Een journalist bij de prestigieuze krant de LA Times (gevestigd in, jawel, Los Angeles) moet elke dag opnieuw zijn column afleveren. Om steeds opnieuw met een nieuw verhaal te komen, dat is niet eenvoudig. Uiteindelijk droogt de inspiratie wat op. Zijn eindredacteur stuurt Steve Lopez dan ook achter onderwerpen aan die op z’n zachtst gezegd minder verheffend aan, zoals bloed geven bij een bloedbank. Steve laat het zich gezeggen. Hij heeft toch weinig energie meer. Hij is gescheiden (zijn eindredacteur is zijn ex), hij belt zijn studerende zoon niet, en hoewel de wasberen zijn tuin kapot graven heeft hij weinig zin er iets aan te doen. Op een dag hoort hij op straat muziek. Bij een standbeeld van de componist Beethoven staat een zwerver, met een volgeladen winkelwagen en een viool met twee snaren. In de woordenstroom van de duidelijk niet honderd procent geestelijk gezonde muzikant vangt hij het woord Juillard op: de naam van een prestigieus conservatorium in New York. Enig navragen leert Steve dat de zwerver inderdaad op deze school les heeft gehad. Voila: een verhaal! De journalist raakt steeds meer betrokken bij Nathaniel Ayers. Hij zorgt dat hij een cello krijgt, regelt voor hem een kamer bij een opvangcentrum, en vraagt iemand om hem les te geven. Steve wil proberen de muzikale carriere van de zwerver weer op poten te krijgen. Maar daarmee zet hij de prille vriendschap op het spel ...
The Soloist is niet een grootse film. Het verhaal is niet groots: een columnist en een zwerver die met elkaar omgaan - gelukkig weten we sinds de Lord of the Rings-films dat zelfs de kleinste persoon (of het kleinste verhaal) een groot verschil kan maken. Maar de manier van filmen is ook niet groots. Geen spectaculaire shots die de aandacht trekken. De kleuren zijn helder - zoals dat past bij het zonsovergoten Los Angeles - de schaduwen hard. De regisseur zet zichzelf niet op de voorgrond. Bij deze film gaat het om de acteurs. Robert Downey Junior zet een cynisch geworden schrijver neer, die moet ontdekken dat hij de wereld niet kan veranderen. En Jamie Foxx speelt Nathaniel Ayers overtuigend. Deze man is verward, is schizofreen, en zal dat ook blijven, maar hij verliest daarmee niet zijn menselijkheid. Zijn liefde voor de muziek is ontroerend en mooi in beeld gebracht (al had de symbolische lichtshow niet gehoeven - ze hadden de camera ook op het gezicht van de acteur gericht hebben kunnen houden).
Wat mij echter tegenstaat aan de film was wat ik na afloop ontdekte toen ik op het internet naar informatie zocht. Het blijkt namelijk dat dit verhaal gebaseerd is op echte gebeurtenissen. Maar er zijn nogal wat dingen in veranderd. Steve Lopez was helemaal niet gescheiden en werkte al helemaal niet samen met zijn ex-vrouw. De cello-instructeur was helemaal geen sentimentele kerkganger. En Nathaniel had op het conservatorium niet de cello bespeeld, maar de bas. Hij is nooit meer bas gaan spelen, maar had zichzelf de viool en de cello leren bespelen toen hij al op straat leefde. Ik snap dat sommige veranderingen een verhaal beter kunnen laten lopen, maar ik geloof dat de werkelijke gebeurtenissen al mooi genoeg waren zonder er kunstmatig drama aan toe te voegen.
Hoe dan ook, de film liet mij met tranen in de ogen achter. Wat mij betreft een aanrader.
Tijdens het kijken van de film moest ik denken aan een jeugdvriend van me, met wie ik tijdens mijn lagere en middelbare school periode veel optrok. We hadden allebei een levendige fantasie en verzonnen talloze avonturen. Ik ben boeken gaan schrijven, omdat hij het idee had een keer samen een verhaal te schrijven. We zouden om de beurt een bladzijde afleveren. Mijn vriend hield er na twee rondes al mee op, maar ik was toen al zo in beslag genomen door het plot, dat ik besloot het in mijn eentje af te maken. Mijn vriend had echter een psychiatrische aandoening, waardoor hij zijn ouders tot wanhoop dreef en uiteindelijk van opvang naar opvang ging. Ik wist niet wat ik ermee aan moest - ik heb hem bijvoorbeeld nooit in een opvangcentrum opgezocht. Ik voelde me namelijk machteloos en ongemakkelijk. Ik wist niet hoe ik hem kon helpen. Daarvoor schaamde ik me. Onlangs kregen we voor het eerst in jaren weer contact en vertelde mijn vriend me dat hij toch met veel plezier aan ons contact terugdacht en me als echte vriend beschouwde. Na het kijken van deze film vermoed ik dat dit is, juist omdat ik hem niet kon of wilde veranderen, juist omdat ik mijn machteloosheid toegaf. Ik kon alleen maar een vriend zijn. Meer niet. Maar dat was genoeg.
Mensen lijken soms geneigd andere mensen niet als gelijken te behandelen. Steve Lopez ziet Nathaniel Ayers in het begin van de film vooral als onderwerp voor zijn verhaal. In plaats van een compleet persoon, een doel in zichzelf, is de muzikant voor hem een middel geworden - een middel om zijn column nieuw leven in te blazen en zijn carrière op te krikken. Hij gebruikt de ander om zichzelf te verhogen, het gaat om wat hij ontvangt. Vervolgens slaat Steve om naar het andere uiterste. Hij wil Nathaniel veranderen. Als hij maar genoeg geeft, genoeg organiseert, genoeg hulp inroept, kan hij de man wel van zijn ziekte genezen, kan hij hem wel maken tot de veelbelovende muzikant die hij ooit was. Hij zal het wel organiseren. Steve wordt god, en Nathaniel zijn onderdaan - die hij ook letterlijk opdrachten geeft. Nog steeds is de ander voor hem een project en geen persoon. Steve staat nog steeds boven hem en niet naast hem. Dat wordt gesymboliseerd in de namen die ze voor elkaar gebruiken. Steve noemt de man, die minstens zo oud is als hij zelf, bij zijn voornaam: Nathaniel. De ander noemt hem beleeft: Mr. Lopez. Hun relatie is niet in evenwicht. Dat kan natuurlijk niet goed aflopen. De begeleider van het opvanghuis waar Nathaniel terechtkomt, voorspelt het al: als de ander je als god ziet, wat als je hem teleurstelt? Wat als de aanbeden ander van zijn voetstuk valt?
We denken allemaal dat we als god kunnen zijn, dat we - als we maar genoeg ons best doen - onszelf en anderen aan ons ideaalbeeld kunnen laten voldoen. Dit is een instelling die overal in onze maatschappij te vinden is, en ook in de (evangelische) kerk. We geloven in de maakbaarheid van de mens. Als we maar meer werken, een opleiding volgen, de juiste kleren dragen, genoeg sporten, dan krijgen we de levenspartner waar we naar verlangen, de baan die bij ons past, en die tweede auto op de oprit. Of als we maar genoeg bidden, bijbel lezen, evangeliseren of ons schuldig voelen, geeft God ons gezondheid en welvaart, en vinden we misschien wel een glansrijke carrière als zendeling of prediker. Wij zijn in staat om daadwerkelijke verandering tot stand te brengen. Dat dit een verwording is van de christelijke boodschap, moge duidelijk zijn. Het was nooit de bedoeling dat we god zouden zijn, niet voor anderen, en niet voor onszelf. Jezus predikte niet dat we succesvol zouden zijn als we hem zouden volgen, of dat anderen naar ons zouden opkijken. Hij voorspelde ook niet dat we een morele natie zouden kunnen opbouwen, of de wereld voor Hem zouden kunnen winnen. Hij riep zijn volgelingen op de minste te willen zijn, zich niet te stellen boven de zwakken, de zieken en de zondaars, maar naast hen te gaan staan, af te dalen op hun eigen niveau. Hij hield zijn toehoorders voor dat ze zouden lijden, dat ze zouden worden vervolgd en veracht, dat ze tot het uitschot van de Aarde gerekend zouden worden. En hij voorspelde dat de wereld niet beter zou worden, maar slechter, dat de kerk niet zou overwinnen, maar dat ze zou lijken te verliezen. Dat het de vraag was of hij het geloof zou vinden als hij terugkwam. Paulus zei dat hij niet trots was op zijn eigen kracht, maar op zijn eigen zwakheid. Want daarin werd op een bijzondere, onvoorspelbare manier de kracht van God zichtbaar.
Ik las op de Internetmonkwebsite het volgende stukje over een karakter uit het boek Brideshead Revisited van Evelyn Waugh: “Lord Sebastian Flyte, the aristocratic, handsome, wealthy, socially prominent and attractive figure the narrator meets at Oxford.In an ordinary novel (or made-for-TV movie), we’d have a happy ending where Sebastian sobers up, meets a lovely girl , settles down to marriage and family life and buckles down to the successful career that his education and status in society deserve. Or if we were still going with the religion angle, he’d become a wildly successful society preacher saving the souls of bright young things like he was, or a cardinal, or end up as a male equivalent of Mother Teresa (or maybe St. Damien of Molokai, only without the leprosy, because leprosy isn’t glamorous when you’re the one suffering from it). Either way, he’d have a glittering, fulfilling career and a visible and measurable by the standards of the world record of achievement, whether in the service of God or Mammon.
What does Evelyn Waugh do with him? He succumbs to his alcoholism, goes abroad to lead a dissolute life with pathetic little attempts to make some kind of a go of things and finally ends up in Morocco trying to join a monastery because he wants to be a missionary to lepers or cannibals or savages of some description. This is impossible, of course, because he’s not fit for it, and eventually he ends up – after bouts of drinking and falling ill – being taken in by the monks and given a pity job as a kind of under-porter, halfway between being a lay man and being a religious, and (through the character of Sebastian’s youngest sister, Cordelia, telling Sebastian’s uncomprehending friend Charles about where he ended up and in what state), Waugh forecasts his life: unexceptional save for his periodic falls off the wagon and shame-faced return to the monastery, years going by like this, getting older, becoming something of a joke to the novices and tolerated affectionately by the older monks, “a familiar figure pottering round with his broom and his bunch of keys” and “He’ll develop little eccentricities of devotion, intense personal cults of his own; he’ll be found in the chapel at odd times and missed when he’s expected” until his eventual death which will be no more edifying nor uplifting than his life and the best his sister can anticipate for him is that “Then one morning, after one of his drinking bouts, he’ll be picked up at the gate dying, and show by a mere flicker of the eyelid that he is conscious when they give him the last sacraments. It’s not such a bad way of getting through one’s life.” Waugh also has Cordelia tell Charles “The Superior simply said, ‘I did not think there was anything I could do to help him except pray.’ He was a very holy old man and recognized it in others.” “Holiness?” “Oh yes, Charles, that’s what you’ve got to understand about Sebastian” and “I’ve seen others like him, and I believe they are very near and dear to God.”
Dit is het geheim van de genade: ons succes is geen maatstaf voor de liefde van God voor ons. We kunnen van ons voetstuk afkomen. Wat we ook ontvangen, het blijft altijd een geschenk. In deze film is de muziek een krachtig symbool van genade. Het komt van een onwaarschijnlijke bron: een schizofrene zwerver, wiens viool maar twee snaren heeft. Maar het brengt iets tot stand in de toehoorder. Hij begint met zijn voet te bewegen, zijn lippen krommen zich tot een glimlach. En hij komt in actie. Niet omdat het moet, niet omdat hij verplicht wordt, maar omdat hij het wil. De muziek heeft hem veranderd. Steve Lopez zorgt dat Nathaniel Ayers een optreden in een concerthal kan bijwonen. Tijdens dat optreden kijkt hij niet naar de muzikanten, maar naar zijn metgezel, en hij verwondert zich over de overgave waarmee hij van de muziek geniet
"It was such an unbelievable experience," zegt Steve later tegen zijn ex-vrouw. "We're listening to the same music, but ... But no. You see him, it's one thing, but you feel him ... I'm watching him. He's watching the music. And while they're playing I say: 'My God, there is something higher out there and he lives in it, and he's with it.' I've never even experienced it, but I can tell ... I don't even know what you call it ..."
Het antwoord van zijn vrouw? "Grace."
De genade leidt er uiteindelijk toe dat Steve van zijn voetstuk afkomt, en het opgeeft Nathaniel te moeten veranderen. Hij accepteert de situatie en wordt wat de andere op dat moment nodig heeft: een vriend. Hij behandelt hem voortaan met het respect waarmee Nathaniel hem behandelt.
Genade verandert mensen. Vergeving verandert mensen. De liefde van mensen die degenen die hen pijn deden of teleurstelden een tweede kans geven, brengt daadwerkelijke verandering tot stand. Acteur Robert Downey Jr. weet dat als geen ander. Hij was verslaafd aan drank en drugs en zijn carrière zat in het slop. Hij was op weg naar de afgrond. Maar een andere acteur en regisseur, Mel Gibson, was bereid een risico te nemen. “When I couldn’t get sober, he told me not to give up hope and encouraged me to find my faith. It didn’t have to be his or anyone else’s as long as it was rooted in forgiveness. And I couldn’t get hired, so he cast me in the lead of a movie that was actually developed for him. He kept a roof over my head and food on the table and most importantly he said if I accepted responsibility for my wrongdoing and embraced that part of my soul that was ugly – hugging the cactus he calls it — he said that if I hugged the cactus long enough, I’d become a man.”I did and it worked.” Gibson ging naast hem staan, respecteerde hem als mens, niet als project, en toonde opofferende liefde. Het was genade. En daardoor veranderde het hart van Downey Jr. Nu kon hij zelf genade doorgeven, en wel aan degene die hem genade had bewezen. Dit is wat de acteur zei over Mel Gibson bij een uitreiking eerder dit jaar: “All he asked in return was that someday I help the next guy in some small way. It’s reasonable to assume at the time he didn’t imagine the next guy would be him or that someday was tonight. So anyway on this special occasion and in light of the recent holidays including Columbus Day, I would ask that you join me, unless you are completely without sin in which case you picked the wrong f—ing industry, in forgiving my friend his trespasses and offering him the same clean slate you have me, allowing him to continue his great and ongoing contribution to our collective art without shame. He’s hugged the cactus long enough.” Genade brengt genade voort.
Zo wordt genade - die geen verandering eist, maar aan mensen liefde geeft zonder iets terug te verwachten - als een olievlek die zich uitbreidt - tot het koninkrijk van God ‘als uit zichzelf’ is verschenen. Ook dit wordt symbolisch in beeld gebracht in de film, in een scene tijdens de aftiteling. De scene is opgenomen in het opvangcentrum. Maar zijn bewoners, die eerst in beeld waren als geestezieke daklozen, als slachtoffers, als patienten, zijn nu alleen te zien als mensen, als gelijken. Steve Lopez en zijn (niet langer ex)-vrouw bevinden zich onder hen, niet boven hen. Er klinkt namelijk muziek, en iedereen danst. Ook wij zullen ooit dansen op het ongedwongen ritme van de genade. Ik kijk er naar uit.
The Soloist is niet een grootse film. Het verhaal is niet groots: een columnist en een zwerver die met elkaar omgaan - gelukkig weten we sinds de Lord of the Rings-films dat zelfs de kleinste persoon (of het kleinste verhaal) een groot verschil kan maken. Maar de manier van filmen is ook niet groots. Geen spectaculaire shots die de aandacht trekken. De kleuren zijn helder - zoals dat past bij het zonsovergoten Los Angeles - de schaduwen hard. De regisseur zet zichzelf niet op de voorgrond. Bij deze film gaat het om de acteurs. Robert Downey Junior zet een cynisch geworden schrijver neer, die moet ontdekken dat hij de wereld niet kan veranderen. En Jamie Foxx speelt Nathaniel Ayers overtuigend. Deze man is verward, is schizofreen, en zal dat ook blijven, maar hij verliest daarmee niet zijn menselijkheid. Zijn liefde voor de muziek is ontroerend en mooi in beeld gebracht (al had de symbolische lichtshow niet gehoeven - ze hadden de camera ook op het gezicht van de acteur gericht hebben kunnen houden).
Wat mij echter tegenstaat aan de film was wat ik na afloop ontdekte toen ik op het internet naar informatie zocht. Het blijkt namelijk dat dit verhaal gebaseerd is op echte gebeurtenissen. Maar er zijn nogal wat dingen in veranderd. Steve Lopez was helemaal niet gescheiden en werkte al helemaal niet samen met zijn ex-vrouw. De cello-instructeur was helemaal geen sentimentele kerkganger. En Nathaniel had op het conservatorium niet de cello bespeeld, maar de bas. Hij is nooit meer bas gaan spelen, maar had zichzelf de viool en de cello leren bespelen toen hij al op straat leefde. Ik snap dat sommige veranderingen een verhaal beter kunnen laten lopen, maar ik geloof dat de werkelijke gebeurtenissen al mooi genoeg waren zonder er kunstmatig drama aan toe te voegen.
Hoe dan ook, de film liet mij met tranen in de ogen achter. Wat mij betreft een aanrader.
Tijdens het kijken van de film moest ik denken aan een jeugdvriend van me, met wie ik tijdens mijn lagere en middelbare school periode veel optrok. We hadden allebei een levendige fantasie en verzonnen talloze avonturen. Ik ben boeken gaan schrijven, omdat hij het idee had een keer samen een verhaal te schrijven. We zouden om de beurt een bladzijde afleveren. Mijn vriend hield er na twee rondes al mee op, maar ik was toen al zo in beslag genomen door het plot, dat ik besloot het in mijn eentje af te maken. Mijn vriend had echter een psychiatrische aandoening, waardoor hij zijn ouders tot wanhoop dreef en uiteindelijk van opvang naar opvang ging. Ik wist niet wat ik ermee aan moest - ik heb hem bijvoorbeeld nooit in een opvangcentrum opgezocht. Ik voelde me namelijk machteloos en ongemakkelijk. Ik wist niet hoe ik hem kon helpen. Daarvoor schaamde ik me. Onlangs kregen we voor het eerst in jaren weer contact en vertelde mijn vriend me dat hij toch met veel plezier aan ons contact terugdacht en me als echte vriend beschouwde. Na het kijken van deze film vermoed ik dat dit is, juist omdat ik hem niet kon of wilde veranderen, juist omdat ik mijn machteloosheid toegaf. Ik kon alleen maar een vriend zijn. Meer niet. Maar dat was genoeg.
Mensen lijken soms geneigd andere mensen niet als gelijken te behandelen. Steve Lopez ziet Nathaniel Ayers in het begin van de film vooral als onderwerp voor zijn verhaal. In plaats van een compleet persoon, een doel in zichzelf, is de muzikant voor hem een middel geworden - een middel om zijn column nieuw leven in te blazen en zijn carrière op te krikken. Hij gebruikt de ander om zichzelf te verhogen, het gaat om wat hij ontvangt. Vervolgens slaat Steve om naar het andere uiterste. Hij wil Nathaniel veranderen. Als hij maar genoeg geeft, genoeg organiseert, genoeg hulp inroept, kan hij de man wel van zijn ziekte genezen, kan hij hem wel maken tot de veelbelovende muzikant die hij ooit was. Hij zal het wel organiseren. Steve wordt god, en Nathaniel zijn onderdaan - die hij ook letterlijk opdrachten geeft. Nog steeds is de ander voor hem een project en geen persoon. Steve staat nog steeds boven hem en niet naast hem. Dat wordt gesymboliseerd in de namen die ze voor elkaar gebruiken. Steve noemt de man, die minstens zo oud is als hij zelf, bij zijn voornaam: Nathaniel. De ander noemt hem beleeft: Mr. Lopez. Hun relatie is niet in evenwicht. Dat kan natuurlijk niet goed aflopen. De begeleider van het opvanghuis waar Nathaniel terechtkomt, voorspelt het al: als de ander je als god ziet, wat als je hem teleurstelt? Wat als de aanbeden ander van zijn voetstuk valt?
We denken allemaal dat we als god kunnen zijn, dat we - als we maar genoeg ons best doen - onszelf en anderen aan ons ideaalbeeld kunnen laten voldoen. Dit is een instelling die overal in onze maatschappij te vinden is, en ook in de (evangelische) kerk. We geloven in de maakbaarheid van de mens. Als we maar meer werken, een opleiding volgen, de juiste kleren dragen, genoeg sporten, dan krijgen we de levenspartner waar we naar verlangen, de baan die bij ons past, en die tweede auto op de oprit. Of als we maar genoeg bidden, bijbel lezen, evangeliseren of ons schuldig voelen, geeft God ons gezondheid en welvaart, en vinden we misschien wel een glansrijke carrière als zendeling of prediker. Wij zijn in staat om daadwerkelijke verandering tot stand te brengen. Dat dit een verwording is van de christelijke boodschap, moge duidelijk zijn. Het was nooit de bedoeling dat we god zouden zijn, niet voor anderen, en niet voor onszelf. Jezus predikte niet dat we succesvol zouden zijn als we hem zouden volgen, of dat anderen naar ons zouden opkijken. Hij voorspelde ook niet dat we een morele natie zouden kunnen opbouwen, of de wereld voor Hem zouden kunnen winnen. Hij riep zijn volgelingen op de minste te willen zijn, zich niet te stellen boven de zwakken, de zieken en de zondaars, maar naast hen te gaan staan, af te dalen op hun eigen niveau. Hij hield zijn toehoorders voor dat ze zouden lijden, dat ze zouden worden vervolgd en veracht, dat ze tot het uitschot van de Aarde gerekend zouden worden. En hij voorspelde dat de wereld niet beter zou worden, maar slechter, dat de kerk niet zou overwinnen, maar dat ze zou lijken te verliezen. Dat het de vraag was of hij het geloof zou vinden als hij terugkwam. Paulus zei dat hij niet trots was op zijn eigen kracht, maar op zijn eigen zwakheid. Want daarin werd op een bijzondere, onvoorspelbare manier de kracht van God zichtbaar.
Ik las op de Internetmonkwebsite het volgende stukje over een karakter uit het boek Brideshead Revisited van Evelyn Waugh: “Lord Sebastian Flyte, the aristocratic, handsome, wealthy, socially prominent and attractive figure the narrator meets at Oxford.In an ordinary novel (or made-for-TV movie), we’d have a happy ending where Sebastian sobers up, meets a lovely girl , settles down to marriage and family life and buckles down to the successful career that his education and status in society deserve. Or if we were still going with the religion angle, he’d become a wildly successful society preacher saving the souls of bright young things like he was, or a cardinal, or end up as a male equivalent of Mother Teresa (or maybe St. Damien of Molokai, only without the leprosy, because leprosy isn’t glamorous when you’re the one suffering from it). Either way, he’d have a glittering, fulfilling career and a visible and measurable by the standards of the world record of achievement, whether in the service of God or Mammon.
What does Evelyn Waugh do with him? He succumbs to his alcoholism, goes abroad to lead a dissolute life with pathetic little attempts to make some kind of a go of things and finally ends up in Morocco trying to join a monastery because he wants to be a missionary to lepers or cannibals or savages of some description. This is impossible, of course, because he’s not fit for it, and eventually he ends up – after bouts of drinking and falling ill – being taken in by the monks and given a pity job as a kind of under-porter, halfway between being a lay man and being a religious, and (through the character of Sebastian’s youngest sister, Cordelia, telling Sebastian’s uncomprehending friend Charles about where he ended up and in what state), Waugh forecasts his life: unexceptional save for his periodic falls off the wagon and shame-faced return to the monastery, years going by like this, getting older, becoming something of a joke to the novices and tolerated affectionately by the older monks, “a familiar figure pottering round with his broom and his bunch of keys” and “He’ll develop little eccentricities of devotion, intense personal cults of his own; he’ll be found in the chapel at odd times and missed when he’s expected” until his eventual death which will be no more edifying nor uplifting than his life and the best his sister can anticipate for him is that “Then one morning, after one of his drinking bouts, he’ll be picked up at the gate dying, and show by a mere flicker of the eyelid that he is conscious when they give him the last sacraments. It’s not such a bad way of getting through one’s life.” Waugh also has Cordelia tell Charles “The Superior simply said, ‘I did not think there was anything I could do to help him except pray.’ He was a very holy old man and recognized it in others.” “Holiness?” “Oh yes, Charles, that’s what you’ve got to understand about Sebastian” and “I’ve seen others like him, and I believe they are very near and dear to God.”
Dit is het geheim van de genade: ons succes is geen maatstaf voor de liefde van God voor ons. We kunnen van ons voetstuk afkomen. Wat we ook ontvangen, het blijft altijd een geschenk. In deze film is de muziek een krachtig symbool van genade. Het komt van een onwaarschijnlijke bron: een schizofrene zwerver, wiens viool maar twee snaren heeft. Maar het brengt iets tot stand in de toehoorder. Hij begint met zijn voet te bewegen, zijn lippen krommen zich tot een glimlach. En hij komt in actie. Niet omdat het moet, niet omdat hij verplicht wordt, maar omdat hij het wil. De muziek heeft hem veranderd. Steve Lopez zorgt dat Nathaniel Ayers een optreden in een concerthal kan bijwonen. Tijdens dat optreden kijkt hij niet naar de muzikanten, maar naar zijn metgezel, en hij verwondert zich over de overgave waarmee hij van de muziek geniet
"It was such an unbelievable experience," zegt Steve later tegen zijn ex-vrouw. "We're listening to the same music, but ... But no. You see him, it's one thing, but you feel him ... I'm watching him. He's watching the music. And while they're playing I say: 'My God, there is something higher out there and he lives in it, and he's with it.' I've never even experienced it, but I can tell ... I don't even know what you call it ..."
Het antwoord van zijn vrouw? "Grace."
De genade leidt er uiteindelijk toe dat Steve van zijn voetstuk afkomt, en het opgeeft Nathaniel te moeten veranderen. Hij accepteert de situatie en wordt wat de andere op dat moment nodig heeft: een vriend. Hij behandelt hem voortaan met het respect waarmee Nathaniel hem behandelt.
Genade verandert mensen. Vergeving verandert mensen. De liefde van mensen die degenen die hen pijn deden of teleurstelden een tweede kans geven, brengt daadwerkelijke verandering tot stand. Acteur Robert Downey Jr. weet dat als geen ander. Hij was verslaafd aan drank en drugs en zijn carrière zat in het slop. Hij was op weg naar de afgrond. Maar een andere acteur en regisseur, Mel Gibson, was bereid een risico te nemen. “When I couldn’t get sober, he told me not to give up hope and encouraged me to find my faith. It didn’t have to be his or anyone else’s as long as it was rooted in forgiveness. And I couldn’t get hired, so he cast me in the lead of a movie that was actually developed for him. He kept a roof over my head and food on the table and most importantly he said if I accepted responsibility for my wrongdoing and embraced that part of my soul that was ugly – hugging the cactus he calls it — he said that if I hugged the cactus long enough, I’d become a man.”I did and it worked.” Gibson ging naast hem staan, respecteerde hem als mens, niet als project, en toonde opofferende liefde. Het was genade. En daardoor veranderde het hart van Downey Jr. Nu kon hij zelf genade doorgeven, en wel aan degene die hem genade had bewezen. Dit is wat de acteur zei over Mel Gibson bij een uitreiking eerder dit jaar: “All he asked in return was that someday I help the next guy in some small way. It’s reasonable to assume at the time he didn’t imagine the next guy would be him or that someday was tonight. So anyway on this special occasion and in light of the recent holidays including Columbus Day, I would ask that you join me, unless you are completely without sin in which case you picked the wrong f—ing industry, in forgiving my friend his trespasses and offering him the same clean slate you have me, allowing him to continue his great and ongoing contribution to our collective art without shame. He’s hugged the cactus long enough.” Genade brengt genade voort.
Zo wordt genade - die geen verandering eist, maar aan mensen liefde geeft zonder iets terug te verwachten - als een olievlek die zich uitbreidt - tot het koninkrijk van God ‘als uit zichzelf’ is verschenen. Ook dit wordt symbolisch in beeld gebracht in de film, in een scene tijdens de aftiteling. De scene is opgenomen in het opvangcentrum. Maar zijn bewoners, die eerst in beeld waren als geestezieke daklozen, als slachtoffers, als patienten, zijn nu alleen te zien als mensen, als gelijken. Steve Lopez en zijn (niet langer ex)-vrouw bevinden zich onder hen, niet boven hen. Er klinkt namelijk muziek, en iedereen danst. Ook wij zullen ooit dansen op het ongedwongen ritme van de genade. Ik kijk er naar uit.