Afgelopen vrijdag trouwden een goede vriend en vriendin van mij. Ze waren al meer dan een jaar bezig met de voorbereidingen, om zichzelf en hun gasten een onvergetelijke dag te bezorgen. En zelfs het weer werkte mee. Hoewel het ‘s ochtends nog had geregend, klaarde het in de loop van de middag op, zodat het gezelschap zelfs buiten kon eten. Er werd de hele dag veel gelachen, genoten van het eten, en er waren goede gesprekken en ontmoetingen met vrienden. En op het feest ‘s avonds werd er gedanst.
Als ik te gast ben op een bruiloftsfeest moet ik altijd even (niet al te lang natuurlijk. Er moet ook gefeest worden!) denken aan de verhalen die in de bijbel staan over bruiloften. Jezus vertelt over de koning die een bruiloftsmaal aanricht voor zijn zoon, en iedereen ervoor wil uitnodigen. Iedereen is welkom, niet omdat ze zelf zo bijzonder zijn, of iets voor de koning hebben gedaan, maar omdat de koning hen wil laten delen in zijn eigen vreugde. Net zo is het een eer om door een vriend te worden uitgenodigd op zijn bruiloft. Hij wil dat je deelt in een voor hem glorieus en vreugdevol moment. Jezus spreekt ook over zichzelf als de bruidegom, en spreekt over mensen die wachten op zijn aankomst, om met hem mee te gaan naar het feest. Jezus’ eerste wonder was op een bruiloft, waar hij water veranderde in wijn, en daarmee het vreugdevolle feest zegende. De wijn die hij maakte was zelfs beter dan de wijn die aan het begin van het feest geserveerd was. Dat laat zien dat Jezus weet hoe hij een feestje moet bouwen! En in de brieven van Paulus en Openbaringen wordt over de kerk gesproken als de bruid van Christus en wordt het komende koninkrijk vergeleken met een bruiloftsfeest: de bruiloft van het lam. Het moment dat Jezus wordt verenigd met de mensen voor wie hij zijn leven over had, en ze voor altijd bij elkaar zullen zijn, genietend van elkaars aanwezigheid. Jezus keek daar zelf naar uit, zei hij bij het laatste avondmaal. Hij keek ernaar uit om met zijn discipelen van de wijn te drinken in het koninkrijk van zijn vader. Dat suggereert dus tegelijk dat het avondmaal in zekere zin een bruiloftsmaal is, een gelegenheid waar we als gelovigen, discipelen van Jezus, samen uitkijken naar het moment dat we volledig zullen delen in de vreugde van de bruidegom. De bekende tekst uit Johannes 14, namelijk dat er in het huis van de vader vele woningen zijn, en dat Jezus alvast is heengegaan om voor ons daar een plaats voor te bereiden, wijst daar ook naar vooruit. Hij is de bruidegom die voor zijn bruid de bruiloft aan het voorbereiden is. Dat deze symboliek zo veel gebruikt wordt, laat overduidelijk zien dat het Gods bedoeling is dat de geschiedenis zal eindigen met een feest. En hoe eindigt bij ons een bruiloftsfeest? Met een dans.
We gebruiken veel beelden om over het leven als christenen te spreken. We gebruiken het beeld van een slaaf of een landarbeider, een werknemer (die beelden staan ook in de bijbel, en hebben ook hun plaats), maar dat maakt van het christelijke leven een plicht, een taak die wij moeten uitvoeren. Ik weet niet hoe het er bij jullie aan toe gaat op het werk, maar volgens mij heeft het weinig te maken met een feest. Maar wat als het leven als christen vergeleken kan worden met een dans?
In mijn boek Indrukwekkende Vrijheid (Ja, ik blijf er reclame voor maken) beschrijf ik hoe ik drie jaar geleden leerde dansen op het bruiloftsfeest van vrienden van me. Ik zal het verhaal hier niet helemaal herhalen, maar sinds dat moment kijk ik uit naar gelegenheden om te dansen. Afgelopen vrijdag was het dan zo ver: de DJ begon te draaien, de bruidegom en de bruid openden met de eerste dans, en de dansvloer was open. Samen met mijn vrienden van de ‘na de kerk koffie drinken’-groep, samen met de bruid en bruidegom, en hun familie, mensen die ik kende en die ik niet kende, bewogen we op de muziek. Soms zongen we hardop mee, soms staken we de handen in de lucht. Soms deden mensen dezelfde bewegingen, soms deed iedereen iets anders. De een wiegde een beetje heen en weer, de ander stond uitbundig te springen. Mensen zochten oogcontact, imiteerden elkaars ‘moves’, en lachten. Er ontstond een eenheid uit de verscheidenheid. Niemand gaf er meer om wat anderen over ons zouden denken, we waren niet meer zo bezig met onszelf, we genoten van het dansen en het gezelschap. En uiteindelijk gingen ook de mensen meedoen, die eerst aan de tafeltjes stonden toe te kijken. Het had van mij eeuwig mogen doorgaan (als ik niet moe was geworden). Ik denk dat het een voorproefje was van het leven van de eeuwigheid.
Het leven als christen wordt vaak voorgesteld als iets dat wij moeten doen, als ons initiatief, als iets dat niet vanzelf gaat, maar dat moeite kost. Maar het is bijbelser om het te zien als een reactie op iets dat God doet. De Amerikaanse schrijver Bob George gebruikt in ‘Classic Christianity’ het voorbeeld van een man die naar muziek zit te luisteren. Als vanzelf tikt hij met zijn voet op de maat. Hij ziet er bovendien gelukkig uit. Een doof persoon komt de kamer in en ziet de man daar zitten, met een glimlach om zijn lippen en met zijn voet tikkend op de grond. De dove gaat naast hem zitten. Hij kijkt goed toe, en begint met zijn voet hetzelfde ritme te tikken. Het kost moeite voor hij het juiste tempo te pakken heeft, maar uiteindelijk weet hij de ander te imiteren. Hij probeert er zelfs bij te glimlachen. De ander is er immers ook gelukkig bij? Als een derde persoon binnenkomt ziet hij twee personen hetzelfde handelen. Maar er is een groot verschil tussen de twee. Bij de een is zijn gedrag geforceerd, de ander kan niet stil blijven zitten: ‘Zijn hele lichaam wil reageren op wat zijn oren ontvangen.’ Dit is hoe God wil dat we leven: ‘Als we leven zoals God dat bedoelde, zullen onze houdingen en ons gedrag een reactie zijn op de “muziek” die we horen. Die muziek is onze persoonlijke relatie met de levende Christus die in ons woont.’ We zullen dansen.
God is realiteit. Hij is rondom ons aanwezig en zelfs in ons. En voortdurend communiceert hij zijn liefde aan ons. Hij zendt als het ware voortdurend zijn muziek uit. Muziek van onvoorwaardelijke aanvaarding, overvloeiende vreugde, schuimende blijdschap, meeslepend avontuur, hemelse gerechtigheid en blijvende betekenis. Dat is de basistoon onder het heelal, de diepste muziek: een eeuwige blijdschap. Het is de ‘muziek’ van de drie-eenheid, van de drie personen die zichzelf voortdurend in vreugde aan de anderen geven, en tegelijk vol blijdschap elkaars toewijding ontvangen. Wie denkt dat God een strenge, hardvochtige, humorloze aanwezigheid is, heeft het bij het verkeerde eind. De bijbel zegt dat er voor zijn aangezicht ‘overvloed van vreugde’ is. Dat de engelen juichten van vreugde toen de hemel en aarde geschapen waren, en dat er feest is in de hemel als iemand terugkeert tot de vader. God wil feestvieren. Hij wil van zichzelf uitdelen, zodat zijn gasten blij zijn, en daar geniet hij van. Hij wil ons deel laten uitmaken van de ‘perichoresis’ (om een woord uit de Orthodoxe traditie te gebruiken), van de dans van de drie-eenheid. En deze voortdurende uitnodiging om te delen in zijn liefde en blijdschap en betekenis laat ons vrij om erop te reageren. Het gaat er niet om of je de juiste, ingewikkelde bewegingen kent, of precies weet wanneer je welke arm moet optillen, het gaat erom of je geniet. Het viel mij weer op dat mensen mij complimenteerden voor mijn dansen, terwijl dit maar de zesde keer was dat ik het in mijn leven gedaan heb. Ik ben geen ervaren danser. Maar ik geniet ervan, en dat is zichtbaar aan de buitenkant. En omdat ik ervan geniet, kan ik ook genieten van andere dansers die wel heel mooie bewegingen kennen, die ronddraaien en springen. Ik herken hun vaardigheden en juich ze toe, zonder dat ik me erdoor bedreigd voel dat zij ‘beter’ zijn dan zij. Er is op de dansvloer geen sprake van ‘goed’ of ‘slecht’, je kunt niet ‘verkeerd’ dansen. Ik voel me dus niet minderwaardig als iemand meer ‘moves’ kent, maar ik geniet ervan, en kijk of ik niet ook een paar van hun bewegingen kan invoegen in mijn eigen repertoire. Zo is het in de dans van het koninkrijk ook. Er is geen ‘goed’ of ‘slecht’. Iedereen reageert op zijn eigen manier op de muziek van Gods hart. Niet om indruk te maken op anderen, maar omdat hij oprecht blij is met de vreugde en liefde van God. Anderen doen misschien meer, zijn echte geloofshelden, maar we voelen ons niet gedwongen aan hun onhaalbare ideaal te voldoen. In plaats daarvan herkennen we dat zij ook bewegen op de muziek, en leren we van hun ervaring en hun vaardigheden.
Tijdens het dansen ben je ook helemaal niet zo bezig met jezelf. Als je jezelf beoordeelt, kun je niet tegelijkertijd vrij bewegen op de muziek. Net zo kun je niet nadenken hoe jouw bewegingen eruitzien voor de toeschouwers. De enige manier om echt van het dansen te genieten is door alleen naar de muziek te luisteren. Je verliest jezelf, of in elk geval je obsessie met jezelf, maar tegelijk ben je helemaal jezelf, helemaal vrij. Je vergeet de mensen die om de groep heen staan, die stijf bij hun tafeltje blijven, die misschien afkeurend kijken (of jaloers) of die misschien wel om je lachen. Ook dat is een waarheid in de dans van Gods koninkrijk. We zijn in de wereld, maar niet van de wereld. We geven alleen om Gods openbaring, zijn liefde, zijn vreugde, zijn gerechtigheid. We zoeken zijn koninkrijk en zijn gerechtigheid, en zijn niet meer bezorgd over wat we zullen eten, wat we zullen drinken of waarmee we ons zullen kleden (want naar al deze dingen zoeken de volken). We zijn ook niet bezig met onszelf, of wij het ‘goed’ of ‘fout’ doen. We oordelen onszelf niet, de muziek is waar het om gaat. Al die andere dingen zullen we ontvangen als we ze nodig hebben, maar ze zijn niet waar we ons op moeten concentreren. De mensen om ons heen mogen ons wereldvreemd vinden, ze mogen ons beschouwen als idealisten, of ons afschrijven als zweverige types, maar dat weerhoudt ons er niet van te dansen, gewoon omdat wij de muziek horen. En wie weet, de mensen die nu nog afzijdig blijven, die nu nog stijf aan de zijlijn staan, herkennen misschien in ons onze echte, oprechte vreugde, en gaan misschien verlangen naar hetzelfde leven dat wij leiden. En misschien komen ze ooit ook uit eigen beweging de dansvloer op.
We kunnen ze er in elk geval niet toe dwingen. Dat zou namelijk de natuur van het dansen onherstelbaar geweld aandoen. De gemeenschap van dansers op de dansvloer is een open gemeenschap gebaseerd op het gedeelde verlangen met elkaar te bewegen op de muziek. Niemand kan op basis van dwang in het dansende gezelschap worden opgenomen, en niemand kan tegen zijn wil gedwongen worden te blijven dansen als hij of zij liever even een biertje dringt. Anders gezegd: de gemeenschap is gevormd om de muziek en het plezier van het dansen, en niet om de grenzen van de dansvloer. Wie er wel en niet bij hoort is niet het belangrijkst, maar de dans. De dansers kijken elkaar in de ogen, lachen samen en dansen samen, niet omdat ze ertoe gedwongen worden, maar omdat ze het willen. Soms doen ze dezelfde beweging, en soms doet iedereen iets anders, maar ze blijven dansen. En als iemand even wat gaat eten, wordt hij niet uitgejouwd en krijgt hij geen verwensingen naar zijn hoofd geslingerd. Als hij weer terugkomt, de dansvloer op, wordt hij niet uitgesloten, of wantrouwend benaderd, maar wordt hij van harte weer opgenomen in de gemeenschap. Dat is volgens mij hoe de gemeenschap van Jezus’ volgelingen ook zou kunnen zijn: gevormd om de vreugde van het volgen van Jezus, de belofte van het koninkrijk van God, die nu al realiteit is, het herstel van alle dingen, en niet bepaald door de grenzen, wie er nu wel of niet precies bij hoort. Een groep mensen die open staat voor iedereen, die zichzelf durven zijn in elkaars gezelschap, die spontaan kunnen reageren op de mensen binnen en buiten hun groep, en die blij zijn met de blijden en treuren met de treurenden.
Dansen biedt ons dus een klein doorkijkje op de werkelijkheid van het koninkrijk. Ik kan niet wachten tot de volgende bruiloft of andere gelegenheid om te dansen. Maar aan die dansen komt onherroepelijk een einde. Het feest is afgelopen, of ik wordt moe en krijg spierpijn. Maar ik kijk uit naar het bruiloftsfeest van het Lam, waar aan de vreugdedans nooit een einde zal komen.
Dus eindig ik met deze video van de Newsboys, die dit goed duidelijk maakt: Love, Liberty, Disco.