dinsdag 7 januari 2014

Het sacrament en jij (2): Het waardeloze lichaam

Met kerst hielden mijn vrouw en ik een filmmarathon. We keken de tweede en derde Pirates of the Caribbean-film achter elkaar (de eerste hadden we al eerder gezien). Het zijn leuke films, vol verbeelding, innovatieve actiescènes, partijen met ingewikkelde plannen, en daarnaast ook nog humor. Soms wat ‘over de top’, maar steeds interessant. In de derde film krijgt deze serie opeens een wat diepere laag. De op handel beluste Lord Cutler Beckett heeft de Vliegende Hollander onder zijn controle gekregen en gebruikt dit schip om te jagen op piraten. Kapitein Davy Jones werd zelfs door Cutler Beckett gedwongen de dodelijke kraak te doden. Cutler Beckett heeft controle over het hart van Davy Jones en zet deze mythologische figuur nu in voor het verdienen van geld. Op een tropisch eiland vinden kapiteins Jack Sparrow en Hector Barbosa het karkas van de kraak. “De wereld is een kleinere plek geworden”, zegt Barbosa. “De wereld is niet kleiner”, zegt Jack. “Hij bevat alleen minder.” En ergens anders zegt iemand: “The immaterial has become ... immaterial.” Het niet-materiele doet er niet langer toe. Mysterie en lotsbestemming hebben geen invloed meer. Geld en macht maken de dienst uit. “It’s good business”, geeft Cutler Beckett als verklaring.

Dit is een van de onderwerpen waar ik de laatste weken over nadenk. Want het valt me op dat veel geloven en ideologieën de mens en zijn menselijkheid reduceren tot iets dat niet menselijk is, door ze te scheiden van hun immateriële aspect. Jaren geleden viel het me al op dat er zo’n grote overeenkomst lijkt te bestaan in hoe vrouwen worden behandeld in fundamentalistische godsdiensten, of het nu het Jodendom, het Christendom of de Islam is. In alle drie moeten zij zich zedig kleden, zonder versiering, liefst in het zwart, hun haar bedekken en geen seksuele signalen afgeven. Ze mogen bovendien vaak niet in dezelfde ruimten zijn als mannen (in elk geval niet in religieuze ruimten), en hebben niet dezelfde privileges. Het is een vrouwonvriendelijke omgeving. Wat je volgens mij ziet in alle drie deze godsdiensten is een scheiding tussen het materiële en het immateriële, tussen lichaam en geest. En in deze omgeving is het alleen het immateriële, de geest, die van belang is in de godsdienst.
Ik legde in mijn vorige bericht al uit hoe dat gold in de kerk waar ik opgroeide. Niet toevallig werden ook in die kerk vrouwen onderdrukt - ze mochten niet deelnemen aan de eredienst en moesten voldoen aan kledingvoorschriften. Het idee lijkt te zijn dat uitingen van het lichaam, bijvoorbeeld op seksueel gebied, zondig zijn of ons op zijn minst van God afleiden. Mijn bewustzijn moet volledig op God gericht zijn. Omdat vrouwen bij mannen begeerte opwekken, zijn zij er dus schuldig aan dat mannen zouden zondigen. Dat moet worden voorkomen. Verleidingen moeten worden ingeperkt. De zuiverheid van mannen mag immers niet in gevaar komen.
Deze manier van denken denigreert vrouwen, door hen te reduceren tot lichamen, en bovendien iets van wat voor hen integraal is, hun schoonheid en vrouwelijke seksualiteit, eigenschappen van hun lichaam, inherent slecht te noemen. Maar ze denigreert ook mannen, die immers volgens deze theologie willoze slaven zijn van hun seksuele opwinding, en niet de kracht en discipline hebben om respectvol om te blijven gaan met zichzelf en met vrouwen, als er ook maar een beetje schoonheid aan hun zintuigen wordt aangeboden. Ook dat wat inherent bij mannen hoort, als het gaat om hun lichamelijke reactie, kan dus niet worden vertrouwd, en wordt veroordeeld. Geen positief vrouwbeeld en geen positief man-beeld, als gevolg van verkeerd denken over lichaam en geest. Dat wij man of vrouw zijn is trouwens toch al niet belangrijk -waarschijnlijk omdat het zo duidelijk aan de buitenkant te zien is- ik heb mensen horen zeggen dat we in de hemel onzijdig zouden zijn, omdat onze zielen kennelijk onzijdig zijn.
Interessant genoeg stonden de drie monotheistische wereldgodsdiensten onder de invloed van het Griekse denken. Het moderne Jodendom heeft zijn wortels in een Hellenistische omgeving (Israël was deel van het rijk van Alexander de Grote en zijn opvolgers). Het christendom ontstond in het Romeinse rijk en invloedrijke theologen lasen Griekse denkers (en dan was er nog de invloed van de gnostiek). De Islam ontstond in het Midden-Oosten, waar het Griekse denken ook was doorgedrongen. Islamitische geleerden ontdekten al snel Griekse filosofische manuscripten en kopieerden die, zodat ze bewaard bleven. En ook in de Griekse cultuur zie je niet alleen een scheiding tussen immateriële idealen en de falende, rommelige materiële wereld, tussen geest en lichaam, maar ook tussen man en vrouw, waarbij de vrouw minderwaardig was. Zo minderwaardig dat mannen liever seks hadden onderling, dan met vrouwen om te gaan. Die waren goed om kinderen te krijgen, maar verder niet. (Dit is volgens mij waar Paulus in Romeinen 1 op doelt. Heteroseksuele mannen die vrouwen afstotelijk vinden omdat ze zulke lichamelijke, lustopwekkende wezens zijn. Dit gedeelte gaat mijns inziens niet om wat wij onder homoseksualiteit verstaan). Verder is het interessant dat de noodzaak van het bedekken van het haar van de vrouw uit de Griekse traditie komt - het vrouwelijke haar werd gezien als geslachtsorgaan.

Tegenover de fundamentalistische godsdiensten staat de seculiere samenleving. Die lijkt op het eerste gezicht vrouwvriendelijker, maar is dat volgens mij niet. De losbandigheid is niet zo groot is als christelijke criticasters soms roepen, de meeste mensen leven immers gewoon hun normale leven, maar ze is er wel degelijk. Er is een vorm van vrijheid, waarin wordt gesteld dat alles moet mogen, en dat heeft heel goede kanten. Maar die vrijheid heeft een zuur randje. Seksualiteit blijkt opeens wel heel belangrijk te zijn. Blader door krantjes en tijdschriften. Waar het om gaat in het leven is je seksuele aantrekkelijkheid en presteren. Seks wordt gebruikt om dingen mee te verkopen. Internetporno is makkelijk toegankelijk. Vrouwen modificeren hun lichaam steeds ingrijpender om maar seksueel aantrekkelijk te blijven (zo hoorde ik van de trend om schaamhaar in patroontjes te scheren - het is een bizarre wereld waar we in leven). Mensen spreken van de ‘porno-ificatie van de samenleving’. Hoe je hier ook over denkt, volgens mij komt deze ontwikkeling ook voort uit een scheiding tussen de immateriële en de materiële wereld. Tussen geest en lichaam. Maar een scheiding waarbij de immateriële wereld en de geest afwezig zijn, en dus minder belangrijk zijn (in plaats van het lichaam). Volgens de fundamentalisten is het lichaam niet belangrijk en zelfs slecht, volgens de materialistische cultuur zijn immateriële waarden niet belangrijk. In dit geval is het alleen het lichaam dat telt en lichamelijke reacties. De verlangens van het lichaam moeten worden bevredigd, want er is geen hoger doel van het leven. ‘Laten wij eten en drinken, want morgen sterven wij’, aldus Paulus in 1 Korintiers 15. Of in de woorden van een artiest: ‘You and me, baby, we are nothing but mammals, so let’s do it like they do on the discovery channel.’
Deze houding blijkt ook denigrerend voor vrouwen (de seksindustrie is niet voor niets gekoppeld met mensenhandel), die puur worden afgerekend op uiterlijke, seksuele kenmerken, en zichzelf daarmee moeten zien te verkopen. De vrouwelijke seksualiteit wordt iets vulgairs. Maar in feite is deze cultuur ook denigrerend voor mannen. Die immers de slaaf zijn van hun lusten, en zo maar een vrouw die zich bloot kleed zouden kunnen misbruiken en die tegen zichzelf beschermd zouden moeten worden. Interessant in dit geval was een discussie in het SF-tijdschrift SFX, waarbij een columnist waarschuwde voor een ‘nieuwe preutsheid’. We zijn een volwassen tijdschrift, zei hij, en daarin mogen foto’s staan van knappe actrices. Soms zelfs met weinig verhullende kleding aan. Dat vrouwen seksueel zijn is iets goeds, betoogde hij, en hoeft niet te worden onderdrukt. Hij kreeg in het volgende nummer direct de wind van voren van een andere columnist. Kennelijk met het idee dat als een man een knappe vrouw ziet, met mooie kleren, hij haar direct niet meer ziet als menselijk wezen, maar alleen maar als lustobject. Vrouwen (ook actrices op foto’s) moeten tegen deze ‘male gaze’ worden beschermd. Toen ik laatst in Londen was vielen me trends op in de mode. Vrouwenkleding die me aan de 19e eeuw deden denken: hoog gesloten kragen, bedekte armen, een bepaalde zedigheid. Is er een trend van seculiere preutsheid aan de gang? Denken vrouwen nu zelf dat ze zich moeten bedekken omdat mannen nu eenmaal niet anders kunnen dan hen zien als lustobject? Ik geef toe dat een paar columns in een SF-tijdschrift niet veel datapunten vertegenwoordigen, dus ik geef deze theorie vooral als suggestie. Aan de andere kant las ik op de blog Experimental Theology dat feministen ertegen gekant zijn dat vrouwen hakken dragen of zich ‘sexy’ kleden, omdat zij de ‘male gaze’ gelijk schakelen aan onderdrukking. Er is een nogal negatieve visie van mannelijke seksualiteit, gekoppeld aan het onderdrukken van vrouwelijke uitingen van seksualiteit, die niet veel verschilt van die in fundamentalistische religieuze kringen.
Er zijn ook veel ‘iets-isten’ in onze samenleving trouwens, mensen met een vage ‘New Age’-religie, die geloven in reïncarnatie (maar niet op de fatalistische, hindoeïstische manier), of in horoscopen, chakra’s et cetera. Dit zijn vaak mensen die tegelijk een vrije visie hebben op seksualiteit (niet altijd, maar wel vaak. Zie bijvoorbeeld de ouders van Dharma in TV-serie Dharma and Greg). Ik zie hierin de keerzijde van de gnostiek (er waren ook gnostici die heel losbandig leefden, omdat ze geloofden dat het niet uitmaakte wat je met het lichaam deed. Of die seks zagen als de weg naar God, net als vruchtbaarheidsreligies en mysteriegodsdiensten dat deden). Er is hier een invloed uit het platonische denken zichtbaar. Maar die is er ook in het materialistische wereldbeeld, want ligt de basis van onze filosofie niet nog steeds bij de Grieken? Van een scheiding van lichaam en geest is het maar een kleine stap naar de ontkenning van de geest.

Het is, als je deze voorbeelden serieus neemt, een terugkerende tendens in religieuze en zelfs niet religieuze omgevingen om lichaam en geest, materie en immateriële waarden van elkaar te scheiden, en materie te reduceren tot ‘alleen maar’ materie (ongeacht of er een geestelijke wereld is of niet). En dat heeft desastreuze consequenties. Lang kon ik niet voorstellen waar deze menselijke neiging om scheiding aan te brengen vandaan kon komen. Tot ik besefte dat er een verbinding bestond tussen dit fenomeen en het onderscheid tussen de ‘sacramentele’ en ‘transactionele’ blik op de werkelijkheid. Mede onder invloed van het hierboven geciteerde moment uit Pirates of the Carribbean - At World’s End (en een goed gesprek met mijn vrouw) ging ik inzien dat een transactionele visie op de werkelijkheid leidt tot een reduceren van de mens tot ‘alleen maar lichaam’, tot iets dat zonder gewetenproblemen gekocht en verkocht kan worden. Het is een manier om onder de cognitieve dissonantie uit te komen, die zegt dat een persoon intrinsiek waardevol is en geen handelswaar. Zolang je lichaam en geest als een niet te scheiden geheel ziet, wordt een mens te waardevol om in een transactie te gebruiken. Alleen omdat Lord Cutler Beckett geld het meest belangrijk vindt, kan hij zichzelf zover brengen om mannen, vrouwen en kinderen ter dood te brengen (terwijl hij zelf een kop thee drinkt) - Piraten zijn volgens hem geen mensen.
Onze seculiere cultuur is door en door transactioneel. Niet alleen onze economie (we kopen en verkopen met geld. We verzamelen bezit, waar ons zelfbeeld ook nog eens aan gekoppeld is. En om dat te kunnen leveren we op onze werkplek prestaties, waarvoor we worden beoordeeld in functiewaarderingscycli (als we niet goed presteren worden we gestraft)), maar ook onze relaties (lees alle krantjes en tijdschriften maar eens over wat je moet doen om je relatie gezond en levend te houden, zowel voor mannen en vrouwen: tien tips om ..., zo houd je je vriendje ... et cetera). Relaties gaan in onze maatschappij ook om hoe de ander in mijn behoeftes voorziet, en of ik wel aan mijn vervulling kom om seksueel en persoonlijk gebied.
Maar ook als we religieus zijn, zijn we vaak transactioneel. Ik heb eerder al genoeg geschreven hoe het in ons geloof erom gaat dat we straf ontlopen en beloning verdienen, door bepaalde daden niet te doen, en andere dingen wel te presteren. We vergelijken onszelf met elkaar, vinden het belangrijk dat we ons geestelijk voelen, en kijken neer op mensen die iets anders geloven dan wij. We zijn transactioneel. Dit vertaalt zich naar onze organisaties (waarbij iemands positie in de organisatie ook vaak ‘verdiend’ is), en onze relaties (waarbij de eenheid van man en vrouw vooral wordt gezien als basis voor een taak in het koninkrijk van God, en daarop wordt beoordeeld). Van vriendschappen wordt gevraagd of ze je de kans geven de ander te bekeren (vriendschapsevangelisatie) of je op een andere manier ‘dichter bij God’ brengen.
Onze transactionele insteek (religieus of seculier) maakt het nodig de wereld en mensen niet te zien als inherent waardevol, maar alleen de waarde te zien die wereld en mensen voor onszelf hebben, voor onze transacties. Neem hoe we omgaan met ons eigen lichaam, in ascese en zelfkwelling (bijvoorbeeld door het niet erkennen van seksuele verlangens), in de hoop daardoor betere christenen te worden en straf te ontlopen. Dit kan alleen als we ons lichaam en de verlangens van ons lichaam als inherent minderwaardig zien, als het lichaam geen deel uitmaakt van de geest die voor God waardevol is. Net zo in het omgaan met anderen. Niet voor niets moesten mensen met een donkere huidskleur als minderwaardige mensen worden gezien, zonder inherente waarde, voordat westerse mensen ze als vee konden verkopen. En Joden en andere bevolkingsgroepen moesten worden beschouwd als ‘untermenschen’, voor ze systematisch konden worden uitgeroeid. Net zo moet je de schepping niet zien als inherent waardevol, maar alleen waardevol als ‘hulpbron’ voor ons, om haar te kunnen uitbuiten, om bossen te kunnen kappen en diersoorten uit te roeien, om het klimaat te verpesten, voor je eigen gewin. Als materie maar materie is, geeft het toch niet wat we ermee doen? Dan hoeven we er geen respect of ontzag voor te hebben. Dat maakt het makkelijk.

Het zal duidelijk zijn dat het vooral de machthebbers zijn die de positie hebben om anderen hun waarde te ontnemen, door andere mensen en de schepping te zien als ‘maar materie’. Machthebbers en degenen die geen macht hebben, maar ernaar verlangen. Zij vinden dat ze recht hebben op hun positie, dat ze die verdiend hebben (transactioneel). Ze voelen zich ‘entitled’ -om een goed Engels woord te gebruiken. Anderen die zwakker zijn dan zij dienen alleen maar om hun positie mogelijk te maken. Dit geldt tussen mensen met een lichte en mensen met een donkere huidskleur (de westerse samenlevingen waren in technisch en militair oogpunt machtiger en vonden daarom dat ze het recht hadden andere beschavingen te onderwerpen, indianen en Afrikanen), voor de overheersende religies in bepaalde streken (in islamitische gebieden worden christelijke minderheden systematisch vernederd, gemarteld en verjaagd), voor de rijke 1 procent in de VS, die het de schuld vindt van de armen dat ze arm zijn, en voor zichzelf belastingverlagingen bewerkstelligen terwijl anderen het zonder zorg moeten stellen. Het geldt voor leidinggevenden boven werknemer. En voor mannen naar vrouwen toe. Het privilege van de macht. En dat geldt voor beide vormen van disrespect, religieus en seculier. Lees wat iemand als reactie op een blog van Richard Beck hierover schrijft: “What IS a problem is the sense of entitlement to the feelings that "I find you sexually attractive, and that means you have to do something about that." In conservative evangelical purity culture, this takes the form of "I am sexually attracted to you, therefore you must immediately put on a turtleneck or take other action to somehow take responsibility for my feelings of arousal." In the world at large it takes the form of "I think you are hot, therefore I will yell obscene things at you from my car window/make inappropriate sexual remarks in a staff meeting/become hostile if you don't respond when I hit on you/decide that your worth as a human being is contingent on whether or not I personally want to have sex with you/respond to your argument by saying that you're fat and ugly (an internet favorite)/the 90% of men in online dating who didn't bother to read my profile because why would my values, politics or interests have any bearing on the situation.", etc. etc.”  Het probleem is niet dat mannen vrouwen visueel aantrekkelijk vinden. Het probleem is dat dit aan macht wordt verbonden en dat vrouwen zich aan deze macht moeten onderwerpen.
En aan de andere kant biedt de scheiding tussen lichaam en geest, tussen materiële en immateriële dingen de machthebbers een rechtvaardiging van hun eigen positie. Mannen hebben nu eenmaal bepaalde verlangens, daar kunnen ze niets aan doen. Hun eigen lichaam verraadt ze en ze zijn niet sterk genoeg zich daar tegen te verzetten. Dus moeten vrouwen hen tegen zichzelf beschermen. En lees hoe het kapitalistische systeem wordt verdedigd, ook door christenen (vooral in de VS). De 1 % verdedigt hardnekkig de eigen positie. Het werkt dus twee kanten op. De scheiding tussen lichaam en geest pleit ons vrij van onze positie als overheerser, en verklaart waarom de ander zich moet laten overheersen. En zo blijft de status quo in stand. Ook de religieuze status quo.

Maar het transactionele wereldbeeld heeft niet het laatste woord. In de Pirates of the Caribbean-film vindt een wonderlijke opstanding uit de dood plaats. De greep van Cutler Beckett op de Vliegende Hollander wordt verbroken en het schip duikt met een nieuwe kapitein op uit de golven. Een kapitein die zich in dienst heeft gesteld van het mysterie, van het onverklaarbare. En plots zijn de kansen gekeerd. De soldaten en de handelaars, die dachten de zeven wereldzeeën te beheersen, delven het onderspit. En Cutler Beckett kan het niet geloven. Waar hij eerst tegen Jack Sparrow betoogde dat die geen plek meer had in de nieuwe, platte, legere wereld, blijkt het nu zijn eigen wereld, die alleen bestond uit geld, die de werkelijkheid niet kan verdragen en in splinters uiteenvalt. Ik zie hierin een teken van het zichtbaar worden van de Waarheid die onder onze waarheid verborgen ligt, namelijk dat God het is die de materie en ons betekenis geeft. De waarheid dat er niet zoiets is als ‘maar een lichaam’, maar dat iedereen en alles door Gods liefde leven krijgt ingeblazen. Dat schoonheid, waarheid, en inderdaad ... intimiteit (lichamelijk en geestelijk)... werkelijk betekenisvol zijn en verwijzen naar de God die zich er achter bevindt. En dat daarom ieder mens, hoe klein, hoe zwak en hoe onbetekenend ook, onze liefde en ons respect waard is. Deze waarheid kan ons leven grondig op zijn kop gaan zetten. In het volgende bericht schrijf ik hoe dat gebeurt.