenvoudig. Maar terwijl Scott zich bij zijn vrienden beklaagt over de bagage van Ramona, vergeet hij voor het gemak even zijn eigen verantwoordelijkheid: want hij heeft het nog niet uitgemaakt met Knives, en heeft Ramona ook niet over haar verteld. Als Scott een vrouw voor zich wil winnen, zal hij bereid moeten zijn voor haar te vechten ...
Wie mijn korte samenvatting van de film leest, zou misschien nog een traditionele romantische komedie verwachten. Maar als er een ding is dat Scott Pilgrim niet is, is dat wel traditioneel. Ja, hij is enorm grappig, vol hilarische visuele vondsten (vooral voor wie wel eens computerspelletjes heeft gespeeld, zoals Super Mario Brothers). Hij is ook romantisch, maar op een niet zoetsappige manier. Het verhaal wordt snel verteld, maar is door slim gebruik van tekstballonnen goed te volgen, en de ontknoping is mooi. Maar de film is bovendien luid (punkachtige garage rock speelt een grote rol) en vol actie: de gevechten van Scott tegen de zeven exen van Ramona zijn gemodelleerd naar vechtspellen op de computer, animatie en Kungfufilms, vol special effects, vlammende zwaarden en zonder enig respect voor de wetten van de fysica. Verslagen ‘bad guys’ vallen ook als in de computerspellen uiteen in stapels muntjes, en Scotts score loopt steeds verder op. De omstanders doen ondertussen alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat de poptempel om hen heen door twee vechtersbazen wordt afgebroken. Dit is zo’n verhaal waarbij het geen zin heeft te vragen wat er nou echt is, en wat fantasie. Wat speelt zich in Scotts hoofd af en wat daarbuiten? Daar gaat het verhaal niet om. Het is net als met Calvin & Hobbes, ook bij die strip is het niet te zeggen wat werkelijkheid is en wat verbeelding, en het antwoord daarop zal er ook niet komen. Je moet het maar nemen zoals het is: een hilarisch, uitbundig, hip verhaal met een groot hart. Het is als met alle sprookjesverhalen: je moet erin geloven.
De beste sprookjes zijn moralistische verhalen, en meestal is de boodschap dat mensen de verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun beslissingen en zich niet moeten verschuilen achter excuses, achter onwetendheid, achter de keuzes van anderen. We leven in een werkelijkheid waar onze acties consequenties hebben, waar regels gelden. En wij hebben de verantwoordelijkheid om daarnaar te handelen. Zo zijn er ook wetmatigheden in onze relaties met anderen, en vooral in de liefde.
Een van die ‘wetten‘ is dat je niet met twee mensen tegelijk verkering moet hebben, en dat je vooral niet over deze relaties moet liegen. Dit verraad beschadigt namelijk de ander in zijn of haar vertrouwen, en de pijn daarvan kan een heel leven blijven bestaan. Zelfs als het voor jou makkelijker is de waarheid te verzwijgen of een dubbelleven te leiden, behoor je (ik zei al: het is een morele wet) het belang van de ander hoger te achten. Je moet (jazeker, zo werkt de morele wet) het beste zoeken voor de ander, dat is: de ander liefhebben als jezelf. Dat is volgens de bijbel de essentie van de hele wet, de regel onder alle andere regels. En daarbij hoort eerlijkheid, het aangeven van grenzen, en als je hebt gefaald: het erkennen van je fout en het zoeken naar verzoening. De liefde stelt de ander boven de zelfzuchtige neiging tot bescherming van het eigen belang. Dit is een vorm van ‘sterven aan jezelf’. Het voelt soms ook zo. Soms doen we alles liever dan toegeven dat we fout zaten, en dat we de ander onrecht hebben gedaan.
Maar dit is de weg van de hoop. Want wie in sprookjes kiest voor de weg van de nederigheid, lijkt misschien zwakker dan de mensen die liegen, bedriegen, zichzelf verrijken en anderen vertrappen, maar halen uiteindelijk vaak toch de overhand. Het is een plotselinge omkering, die J.R.R. Tolkien in zijn bekende essay ‘On Fairystories’ een eucatastrofe noemt. De hoofdpersoon, die de dood in de ogen keek, krijgt de overwinning in zijn schoot geworpen, en de zelfzuchtigen, machtigen en rijken van de wereld zullen beschaamd staan. Zo gebeurt het misschien niet vaak in de echte wereld, maar daarom is het juist zo belangrijk dat het gebeurt in sprookjesverhalen. Deze waarheid staat kennelijk in het hart van mensen geschreven. Het is niets anders dan goed nieuws.
Deze film volgt hetzelfde patroon. Als een ridder die een jonkvrouw moet bevrijden neemt Scott het op tegen steeds sterkere draken (sommige van zijn tegenstanders werpen werkelijk met vuur). Maar hij wil zijn eigen zwakheid niet onder ogen zien. Hij is niet eerlijk tegen zijn oude vriendin Knives Chau en ook niet tegen Ramona. Hij wil niet de minste zijn. En daardoor verliest hij alles. Hij wordt zijn huis uitgezet, hij verliest zijn plek in de Sex Bo-Bombs, Ramona is terug bij haar oude vriend, en die is zo sterk dat hij Scott zonder veel moeite doodt. Letterlijk. Maar dit is een film die knipoogt naar computerspellen. Als hij dood is (en niks meer kan doen om zijn situatie te veranderen) ziet Scott de realiteit van zijn leven onder ogen, en erkent hij dat hij anderen onrecht heeft gedaan. En dan blijkt opeens dat hij een extra leven heeft (jazeker) en krijgt hij de kans om opnieuw het gevecht aan te gaan. Maar nu is hij eerlijk, naar zichzelf toe en naar anderen. Hij biecht tegen zowel Knives als Ramona op dat hij hen allebei bedrogen heeft, hij neemt zijn schuld op zich, en hij neemt het (nu werkelijk onzelfzuchtig) op tegen zijn tegenstander. Hij houdt zelfs Ramona niet tegen als ze bij hem weg wil lopen. Hij laat anderen vrij en manipuleert ze niet langer. Hij is als iemand die (ook letterlijk) opnieuw geboren is.
Maar dan staat hij tegenover zijn grootste vijand ooit (pas op: ik verklap hier het einde) - Nega-Scott. Zijn schaduwzijde, zijn donkere kant. Hoe kun je ooit jezelf overwinnen? Hoe kun je ooit je donkere kant verslaan? Je bent het immers zelf! De anderen, Knives en Ramona, wachten buiten de deur wie dit epische gevecht zal overleven. De spanning is te snijden. Eindelijk gaat de deur open. Scott en Nega-Scott komen samen naar buiten. “We bleken veel met elkaar gemeen te hebben”, zegt Scott als ze afscheid hebben genomen van elkaar. “Misschien gaan we nog een keertje poolen samen.” Daar zit ook een belangrijke les in. Ik had het er laatst over met iemand, die suggereerde dat we allemaal twee ‘ikken’ hebben, het ‘echte ik’, dat zich laat zien als we onbeschaamd ergens van genieten, ons enthousiasme tonen, en liefhebben. Maar ook het ‘valse ik’ of het ‘uber-ich’, het ideaal waar we nooit aan kunnen voldoen, de stem die ons steeds beschuldigt, die ons veroordeelt en afwijst. Bij sommige mensen is dit tweede ik als een draak die steeds als het echte ik zijn kop opsteekt er een walm van vlammen over uitblaast. Kritiek, boze woorden, schuldgevoel. Het echte ik verschrompelt er in.
En het lijkt wel dat hoe meer je tegen die draak vecht, hoe sterker hij wordt. Kracht volstaat niet. In plaats daarvan, zei mijn adviseur, zou je kunnen leren om met de draak te dansen, en daarbij zelf de maat aan te geven. Omarm deze kant van je persoon, leer hem kennen, en leer hem zijn plek. Hij mag dan vuur blazen, maar hij heeft het niet voor het zeggen. Dan reduceer je zijn vlammen uiteindelijk tot rookwolkjes. Jezus beweert dat we onze vijanden moeten liefhebben, en dat we door ze lief te hebben ‘vurige kolen op hun hoofd stapelen’. De onvoorwaardelijke liefde voor de vijand is wat hem uiteindelijk verandert. Net zo moeten we de vijand in ons eigen hart niet haten, bestrijden of vervloeken, maar ook onszelf liefhebben. Want ook voor de vijand in ons eigen hart geldt dat het onvoorwaardelijke liefde is die hem kan veranderen. We hebben de vijanden, die buiten ons en die in ons, niet lief omdat ze hun fouten door de ogen zien, of omdat we hun zonden tegen ons goedpraten. Nee, we hebben ze lief omdat God onvoorwaardelijk van ze houdt, van de mensen die ons kwaad doen, en van het ‘valse ik’ dat ons kwaad doet. En God belooft dat hij het is die deze vijanden kan veranderen, hen uit de dood laten opstaan, als wij ze maar willen loslaten. Een waarheid uit een onwaarschijnlijke bron, en ook dat is een thema uit sprookjes.
Helaas heeft deze film niet lang in de Nederlandse bioscoop gedraaid, maar hou de videotheek of internetwinkel in de gaten: ik vind het een aanrader.