Een van de meest indringende gedeeltes uit de bijbel is Romeinen 7, waarin Paulus beschrijft dat hij een probleem heeft met zijn gedrag. En het gaat niet om een vervelende gewoonte waar hij iets aan wilde doen (zoals de toiletbril open laten staan of mensen onderbreken voor ze zijn uitgesproken). Het is veel ernstiger: hij had zichzelf niet onder controle. "Het goede dat ik wil doen, doe ik niet, maar het kwade dat ik niet doen wil, doe ik juist wèl" (Romeinen 7:19). Hij kon niet voldoen aan zijn ideaalbeeld (de wet), en merkte dat hij keer op keer deed waarvan hij een afkeer had (de zonde). Ik herken dit wel. Ik wil mijn huishouden op orde houden, en dingen doen die ik lang uitgesteld heb. Maar ik wordt er moe van, en er blijven toch weer taken liggen. Ik wil me assertief gedragen, en geen 'ja' zeggen tegen verkopers van telefoonabonnementen aan de telefoon. Toch heb ik om de paar maanden een nieuw telefoonabonnement. Aan de andere kant wil ik gezond eten, en mijn gewicht op peil houden. Maar de snacks op het station zijn te verleidelijk, en de wijzer op de weegschaal kruipt toch weer omhoog. Ik wil niet toegeven aan verleiding, maar hoe harder ik weerstand bied, hoe sneller ik ervoor bezwijk. Sommigen beschouwen deze passage uit Romeinen 7 als beschrijving van het leven van een ongelovige, of in elk geval van een 'vleselijke christen'. Echte christenen zouden hun gedrag op orde kunnen houden. Zij hebben een te heilig beeld van Paulus. Wie was het die schreef dat hij een doorn in zijn vlees meedroeg die niet van hem werd afgenomen? Wie schreef dat hij de grootste van alle zondaren was (niet 'was geweest')? Wie zei: "Als er iemand zwak is, dan ben ik het wel; gaan anderen onder verleidingen gebukt – ik word erdoor verteerd" (2 Korintiers 11:29)? Ik denk ook dat ze zichzelf niet kennen en in elk geval andere mensen niet. Ik heb afgelopen week met meerdere mensen gepraat die worstelden met verleidingen waar ze keer op keer aan toegaven, van het eten van teveel koekjes, tot TV-verslaving. Mensen die in conflicten hun mannetje wilden staan, maar steeds weer toegeven. Mensen die worstelen met controle en passiviteit. Dit is de menselijke ervaring, voor gelovigen en ongelovigen.
En we willen een oplossing. Het ontkennen van het probleem is dat niet. Zeggen dat ons gedrag eigenlijk goed is, kunnen we niet, als we eerlijk zijn. We kunnen niet tevreden zijn met het feit dat we anderen voortdurend over onze grenzen laten lopen. Dat onze omvang steeds verder toeneemt is niet iets positiefs (en beschadigd uiteindelijk onze gezondheid). Net zo kunnen we onze verslavingen niet veronschuldigen: ze doen schade aan onze omgeving en ook aan onszelf. Ik moet denken aan de film met Kevin Costner die ik een poos terug zag: Mr. Brooks. Hierin speelt hij een doorsnede man uit een doorsnede Amerikaanse buitenwijk, met een fijn gezin. Hij heeft alleen een probleem wat betreft zijn gedrag. Hij is namelijk verslaafd aan moorden. Hij kan de verleiding (de stem in zijn hoofd, gepersonificeerd door William Hurt) niet eindeloos weerstaan. Keer op keer weet die hem ervan te overtuigen dat hij zijn 'kick' moet krijgen. Maar hij weet dat het niet goed is mensen te vermoorden, en hij doet zijn uiterste best om te voorkomen dat zijn dochter hetzelfde pad op zou gaan als hij. Hij weet dat het doden van anderen in bijbelse termen een 'zonde' is. Hij kan er alleen niet meer ophouden.
Maar er lijkt geen antwoord te zijn. Meer wilskracht, zeggen mensen. Meer discipline. Doe deze oefeningen. Lees meer uit de bijbel. Meer bidden. Ga naar deze conferentie of lees dit boek. Dat hebben al deze mensen gedaan. Paulus had heus niet stil gezeten. Hij had alle technieken in de strijd gegooid, maar delfde toch het onderspit. Hij was de Farizeeër van de Farizeeërs. Hij had zich gehouden aan alles wat in de wet stond, aan alle verplichtingen voldaan, maar hij had zijn probleem er niet mee opgelost. Waar hij het op de ene plek de grond induwde, spoot het ergens anders met twee keer zoveel kracht naar buiten, zodat hij uiteindelijk zelfs meewerkte aan steniging, gezinnen uiteen rukte en christenen in de gevangenis opsloot. Zijn hart veranderde niet. Ikzelf heb ook van alles geprobeerd. Ik heb bijbelteksten uit het hoofd geleerd, ik heb maanden lang dag aan dag gebeden, ik maakte goede voornemens, stelde afvinklijstjes op en meer. Anderen hebben een coach, gaan naar conferenties, slikken medicijnen, alles om iets te doen aan hun verslaving. Mr. Brooks uit de film volgde trouw de bijeenkomsten van Alcoholics Anonymous, en herhaalde religieus het gebed van deze organisatie. Hij had vast alle zelfhulpboeken over verslaving gelezen. Maar het lukte hem niet de stem in zijn hoofd tot zwijgen te brengen. Een jaar, zelfs twee jaar op uiterste wilskracht, maar dan was het weer zover. Zijn verlangen moest worden vervuld. Onze technieken lijken niet te werken.
Ze kunnen ook niet werken. Ooit geprobeerd niet aan een paarse olifant te denken? Ooit geprobeerd niet aan dat heerlijke ijs in de koelkast te denken? Als ik me voorneem om voorbij te lopen aan de Swirls in de stationshal, eindig ik vaak in de rij voor de kassa. Want door een idee of verlangen te proberen te onderdrukken, roep je haar alleen maar op in je bewustzijn. En elke aandacht, ook negatieve, maakt het idee of de gedachte alleen maar sterker. Zo zitten onze hersenen in elkaar. En tegelijk denk ik dat er een principe is waardoor al het gedrag waartoe we onszelf dwingen, alleen maar moeilijker wordt, omdat het wordt geassocieerd met het 'moeten'. De reden waarom we naar het veranderde gedrag verlangen verschuift naar de achtergrond, en we doen het alleen nog uit plicht. En daar knappen we uiteindelijk op af. Zowel het toegeven aan de verleiding als de strijd ertegen leidt tot gebondenheid. We raken gevangen door de teleurstelling in onszelf, en verlamd door de straf van schuldgevoel die we onszelf opleggen. We veroordelen onszelf omdat ons gedrag niet voldoet aan ons ideaal, en ons oordeel over onszelf is dat we niet goed zijn. We accepteren niet de persoon die we zijn. De persoon die we kennelijk zijn, verdient het niet te leven (dat is de kern van deze zelf-veroordeling). In de woorden van Paulus: "Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God, maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand instem en maakt van mij een gevangene van de wet van de zonde, die in mij leeft. Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood?" (Romeinen 7:22-24).
Toch, en hier komt de titel van dit bericht om de hoek kijken, richten de boodschappen in de kerk zich vaak op ons gedrag. We moeten meer doen: meer bidden, bijbellezen, stille tijd houden, evangeliseren, dienen en geven. Of we moeten minder doen: minder zondigen, minder televisie kijken, minder roken, minder toegeven aan seksuele verslavingen zoals pornografie. Ik heb ooit een van de oudsten van de gemeente waar ik naartoe ging, horen zeggen dat we als christenen eigenlijk altijd tegen een zonde zouden moeten vechten. "Als je de ene zonde in je leven hebt overwonnen, komt er een volgende aan waar je weerstand tegen moet bieden." Het leven als christen bestaat kennelijk bijna volledig uit het bieden van weerstand tegen iets dat je niet wilt, door je te verplichten tot iets dat je niet uit je zelf wilt. We moeten steeds nieuwe technieken leren, steeds nieuwe stappenplannen volgen om tot een 'doelgericht leven' te komen.
De Amerikaanse filosoof Dallas Willard noemt dit treffend 'The gospel of sin management' - het evangelie van zonde-management. Want daar komt het op neer: je zonden managen. Het doel is dat we in elk geval aan de buitenkant perfect zijn, dat we passen in het beeld van de christen, zoals dat in de kerk wordt neergezet. Ja, we zijn gered, en daar zijn we dankbaar voor. Maar nu moeten we zorgen dat onze redding voor God de moeite waard was. God houdt van ons, maar nu moeten we onszelf die liefde waard maken. Zelfs preken die beginnen met genade, eindigen vaak met een oproep tot het een of ander, die die boodschap uit het begin teniet doen. Een kennis verzuchtte ooit (ik heb het volgens mij al eerder op deze blog aangehaald): "Ik heb nog niet eens bereikt wat ik de vorige keer in de kerk hoorde, en de volgende zondag krijg ik weer een ander doel opgelegd, en dan weer een ander." Ik geef eerlijk toe dat ik door mijn achtergrond gevoeliger reageer op dit soort boodschappen dan anderen, maar dat maakt deze prediking van gedragsverandering niet effectiever. Ik hoef alleen maar te luisteren naar de verhalen op onze bijbelkring om dat te beseffen. Ik ben niet de enige in de kerk die gebukt gaat onder zijn falen. Het evangelie van de zonde-management is helemaal geen goed nieuws. 'Verander je gedrag' is geen blijde boodschap. Zelfs niet 'God houd van je, dus verander je gedrag'. Het is niets anders als de boodschap die ons bereikt uit andere religies (houd je aan de vijf zuilen, zorg dat je onthecht raakt) en uit de maatschappij (wees een productief burger, koop deze kleren, wees acceptabel et cetera). Het is religie. Het is niets anders dan de boodschap die de Farizeeën brachten. En het heeft niets te maken met het werkelijke goede nieuws, dat Jezus zei te brengen. Dat riep juist op tot bekering van het religieuze zelf-verbeteringstraject. Lees Marcus 2 maar eens: Jezus gaat in tegen alle op gedrag gebaseerde leringen, zowel wat betreft het niet doen van sommige zonden, als het wel doen van bepaalde rituelen. Geen wonder dat de religieuze orde aanstoot aan hem nam, maar dat vele tollenaars en zondaars hem volgden.
Dit wordt volgens mij weer een mini-serie. In de volgende aflevering wil ik proberen na te gaan wat de boodschap van Jezus dan wel was en waarom dit wel goed nieuws was (en waarom Paulus na Romeinen 7 ook Romeinen 8 kon schrijven).