Wat gebeurt er als je droomt? Waarom lijken dromen echt zolang je droomt, maar weet je wanneer je wakker bent dat je niet droomt? Waarom onthoud je de meeste dromen niet en waarom zijn andere zo overtuigend dat ze je jarenlang bijblijven? Waarom denk je dat een droom uren duurt terwijl het objectief maar om een paar minuten gaat? Waarom kun je soms bewust zijn dat je droomt en de droom beïnvloeden? Waarom kun je jezelf soms uit een enge droom laten wakker worden? Ben je jezelf als je droomt en ben je verantwoordelijk voor wat je droomt? Zomaar een paar vragen bij dit bijzondere fenomeen. Zijn dromen alleen maar een bijproduct van de slapende hersenen, en komen ze daarom ook voor bij honden, katten en andere zoogdieren? Of zijn dromen ongelimiteerde creativiteit en bron van nieuwe ideeën en moest volgens Asimov daarom de robot die droomde ter dood worden gebracht? Zijn menselijke dromen uniek of dromen robots van elektronische schapen? Zijn we als we dromen gevoeliger voor bovennatuurlijke invloeden, en spreekt God daarom vaak tot mensen in een droom? Hoe werkelijk is onze werkelijkheid, en waarom zegt de bijbel dat we moeten ‘ontwaken’?
Het schijnt dat er geen mensen zijn die niet dromen (hooguit mensen die zich niet herinneren dat ze dromen). Daarom spreekt een film als Inception bij veel mensen tot de verbeelding. Hij brengt namelijk aspecten in beeld van het dromen die we allemaal herkennen. Van de invloed van geluiden en sensaties uit de buitenwereld op de wereld van de droom (bijvoorbeeld als je naar het toilet moet), van het onbehagelijke gevoel dat wat je om je heen ziet niet echt is, van het feit dat je nooit het begin van een droom herinnert, tot de observatie dat je wakker wordt bij het gevoel te vallen, het voelt allemaal ‘echt’. In de wereld van Inception heeft het leger een manier ontwikkeld om de dromen van mensen te ‘hacken’ (om een computerterm te gebruiken). En natuurlijk wordt deze technologie al snel gebruikt voor niet helemaal legale toepassingen, namelijk om ideeën te stelen uit het onderbewuste van slapende zakenlieden. De dromendieven maken een droomwereld, waar ze hun doelwit in laten onderdompelen. Het slachtoffer vult de lege wereld met ‘projecties’ van zijn onderbewuste: mensen, dieren, personen die als het ware uitingen zijn van zijn persoonlijkheid. En als de droomwereld is voorzien van een kluis, plaatst de dromer daarin zijn geheim. Vervolgens is het aan de dromendieven om de kluis te kraken, zonder dat de ‘projecties’ van het doelwit hen in de gaten krijgen. Een van de betere dromendieven is Dom Cobb. De laatste tijd laat hij echter steken vallen. Zo mislukt bijvoorbeeld zijn laatste klus, een poging om informatie te winnen uit het onderbewuste van een Japanse zakenman. Hoewel zijn team probeert zijn sporen uit te wissen, weet de zakenman Cobb op te sporen. Hij heeft een voorstel voor hem, namelijk om dit keer niet een idee te stelen uit iemands onderbewuste, maar om een idee bij iemand in te brengen, geen ‘extraction’ dus, maar ‘inception’. In ruil daarvoor zou de Japanner ervoor kunnen zorgen dat Cobb terug kan naar de Verenigde Staten, en zijn zoon en dochter weer kan zien. De meeste van Cobbs collega’s denken dat ‘inception’ onmogelijk is. Maar Cobb heeft er al eerder ervaring mee opgedaan. Hij stelt dus een team samen en ontwerpt met hen een droom, binnen een droom, binnen een droom. Dan is het moment gekomen om het doelwit in slaap te brengen. Maar niet alleen blijkt deze erfgenaam van een energieconcern zijn onderbewuste te hebben getraind tegen inbraak, Cobb neemt ook iets mee naar binnen in de droomwereld, een herinnering die de hele missie in gevaar dreigt te brengen ...
Dit is makkelijk de beste film van deze zomer en waarschijnlijk van heel 2010. Eigenlijk alleen al vanwege het feit dat het geen vervolgfilm is, of een verfilming van een computerspel/stripboek/eerdere film. Eindelijk weer eens een film die een eigen verhaal vertelt. En niet zomaar een verhaal: een verhaal dat het beste haalt uit de regels die het zichzelf gesteld heeft, een verhaal dat zich afspeelt op meerdere niveau’s, maar tegelijk logisch samenhangt, een verhaal dat verrast door originele wendingen en opwindende vondsten, maar zonder dat je als kijker de draad kwijt raakt. De film is wat structuur betreft een misdaadfilm, het bekende verhaal van een crimineel die nog een laatste klus moet klaren (het genre van de Oceans 11-films bijvoorbeeld, of The Italian Job). In dit soort films is de gelikte uitvoering van de kraak de hoofdattractie, en niet het persoonlijke conflict van de hoofdpersoon, of de romantiek of de vraag naar de zin van het bestaan. Sommige recensenten beschrijven deze film dan ook als nogal kil, en de emoties van de hoofdpersonen als niet invoelbaar. Maar de film wil de kijker niet laten meevoelen met de hoofdpersoon, maar met de kraak. De gevoelens van de hoofdpersoon zijn belangrijk, maar vooral gezien de problemen die ze veroorzaken voor de te klaren klus. Het is, net als andere films in het genre, een film voor de hersenen, niet voor het hart. Maar ook op het gebied van emoties biedt hij voldoende om over na te denken. Ik meld hier ook het goede spel van Leonardo DiCaprio, die zijn conflict goed weet over te brengen, en van zijn mede-acteurs, de actiescenes die soms gebruik maken van droomlogica of lijken op een James Bond-film, de evocatieve scenes zoals een overhellende stad en instortende wolkenkrabbers, en het passend dubbelzinnige einde. Dit is een film om over na te praten en nog een keer te kijken.
Ik ga het in deze bespreking niet hebben over de morele vraag naar het binnendringen in andermans dromen, hoewel daar in deze film interessante aspecten aan zitten. Wat ik veel interessanter vindt, zijn de parallellen tussen deze film en de ‘genezing van beschadigde herinneringen’ uit de pastorale zorg. Het is mijn ervaring, en waarschijnlijk ook die van anderen, dat we soms met ons verstand weten dat iets waar is, maar dat we toch niet naar deze waarheid kunnen anderen. We weten dat mensen het goede met ons voor hebben, maar toch blijven we wantrouwig. We geloven op grond van de bijbel dat God onvoorwaardelijk van ons houdt, maar we blijven bang voor Hem en we blijven onszelf regels opleggen. Er is een kloof tussen ons hoofd en ons hart. Onze rationele overtuigingen bevinden zich aan de oppervlakte, in de wereld van kennis, woorden en logica, maar ons gedrag komt voort uit de diepte, uit de wereld van emoties, herinneringen, en pijn. Wat deze film laat zien is dat ideeën zich soms kunnen gedragen als parasieten, als virussen. We hebben in het verleden bijvoorbeeld iets onaangenaams ervaren: we werden verraden door onze klasgenoten toen anderen ons pestten, onze moeder werd boos op ons hoewel we het niet verdiend hadden, onze vader was afwezig of negeerde ons. Deze gebeurtenissen leidden ertoe dat we een beslissing namen. We besloten bijvoorbeeld dat we ons nooit meer kwetsbaar zouden opstellen, dat we perfect moesten zijn voor we geliefd konden zijn, dat we bang moeten zijn voor mensen in gezagsposities of dat we nooit werkelijk belangrijk zouden worden gevonden. Deze foutieve, leugenachtige ‘overeenkomst met onszelf’ nestelt zich in ons hart, en heeft van daaruit invloed op onze woorden, onze relaties, onze carrières enzovoorts, meestal zonder dat we het ons bewust zijn. Ze belemmeren ons dagelijks in ons functioneren. Daarom hebben we het nodig dat we deze ‘overeenkomst met onszelf’ verbreken, en dat het foutieve idee (dat we niet meer kwetsbaar kunnen zijn, dat we perfect moeten zijn, dat mensen in gezagsposities niet te vertrouwen zijn) wordt vervangen door de waarheid. We zijn namelijk het meest vrij, het meest onszelf, als we handelen op basis van de waarheid, in plaats van de leugen.
Maar de ideeën in ons hart zijn niet zo makkelijk te veranderen. Onze ratio blijft namelijk aan de oppervlakte en is nooit krachtig genoeg om boven de schreeuw van onze ervaringen uit te komen. Ook woorden van anderen kunnen ons niet overtuigen. Waarop zijn hun ideeën namelijk gebaseerd? In deze film wordt gesteld dat we het altijd weten als een idee van iemand anders vandaan komt, en dat een nieuw idee pas wortel schiet als we weten dat het uit onszelf voortkomt. Als iemand op mijn werk tegen me zegt dat ik meer in mijn mars heb dan ik denk en dat ik niet zo negatief over mezelf moet zijn, verandert dat niets in mij, omdat die woorden van buiten mij komen. Ik verander pas als ik zelf ten diepste overtuigd raak van het feit dat ik meer in mijn mars heb dan ik denk. Iemand kan nog zo vaak zeggen dat ik waardevol ben, ik ga het pas geloven als ik zelf weet dat ik waardevol ben. Maar dit komt dus niet voort uit een verandering van ons denken, of een toename van onze kennis, of uit de bemoedigende woorden van anderen. Zelfs positieve ervaringen zijn vaak niet voldoende om de pijn uit het verleden ongedaan te maken. Wat we nodig hebben is eigenlijk een verandering van die ervaring uit het verleden zelf, of ten minste een manier om daar op een andere manier naar te kijken. In de film bieden de droominbrekers hun doelwit zo’n andere blik op een pijnlijke ervaring in het verleden. Het biedt een mooi beeld van wat volgens mij God voor ons wil doen. Anders dan wij is God namelijk niet aan de tijd gebonden. Dat wil zeggen dat God niet alleen aanwezig was bij de ervaring in het verleden die ons beschadigde, zoals Hij nu bij ons aanwezig is, maar: dat Hij op dit moment net zo aanwezig is in het verleden als Hij nu bij ons aanwezig is. Voor God is het moment waarop wij de schadelijke overeenkomst met onszelf sloten geen verleden, maar heden. Voor ons is het moment gesloten, ontoegankelijk, verleden tijd, maar voor God is het open, toegankelijk. En als wij onszelf voor God openstellen, en ook ons hart (anders gezegd: onze beelden-wereld, de wereld van onze ervaringen en ideeën, onze droomwereld) voor hem openleggen, kan Hij ons een nieuw beeld geven op de pijnlijke, beschadigende herinnering. Hij kan ons dezelfde ervaring laten zien of herbeleven, maar dan vanuit Zijn perspectief. We kunnen zien dat Hij op dat moment WEL van ons hield, dat Hij pijn leed met onze pijn, dat Hij boos is op degenen die ons beschadigden en dat Hij juist WEL het goede met ons voorhad. Dat zijn troostende armen op dat moment om ons heen waren, ook al voelden we dat niet. We kunnen onze interpretatie vanuit ons menselijke gezichtspunt (die beperkt was en dus niet de volle waarheid in rekenschap nam) verruilen voor het gezichtspunt van God: de waarheid over de gebeurtenis, de dader en onszelf. We kunnen er zo voor kiezen God, de ander en onszelf te vergeven en lief te hebben. Zo zal ons denken daadwerkelijk veranderen. De nieuwe gedachte, bijvoorbeeld dat we waardevol zijn, wordt onze eigen gedachte, onze eigen waarheid. En zo zal ook ons leven nu niet meer worden gevoed door het schadelijke ideeënvirus, maar door de werkelijkheid.
Maar als we een ervaring hebben met God, als we naar onszelf kijken door zijn ogen, als we voelen dat Hij ons omarmt in onze eenzaamheid, als we van Hem horen dat hij van ons houdt, hoe weten we dat we niet onszelf voor de gek houden? Hoe weten we dat dit wel een basis is om positief over onszelf te denken? Hoe kunnen we erop vertrouwen dat we nu de waarheid kennen? Kort gezegd: dat kunnen we niet. Het punt is nu juist dat we ons hier buiten het gebied van de ratio hebben begeven. We kunnen ons blijven vastklampen aan de pijn uit het verleden, of we kunnen vertrouwen op God die ‘heden en gisteren dezelfde is, en tot in eeuwigheid’. We moeten een sprong nemen in geloof. Kiezen om het perspectief van God aan te nemen als het ware, en onze zekerheid in onze eigen interpretatie los te laten. Ook dit wordt in deze film op een prachtige wijze in beeld gebracht. Alleen al daarom is dit een film om vaker te zien.