Ik liep van de week op station Rotterdam nietsvermoedend de trap af, op weg naar de volgende trein, die richting Utrecht. Het was kwart voor acht, en ik moest mijn eerste kop koffie nog halen bij de Kiosk. Het ene gratis krantje dat ik nog niet had uitgelezen, hield ik onder mijn arm geklemd. Toen bleef ik opeens als aan de grond genageld staan. Ik zag namelijk recht tegenover me een groot billboard tegen het grijze beton van de tunnel. In zichzelf was die niet zo schokkend - goud bruin, met grote letters. Maar om die letters ging het nu. Die spelden namelijk de volgende boodschap: “Dag des Oordeels 21 mei 2011” En daarbij in een opvallende cirkel: “De bijbel garandeert het!” En de boodschap: “Roep sterk tot God.” De afzender was een of andere organisatie genaamd ‘Familyradio’. Twee billboards met deze boodschap hingen naast elkaar. Nu wist ik wel (omdat ik nogal eens wat lees op het internet) dat een Amerikaanse evangelist, ene meneer Camping, uit de bijbel zou hebben berekend dat het einde der tijden op 21 mei zou aanbreken, en dat er heel wat mensen waren die dat geloofden (dom van ze, want dezelfde man had tien jaar geleden ook al voorspeld dat Christus zou terugkeren, en toen was het ook niet gebeurd). Ik had echter geleefd in de veronderstelling dat het een puur Amerikaans fenomeen was - daar zitten wel meer religieuze extremisten. Nu werd ik ruw uit de droom wakker geschud: dit ‘goede nieuws’ had dus ook Nederland bereikt. En ‘goed nieuws’ staat natuurlijk bewust tussen aanhalingstekens. Want het is alles behalve dat. Het is anti-reclame voor de kerk en het christelijk geloof. Sterke anti-reclame zelfs.
Lezers van deze blog weten dat mijn verbinding met de traditionele georganiseerde kerk al wat losser is geworden, maar uitingen als deze zijn de doodsteek voor mijn betrokkenheid bij het evangelicalisme. Als dit het christendom is, wil ik er niet mee geassocieerd worden. Deze posters maken een belachelijke (Amerikaanse) parodie van het christelijk geloof. Zeer waarschijnlijk gebeurt er namelijk op 21 mei aanstaande helemaal niets. Dat baseer ik niet eens op de heel vergezochte rekenmethodes van meneer Camping, die uitgaat van een geschatte datum van de zondvloed aan de hand van geslachtsregisters. Voor zijn berekening moet je wel heel veel aannames doen, om te beginnen de aanname dat Genesis 1 tot 10 letterlijke geschiedschrijving zijn en de daarin beschreven gebeurtenissen tot de dag nauwkeurig te dateren zijn. En de aanname dat God houdt van ronde getallen en de wereld dus 7000 jaar na de zondvloed tot een einde zal brengen, geen dag later of eerder. Ik baseer mijn zekerheid dat er naar alle waarschijnlijkheid niets gebeurt op de woorden van Jezus zelf, die zei dat niemand weet wanneer de dag en het uur van zijn wederkomst zullen zijn, zelfs Hij niet. Hij verzekerde zijn toehoorders meermalen dat de komst van het Koninkrijk onverwachts zou zijn, als een dief in de nacht, of als een bliksem die de hemel doorklieft. De uitspraak dat de bijbel Jezus’ terugkomst op 21 mei garandeert raakt dus kant noch wal - als de bijbel iets garandeert, is het dat we niet kunnen weten wanneer de dag des oordeels aanbreekt. De bijbel garandeert dat het hoogmoed is om als mens te proberen dat uit te rekenen.
Maar er is nog iets ergers mis met de boodschap van deze billboards. Het is er een van angst: de zondige ongelovigen moeten bang worden voor de ‘Dag des oordeels’ (let op het ouderwetse taalgebruik!) - dan wordt wie niet precies het juiste gelooft immers in de poel van vuur gegooid - en is er geen kans meer je te bekeren. De heidenen hebben nog minder dan een maand de tijd om hun leven te beteren, door ‘sterk tot God te roepen’ (vast een vertaling van iets Amerikaans, want ik heb geen flauw idee wat deze uitdrukking betekent). Angst voor vuur, voor veroordeling, voor afwijzing, wordt gebruikt om mensen naar de kerk te brengen - zoals men vroeger mensen doopte met het zwaard op de keel. Maar angst is een slechte motivatie - het leidt nooit tot echte verandering, alleen tot uiterlijke gelijkvormigheid. Angst ontneemt mensen hun vrijheid - het brengt mensen in de macht van religieuze of politieke overheersers, het maakt ze onzeker, vernietigt hun gevoel van eigenwaarde en ontrooft ze van hun levensgeluk. Dit is niet de boodschap van de bijbel, die laat zien dat God mensen juist wil bevrijden van de angst. Dat hij met zijn ware liefde de angst wil uitdrijven, en de mensen wil verlossen die hun leven lang gebukt gaan onder angst voor de dood. Een boodschap van angst is niet een boodschap van de God die liefde IS. De makers van deze posters spreken dan ook niet namens God.
Dat blijkt ook uit het feit dat op het hele billboard met geen woord wordt gerept over wat de kern is van het christelijke geloof, van de boodschap van de kerk door de eeuwen heen, en het hart van de bijbel - dat is: Jezus. Volgens de posters is de bijbel een soort puzzelboek, waar je als je de juiste uitlegkundige sleutel gebruikt, de toekomst uit kunt afleiden. Maar zelfs al zou het legitiem zijn de bijbel zo te gebruiken, dan zou de toekomstvoorspelling nog slechts een subthema zijn van de bijbel, van ondergeschikt belang. Zelfs al zou Jezus niet hebben gezegd dat zijn discipelen niet bezorgd moesten zijn over het einde - ze zouden horen van oorlogen en geruchten van oorlogen, maar die zouden zelf het einde nog niet zijn - dan nog zou de precieze datum ervan een voetnoot zijn, een appendix, niet het hoofdonderwerp.
Nee, in het christelijk geloof, in de kerk, in de bijbel draait het om slechts een ding, een onderwerp: Jezus Christus. Hij is het van wie de schriften getuigen. Hij is het over wie de apostelen vertelden. Hij is het die Paulus predikte en die hij zijn toehoorders voor ogen schilderde, in zijn kruisdood en zijn opstanding. Hij is het aan wie Paulus gelijk wilde zijn. Hij is het die verscheen aan de discipelen op weg naar Emmaus, waardoor hun hart in hun binnenste in vuur en vlam kwam te staan. Hij is het die elke zondag werd gevierd in het heilig avondmaal. Hij is het die wordt bezongen in de vroegste christelijke hymnen (bewaard in de brieven van Paulus). Hij is het die verscheen aan Johannes op Patmos - die de ‘Openbaring van Jezus Christus’ schreef. Hij is de Alfa en de Omega, het begin en het einde. Hij is de openbaring van God - de afbeelding van Zijn heerlijkheid. Hij is de weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader, dan door Hem. Alle dingen zijn in Hem, tot Hem en voor Hem geschapen. Hij is met de hele goddelijke volheid vervuld. Hij heeft de dood overwonnen, en is aan de rechterhand van de Vader gaan zitten. Hij is het lam dat geslacht is, en de leeuw uit de stam van Juda. Hij is de bruidegom. Hij is de stralende morgenster. Hij is alles in allen.
Lees het Nieuwe Testament en je ontdekt: op elke bladzijde gaat het over Hem. Het christelijk geloof is niet los te zien van Jezus. Sterker nog: het christelijk geloof IS Jezus. Niet zijn boodschap staat centraal, niet een theorie over hem, of een theologische redenering, en niet een ethiek gebaseerd op zijn handelen, maar Hij zelf - de persoon Jezus Christus - levend, aanwezig, actief. Al Gods plannen worden vervuld in Hem, Gods bedoeling met de schepping en met de mens wordt verwerkelijkt door Hem. Het Koninkrijk van God komt tot uiting in Christus. Het goede nieuws van de bijbel is niet een boodschap over Jezus. Hij IS zelf het goede nieuws. Het leven van de christen draait niet om bijbelkennis, niet om naastenliefde, niet om rituelen of tradities, niet om sociale rechtvaardigheid of politiek, niet om innerlijke heling, niet om wonderen of tekenen en niet om datums van de eindtijd. Het leven van de christen draait om Christus - om zijn persoon. Al die dingen komen ‘als vanzelf’ als iemand onder de indruk raakt van Jezus. Jezus is de held van het verhaal van God, niemand anders.
De persoon van Jezus en wat er gebeurde rond zijn dood en opstanding zijn de belangrijkste reden dat ik mezelf nog christen blijf noemen - ook als ik zulke uitingen zie als de billboards op Rotterdam C.S. Mijn geloof is aan de ene kant een wankel geloof - als het aan mijn eigen overtuiging of kracht ligt, geloof ik ‘nauwelijks’- maar het is tegelijk rotsvast - omdat Jezus boodschap en leven uniek zijn, en de enige basis bieden voor echte hoop. Als Christus niet werkelijk de Zoon van God is, als Hij niet uit de dood is opgestaan, heeft mijn leven geen betekenis. Ik heb alles op Hem ingezet.
Ik hoorde laatst in een interview op het internet iemand zeggen dat hij speelde op een gitaar met maar een snaar. Hij bedoelde dat hij in al zijn boeken en preken eigenlijk maar een enkele boodschap bracht - zij het steeds in een iets andere vorm. Zo zouden ook christenen eigenlijk maar een enkele boodschap moeten brengen - Jezus Christus. Het kan in een andere vorm zijn, met andere woorden, met een andere nadruk, maar de boodschap moet hetzelfde zijn. Iets anders is geen christendom, maar een religieuze huls die alleen nog maar de naam ‘christelijk’ draagt. En de boodschap die dan gebracht wordt, is ook elders te vinden - bij andere stromingen, filosofieën of godsdiensten. De kern van het christelijk geloof is datgene wat het uniek maakt: God die mens werd, Immanuel, het vleesgeworden Woord, de Zoon van de Vader, Jezus. Helaas wordt die boodschap ook in kerken en christelijke publicaties weinig gehoord. Als je goed zoekt is Jezus wel te vinden - in een lied of een bijbelpassage, of in een voorbeeld of anecdote - maar hij wordt overstemd door andere boodschappen. “Het leiden van een goed en rein leven, strategieën voor gemeentegroei, het merkteken van het beest en de profetie over de eindtijd, de 613 wetten van Mozes, met de aansporing elk ervan te gehoorzamen, het 614e gebod: ‘U zult niet vergeten’, de visioenen en dromen in Daniël en Ezechiël, tekenen en wonderen, het opstarten van een beweging, goddelijke genezing, hoe te leven door geloof, het redden van de verlorenen, schepping versus evolutie, leiderschapsprincipes, het uit het hoofd leren van de Schriften, sociale gerechtigheid, voorspoed, het recht van de gelovige om zegeningen op te eisen, geestelijke strijd, het vieren van de feesten van Israël, rijkdom en gezondheid, systematische theologie.”
Dit zijn de onderwerpen waar volgens de Amerikaanse auteurs Frank Viola en Leonard Sweet in de kerk vaak over wordt gepreekt. Maar zij lazen zelf de brief van Paulus aan de Kolossenzen - en zagen daarin een heel andere nadruk: namelijk op Jezus. Als ware dokters stelden ze vervolgens de diagnose: de kerk lijdt aan een 'Jezus-deficiëntie'. Een nijpend tekort aan een vitale grondstof, en op de lange termijn levensbedreigend. Christenen zijn actief op allerlei terreinen, organiseren bijeenkomsten en manifestaties, bemoeien zich met hulpverlening, politiek en ethiek, zoeken naar zegen en voorspoed, rekenen aan de eindtijd en werken aan steeds grotere instituten om nog effectiever te kunnen zijn. Ze denken dat ze rijk zijn, zoals de christenen in Laodicea volgens Openbaring 3 - maar ze beseffen niet dat ze eigenlijk arm en blind en naakt zijn. Het antwoord is niet dat ze dus meer moeten doen, dat ze zich harder moeten inspannen, of naar een nieuwe conferentie moeten gaan. Het antwoord is Jezus - hij is degene bij wie ze goud kunnen vinden, gelouterd door vuur, zodat ze rijk worden, Hij is degene bij wie ze witte kleren kunnen kopen, om zich mee te kleden, en bij wie ze ogenzalf kunnen krijgen zodat ze kunnen zien.
In hun boek Het Jezusmanifest (vertaling van: Jesus Manifesto) beschrijven Viola en Sweet dan ook de enige remedie tegen de ziekte van de Jezus-deficiëntie: Hemzelf - zijn persoon, zijn grootheid, zijn wezen en zijn liefde. Het Jezusmanifest is geen diepgravende theologische dogmatiek - het geeft geen ontwikkelde christologie, en probeert niet de vele controversen uit de kerkgeschiedenis systematisch te bespreken en op te lossen. Het is ook geen boek met praktische tips en technieken, het bevat geen systeem voor het doen van stille tijd. Het beschrijft ook niet hoe kerken moeten worden ingericht, of hoe mensen moeten bidden. Het is ook niet moraliserend - het gaat niet over de manier waarop we leven en wat je als christen wel of niet mag. Het is wat er op de kaft staat: een manifest over Jezus, een gepassioneerde oproep aan gelovigen om Hem weer centraal te stellen in hun woorden, hun bijeenkomsten, in hun handelen en hun denken.
De auteurs kozen daarbij bewust voor een wat verheven taalgebruik - om de grootheid van Jezus te benadrukken, zijn indrukwekkende heerlijkheid. Dat vond ik aanvankelijk wat afstand scheppen, en je moet er als lezer aan wennen, maar misschien zijn we als gelovigen inderdaad wel te ‘gewoon’ over Jezus gaan praten. In elk geval maakt het taalgebruik duidelijk dat Jezus groot en belangrijk is. Ik vind het gevaar ervan echter dat er een afstand wordt geschapen met het gewone leven en het gewone taalgebruik. Verheven taal verwordt al snel tot ‘tale kanaans’ - en de mooi klinkende, wat ouderwetse woorden worden nagepraat zonder dat mensen werkelijk kunnen uitleggen wat ze betekenen. Gelukkig worden er genoeg actuele voorbeelden gebruikt die de kloof met de lezer overbruggen en citaten uit verschillende boeken en liederen, die allemaal dezelfde snaar beroeren: Jezus is zelf de kern, het hart van alles wat God bedoeld heeft met de wereld, en met de kerk. Ook verwijzen de auteurs veel naar de bijbel - en vooral deze citaten zijn overtuigend. Ik moet helaas opmerken dat ik de Nederlandse vertaling niet altijd even geslaagd vond - enkele Amerikaanse begrippen werden volgens mij verkeerd weergegeven - wat het gevoel van een ‘afstandelijkheid’ misschien versterkte.
Maar dat weerhoudt me er niet van dit boek van harte aan te bevelen bij de lezers van mijn blog. Ik sta volledig achter de boodschap ervan: het christelijk geloof is eigenlijk een gitaar met maar een snaar - en ik wil op deze blog, in mijn gesprekken en in mijn andere schrijfprojecten proberen zoveel mogelijk op deze ene snaar te spelen. Ik hoop dat meer mensen deze toon gaan oppakken, elk op hun eigen manier, in hun eigen woorden, in vormen die passen bij hun eigen tijd en omgeving. Want als we allemaal op dezelfde toonhoogte spelen, ontstaat vanzelf een prachtige symfonie - en die symfonie IS Jezus. Dat is volgens mij wat Paulus bedoelde toen hij zei dat we uiteindelijk ‘met alle heiligen in staat zullen zijn te begrijpen wat de hoogte, breedte, lengte en diepte is van de liefde van Christus, die alle verstand te boven gaat’ (Efeze 3). In mijn volgende artikel op mijn blog wil ik dit thema wat persoonlijker maken - de realiteit van Jezus verandert namelijk het christelijke leven van zowel gemeenschap als individu ingrijpend.
(Disclaimer: Ik ontving een recensie-exemplaar van de uitgever.)
Lezers van deze blog weten dat mijn verbinding met de traditionele georganiseerde kerk al wat losser is geworden, maar uitingen als deze zijn de doodsteek voor mijn betrokkenheid bij het evangelicalisme. Als dit het christendom is, wil ik er niet mee geassocieerd worden. Deze posters maken een belachelijke (Amerikaanse) parodie van het christelijk geloof. Zeer waarschijnlijk gebeurt er namelijk op 21 mei aanstaande helemaal niets. Dat baseer ik niet eens op de heel vergezochte rekenmethodes van meneer Camping, die uitgaat van een geschatte datum van de zondvloed aan de hand van geslachtsregisters. Voor zijn berekening moet je wel heel veel aannames doen, om te beginnen de aanname dat Genesis 1 tot 10 letterlijke geschiedschrijving zijn en de daarin beschreven gebeurtenissen tot de dag nauwkeurig te dateren zijn. En de aanname dat God houdt van ronde getallen en de wereld dus 7000 jaar na de zondvloed tot een einde zal brengen, geen dag later of eerder. Ik baseer mijn zekerheid dat er naar alle waarschijnlijkheid niets gebeurt op de woorden van Jezus zelf, die zei dat niemand weet wanneer de dag en het uur van zijn wederkomst zullen zijn, zelfs Hij niet. Hij verzekerde zijn toehoorders meermalen dat de komst van het Koninkrijk onverwachts zou zijn, als een dief in de nacht, of als een bliksem die de hemel doorklieft. De uitspraak dat de bijbel Jezus’ terugkomst op 21 mei garandeert raakt dus kant noch wal - als de bijbel iets garandeert, is het dat we niet kunnen weten wanneer de dag des oordeels aanbreekt. De bijbel garandeert dat het hoogmoed is om als mens te proberen dat uit te rekenen.
Maar er is nog iets ergers mis met de boodschap van deze billboards. Het is er een van angst: de zondige ongelovigen moeten bang worden voor de ‘Dag des oordeels’ (let op het ouderwetse taalgebruik!) - dan wordt wie niet precies het juiste gelooft immers in de poel van vuur gegooid - en is er geen kans meer je te bekeren. De heidenen hebben nog minder dan een maand de tijd om hun leven te beteren, door ‘sterk tot God te roepen’ (vast een vertaling van iets Amerikaans, want ik heb geen flauw idee wat deze uitdrukking betekent). Angst voor vuur, voor veroordeling, voor afwijzing, wordt gebruikt om mensen naar de kerk te brengen - zoals men vroeger mensen doopte met het zwaard op de keel. Maar angst is een slechte motivatie - het leidt nooit tot echte verandering, alleen tot uiterlijke gelijkvormigheid. Angst ontneemt mensen hun vrijheid - het brengt mensen in de macht van religieuze of politieke overheersers, het maakt ze onzeker, vernietigt hun gevoel van eigenwaarde en ontrooft ze van hun levensgeluk. Dit is niet de boodschap van de bijbel, die laat zien dat God mensen juist wil bevrijden van de angst. Dat hij met zijn ware liefde de angst wil uitdrijven, en de mensen wil verlossen die hun leven lang gebukt gaan onder angst voor de dood. Een boodschap van angst is niet een boodschap van de God die liefde IS. De makers van deze posters spreken dan ook niet namens God.
Dat blijkt ook uit het feit dat op het hele billboard met geen woord wordt gerept over wat de kern is van het christelijke geloof, van de boodschap van de kerk door de eeuwen heen, en het hart van de bijbel - dat is: Jezus. Volgens de posters is de bijbel een soort puzzelboek, waar je als je de juiste uitlegkundige sleutel gebruikt, de toekomst uit kunt afleiden. Maar zelfs al zou het legitiem zijn de bijbel zo te gebruiken, dan zou de toekomstvoorspelling nog slechts een subthema zijn van de bijbel, van ondergeschikt belang. Zelfs al zou Jezus niet hebben gezegd dat zijn discipelen niet bezorgd moesten zijn over het einde - ze zouden horen van oorlogen en geruchten van oorlogen, maar die zouden zelf het einde nog niet zijn - dan nog zou de precieze datum ervan een voetnoot zijn, een appendix, niet het hoofdonderwerp.
Nee, in het christelijk geloof, in de kerk, in de bijbel draait het om slechts een ding, een onderwerp: Jezus Christus. Hij is het van wie de schriften getuigen. Hij is het over wie de apostelen vertelden. Hij is het die Paulus predikte en die hij zijn toehoorders voor ogen schilderde, in zijn kruisdood en zijn opstanding. Hij is het aan wie Paulus gelijk wilde zijn. Hij is het die verscheen aan de discipelen op weg naar Emmaus, waardoor hun hart in hun binnenste in vuur en vlam kwam te staan. Hij is het die elke zondag werd gevierd in het heilig avondmaal. Hij is het die wordt bezongen in de vroegste christelijke hymnen (bewaard in de brieven van Paulus). Hij is het die verscheen aan Johannes op Patmos - die de ‘Openbaring van Jezus Christus’ schreef. Hij is de Alfa en de Omega, het begin en het einde. Hij is de openbaring van God - de afbeelding van Zijn heerlijkheid. Hij is de weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader, dan door Hem. Alle dingen zijn in Hem, tot Hem en voor Hem geschapen. Hij is met de hele goddelijke volheid vervuld. Hij heeft de dood overwonnen, en is aan de rechterhand van de Vader gaan zitten. Hij is het lam dat geslacht is, en de leeuw uit de stam van Juda. Hij is de bruidegom. Hij is de stralende morgenster. Hij is alles in allen.
Lees het Nieuwe Testament en je ontdekt: op elke bladzijde gaat het over Hem. Het christelijk geloof is niet los te zien van Jezus. Sterker nog: het christelijk geloof IS Jezus. Niet zijn boodschap staat centraal, niet een theorie over hem, of een theologische redenering, en niet een ethiek gebaseerd op zijn handelen, maar Hij zelf - de persoon Jezus Christus - levend, aanwezig, actief. Al Gods plannen worden vervuld in Hem, Gods bedoeling met de schepping en met de mens wordt verwerkelijkt door Hem. Het Koninkrijk van God komt tot uiting in Christus. Het goede nieuws van de bijbel is niet een boodschap over Jezus. Hij IS zelf het goede nieuws. Het leven van de christen draait niet om bijbelkennis, niet om naastenliefde, niet om rituelen of tradities, niet om sociale rechtvaardigheid of politiek, niet om innerlijke heling, niet om wonderen of tekenen en niet om datums van de eindtijd. Het leven van de christen draait om Christus - om zijn persoon. Al die dingen komen ‘als vanzelf’ als iemand onder de indruk raakt van Jezus. Jezus is de held van het verhaal van God, niemand anders.
De persoon van Jezus en wat er gebeurde rond zijn dood en opstanding zijn de belangrijkste reden dat ik mezelf nog christen blijf noemen - ook als ik zulke uitingen zie als de billboards op Rotterdam C.S. Mijn geloof is aan de ene kant een wankel geloof - als het aan mijn eigen overtuiging of kracht ligt, geloof ik ‘nauwelijks’- maar het is tegelijk rotsvast - omdat Jezus boodschap en leven uniek zijn, en de enige basis bieden voor echte hoop. Als Christus niet werkelijk de Zoon van God is, als Hij niet uit de dood is opgestaan, heeft mijn leven geen betekenis. Ik heb alles op Hem ingezet.
Ik hoorde laatst in een interview op het internet iemand zeggen dat hij speelde op een gitaar met maar een snaar. Hij bedoelde dat hij in al zijn boeken en preken eigenlijk maar een enkele boodschap bracht - zij het steeds in een iets andere vorm. Zo zouden ook christenen eigenlijk maar een enkele boodschap moeten brengen - Jezus Christus. Het kan in een andere vorm zijn, met andere woorden, met een andere nadruk, maar de boodschap moet hetzelfde zijn. Iets anders is geen christendom, maar een religieuze huls die alleen nog maar de naam ‘christelijk’ draagt. En de boodschap die dan gebracht wordt, is ook elders te vinden - bij andere stromingen, filosofieën of godsdiensten. De kern van het christelijk geloof is datgene wat het uniek maakt: God die mens werd, Immanuel, het vleesgeworden Woord, de Zoon van de Vader, Jezus. Helaas wordt die boodschap ook in kerken en christelijke publicaties weinig gehoord. Als je goed zoekt is Jezus wel te vinden - in een lied of een bijbelpassage, of in een voorbeeld of anecdote - maar hij wordt overstemd door andere boodschappen. “Het leiden van een goed en rein leven, strategieën voor gemeentegroei, het merkteken van het beest en de profetie over de eindtijd, de 613 wetten van Mozes, met de aansporing elk ervan te gehoorzamen, het 614e gebod: ‘U zult niet vergeten’, de visioenen en dromen in Daniël en Ezechiël, tekenen en wonderen, het opstarten van een beweging, goddelijke genezing, hoe te leven door geloof, het redden van de verlorenen, schepping versus evolutie, leiderschapsprincipes, het uit het hoofd leren van de Schriften, sociale gerechtigheid, voorspoed, het recht van de gelovige om zegeningen op te eisen, geestelijke strijd, het vieren van de feesten van Israël, rijkdom en gezondheid, systematische theologie.”
Dit zijn de onderwerpen waar volgens de Amerikaanse auteurs Frank Viola en Leonard Sweet in de kerk vaak over wordt gepreekt. Maar zij lazen zelf de brief van Paulus aan de Kolossenzen - en zagen daarin een heel andere nadruk: namelijk op Jezus. Als ware dokters stelden ze vervolgens de diagnose: de kerk lijdt aan een 'Jezus-deficiëntie'. Een nijpend tekort aan een vitale grondstof, en op de lange termijn levensbedreigend. Christenen zijn actief op allerlei terreinen, organiseren bijeenkomsten en manifestaties, bemoeien zich met hulpverlening, politiek en ethiek, zoeken naar zegen en voorspoed, rekenen aan de eindtijd en werken aan steeds grotere instituten om nog effectiever te kunnen zijn. Ze denken dat ze rijk zijn, zoals de christenen in Laodicea volgens Openbaring 3 - maar ze beseffen niet dat ze eigenlijk arm en blind en naakt zijn. Het antwoord is niet dat ze dus meer moeten doen, dat ze zich harder moeten inspannen, of naar een nieuwe conferentie moeten gaan. Het antwoord is Jezus - hij is degene bij wie ze goud kunnen vinden, gelouterd door vuur, zodat ze rijk worden, Hij is degene bij wie ze witte kleren kunnen kopen, om zich mee te kleden, en bij wie ze ogenzalf kunnen krijgen zodat ze kunnen zien.
In hun boek Het Jezusmanifest (vertaling van: Jesus Manifesto) beschrijven Viola en Sweet dan ook de enige remedie tegen de ziekte van de Jezus-deficiëntie: Hemzelf - zijn persoon, zijn grootheid, zijn wezen en zijn liefde. Het Jezusmanifest is geen diepgravende theologische dogmatiek - het geeft geen ontwikkelde christologie, en probeert niet de vele controversen uit de kerkgeschiedenis systematisch te bespreken en op te lossen. Het is ook geen boek met praktische tips en technieken, het bevat geen systeem voor het doen van stille tijd. Het beschrijft ook niet hoe kerken moeten worden ingericht, of hoe mensen moeten bidden. Het is ook niet moraliserend - het gaat niet over de manier waarop we leven en wat je als christen wel of niet mag. Het is wat er op de kaft staat: een manifest over Jezus, een gepassioneerde oproep aan gelovigen om Hem weer centraal te stellen in hun woorden, hun bijeenkomsten, in hun handelen en hun denken.
De auteurs kozen daarbij bewust voor een wat verheven taalgebruik - om de grootheid van Jezus te benadrukken, zijn indrukwekkende heerlijkheid. Dat vond ik aanvankelijk wat afstand scheppen, en je moet er als lezer aan wennen, maar misschien zijn we als gelovigen inderdaad wel te ‘gewoon’ over Jezus gaan praten. In elk geval maakt het taalgebruik duidelijk dat Jezus groot en belangrijk is. Ik vind het gevaar ervan echter dat er een afstand wordt geschapen met het gewone leven en het gewone taalgebruik. Verheven taal verwordt al snel tot ‘tale kanaans’ - en de mooi klinkende, wat ouderwetse woorden worden nagepraat zonder dat mensen werkelijk kunnen uitleggen wat ze betekenen. Gelukkig worden er genoeg actuele voorbeelden gebruikt die de kloof met de lezer overbruggen en citaten uit verschillende boeken en liederen, die allemaal dezelfde snaar beroeren: Jezus is zelf de kern, het hart van alles wat God bedoeld heeft met de wereld, en met de kerk. Ook verwijzen de auteurs veel naar de bijbel - en vooral deze citaten zijn overtuigend. Ik moet helaas opmerken dat ik de Nederlandse vertaling niet altijd even geslaagd vond - enkele Amerikaanse begrippen werden volgens mij verkeerd weergegeven - wat het gevoel van een ‘afstandelijkheid’ misschien versterkte.
Maar dat weerhoudt me er niet van dit boek van harte aan te bevelen bij de lezers van mijn blog. Ik sta volledig achter de boodschap ervan: het christelijk geloof is eigenlijk een gitaar met maar een snaar - en ik wil op deze blog, in mijn gesprekken en in mijn andere schrijfprojecten proberen zoveel mogelijk op deze ene snaar te spelen. Ik hoop dat meer mensen deze toon gaan oppakken, elk op hun eigen manier, in hun eigen woorden, in vormen die passen bij hun eigen tijd en omgeving. Want als we allemaal op dezelfde toonhoogte spelen, ontstaat vanzelf een prachtige symfonie - en die symfonie IS Jezus. Dat is volgens mij wat Paulus bedoelde toen hij zei dat we uiteindelijk ‘met alle heiligen in staat zullen zijn te begrijpen wat de hoogte, breedte, lengte en diepte is van de liefde van Christus, die alle verstand te boven gaat’ (Efeze 3). In mijn volgende artikel op mijn blog wil ik dit thema wat persoonlijker maken - de realiteit van Jezus verandert namelijk het christelijke leven van zowel gemeenschap als individu ingrijpend.
(Disclaimer: Ik ontving een recensie-exemplaar van de uitgever.)