Verder met mijn top 25 van boeken, fictie en non-fictie, een natuurlijk volledig persoonlijke lijst gebaseerd op mijn eigen smaak en voorkeur. Dat maakt het net als bij de top 25 van films die ik vorige week plaatste erg interessant om te kijken of er rode lijnen zijn aan te wijzen in de boeken die mij sterk aanspreken of waarnaar ik vaak terug grijp (of hoop terug te grijpen). En ik begin die rode draden wel te ontwaren. Zo gaan veel van deze boeken over de overweldigende schoonheid en avontuurlijkheid van onze wereld (of van andere werelden - en dus over de onze, want Chesterton zou zeggen dat we lezen dat bladeren in sprookjes zwart zijn, zodat we ons erover te verwonderen dat ze in onze wereld groen zijn) en de betekenis van ons verlangen daarnaar. En daar tussendoor is een waarschuwende draad verweven, die wijst op de menselijke natuur die in de woorden van Lewis, eerder te weinig verlangt dan te veel, en in een modderpoel blijft zitten zandtaarten bakken terwijl hem een reis naar het strand is aangeboden.
15 The Complete Sherlock Holmes (Arthur Conan Doyle)
De verhalen over de meesterdetective (technisch gezien niet de eerste, maar wel de meest iconische) heb ik als kind meerdere malen verslonden. Maar anders dan bijvoorbeeld de boeken van Agatha Christie verliezen ze niet hun fascinatie als je weet hoe ze aflopen. Dat lijkt soms eerder een bijkomstigheid. De kracht ligt in de beeldende schrijfstijl, die ook meer dan honderd jaar na dato heerlijk weg leest en een soms beklemmend beeld van het victoriaanse Engeland oproept. Verder zijn er de goed verzonnen mysteries, met een zweem van het bovennatuurlijke en mystieke, waar altijd een rationele verklaring voor is (interessant, omdat Conan Doyle zelf wel in elfjes en waarzeggerij geloofde). En vooral de karakters, de sympathieke, bewogen dokter Watson, en de scherpzinnige, opmerkzame Sherlock Holmes, die lijkt te leven voor zijn werk, steeds op zoek is naar afleiding, maar als Watson in gevaar is, niet zonder zijn vriend blijkt te kunnen. Zijn voorbeelden van deductie zijn niet altijd even logisch, maar als je ze leest wel geloofwaardig, en hij bevat mooie innerlijke tegenstellingen.
Wie de verhalen heeft gelezen denkt Holmes echt te kennen. Vandaar dat er ook na de dood van Conan Doyle nog zo veel verhalen over de meesterdetective zijn geschreven, maar geen daarvan heeft hetzelfde niveau weten te bereiken. De verhalen van Conan Doyle over professor Challenger zijn ook geweldig. Opnieuw een intrigerend karakter, die een weg baant door een bijzondere wereld, in beeldende stijl opgeschreven. Ze zullen op mijn favorietenlijstje blijven staan.
14 Earthsea (Ursula LeGuin)
Op deze lijst ontbreken de boeken over Harry Potter, hoewel ik die erg leuk vond om te lezen en ook ga herlezen. Maar J.K. Rowling was niet de eerste die schreef over een school voor magie. En zij schreef beter, met een beter uitgedacht systeem van magie, in een fantastische wereld, met een donker karakter als hoofdpersoon, en een bedreiging niet van buitenaf maar van binnenuit de hoofdpersoon. De strijd van Ged met zijn schaduw, en de manier waarop hij zich (als was het de strijd tussen Scott Pilgrim en ‘Nega-Scott’) met zichzelf moet verzoenen waren voor mij in elk geval heel herkenbaar. Het is ook nog eens een behoorlijk dun boek, dat verscheen voordat fantasy in de jaren tachtig van de vorige eeuw opeens populair werd en lange series van boeken van duizend pagina’s de norm werden. Dit boek werd niet geschreven om op die populariteit mee te liften, maar omdat de auteur daadwerkelijk iets te zeggen had dat alleen op deze manier kon worden weergegeven. De vervolgdelen zijn ook erg goed, behandelen elk een ander thema, soms opvallend en verfrissend feministisch, en hebben een duidelijke metafysische laag. Goed om rustig te lezen en over na te denken.
13 Byzantium (Stephen Lawhead)
Schrijft Stephen Lawhead christelijke fantasy?, wilde een lezer weten. Op zijn website antwoordde Lawhead: ‘Ik ben christen. Ik ben schrijver. Soms schrijf ik fantasy.’ Die uitspraak is me altijd uitgebleven en die ben ik ook zelf gaan toepassen. Ik schrijf geen ‘christelijke fantasy’, maar ik schrijf zo goed als ik kan, en in wat ik schrijf zullen de thema’s die me bezig houden vanzelf een plek krijgen. Byzantium kreeg ik aangeraden van iemand op de studentenvereniging waar ik lid van was. Ik weet nog steeds als de dag van gisteren hoe ik op een maandag het boek in een dag uitlas. Ik las tijdens het ontbijt, tijdens de lunch, tijdens het avondeten, tot laat in de avond. Het liet me niet los en maakte me fan van Lawhead.
Dit boek heb ik sindsdien nog twee keer gelezen. Het is het verhaal van een Ierse monnik die met zijn collega’s rond het jaar 800 op weg gaat naar Byzantium om aan de keizer een kunstig versierd manuscript (‘The book of kells’) aan te bieden. Hun schip word onderweg echter aangevallen door Noorse rovers en Aidan wordt gevangengenomen. Hij is daar eigenlijk blij mee, want hij heeft in een droom gezien dat hij in Byzantium aan zijn eind zal komen. Dan blijkt dat de Vikingen een plundertocht naar Byzantium organiseren en hij mee zal moeten als vertaler. Geconfronteerd met zijn lot begint hij aan zijn geloof te twijfelen. Lawhead weet andere culturen levendig te beschrijven en laat je met zijn hoofdpersoon meeleven. Zijn schrijfstijl is behoorlijk fysiek (maaltijden doen me likkebaarden, maar zijn martelscenes ...), en hij geeft een enorme spanning mee aan het verhaal. Thema’s die met het christelijk geloof te maken hebben zijn behoorlijk organisch door het verhaal geweven, vooral beïnvloed door Keltische spiritualiteit. Ik kijk nog steeds uit naar nieuwe boeken van Lawhead. Zijn ‘Celtic Crusades’-serie is erg goed, zijn SF-verhalen zijn wat minder, vind ik zelf.
12 Crime and Punishment (Fyodor Dostoyevsky)
Na jaren een literair dieet te hebben genuttigd dat vooral bestond uit SF en fantasy en theologische boeken, ben ik door de goede invloed van mijn verloofde op het spoor gebracht van de boeken uit de negentiende eeuw. Ik was al langer gefascineerd door Dostoyevsky en heb nu al meerdere boeken van hem verslonden. Deze vind ik tot nu toe de beste (vooral omdat The Brothers Karamazov duidelijk aanstuurde op een vervolg, dat nooit is geschreven). Het is niet altijd makkelijk te lezen, maar wel op een grimmige manier boeiend.
De lezer krijgt hetzelfde koortsachtige gevoel als de hoofdpersoon, een student in Sint Petersburg, die wil bewijzen dat hij een groots man is als Napoleon. Zo iemand laat zich niet leiden door dezelfde morele waarden als gewone mensen, denkt hij, en dus pleegt hij een moord. Maar hij is geen Napoleon, en krijgt gewetenswroeging. Terwijl de vertegenwoordigers van de wet hem steeds dichter op het spoor komen, krijgt hij contact met een meisje dat nog iets goeds in hem ziet, en gelooft dat hij kan veranderen. Hijzelf denkt echter dat geen verlossing meer mogelijk is. Dostoyevsky ontsnapte zelf op het nippertje aan het vuurpeleton en wist sindsdien aangrijpend te schrijven over thema’s als genade en verlossing, zonder zich te vergissen in de menselijke neiging zichzelf voor de gek te houden. Ook in dit boek geeft hij uiteindelijk een prachtig beeld van de onvoorwaardelijke liefde van God, uit de mond van een onverbeterlijke dronkaard. Het is een boek dat ik nog vaker zal lezen en tot me door zal laten dringen, net als The Idiot en The Brothers Karamazov. Ook de boeken van Tolstoy staan nog op mijn ‘leeslijstje’.
11 The Divine Conspiracy (Dallas Willard)
Theologische werken lees ik eigenlijk niet vaak meerdere malen, vooral omdat ze niet vaak ‘literair’ zijn geschreven. Als je het idee eenmaal hebt eigen gemaakt dat de schrijver wil overbrengen, kunnen ze in de kast blijven staan. The Divine Conspiracy heb ik echter twee keer doorgenomen, en zal ik vaker ter hand nemen. Het is namelijk een rijk werk, filosofisch goed onderbouwd, doorspekt met voorbeelden die tot de verbeelding spreken en verfrissend direct in de kritiek op geaccepteerde ‘evangelische’ verwoordingen van het christelijk geloof, die ondanks de naam van de beweging weinig met het goede nieuws van doen hebben.
Volgens Willard zijn we vergeten dat Jezus een leraar was, die zijn hoorders een nieuwe wereld voorspiegelde waar ze naar zouden verlangen. Deze wereld is de beste wereld die mogelijk is. De Bergrede is geen wettisch document dat ons als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt, maar een uitnodigende beschrijving van het leven dat voor ons bedoeld is. En het goede nieuws is dat we door Jezus zijn binnengebracht in dit koninkrijk en kunnen gaan leven op de manier die daarbij hoort. Daar zorgt Jezus zelf voor, in ons en door ons heen. Dit heeft niets te maken met ‘zondemanagement’, maar met verlangen. Centraal daarbij staat het geloof dat God en zijn bedoelingen met ons werkelijk goed zijn - iets wat christenen wel eens lijken te vergeten. Dit zou niet zo ‘mind blowing’ moeten zijn, maar is het wel. Wat als we dit nu eens als uitgangspunt zouden nemen voor al ons denken? Zouden we dan niet enthousiast worden van Jezus en het leven dat hij beschrijft? Dat effect heeft dit boek in elk geval wel op mij.
10 Lord Foul’s Bane (Stephen Donaldson)
Dit was een van de eerste fantasyboeken die populair werd in het kielzog van de werken van Tolkien (de andere was The Sword of Shannarah, een zwak aftreksel van Tolkiens verhaal, zonder duidelijke eigen thema’s, eigenlijk niet meer dan flauwe fan-fictie), maar liet tegelijk zien welke andere mogelijkheden het genre bood dan de standaard queeste en strijd tussen goed en kwaad. Helaas leidde het niet tot de diversiteit van fantasyverhalen die mogelijk was geweest en bleven veel auteurs meer Terry Brooks navolgen.
De vernieuwing van Stephen Donaldson was te kiezen voor een hoofdpersoon die niet gelooft in de andere wereld waarin hij is terecht gekomen. Het land is prachtig, vol bijna tastbare schoonheid en goedheid, vol moedige, sterke karakters (Mohram en Foamfollower staan me bij), maar Thomas Covenant blijft volhouden dat hij droomt. Doet hij dat niet, dan zal hij zijn rigide discipline laten varen, en dat is het enige dat hem in de echte wereld in leven houdt. Hij leidt namelijk aan lepra. Maar een nog veel groter probleem waar hij mee worstelt is zijn zelf-afwijzing. En die wordt weerspiegeld in de macht van Lord Foul die het land bedreigt. Covenant wordt aangezien voor de reïncarnatie van Lord Kevin Halfhand, maar hij wil die verantwoordelijkheid niet op zich nemen. En daarmee lijkt hij net als Kevin uit te sturen op de verwoesting van de wereld. Een aangrijpende, emotionele schrijfstijl die je zelfs met een op het eerste gezicht onsympathieke hoofdpersoon doet meeleven, vol heldhaftige momenten en een plot dat uiteindelijk draait om zelfacceptatie. Dit is een boek waar ik steeds opnieuw naar zal terugkeren. De latere boeken in deze serie worden wat complex en minder makkelijk te volgen, maar weten wel steeds mijn hart te beroeren. Donaldson maakt het zijn personages niet makkelijk, maar hij voelt wel voor ze.
9 Lord of the Flies (William Golding)
Ik las dit boek voor het eerst op de middelbare school voor mijn Engelse lijst, en het is een van de weinige boeken van die lijst die ik later nog een keer heb gelezen, met veel plezier (hoewel ‘plezier’ niet echt het juiste woord is). Ik was al fan van ‘overlevingsverhalen’ in de trend van Robinson Crusoe, over mensen die op onbewoonde eilanden een nieuw bestaan opbouwen. En Golding volgt het patroon van deze verhalen door te laten zien hoe de jongens die met het vliegtuig op hun eiland zijn neergestort proberen in leven te blijven.
Maar waar andere Crusoenades uitgaan van een positief mensbeeld (als we maar de kans kregen overnieuw te beginnen, zouden we het vast beter doen), weet Golding dat we ook op een onbewoond eiland niet aan onszelf kunnen ontsnappen. Juist niet, want wat ons nu beschaaft houdt is de beschaving. Als die wegvalt blijven krachten over die we niet onder controle hebben. Dezelfde drijfveren die in de volwassen wereld leiden tot vooroordelen, onderdrukking, oorlog en uiteindelijk vernietiging van de leefomgeving, doen dat op dit eiland ook. Het schijnbare ‘happy end’ waarbij Ralph gevonden wordt door een officier van een oorlogsschip is dus niet zo gelukkig als het lijkt. En zoals de kinderen op het eiland niet luisterden naar de profetieën van Simon en de wijsheid van Piggy, luisteren de mensen nu ook niet naar wetenschappers die waarschuwen voor klimaatverandering en tekort aan grondstoffen, of religieuze leiders die oproepen tot tolerantie en vergeving. De verlossing kan niet van binnenuit komen, is wat Golding wil zeggen. Waar die boodschap dan wel vandaan komt, zegt hij niet, maar daar zijn dan weer glimpjes van op te vangen in andere boeken op deze lijst.
8 Surprised by Hope (N.T. Wright)
Soms denk je het ene te geloven, maar komen je daadwerkelijke overtuigingen nog overeen met iets heel anders. Zo was het met mij wat betreft mijn toekomstverwachting. Ik dacht dat ik geloofde in de opstanding en dat ik voldoende waarde hechtte aan het lichamelijke, het materiële aspect van het mens-zijn. Maar dit boek van Tom Wright verloste me van mijn illusie. In de praktijk hield ik toch vast aan beelden van een hemel ver weg van de Aarde en een bestaan als lichaamsloze ziel in een immateriële werkelijkheid. Dat is niet de toekomst die Jezus predikte en die zijn volgelingen verwachtten.
Ze verwachtten de toekomst waar de profeten al over predikten, namelijk het herstel van alle dingen, een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont, en de opstanding van het lichaam. Deze verwachting werd bevestigd door de opstanding van Jezus, die nadat hij het graf verliet nog steeds mens was en lichamelijk (het graf was leeg), maar tegelijk meer (hij kon door een muur heen lopen). Dit is een vooruitblik op de verlossing van zowel de Aarde als van ons als individuen. We willen niet ontkleed worden, zegt Paulus als, maar overkleed. We zullen ook in de toekomst volledig mens zijn, op een wereld die werkelijk mooi is, goed, en vol echte relaties. Deze wereld, maar dan zoals God die altijd al bedoeld heeft. En nu mogen we met dat visioen voor ogen zelf al kleine voorafschaduwingen van die wereld zichtbaar maken in ons leven, individueel en als christelijke gemeenschappen. Tom Wright heeft een prettige schrijfstijl, hij blaast niet hoog van de toren, maar weet juist door zijn bescheidenheid onder je huid te kruipen en je anders naar je levensbeschouwing te laten kijken. Erg aangeraden en een boek dat ik regelmatig herlees.
7 Fahrenheit 451 (Ray Bradbury)
Sciencefiction heeft vaak een waarschuwende rol. Schrijvers trekken ontwikkelen uit de technologie (of ook de filosofie) door, soms tot in het absurde en laten de gevolgen zien. Techniek en wetenschap zijn namelijk niet waardevrij. Ik had het er laatst over met een vriend dat het bedrijven zijn die de richting van onze maatschappij bepalen. Waren er echt zoveel mensen die om Twitter vroegen? Om Smartphones? Om Google Glass? Of ontstond de vraag daarnaar omdat het werd aangeboden? Werd de vraag gecreëerd omdat bedrijven winst wilden maken? Ik heb zelf een iPhone, maar ben me ook bewust van de nadelen. Bijvoorbeeld het feit dat ik door al het twitteren en facebooken me al moeilijker lange tijd op complexe teksten kan concentreren. Ik weet eigenlijk dat ik nooit meer in een dag een boek van 900 pagina’s zal lezen, zoals ik dat deed met Byzantium. Hebben we als maatschappij voor die ontwikkeling gekozen, omdat we die het beste pad voor de mensheid vonden, of is die ons opgedrongen?
Ray Bradbury had een vooruitziende blik, want in dit boekje beschrijft hij een wereld waar mensen voortdurend zijn omgeven door televisieschermen vol inhoudsloos vermaak. Daardoor kunnen ze makkelijk onder controle worden gehouden. Boeken zijn verboden en worden verbrand door ‘brandweermannen’. Een van hen begint echter te lezen, en ontdekt een nieuwe wereld, van echt contact met mensen in plaats van een vlucht in ‘soundbites’. Een toekomstbeeld dat me op een goede manier angst bezorgde en nooit actueler dan nu. Ik hoop dan ook dat een tegenbeweging op gang komt, waarbij de digitale wereld wordt gebruikt om werkelijk contact te versterken, waar diepgang niet langer verloren gaat, maar de ‘Shallows’ (om te refereren aan een boek over de gevolgen van het internet voor ons concentratievermogen) juist worden uitgediept om plaats te maken voor stromen levensbrengend water.
Andere interessante dystopieen zijn natuurlijk 1984, en Brave New World.
6 Duncton Quest (William Horwood)
Boeken die bij mij de tranen in de ogen doen springen, zijn er niet zo veel. Maar dit boek, de tweede in de serie ‘The Duncton Chronicles’, bezorgde me een brok in de keel en maakte mijn ogen vochtig. En daarmee verdient het een plek hoog in mijn persoonlijke boeken top 25. Opnieuw een boek van een emotionele schrijver, die voelt voor zijn karakters, maar niet aarzelt ze moeilijke dingen te laten meemaken. Hoewel het om mollen gaat, een humanistisch werk dat de breedte van het menselijke bestaan bevat. Intrigerend genoeg was de auteur tijdens het schrijven van het eerste boek christen, maar was hij teleurgesteld in de kerk (helaas herkenbaar) en kwam hij uiteindelijk uit bij het boeddhisme (dit is vooral in de tweede Duncton-trilogie merkbaar, en leidt tot een onpersoonlijk makende onthechting, die in mijn ogen minder positief is).
In het onderhavige boek is zijn onvrede met de kerk al merkbaar als een groep mollen met een strenge leer de godsdienst van de ‘Boeken van de Stilte’ wil onderdrukken. Een groep mollen rond de moedige Tryfan wil ze tot staan brengen. Daartoe gaan ze op zoek naar de geprofeteerde ‘Stone mole’. Ze vormen een gemeenschap gekenmerkt door onvoorwaardelijke liefde en opoffering. Zo’n gemeenschap leidt tot genezing en uiteindelijk tot verlossing. Zelfs van de meest kwaadaardige onder de mollen. Dit boek is een kruising van The Lord of the Rings en Waterschapsheuvel, maar dan vreemd genoeg menselijker dan beide. Ik heb ze al vaker herlezen en zal dat tijdens mijn leven blijven doen. Mayweed (het karakter om wie ik mijn tranen liet) zal altijd een plek in mijn hart houden. Als er voor hem een plek is waar hij geaccepteerd wordt, kan ook ik daarop blijven hopen.
15 The Complete Sherlock Holmes (Arthur Conan Doyle)
De verhalen over de meesterdetective (technisch gezien niet de eerste, maar wel de meest iconische) heb ik als kind meerdere malen verslonden. Maar anders dan bijvoorbeeld de boeken van Agatha Christie verliezen ze niet hun fascinatie als je weet hoe ze aflopen. Dat lijkt soms eerder een bijkomstigheid. De kracht ligt in de beeldende schrijfstijl, die ook meer dan honderd jaar na dato heerlijk weg leest en een soms beklemmend beeld van het victoriaanse Engeland oproept. Verder zijn er de goed verzonnen mysteries, met een zweem van het bovennatuurlijke en mystieke, waar altijd een rationele verklaring voor is (interessant, omdat Conan Doyle zelf wel in elfjes en waarzeggerij geloofde). En vooral de karakters, de sympathieke, bewogen dokter Watson, en de scherpzinnige, opmerkzame Sherlock Holmes, die lijkt te leven voor zijn werk, steeds op zoek is naar afleiding, maar als Watson in gevaar is, niet zonder zijn vriend blijkt te kunnen. Zijn voorbeelden van deductie zijn niet altijd even logisch, maar als je ze leest wel geloofwaardig, en hij bevat mooie innerlijke tegenstellingen.
Wie de verhalen heeft gelezen denkt Holmes echt te kennen. Vandaar dat er ook na de dood van Conan Doyle nog zo veel verhalen over de meesterdetective zijn geschreven, maar geen daarvan heeft hetzelfde niveau weten te bereiken. De verhalen van Conan Doyle over professor Challenger zijn ook geweldig. Opnieuw een intrigerend karakter, die een weg baant door een bijzondere wereld, in beeldende stijl opgeschreven. Ze zullen op mijn favorietenlijstje blijven staan.
14 Earthsea (Ursula LeGuin)
Op deze lijst ontbreken de boeken over Harry Potter, hoewel ik die erg leuk vond om te lezen en ook ga herlezen. Maar J.K. Rowling was niet de eerste die schreef over een school voor magie. En zij schreef beter, met een beter uitgedacht systeem van magie, in een fantastische wereld, met een donker karakter als hoofdpersoon, en een bedreiging niet van buitenaf maar van binnenuit de hoofdpersoon. De strijd van Ged met zijn schaduw, en de manier waarop hij zich (als was het de strijd tussen Scott Pilgrim en ‘Nega-Scott’) met zichzelf moet verzoenen waren voor mij in elk geval heel herkenbaar. Het is ook nog eens een behoorlijk dun boek, dat verscheen voordat fantasy in de jaren tachtig van de vorige eeuw opeens populair werd en lange series van boeken van duizend pagina’s de norm werden. Dit boek werd niet geschreven om op die populariteit mee te liften, maar omdat de auteur daadwerkelijk iets te zeggen had dat alleen op deze manier kon worden weergegeven. De vervolgdelen zijn ook erg goed, behandelen elk een ander thema, soms opvallend en verfrissend feministisch, en hebben een duidelijke metafysische laag. Goed om rustig te lezen en over na te denken.
13 Byzantium (Stephen Lawhead)
Schrijft Stephen Lawhead christelijke fantasy?, wilde een lezer weten. Op zijn website antwoordde Lawhead: ‘Ik ben christen. Ik ben schrijver. Soms schrijf ik fantasy.’ Die uitspraak is me altijd uitgebleven en die ben ik ook zelf gaan toepassen. Ik schrijf geen ‘christelijke fantasy’, maar ik schrijf zo goed als ik kan, en in wat ik schrijf zullen de thema’s die me bezig houden vanzelf een plek krijgen. Byzantium kreeg ik aangeraden van iemand op de studentenvereniging waar ik lid van was. Ik weet nog steeds als de dag van gisteren hoe ik op een maandag het boek in een dag uitlas. Ik las tijdens het ontbijt, tijdens de lunch, tijdens het avondeten, tot laat in de avond. Het liet me niet los en maakte me fan van Lawhead.
Dit boek heb ik sindsdien nog twee keer gelezen. Het is het verhaal van een Ierse monnik die met zijn collega’s rond het jaar 800 op weg gaat naar Byzantium om aan de keizer een kunstig versierd manuscript (‘The book of kells’) aan te bieden. Hun schip word onderweg echter aangevallen door Noorse rovers en Aidan wordt gevangengenomen. Hij is daar eigenlijk blij mee, want hij heeft in een droom gezien dat hij in Byzantium aan zijn eind zal komen. Dan blijkt dat de Vikingen een plundertocht naar Byzantium organiseren en hij mee zal moeten als vertaler. Geconfronteerd met zijn lot begint hij aan zijn geloof te twijfelen. Lawhead weet andere culturen levendig te beschrijven en laat je met zijn hoofdpersoon meeleven. Zijn schrijfstijl is behoorlijk fysiek (maaltijden doen me likkebaarden, maar zijn martelscenes ...), en hij geeft een enorme spanning mee aan het verhaal. Thema’s die met het christelijk geloof te maken hebben zijn behoorlijk organisch door het verhaal geweven, vooral beïnvloed door Keltische spiritualiteit. Ik kijk nog steeds uit naar nieuwe boeken van Lawhead. Zijn ‘Celtic Crusades’-serie is erg goed, zijn SF-verhalen zijn wat minder, vind ik zelf.
12 Crime and Punishment (Fyodor Dostoyevsky)
Na jaren een literair dieet te hebben genuttigd dat vooral bestond uit SF en fantasy en theologische boeken, ben ik door de goede invloed van mijn verloofde op het spoor gebracht van de boeken uit de negentiende eeuw. Ik was al langer gefascineerd door Dostoyevsky en heb nu al meerdere boeken van hem verslonden. Deze vind ik tot nu toe de beste (vooral omdat The Brothers Karamazov duidelijk aanstuurde op een vervolg, dat nooit is geschreven). Het is niet altijd makkelijk te lezen, maar wel op een grimmige manier boeiend.
De lezer krijgt hetzelfde koortsachtige gevoel als de hoofdpersoon, een student in Sint Petersburg, die wil bewijzen dat hij een groots man is als Napoleon. Zo iemand laat zich niet leiden door dezelfde morele waarden als gewone mensen, denkt hij, en dus pleegt hij een moord. Maar hij is geen Napoleon, en krijgt gewetenswroeging. Terwijl de vertegenwoordigers van de wet hem steeds dichter op het spoor komen, krijgt hij contact met een meisje dat nog iets goeds in hem ziet, en gelooft dat hij kan veranderen. Hijzelf denkt echter dat geen verlossing meer mogelijk is. Dostoyevsky ontsnapte zelf op het nippertje aan het vuurpeleton en wist sindsdien aangrijpend te schrijven over thema’s als genade en verlossing, zonder zich te vergissen in de menselijke neiging zichzelf voor de gek te houden. Ook in dit boek geeft hij uiteindelijk een prachtig beeld van de onvoorwaardelijke liefde van God, uit de mond van een onverbeterlijke dronkaard. Het is een boek dat ik nog vaker zal lezen en tot me door zal laten dringen, net als The Idiot en The Brothers Karamazov. Ook de boeken van Tolstoy staan nog op mijn ‘leeslijstje’.
11 The Divine Conspiracy (Dallas Willard)
Theologische werken lees ik eigenlijk niet vaak meerdere malen, vooral omdat ze niet vaak ‘literair’ zijn geschreven. Als je het idee eenmaal hebt eigen gemaakt dat de schrijver wil overbrengen, kunnen ze in de kast blijven staan. The Divine Conspiracy heb ik echter twee keer doorgenomen, en zal ik vaker ter hand nemen. Het is namelijk een rijk werk, filosofisch goed onderbouwd, doorspekt met voorbeelden die tot de verbeelding spreken en verfrissend direct in de kritiek op geaccepteerde ‘evangelische’ verwoordingen van het christelijk geloof, die ondanks de naam van de beweging weinig met het goede nieuws van doen hebben.
Volgens Willard zijn we vergeten dat Jezus een leraar was, die zijn hoorders een nieuwe wereld voorspiegelde waar ze naar zouden verlangen. Deze wereld is de beste wereld die mogelijk is. De Bergrede is geen wettisch document dat ons als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt, maar een uitnodigende beschrijving van het leven dat voor ons bedoeld is. En het goede nieuws is dat we door Jezus zijn binnengebracht in dit koninkrijk en kunnen gaan leven op de manier die daarbij hoort. Daar zorgt Jezus zelf voor, in ons en door ons heen. Dit heeft niets te maken met ‘zondemanagement’, maar met verlangen. Centraal daarbij staat het geloof dat God en zijn bedoelingen met ons werkelijk goed zijn - iets wat christenen wel eens lijken te vergeten. Dit zou niet zo ‘mind blowing’ moeten zijn, maar is het wel. Wat als we dit nu eens als uitgangspunt zouden nemen voor al ons denken? Zouden we dan niet enthousiast worden van Jezus en het leven dat hij beschrijft? Dat effect heeft dit boek in elk geval wel op mij.
10 Lord Foul’s Bane (Stephen Donaldson)
Dit was een van de eerste fantasyboeken die populair werd in het kielzog van de werken van Tolkien (de andere was The Sword of Shannarah, een zwak aftreksel van Tolkiens verhaal, zonder duidelijke eigen thema’s, eigenlijk niet meer dan flauwe fan-fictie), maar liet tegelijk zien welke andere mogelijkheden het genre bood dan de standaard queeste en strijd tussen goed en kwaad. Helaas leidde het niet tot de diversiteit van fantasyverhalen die mogelijk was geweest en bleven veel auteurs meer Terry Brooks navolgen.
De vernieuwing van Stephen Donaldson was te kiezen voor een hoofdpersoon die niet gelooft in de andere wereld waarin hij is terecht gekomen. Het land is prachtig, vol bijna tastbare schoonheid en goedheid, vol moedige, sterke karakters (Mohram en Foamfollower staan me bij), maar Thomas Covenant blijft volhouden dat hij droomt. Doet hij dat niet, dan zal hij zijn rigide discipline laten varen, en dat is het enige dat hem in de echte wereld in leven houdt. Hij leidt namelijk aan lepra. Maar een nog veel groter probleem waar hij mee worstelt is zijn zelf-afwijzing. En die wordt weerspiegeld in de macht van Lord Foul die het land bedreigt. Covenant wordt aangezien voor de reïncarnatie van Lord Kevin Halfhand, maar hij wil die verantwoordelijkheid niet op zich nemen. En daarmee lijkt hij net als Kevin uit te sturen op de verwoesting van de wereld. Een aangrijpende, emotionele schrijfstijl die je zelfs met een op het eerste gezicht onsympathieke hoofdpersoon doet meeleven, vol heldhaftige momenten en een plot dat uiteindelijk draait om zelfacceptatie. Dit is een boek waar ik steeds opnieuw naar zal terugkeren. De latere boeken in deze serie worden wat complex en minder makkelijk te volgen, maar weten wel steeds mijn hart te beroeren. Donaldson maakt het zijn personages niet makkelijk, maar hij voelt wel voor ze.
9 Lord of the Flies (William Golding)
Ik las dit boek voor het eerst op de middelbare school voor mijn Engelse lijst, en het is een van de weinige boeken van die lijst die ik later nog een keer heb gelezen, met veel plezier (hoewel ‘plezier’ niet echt het juiste woord is). Ik was al fan van ‘overlevingsverhalen’ in de trend van Robinson Crusoe, over mensen die op onbewoonde eilanden een nieuw bestaan opbouwen. En Golding volgt het patroon van deze verhalen door te laten zien hoe de jongens die met het vliegtuig op hun eiland zijn neergestort proberen in leven te blijven.
Maar waar andere Crusoenades uitgaan van een positief mensbeeld (als we maar de kans kregen overnieuw te beginnen, zouden we het vast beter doen), weet Golding dat we ook op een onbewoond eiland niet aan onszelf kunnen ontsnappen. Juist niet, want wat ons nu beschaaft houdt is de beschaving. Als die wegvalt blijven krachten over die we niet onder controle hebben. Dezelfde drijfveren die in de volwassen wereld leiden tot vooroordelen, onderdrukking, oorlog en uiteindelijk vernietiging van de leefomgeving, doen dat op dit eiland ook. Het schijnbare ‘happy end’ waarbij Ralph gevonden wordt door een officier van een oorlogsschip is dus niet zo gelukkig als het lijkt. En zoals de kinderen op het eiland niet luisterden naar de profetieën van Simon en de wijsheid van Piggy, luisteren de mensen nu ook niet naar wetenschappers die waarschuwen voor klimaatverandering en tekort aan grondstoffen, of religieuze leiders die oproepen tot tolerantie en vergeving. De verlossing kan niet van binnenuit komen, is wat Golding wil zeggen. Waar die boodschap dan wel vandaan komt, zegt hij niet, maar daar zijn dan weer glimpjes van op te vangen in andere boeken op deze lijst.
8 Surprised by Hope (N.T. Wright)
Soms denk je het ene te geloven, maar komen je daadwerkelijke overtuigingen nog overeen met iets heel anders. Zo was het met mij wat betreft mijn toekomstverwachting. Ik dacht dat ik geloofde in de opstanding en dat ik voldoende waarde hechtte aan het lichamelijke, het materiële aspect van het mens-zijn. Maar dit boek van Tom Wright verloste me van mijn illusie. In de praktijk hield ik toch vast aan beelden van een hemel ver weg van de Aarde en een bestaan als lichaamsloze ziel in een immateriële werkelijkheid. Dat is niet de toekomst die Jezus predikte en die zijn volgelingen verwachtten.
Ze verwachtten de toekomst waar de profeten al over predikten, namelijk het herstel van alle dingen, een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont, en de opstanding van het lichaam. Deze verwachting werd bevestigd door de opstanding van Jezus, die nadat hij het graf verliet nog steeds mens was en lichamelijk (het graf was leeg), maar tegelijk meer (hij kon door een muur heen lopen). Dit is een vooruitblik op de verlossing van zowel de Aarde als van ons als individuen. We willen niet ontkleed worden, zegt Paulus als, maar overkleed. We zullen ook in de toekomst volledig mens zijn, op een wereld die werkelijk mooi is, goed, en vol echte relaties. Deze wereld, maar dan zoals God die altijd al bedoeld heeft. En nu mogen we met dat visioen voor ogen zelf al kleine voorafschaduwingen van die wereld zichtbaar maken in ons leven, individueel en als christelijke gemeenschappen. Tom Wright heeft een prettige schrijfstijl, hij blaast niet hoog van de toren, maar weet juist door zijn bescheidenheid onder je huid te kruipen en je anders naar je levensbeschouwing te laten kijken. Erg aangeraden en een boek dat ik regelmatig herlees.
7 Fahrenheit 451 (Ray Bradbury)
Sciencefiction heeft vaak een waarschuwende rol. Schrijvers trekken ontwikkelen uit de technologie (of ook de filosofie) door, soms tot in het absurde en laten de gevolgen zien. Techniek en wetenschap zijn namelijk niet waardevrij. Ik had het er laatst over met een vriend dat het bedrijven zijn die de richting van onze maatschappij bepalen. Waren er echt zoveel mensen die om Twitter vroegen? Om Smartphones? Om Google Glass? Of ontstond de vraag daarnaar omdat het werd aangeboden? Werd de vraag gecreëerd omdat bedrijven winst wilden maken? Ik heb zelf een iPhone, maar ben me ook bewust van de nadelen. Bijvoorbeeld het feit dat ik door al het twitteren en facebooken me al moeilijker lange tijd op complexe teksten kan concentreren. Ik weet eigenlijk dat ik nooit meer in een dag een boek van 900 pagina’s zal lezen, zoals ik dat deed met Byzantium. Hebben we als maatschappij voor die ontwikkeling gekozen, omdat we die het beste pad voor de mensheid vonden, of is die ons opgedrongen?
Ray Bradbury had een vooruitziende blik, want in dit boekje beschrijft hij een wereld waar mensen voortdurend zijn omgeven door televisieschermen vol inhoudsloos vermaak. Daardoor kunnen ze makkelijk onder controle worden gehouden. Boeken zijn verboden en worden verbrand door ‘brandweermannen’. Een van hen begint echter te lezen, en ontdekt een nieuwe wereld, van echt contact met mensen in plaats van een vlucht in ‘soundbites’. Een toekomstbeeld dat me op een goede manier angst bezorgde en nooit actueler dan nu. Ik hoop dan ook dat een tegenbeweging op gang komt, waarbij de digitale wereld wordt gebruikt om werkelijk contact te versterken, waar diepgang niet langer verloren gaat, maar de ‘Shallows’ (om te refereren aan een boek over de gevolgen van het internet voor ons concentratievermogen) juist worden uitgediept om plaats te maken voor stromen levensbrengend water.
Andere interessante dystopieen zijn natuurlijk 1984, en Brave New World.
6 Duncton Quest (William Horwood)
Boeken die bij mij de tranen in de ogen doen springen, zijn er niet zo veel. Maar dit boek, de tweede in de serie ‘The Duncton Chronicles’, bezorgde me een brok in de keel en maakte mijn ogen vochtig. En daarmee verdient het een plek hoog in mijn persoonlijke boeken top 25. Opnieuw een boek van een emotionele schrijver, die voelt voor zijn karakters, maar niet aarzelt ze moeilijke dingen te laten meemaken. Hoewel het om mollen gaat, een humanistisch werk dat de breedte van het menselijke bestaan bevat. Intrigerend genoeg was de auteur tijdens het schrijven van het eerste boek christen, maar was hij teleurgesteld in de kerk (helaas herkenbaar) en kwam hij uiteindelijk uit bij het boeddhisme (dit is vooral in de tweede Duncton-trilogie merkbaar, en leidt tot een onpersoonlijk makende onthechting, die in mijn ogen minder positief is).
In het onderhavige boek is zijn onvrede met de kerk al merkbaar als een groep mollen met een strenge leer de godsdienst van de ‘Boeken van de Stilte’ wil onderdrukken. Een groep mollen rond de moedige Tryfan wil ze tot staan brengen. Daartoe gaan ze op zoek naar de geprofeteerde ‘Stone mole’. Ze vormen een gemeenschap gekenmerkt door onvoorwaardelijke liefde en opoffering. Zo’n gemeenschap leidt tot genezing en uiteindelijk tot verlossing. Zelfs van de meest kwaadaardige onder de mollen. Dit boek is een kruising van The Lord of the Rings en Waterschapsheuvel, maar dan vreemd genoeg menselijker dan beide. Ik heb ze al vaker herlezen en zal dat tijdens mijn leven blijven doen. Mayweed (het karakter om wie ik mijn tranen liet) zal altijd een plek in mijn hart houden. Als er voor hem een plek is waar hij geaccepteerd wordt, kan ook ik daarop blijven hopen.