donderdag 3 maart 2011

God: bijrolspeler, regisseur, of held?

Het is altijd onverstandig over een boek te schrijven dat je niet gelezen hebt. De laatste dagen is dat weer eens duidelijk geworden naar aanleiding van een boek van Rob Bell, dat nog moet verschijnen. Toch ga ik deze fout begaan. Sterker nog, ik ga schrijven over de titel van een boek dat ik niet gelezen heb. En vooral ga ik schrijven over de manier waarop die titel werd toegepast in preken en toespraken (soms door mensen die volgens mij net als ik het boek ook niet hebben gelezen). De titel is een mooie 'one liner', hij ligt goed in het gehoor, en je onthoudt hem als je hem eenmaal hebt gehoord. Maar volgens mij is de titel een leugen. Het kan best zijn dat het godsbeeld van de auteur in werkelijkheid een stuk meer nuance bevat, en dat hoe ik het opvat een karikatuur is. Sterker nog, omdat ik de titel vooral in preken en toespraken voorbij heb horen komen, durf ik zeker te zeggen dat ik de boodschap van het boek wel erg eenzijdig ga neerzetten. Vooral het persoonlijke verhaal dat de auteur volgens recensies in het boek vertelt, wil ik op geen enkele manier in diskrediet brengen, of ridiculiseren. Met persoonlijke verhalen in discussie gaan is nooit goed. Maar ik geloof bovendien dat het persoonlijke verhaal van de auteur misschien beter past in het godsbeeld en mensbeeld dat ikzelf hieronder ga schetsen, dan in het beeld dat wordt gesuggereerd door de titel van zijn boek. 
Nu ik mezelf afdoende heb ingedekt (je kunt niet voorzichtig genoeg zijn), is het tijd de gewraakte titel te onthullen. Het betreffende boek heet: God speelt geen enkele rol in mijn leven. Hij is de regisseur. Wat zei ik? Schoolvoorbeeld van een doordenkertje. Eerst de lezer op het verkeerde been zetten, en dan een 180 graden-ommekeer aan het einde. De titel zet zich vast in je gedachten. Maar het is niet waar. 

Het is makkelijk te zien tegen wie de auteur zich richt: tegen de gelovigen die zelf de controle over hun leven strak in handen willen houden. Die geloven om uiteindelijk niet naar de hel te hoeven, maar verder weinig rekening willen houden met God. Die Hem een plekje geven op zondag, en misschien af en toe in de bijbel lezen, maar die verder geen gedachte aan Hem wijden. De gelovigen die God in hun leven een bijrol hebben toebedeeld - Hij mag af en toe het toneel oplopen en zijn woordje doen, maar het is duidelijk om wie het verhaal draait. Niet om Hem in elk geval. Terecht ageert de auteur hiertegen en ik voel me er (ook terecht) door aangesproken. Ik moet eraan worden herinnerd dat God niet slechts een rol speelt in mijn leven. Hij staat niet aan de zijlijn. Hij is niet de 'aangever', of de 'beste vriend van de hoofdpersoon, met de wijze levenslessen'. Hij is zelfs niet de 'Deus ex machina' - het karakter dat aan het eind van het verhaal uit het niets ingrijpt, zodat het toch nog goed afloopt. Als ik op zo'n manier met God omga, als ik denk dat het verhaal van mijn leven om mij draait, en om mij alleen, kan ik net zo goed zeggen dat God geen enkele rol in mijn leven speelt. Degene die aan de kant staat, die alleen op zondag komt opdraven, of als ik het moeilijk heb, is een 'god' die ik heb bedacht voor mijn verhaal, in een rol die ik hem heb toebedeeld, maar is niet de God waar de bijbel over spreekt. Hij is 'Ik ben' - het draait om Hem. Anders kan niet en in dat opzicht heeft deze titel, althans de eerste helft ervan, volkomen gelijk.
Maar wat betekent het dat het in ons leven, in ons verhaal, om Hem draait? Is het waar dat God de regisseur van ons leven is? Wat zou dat betekenen? Ik citeer een recensie van het boek: "Als God regisseur van je leven gaat worden, zul je merken hoe verrassend eenvoudig het is om zijn plan voor je leven te ontdekken en te gaan wandelen in Gods bestemming voor je leven." De preken waarin deze titel werd aangehaald, suggereerden hetzelfde: dat God de regisseur is, wil zeggen dat Hij een compleet verhaal voor je heeft uitgedacht. Hij heeft 'een plan voor je leven'. Te zeggen dat God 'regisseur' is, is gewoon een andere verwoording van hoe we als evangelische christenen altijd al dachten over onze levensinvulling. God heeft een plan voor ons, dat tot in de kleinste details is uitgewerkt. Nu is het onze verantwoordelijkheid dat plan te ontdekken en de regie-aanwijzingen op te volgen. Alleen als we dat doen, komen we in onze bestemming en wordt Gods doel met ons leven werkelijkheid. Zo heb ik het in elk geval vaak genoeg gehoord. En deze visie leidde in mijn leven tot overspannenheid, grote angst voor de toekomst en een verlies aan vertrouwen in God. 

Ik neem aan dat het niet het doel van de auteur is zijn lezers in een depressie te storten. Maar dat doet het beeld van God als regisseur wel. Want de regisseur-God is niet anders dan regisseur Christof in de film The Truman Show. In deze film (ik moet hem binnenkort maar weer een keer kijken) komt een man voor wiens leven inderdaad wordt geregisseerd: Truman Burbanks (briljant gespeeld door Jim Carrey). Alle gebeurtenissen in zijn leven worden zorgvuldig opgezet, door talloze acteurs, tot in het kleinste detail: van de vrouw met wie hij zal trouwen, tot het merk bier dat hij drinkt (product placement avant la lettre). Of het nu gaat om goede gebeurtenissen (een promotie op kantoor), of slechte (de verdrinking van zijn vader) - het hoort allemaal bij het script, bij het verhaal dat de regisseur vertelt. Maar als Truman van het verhaal afwijkt, en zijn eigen keuzes wil maken, wordt de regisseur boos en stuurt hem golven en storm op zijn weg. Christof zegt dat hij van Truman houdt, en noemt hem zijn kind, en zegt dat hij zijn veiligheid op het oog heeft, maar het gaat hem in feite om de kijkcijfers. Het gaat hem om zijn eigen glorie. Truman is niet belangrijk om wie hij is, maar alleen om zijn rol in het script. Geen wonder dat Truman wil ontsnappen. Zijn menselijkheid wordt hem in feite ontnomen, en dat kan hij uiteindelijk niet verdragen.
Ik formuleer het scherp, maar het beeld van God als almachtige regisseur is in feite mensonterend. Het reduceert ons tot pionnen, wiens enige waarde is gelegen in de mate waarin we ons houden aan het ons voorgeschreven verhaal. We zijn acteurs, die moeten opletten op de aanwijzingen van de regisseur: 'Harder, zachter, met meer gevoel' - en die kritiek krijgen als ze improviseren of van het script afwijken. Als we van het voor ons vastgelegde pad afwijken, mist ons leven zijn doel. Sterker nog, als wij een verkeerde keuze maken, kan de wil van God niet door ons heen gebeuren. Ik heb zelfs gehoord dat als ik de fout zou maken door iemand niet over Jezus te vertellen, deze persoon voor altijd verloren zou gaan. Het zou nog te doen zijn als de regieaanwijzingen helder zouden zijn, maar we moeten ook nog eens zelf ontdekken wat die precieze wil van God nu eigenlijk is. We hebben geen script in handen, maar we moeten ons er toch aan houden. Daar wordt je overspannen van.
En natuurlijk wordt je bang voor de toekomst. Het falen of slagen van het verhaal hangt immers van ons af. De verantwoordelijkheid rust op mijn schouders. Ik hoorde wel eens dat we bij het oordeel, in de eeuwigheid, de 'film van ons leven' zouden zien. We zouden haarscherp zien op welke punten we God hadden gehoorzaamd, maar ook waar we van Gods wil waren afgeweken, en hoe we hadden gefaald. Evangelisatiefoldertjes en -stripverhalen maakten dit punt keer op keer - met de bedoeling de lezer te motiveren goed te leven en meer zijn best te doen. Maar ik wist dat ik tekortschoot, ik wist dat ik al van het juiste pad was afgeweken en elke dag misstappen maakte, en dus wist ik zeker dat ik me voor deze film zou moeten schamen. Op de dag van het oordeel, als iedereen zou zien wat een zooitje ik van het verhaal had gemaakt, zou ik mijn hoofd in mijn handen moeten verbergen. Ik was bang voor de recensies. Die vernedering zou ik niet kunnen verdragen. Nee, de komst van Jezus, de grote regisseur, was niet iets om naar uit te zien.
En daaruit blijkt al dat ik niet op de regisseur vertrouwde. Dat kan ook niet. Want hij is ook verantwoordelijk voor de pijn die op mijn pad komt, het verdriet, de ziekte en de werkloosheid. Hij is de veroorzaker van natuurrampen, epidemieën en liefdesverdriet. Die horen immers allemaal bij het script. Wie God als almachtige regisseur ziet, legt alle verantwoordelijkheid voor al het kwaad bij Hem neer. Hij is degene die het verhaal heeft geschreven. Ik ben zelf schrijver, en de personen in mijn verhalen zullen niet van mij houden, niet als ik ze ongelukken laat overkomen, in ravijnen op Mars laat verdwalen en moord en doodslag laat meemaken. Maar goed, wat mijn karakters van mij vonden en wat zij wilden, speelde geen rol in mijn keuzes voor het verhaal. Het ging om het verhaal en of mensen het wilden lezen. Wie God als regisseur ziet, moet zich of gelaten aan het kwaad onderwerpen (het hoort nu eenmaal bij het script), of zijn vuist tegen de hemel schudden en net als Truman proberen te ontsnappen. 

De bijbel maakt gelukkig duidelijk dat dit niet is wie God is. De geschiedenis, van de wereld en van ons als personen, is inderdaad een verhaal. Maar dit verhaal draait niet om ons. Het is niet een verhaal dat wij verzinnen, waarin God een bijrol heeft als knikkende toeschouwer of als suikeroom. Het is ook niet een verhaal waarin wij de hoofdrolspelers zijn, die het pad moeten volgen dat de regisseur voor ons heeft uitgestippeld. Het is voor eens en altijd het verhaal van God zelf. En dit is een episch liefdesverhaal.
God is de held om wie het draait. Wij zijn Zijn geliefden die Hij tegen elke prijs wil redden, zelfs als we onszelf in de problemen hebben gebracht. Er is een heftige strijd om ons heen aan de gang, waarin wij zij aan zij met de held strijden en avonturen beleven. Maar het 'happy end' hangt niet van ons af. Of wij falen of niet, wij worden door de held achterop zijn paard getrokken en rijden met hem mee in de richting van de ondergaande zon. En zij leefden nog lang en gelukkig. God is niet een van de broers Grimm, die met het puntje van zijn tong tussen zijn lippen verzint op welke manier hij de prinses honderd jaar in slaap zal laten vallen. Hij is de prins, die zijn leven op het spel zet om haar uit haar betovering wakker te kussen en die haar met zich meeneemt naar zijn koninkrijk. (Ik heb hier trouwens meer over geschreven in mijn hoofdstuk in De Opwindende Laatste Dagen. Een aanrader! En lees ook The Sacred Romance (De Strijd om je Hart) van John Eldredge.)
Als The Truman Show had laten zien wie God is, was hij niet Christof geweest in zijn ongenaakbare vesting achter de maan. Christof is de duivel, die mensen gevangen houdt tegen hun wil, om zijn eigen eer en glorie te vermeerderen, en die hen geen enkele vrijheid of echte liefde gunt. God zou van buiten in de koepel waar Truman leeft binnendringen. Hij zou al Christofs vallen en beveiligingen omzeilen. Hij zou Truman vinden en hem vertellen wat er werkelijk aan de hand is. En met gevaar voor eigen leven, zou hij Truman naar buiten loodsen. Truman zou misschien nog domme dingen doen, hij zou twijfelen, of terug willen, maar de held zou volhouden. Tot Truman eindelijk de vrije buitenwereld zou instappen en helemaal zichzelf zou kunnen zijn. En in deze versie van de film zou de held een vrouw zijn, want aan het eind zou Truman haar omhelzen en zouden ze elkaar nooit meer verlaten (en ja, zo'n soort karakter bevat de film inderdaad!). 
Maar let op: hoewel de film misschien nog wel The Truman Show zou heten, zou hij niet meer om Truman draaien. Hij zou niet meer de hoofdpersoon zijn. Het zou gaan om de heldin. Het zou haar verhaal zijn. Het verhaal staat of valt met haar slagen, en niet met Truman. Het gaat erom dat zij zelf goed is en betrouwbaar, niet of Truman dat is. Het enige dat de heldin van Truman verlangt, is dat hij haar opoffering voor hem accepteert. Sterker nog, als Truman struikelt, of twijfelt, of tegenstribbelt, wordt haar heldhaftigheid alleen maar groter. De eindoverwinning wordt alleen maar mooier. Tegelijk zou Truman in dat einde belangrijker zijn dan hij in de oorspronkelijke versie ooit was. Hij zou zijn ware identiteit leren kennen - namelijk als de geliefde, degene voor wie zij haar leven over heeft. Haar liefde is werkelijkheid, anders dan de mooie woorden van de regisseur achter de maan. En ze zullen nog lang en gelukkig leven, zonder enige schaamte. 
 
In ons leven is God dus niet de regisseur. Hij is de hoofdpersoon.
Wij hoeven dus niet meer bezorgd te zijn dat de vervulling van Gods plan van ons afhangt. De held haalt de overwinning. Dat kunnen wij niet verhinderen door onze nalatigheid. 
We hoeven ook niet meer bang te zijn voor de vertoning van de 'film van ons leven'. Het is namelijk niet de film van ons leven, maar de film van Gods leven! Ons falen, onze tekortkomingen, onze fouten maken zijn heldhaftigheid, zijn liefde en zijn toewijding alleen maar mooier en duidelijker zichtbaar. 
We kunnen bovendien op God vertrouwen. We kunnen werkelijk geloven dat Hij van ons houdt. Niet omdat hij het zegt, maar ons tegelijk kwade dingen, pijn en ziekte laat overkomen. Nee, omdat Hij ons daadwerkelijk redt uit de gebondenheid waarin we terecht zijn gekomen door Hem te verlaten. Hij is niet de veroorzaker van het kwaad dat ons gevangen houdt. Nee, hij vecht er tegen met alle macht, hij breekt alle banden, en verslaat elke tegenstand: hij heeft zijn leven ervoor over om ons te redden. We weten dat we zijn geliefden zijn, omdat Hij daadwerkelijk van ons houdt.
En dus zijn we vrij om onze rol in zijn verhaal in te nemen - de rol van de geliefde, die met haar held meestrijdt, die Hem volgt en helpt, die zich laat redden, en die uiteindelijk met Hem nog vele andere heldendaden tegemoet gaat. We weten immers hoe het verhaal gaat eindigen: met een kus. En ze leefden nog lang en gelukkig.