woensdag 2 december 2015

Gedicht: Windstil

Windstil

De lucht is zwart, ononderbroken
hangen wolken boven mij. De zee
toont niets dan duister als een spiegel
glad. Geen wind om mij voort te stuwen.
Ik voer uit toen het nog licht was en
ik wist waarheen ik moest gaan.
Nu lig ik stil. Ik heb mijn kompas
verloren, zie aan de horizon
geen land. Hoe kan ik ooit komen
waar ik word verwacht? Zonder opdracht
zit ik aan de riemen. Kapitein
van mijn eigen leven. Voortaan vrij
elke kant uit te reizen, zoekend
mijn bestemming, niet meer opgejaagd.
En achter mij fluistert u zachtjes:
'Het is goed.'