maandag 23 november 2015

Gedicht: Vuur

Vuur

Ik zit als een kind gehurkt,
mijn armen om mijn knieën,
zacht wiegend. Rondom zwarte
sporen, en lijnen op de
verre wanden. In mijn borst
sluimert een verwoestend vuur
dat niet meer uit mag breken
of ik brand jou, bewaker,
teken jouw huid en doe je
schreeuwen. Jouw vlammen branden
net zo fel, en ik ben rood,
mijn haar verdwenen, de pijn
haast onverdraaglijk. Toch
mag ik niet klagen, ik moet
ze in mij absorberen,
ze bij de mijne voegen
voor jouw vrijheid. Hoewel ik
zwak ben, doe ik wat jij
niet kunt. Wie is er nu bang
voor mijn kracht? Wie weet, misschien
baan ik een weg naar buiten.
Want vuur kan ook heel mooi zijn.