Mijn vijf favoriete boeken. Dit zijn boeken waarover ik uren zou kunnen praten. Boeken die mijn verstand en mijn verbeelding hebben gevormd en hebben gekneed, en die ik regelmatig zal herlezen. Dit zijn de boeken die ik zou meenemen naar een onbewoond eiland. Zou iedereen deze boeken moeten lezen? Dat weet ik niet. Dat is ook afhankelijk van smaak en niveau. En wat mij aanspreekt, daar ben ik ondertussen ook wel achter, spreekt zeker niet iedereen op dezelfde manier aan. Aan de andere kant: lezers van mijn blog kunnen zich ondertussen wel een beeld vormen van mijn verbeeldingswereld en de mate waarin de hunne daarmee resoneert. En daarmee kunnen ze zelf ook prima de afweging maken of deze boeken ook voor hen betekenisvol kunnen zijn. Mij helpen ze in elk geval om mijn denken en mijn fantasie gezond te houden.
5 Kingdom, Grace, Judgment (Robert Farrar Capon)
Aan theologische boeken, of ‘bijbelstudieboeken’, kleeft nogal eens een saai sfeertje. Ze zijn per slot van rekening niet geschreven om te onderhouden, maar om te leren. Functie voor vorm. Lezen van zulke boeken hoort niet ‘leuk’ te zijn. Want het gaat om de inhoud. En ik heb jaren lang enorm veel van dit soort boeken gelezen: commentaren, studies, verhandelingen. Niet omdat ik ernaar uitkeek ze te lezen, maar omdat ik dat als goed intelligent en hoog opgeleid christen moest. Anders zou Gods volk door gebrek aan kennis ten onder gaan. De meeste boeken in deze categorie zijn behoorlijk taai. Maar dat zouden ze niet moeten zijn. Als het goede nieuws werkelijk goed nieuws is zou dat niet alleen moeten doorklinken in onze boodschap, maar ook in onze stijl van communiceren. Vorm en functie zijn namelijk niet te communiceren. We weten ondertussen allemaal dat de woorden maar een klein deel zijn van wat we communiceren en dat non-verbale communicatie minstens net zo veel overbrengt. Dus zouden boeken over die geweldige, levensveranderende waarheid van Gods onvoorwaardelijke liefde, onze dood aan onze kleine verhaaltjes en Jezus’ leven brengende opstanding ook in de manier van schrijven horen sprankelen van blijdschap, vreugde, levenslust.
Dat doen de boeken van Robert Farrar Capon, vooral dit boek (eigenlijk een verzameling van drie) over de gelijkenissen van Jezus. Capon is duidelijk enthousiast over wat hij in de bijbel gevonden heeft, met humor, terzijdes aan de lezer, voorbeelden en prachtige zinnen laat hij bij elke gelijkenis zien hoe radicaal die Gods liefde en genade verbeeldt. Zeker, soms is zijn uitleg speculatief, soms choquerend, maar voor wie de oorspronkelijke verhalen door eindeloze zondagsschoolvertellingen hun glans hebben verloren, is het een frisse bries die het stof opblaast en de vreugde van Jezus’ visie weer laat schijnen. Een van de weinige theologische boeken die ik ook na twee keer nog wil lezen, alleen al omdat het zo goed geschreven is. In Between Noon and Three vertelt Capon een eigen gelijkenis, die voor moderne lezers net zo choquerend is als de verhalen van Jezus in diens eigen tijd, en die ook de eenzijdige liefde van God illustreert. Warm aanbevolen!
4 Orthodoxy (G.K. Chesterton)
Ik zie dit eigenlijk niet als een theologisch werk. Chesterton lees je voor je plezier. Dat je er dan ook nog wat door leert, is mooi meegenomen. Net als bij Capon proef je als lezer bij Chesterton de vreugde, levenslust en blijdschap die hij uit het goede nieuws als een spons heeft opgezogen tot hij er helemaal van doordrenkt is. Nu hoeft hij zijn pen maar op het papier te zetten en het komt uit de kleinste poriën naar buiten stromen. In zijn verhalen (The Man Who Was Thursday is een van mijn favorieten), in zijn essays (onder andere in Heretics), in zijn biografieen (zoals over Dickens) en in zijn apologetische boeken (The Everlasting Man).
De kroon op zijn werk is echter toch wel Orthodoxy. In mijn aantekenboekje heb ik pagina na pagina vol citaten overgeschreven. Chestertons ontdekking van het evangelie heeft hem zich niet van de wereld laten afkeren, maar deed hem juist nog meer houden van deze schepping, van elk blaadje, elk stroompje, elk individueel mens. Voor hem leven wij in een sprookjeswereld, waarin alles betekenis heeft, zoals in een verhaal. Het doet je als lezer verlangen de wereld zo te zien als Chesterton. Dat wil zeggen: als paradox - klein, maar toch groot. Zwak, maar toch sterk. Niets betekenend en toch van eeuwigheidswaarde. Hij ziet de wereld zo omdat hij in het evangelie diezelfde paradox ziet, in de menswording van Jezus, toen de ene almachtige God als baby in een stal lag. Dit is de reden voor blijdschap, voor loftrompetten. Dit is de ene mystieke sprong die de mens moet maken om voor altijd geestelijk gezond te zijn. Wie dit mysterie niet toelaat, verliest uiteindelijk zijn coherentie, zijn verstand. Chestertons werk zet de ramen open van het paleis van onze wereld en laat daarachter de tuinen zien die God heeft aangelegd. Dit boek te lezen en te herlezen is werkelijk een vreugde.
3 Les Miserables (Victor Hugo)
In mijn film top 25 kwam Les Miserables ook al op een hoge positie voor. En in deze lijst dus ook. En dat terwijl ik het boek nog maar een keer heb gelezen, en ook nog eens vrij kort geleden, afgelopen december om precies te zijn. En het lezen ervan was ook nog eens een behoorlijke uitdaging. Het boek telt namelijk in de uitgave die ik bezit meer dan 1200 bladzijden, en Hugo besteedt een groot deel ervan aan uitgebreide beschrijvingen van de slag bij Waterloo, de Parijse topografie, de gang van zaken in een klooster, de rioleringen onder Parijs, en de onrechtvaardigheid van het economische systeem. In behoorlijk lange zinnen ook nog eens. Geen wonder dat er ingekorte versies worden gepubliceerd.
Maar ik hoop niet dat lezers van mijn blog die ter hand zullen nemen. Ze geven misschien wel een beeld van het plot - maar het gaat bij een boek niet alleen om het plot. Dit boek schept een wereld. De wereld van Frankrijk in de eerste helft van de negentiende eeuw, met alle details die daarbij horen. Een wereld waarin mensen hun levens leiden, zo compleet als onze levens, levens die elkaar kruisen, zodat ze elkaar beïnvloeden, ten goede of ten kwade. En waarin die levens samen het getij van de geschiedenis vormen. Onze individuele keuzes, lijkt Hugo te willen betogen, bepalen samen welke kant onze maatschappij zich op beweegt. En welke keuzes kunnen tot een goede uitkomst leiden? De keuze voor zelfzuchtig gewin (het zelf centraal) van de Thenardiers? Zeker niet. De keuze voor wetten en regels (een onveranderlijke maatstaf buiten de mens centraal) van Javert? Zeker niet. Onverdiende genade? Dat alleen. Genade die doorwerkt in levens als een olievlek op een vijver en onvermoede hoeken en gaten bereikt. Uiteindelijk is dit niet het verhaal van Valjean, maar van de bisschop van Digne en zijn vrije keuze datgene los te laten wat hij bezat voor iemand die er geen recht op had. Hier herken ik verschillende gelijkenissen van Jezus in.
Dit bewogen boek heeft mij diep geraakt. Ik weet dat ik het binnen twee jaar wil herlezen, en daarna in mijn leven nog vaker. Als ik een beetje op Jean Valjean ga lijken in mijn leven, zou ik gelukkig sterven.
2 The Silmarillion (J.R.R. Tolkien)
Nee, The Lord of the Rings staat niet op deze lijst. Shockerend, nietwaar? Voor wie mij hoort citeren uit dat werk wel, kan ik me voorstellen. Maar eigenlijk citeer ik meer uit de films en het boek heb ik zes jaar geleden voor het laatst gelezen. En een nieuwe leesronde dient zich niet direct aan. Terwijl ik The Silmarillion ondertussen minstens net zo vaak gelezen heb, de laatste keer twee jaar geleden, en die wil ik wel weer opnieuw lezen. Maar het is veel moeilijker geschreven dan The Lord of the Rings, werpen mensen tegen. Het is geen roman volgens onze moderne definitie van een roman. Het bevat opsommingen van namen en ingewikkelde geschiedenissen. Het is niet spannend. Allemaal waar. Maar een werk hoeft niet spannend te zijn om te boeien. Wat mij aangrijpt in dit boek is de onverdunde mythische kracht ervan. Dit is het grootste voorbeeld van ‘world building’ dat ik ken, niet alleen een volledige wereld, maar een volledige mythologie (eigenlijk alleen geschreven om de talen die Tolkien verzon een thuis te bieden). En zoals elke mythologie bevat the Silmarillion alles wat ons mensen maakt. Onze grootheid en onze val, onze oorsprong en onze toekomst. Trots, zelfzucht, maar ook genade. Waar de verhalen uit Genesis door de schier eindeloze discussies tussen evolutionisten en creationisten zijn verworden tot dode teksten waarover alleen wordt gevraagd of ze ‘echt gebeurd’ zijn, brengt dit verhaal van Tolkien er de verwondering en glorie van over. Wat ik niet of nauwelijks meer kan vinden in de bijbel, die door onze moderne manier van denken (waarbij iets letterlijk ‘gebeurd’ moet zijn om ‘waar’ te zijn) is ontleed tot feitelijkheden, vind ik in het lied van Tolkiens goden, de opstandigheid van Melkor, de strijd om de Silmarillen, de opoffering van Aerendil. Nee, van The Silmarillion weet ik zeker dat het niet ‘echt gebeurd’ is, maar dat maakt het niet minder ‘waar’. En de mythologie van Tolkien laat gaten open voor die ene werkelijk aantoonbare mythische gebeurtenis in onze geschiedenis, de komst van de Ene in onze wereld en zijn dood en opstanding. Dat is het beste verhaal dat ooit verteld is, wist ook Tolkien, en tegelijk waar gebeurd. Een werk als The Silmarilion helpt me om daarin te geloven.
1 The Great Divorce (C.S. Lewis)
Voor trouwe lezers van mijn blog zal het vast geen grote verrassing zijn om een boek van C.S. Lewis op de eerste plek van deze lijst aan te treffen. Lewis blijft mijn grote voorbeeld en inspirator. Hij schreef SF-verhalen en fantasy, maar ook apologetische en theologische boeken, en een autobiografie, naast zijn academische werk. Hij schreef voor kinderen en volwassenen, voor leken en deskundigen. Hij hield lezingen voor de radio en discussieerde met SF-auteurs. Hij combineerde een levendige verbeelding, gevormd door het lezen van klassieke literatuur en populaire sprookjes, met een diep geworteld verlangen naar schoonheid of vreugde (‘Sehnsucht’), en een scherp intellect, dat niet aarzelde argumenten tegen het licht te houden. Zelf atheist geweest, verwierp hij makkelijke christelijke antwoorden (hij geloofde bijvoorbeeld in evolutie), maar hij wees ook atheisten op de onredelijkheid van hun overtuiging (namelijk dat als het heelal alleen uit materie bestaat, onze gedachten geen relatie hebben met de werkelijkheid). Dit alles destilleerde hij in uiteenlopende originele vertelvormen. Een allegorie (als John Bunyan’s Christenreis), brieven geschreven door een demon, en dit werk, geinspireerd door sciencefiction, waarin een busreiziger vanuit de hel een bezoek brengt aan de voorlanden van de hemel.
Het belangrijkste doel van dit werk is te laten zien hoe de zelfzucht van individuen hen ervan weerhoudt te kiezen voor het leven dat God hen gratis en voor niets aanbiedt. Het enige wat ze ervoor hoeven te doen is namelijk los te laten wat ze zo krampachtig vasthouden, zodat ze het als geschenk kunnen aannemen. Hierin volgt Lewis MacDonald (onder andere in Lilith, eerder in deze lijst. Maar MacDonald gelooft dat uiteindelijk iedereen door de liefde van God overtuigd zal worden zijn handen te openen. Lewis weet dat nog niet zo zeker). Niet voor niets komt MacDonald als karakter in dit verhaal voor!
Dit boek overtuigde me dat God werkelijk van alle mensen houdt en als de hel een deur heeft, die van binnen gesloten is. Ook leerde ik dat alles wat wij durven loslaten, durven doden, uiteindelijk in een nieuwe vorm uit die dood zal opstaan. Maar Lewis schetst ook een verbeeldingsvolle versie van het opstandingsleven - de nieuwe wereld is werkelijker, substantieler, dan de onze. En deze realiteit zal uiteindelijk de werkelijkheid vormen. Deze wereld waarin wij leven is, hoe mooi ook, slechts een schaduw van de opstandingswereld, waarnaar ze vooruit wijst. En die wereld zal werkelijk goed zijn, al lijkt hij nu soms nog hard en scherp voor onze in een zondige wereld gevormde zintuigen.
Als de verteller aan het eind ontwaakt, voel ik teleurstelling, want de zon stond op het punt om op te komen. Ah, ik verlang naar dat moment. En dat verlangen is voor een belangrijk deel opgewekt door C.S. Lewis.
5 Kingdom, Grace, Judgment (Robert Farrar Capon)
Aan theologische boeken, of ‘bijbelstudieboeken’, kleeft nogal eens een saai sfeertje. Ze zijn per slot van rekening niet geschreven om te onderhouden, maar om te leren. Functie voor vorm. Lezen van zulke boeken hoort niet ‘leuk’ te zijn. Want het gaat om de inhoud. En ik heb jaren lang enorm veel van dit soort boeken gelezen: commentaren, studies, verhandelingen. Niet omdat ik ernaar uitkeek ze te lezen, maar omdat ik dat als goed intelligent en hoog opgeleid christen moest. Anders zou Gods volk door gebrek aan kennis ten onder gaan. De meeste boeken in deze categorie zijn behoorlijk taai. Maar dat zouden ze niet moeten zijn. Als het goede nieuws werkelijk goed nieuws is zou dat niet alleen moeten doorklinken in onze boodschap, maar ook in onze stijl van communiceren. Vorm en functie zijn namelijk niet te communiceren. We weten ondertussen allemaal dat de woorden maar een klein deel zijn van wat we communiceren en dat non-verbale communicatie minstens net zo veel overbrengt. Dus zouden boeken over die geweldige, levensveranderende waarheid van Gods onvoorwaardelijke liefde, onze dood aan onze kleine verhaaltjes en Jezus’ leven brengende opstanding ook in de manier van schrijven horen sprankelen van blijdschap, vreugde, levenslust.
Dat doen de boeken van Robert Farrar Capon, vooral dit boek (eigenlijk een verzameling van drie) over de gelijkenissen van Jezus. Capon is duidelijk enthousiast over wat hij in de bijbel gevonden heeft, met humor, terzijdes aan de lezer, voorbeelden en prachtige zinnen laat hij bij elke gelijkenis zien hoe radicaal die Gods liefde en genade verbeeldt. Zeker, soms is zijn uitleg speculatief, soms choquerend, maar voor wie de oorspronkelijke verhalen door eindeloze zondagsschoolvertellingen hun glans hebben verloren, is het een frisse bries die het stof opblaast en de vreugde van Jezus’ visie weer laat schijnen. Een van de weinige theologische boeken die ik ook na twee keer nog wil lezen, alleen al omdat het zo goed geschreven is. In Between Noon and Three vertelt Capon een eigen gelijkenis, die voor moderne lezers net zo choquerend is als de verhalen van Jezus in diens eigen tijd, en die ook de eenzijdige liefde van God illustreert. Warm aanbevolen!
4 Orthodoxy (G.K. Chesterton)
Ik zie dit eigenlijk niet als een theologisch werk. Chesterton lees je voor je plezier. Dat je er dan ook nog wat door leert, is mooi meegenomen. Net als bij Capon proef je als lezer bij Chesterton de vreugde, levenslust en blijdschap die hij uit het goede nieuws als een spons heeft opgezogen tot hij er helemaal van doordrenkt is. Nu hoeft hij zijn pen maar op het papier te zetten en het komt uit de kleinste poriën naar buiten stromen. In zijn verhalen (The Man Who Was Thursday is een van mijn favorieten), in zijn essays (onder andere in Heretics), in zijn biografieen (zoals over Dickens) en in zijn apologetische boeken (The Everlasting Man).
De kroon op zijn werk is echter toch wel Orthodoxy. In mijn aantekenboekje heb ik pagina na pagina vol citaten overgeschreven. Chestertons ontdekking van het evangelie heeft hem zich niet van de wereld laten afkeren, maar deed hem juist nog meer houden van deze schepping, van elk blaadje, elk stroompje, elk individueel mens. Voor hem leven wij in een sprookjeswereld, waarin alles betekenis heeft, zoals in een verhaal. Het doet je als lezer verlangen de wereld zo te zien als Chesterton. Dat wil zeggen: als paradox - klein, maar toch groot. Zwak, maar toch sterk. Niets betekenend en toch van eeuwigheidswaarde. Hij ziet de wereld zo omdat hij in het evangelie diezelfde paradox ziet, in de menswording van Jezus, toen de ene almachtige God als baby in een stal lag. Dit is de reden voor blijdschap, voor loftrompetten. Dit is de ene mystieke sprong die de mens moet maken om voor altijd geestelijk gezond te zijn. Wie dit mysterie niet toelaat, verliest uiteindelijk zijn coherentie, zijn verstand. Chestertons werk zet de ramen open van het paleis van onze wereld en laat daarachter de tuinen zien die God heeft aangelegd. Dit boek te lezen en te herlezen is werkelijk een vreugde.
3 Les Miserables (Victor Hugo)
In mijn film top 25 kwam Les Miserables ook al op een hoge positie voor. En in deze lijst dus ook. En dat terwijl ik het boek nog maar een keer heb gelezen, en ook nog eens vrij kort geleden, afgelopen december om precies te zijn. En het lezen ervan was ook nog eens een behoorlijke uitdaging. Het boek telt namelijk in de uitgave die ik bezit meer dan 1200 bladzijden, en Hugo besteedt een groot deel ervan aan uitgebreide beschrijvingen van de slag bij Waterloo, de Parijse topografie, de gang van zaken in een klooster, de rioleringen onder Parijs, en de onrechtvaardigheid van het economische systeem. In behoorlijk lange zinnen ook nog eens. Geen wonder dat er ingekorte versies worden gepubliceerd.
Maar ik hoop niet dat lezers van mijn blog die ter hand zullen nemen. Ze geven misschien wel een beeld van het plot - maar het gaat bij een boek niet alleen om het plot. Dit boek schept een wereld. De wereld van Frankrijk in de eerste helft van de negentiende eeuw, met alle details die daarbij horen. Een wereld waarin mensen hun levens leiden, zo compleet als onze levens, levens die elkaar kruisen, zodat ze elkaar beïnvloeden, ten goede of ten kwade. En waarin die levens samen het getij van de geschiedenis vormen. Onze individuele keuzes, lijkt Hugo te willen betogen, bepalen samen welke kant onze maatschappij zich op beweegt. En welke keuzes kunnen tot een goede uitkomst leiden? De keuze voor zelfzuchtig gewin (het zelf centraal) van de Thenardiers? Zeker niet. De keuze voor wetten en regels (een onveranderlijke maatstaf buiten de mens centraal) van Javert? Zeker niet. Onverdiende genade? Dat alleen. Genade die doorwerkt in levens als een olievlek op een vijver en onvermoede hoeken en gaten bereikt. Uiteindelijk is dit niet het verhaal van Valjean, maar van de bisschop van Digne en zijn vrije keuze datgene los te laten wat hij bezat voor iemand die er geen recht op had. Hier herken ik verschillende gelijkenissen van Jezus in.
Dit bewogen boek heeft mij diep geraakt. Ik weet dat ik het binnen twee jaar wil herlezen, en daarna in mijn leven nog vaker. Als ik een beetje op Jean Valjean ga lijken in mijn leven, zou ik gelukkig sterven.
2 The Silmarillion (J.R.R. Tolkien)
Nee, The Lord of the Rings staat niet op deze lijst. Shockerend, nietwaar? Voor wie mij hoort citeren uit dat werk wel, kan ik me voorstellen. Maar eigenlijk citeer ik meer uit de films en het boek heb ik zes jaar geleden voor het laatst gelezen. En een nieuwe leesronde dient zich niet direct aan. Terwijl ik The Silmarillion ondertussen minstens net zo vaak gelezen heb, de laatste keer twee jaar geleden, en die wil ik wel weer opnieuw lezen. Maar het is veel moeilijker geschreven dan The Lord of the Rings, werpen mensen tegen. Het is geen roman volgens onze moderne definitie van een roman. Het bevat opsommingen van namen en ingewikkelde geschiedenissen. Het is niet spannend. Allemaal waar. Maar een werk hoeft niet spannend te zijn om te boeien. Wat mij aangrijpt in dit boek is de onverdunde mythische kracht ervan. Dit is het grootste voorbeeld van ‘world building’ dat ik ken, niet alleen een volledige wereld, maar een volledige mythologie (eigenlijk alleen geschreven om de talen die Tolkien verzon een thuis te bieden). En zoals elke mythologie bevat the Silmarillion alles wat ons mensen maakt. Onze grootheid en onze val, onze oorsprong en onze toekomst. Trots, zelfzucht, maar ook genade. Waar de verhalen uit Genesis door de schier eindeloze discussies tussen evolutionisten en creationisten zijn verworden tot dode teksten waarover alleen wordt gevraagd of ze ‘echt gebeurd’ zijn, brengt dit verhaal van Tolkien er de verwondering en glorie van over. Wat ik niet of nauwelijks meer kan vinden in de bijbel, die door onze moderne manier van denken (waarbij iets letterlijk ‘gebeurd’ moet zijn om ‘waar’ te zijn) is ontleed tot feitelijkheden, vind ik in het lied van Tolkiens goden, de opstandigheid van Melkor, de strijd om de Silmarillen, de opoffering van Aerendil. Nee, van The Silmarillion weet ik zeker dat het niet ‘echt gebeurd’ is, maar dat maakt het niet minder ‘waar’. En de mythologie van Tolkien laat gaten open voor die ene werkelijk aantoonbare mythische gebeurtenis in onze geschiedenis, de komst van de Ene in onze wereld en zijn dood en opstanding. Dat is het beste verhaal dat ooit verteld is, wist ook Tolkien, en tegelijk waar gebeurd. Een werk als The Silmarilion helpt me om daarin te geloven.
1 The Great Divorce (C.S. Lewis)
Voor trouwe lezers van mijn blog zal het vast geen grote verrassing zijn om een boek van C.S. Lewis op de eerste plek van deze lijst aan te treffen. Lewis blijft mijn grote voorbeeld en inspirator. Hij schreef SF-verhalen en fantasy, maar ook apologetische en theologische boeken, en een autobiografie, naast zijn academische werk. Hij schreef voor kinderen en volwassenen, voor leken en deskundigen. Hij hield lezingen voor de radio en discussieerde met SF-auteurs. Hij combineerde een levendige verbeelding, gevormd door het lezen van klassieke literatuur en populaire sprookjes, met een diep geworteld verlangen naar schoonheid of vreugde (‘Sehnsucht’), en een scherp intellect, dat niet aarzelde argumenten tegen het licht te houden. Zelf atheist geweest, verwierp hij makkelijke christelijke antwoorden (hij geloofde bijvoorbeeld in evolutie), maar hij wees ook atheisten op de onredelijkheid van hun overtuiging (namelijk dat als het heelal alleen uit materie bestaat, onze gedachten geen relatie hebben met de werkelijkheid). Dit alles destilleerde hij in uiteenlopende originele vertelvormen. Een allegorie (als John Bunyan’s Christenreis), brieven geschreven door een demon, en dit werk, geinspireerd door sciencefiction, waarin een busreiziger vanuit de hel een bezoek brengt aan de voorlanden van de hemel.
Het belangrijkste doel van dit werk is te laten zien hoe de zelfzucht van individuen hen ervan weerhoudt te kiezen voor het leven dat God hen gratis en voor niets aanbiedt. Het enige wat ze ervoor hoeven te doen is namelijk los te laten wat ze zo krampachtig vasthouden, zodat ze het als geschenk kunnen aannemen. Hierin volgt Lewis MacDonald (onder andere in Lilith, eerder in deze lijst. Maar MacDonald gelooft dat uiteindelijk iedereen door de liefde van God overtuigd zal worden zijn handen te openen. Lewis weet dat nog niet zo zeker). Niet voor niets komt MacDonald als karakter in dit verhaal voor!
Dit boek overtuigde me dat God werkelijk van alle mensen houdt en als de hel een deur heeft, die van binnen gesloten is. Ook leerde ik dat alles wat wij durven loslaten, durven doden, uiteindelijk in een nieuwe vorm uit die dood zal opstaan. Maar Lewis schetst ook een verbeeldingsvolle versie van het opstandingsleven - de nieuwe wereld is werkelijker, substantieler, dan de onze. En deze realiteit zal uiteindelijk de werkelijkheid vormen. Deze wereld waarin wij leven is, hoe mooi ook, slechts een schaduw van de opstandingswereld, waarnaar ze vooruit wijst. En die wereld zal werkelijk goed zijn, al lijkt hij nu soms nog hard en scherp voor onze in een zondige wereld gevormde zintuigen.
Als de verteller aan het eind ontwaakt, voel ik teleurstelling, want de zon stond op het punt om op te komen. Ah, ik verlang naar dat moment. En dat verlangen is voor een belangrijk deel opgewekt door C.S. Lewis.