dinsdag 22 april 2014

Filmbespreking: Noah (2)

Er zou over deze film en de betekenis van de beelden erin een boek geschreven kunnen worden. Dat ben ik op dit moment niet van plan, hoewel dit al wel een blogbericht in twee delen is geworden. Ik wil er een enkel thema uitlichten, dat er voor mij uitsprong de tweede keer dat ik de film zag. Wel moet me nog even van het hart dat ik niets begrijp van de ophef die onder sommige conservatieve Amerikaanse christenen over deze film ontstaan is. Zoals over de suggestie dat de film gnostisch zou zijn - er is geen enkele aanwijzing dat voor God het lichamelijke geen waarde zou hebben. Hij wil de dieren redden - God heeft dus oog voor de schepping. Dat de film zich heeft laten inspireren door het buitenbijbelse boek Henoch is geen argument ertegen, het bijbelboek Judas citeert immers Henoch ook.
En ik begrijp ook niets van de klacht dat deze film te ‘environmentalistisch’ zou zijn. Alsof het niet mogelijk zou zijn dat God zich druk zou maken over zijn schepping, of dat hij er wel eens niet blij mee zou kunnen zijn dat die door mensen wordt uitgebuit. Ik denk dat het inderdaad een grote zonde is dat de mens zijn rol als rentmeester verkwanselt en verkwistend omgaat met de schepping die voor God zo van waarde is. Het zijn eerder deze mensen die gnostisch zijn, die denken dat de natuur niet beschermenswaardig is omdat alles toch een keer vernietigd wordt en mensen bedoeld zijn voor de hemel. Maar het hart van God huilt over de vernietiging van soorten en omgevingen die nooit meer terug zullen komen. Dat moet elke volgeling van Jezus toch begrijpen? Ik vermoed zelf dat deze christenen iets teveel van zichzelf herkenden in het karakter van Tubal-Kain, die meerdere keren uitroept dat God de mens vervloekt heeft om in het zweet zijns aanschijns zijn brood te verdienen. En dat hij zich daar dan ook aan houdt. Dat hij alles zal aangrijpen om zijn eigen overleving veilig te stellen, ook als anderen daar het slachtoffer van worden. Deze film ontmaskert de kleine verhalen van het kapitalisme waar we soms in leven, en dat kan voor sommige kijkers dichtbij komen.

Maar het thema dat er voor mij bij de laatste kijkbeurt vooral uitsprong, was dat van de keuze tussen gerechtigheid en genade, die ook wij allemaal moeten maken. De film opent met een jonge Noach, die ziet hoe zijn vader bruut vermoord wordt door Tubal-Kain en zijn volgelingen, hoewel de man zich niet verzette. Ontdaan vlucht hij weg. Later ziet hij de nakomelingen van Kain een dier opjagen en doden om het op te eten. Ze bedreigen hem ook en hij doodt hen allemaal. Zelfs degene die hem vraagt wat hij wil. Zijn antwoord, terwijl hij de speer omlaag stoot: “Gerechtigheid!” Noach ziet zichzelf als rechtvaardig, en slachtoffer van de overheersers, en meent dat hij daarom het recht heeft recht te spreken over anderen.
Hij ontmoet de Wachters. En een daarvan vertelt hem dat hij iets van Adam in Noach waarneemt. Dit is volgens mij een sleutelscene om de film te interpreteren. Want wat ziet de Wachter? Geen uiterlijke gelijkenis. Hij ziet in Noach de mogelijkheid een keuze te maken, die consequenties heeft voor het hele mensenras. In Noach speelt zich het verhaal van Adam opnieuw af, het wordt gerecapituleerd. Hij heeft dezelfde rol als die van Adam, namelijk te kiezen voor of tegen de boom van het leven, of de boom van de kennis van goed en kwaad. En hiermee staat Noach direct ook voor ons, die ook allemaal nakomelingen zijn van Adam. Ook in ons wordt zijn verhaal herhaald, ook wij staan elk moment van elke dag voor die ene belangrijke keuze: van welke boom eten we? In welk verhaal leven we?
Noach begint de film met groot vertrouwen in de Schepper. Hij zingt het meisje Ila in slaap met een lied over Gods beschermende aanwezigheid. Als Cham vraagt of hij zijn leven lang alleen moet blijven, zagt hij hem op de Schepper te vertrouwen. Hij heeft hen tot dat moment immers alles gegeven wat ze nodig hadden, precies genoeg. Zal hij dat niet altijd blijven doen, ook wat betreft Chams behoefte aan een levenspartner? Noach vertrouwt op God, dat is zijn keuze.
Maar op gegeven moment ziet Noach het kwaad waartoe mensen in staat zijn, en realiseert hij zich dat hijzelf ook tot dat kwaad in staat zou zijn. En zijn vrouw en zijn zonen ook. Ze zijn in essentie niet beter dan de nakomelingen van Kain. En in plaats van te blijven vertrouwen op God en niet te oordelen, spreekt hij nu wel een oordeel uit. Namelijk dat de hele mensheid moet eindigen, dat er voor de mens geen nieuw begin zal zijn. De nieuwe aarde moet een nieuw Eden worden, met alleen maar dieren (die immers geen moreel besef hebben, en dus nog steeds leven als in het paradijs). De mens verdient het om uit te sterven. Dat is Noachs oordeel. En hij is bereid hier heel ver in te gaan. Als zijn eigen geadopteerde dochter zwanger is, zweert hij haar kind te doden, als het een dochter is, die kinderen zou kunnen baren. De toevallige omstandigheid dat er geen vruchtbare vrouwen aan boord leken te zijn, heeft Noach nu geinterpreteerd als de wil van God, en hij accepteert niet dat die zou kunnen veranderen. Hij wil gerechtigheid. En in zijn ogen is de dood van de mensheid de enige manier waarop dat gegarandeerd kan worden, zoals hij ook de mensen doodde aan het begin van de film. Hij is bereid een van de grootste zondes ooit te begaan vanuit zijn eigen idee van rechtvaardigheid, namelijk het vermoorden van een onschuldige, waar zijn vrouw hem ook op wijst.

Heeft Noach het gelijk aan zijn kant? Is het inderdaad de wil van God dat de mensheid uitsterft? Noach heeft er geen oog voor dat Ila een tweeling heeft gekregen. Twee meisjes. Terwijl hij twee zonen heeft die nog geen vrouw hebben. Zei Noach zelf niet dat de Schepper zou voorzien in alles wat ze nodig hadden? Dat Cham daarom niet bezorgd hoefde zijn? Uit de geboorte van de zusjes blijkt dat God zich aan zijn belofte houdt! Hij heeft overal voor gezorgd! Hij geeft de mensheid een tweede kans. Noach niet.
Op dit moment maakt hij de keuze die Adam maakte door te eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Wat was die boom? Wat was de kennis van goed en kwaad? Volgens Greg Boyd (in navolging van Diettrich Bonhoeffer) was dit het oordeel. De mens wilde niet slecht zijn. De mens wilde nog steeds goed zijn. Maar hij wilde zelf kunnen uitmaken wat dan precies goed was, en wat slecht. Dat geldt op dit moment ook voor Noach. Hij neemt de plek van God in wat betreft het oordeel. En hij tilt zijn hand met het mes al op, in een herhaling van een vaker terugkerend beeld in de film, dat van Kain die zijn hand met een wapen erin opheft boven zijn broer Abel. Dit is wat er gebeurt als de mens kiest voor het pad van de eigen gerechtigheid. Dit is wat er gebeurt als je rechtvaardigheid boven alles stelt.
Noach doet het ondenkbare uiteindelijk niet. Dat lijkt me geen ‘spoiler’, want anders zouden wij hier ook niet hebben gezeten met zijn allen. Hij ontdekt dat hij voor zijn kleindochters alleen maar liefde voelt en kust ze. Hij geeft het op zelf te moeten oordelen over goed en kwaad. Hij denkt dat hij God daarmee teleurstelt, dat hij gefaald heeft. Maar hij heeft juist gehandeld naar de wil van de Schepper. Die wil namelijk niet dat wij zelf oordelen over leven en dood, die wil dat wij op hem vertrouwen. Voor alles. En dus komt op dat moment de duif aanvliegen met de olijftak, een teken van vrede, van verzoening. En misschien (maar dit is wat vergezocht), misschien een verwijzing naar de boom van het leven. Leven in een verdronken wildernis, een belofte van een nieuwe aarde, een nieuw begin. En in dat opzicht inderdaad als Eden. Noach kan hier gezien worden als vooruitwijzing naar Christus - die in het Nieuwe Testament inderdaad wordt aangeduid als de nieuwe Adam, en die ook voor dezelfde keuze werd geplaatst. Vertrouwen op God, zelfs in het oog van vernedering en dood aan het kruis, of het recht in eigen hand nemen, de wereld aan zich onderwerpen en met het zwaard gerechtigheid brengen.

Noach had er uiteindelijk voor gekozen te leven in een verhaal van liefde in plaats van gerechtigheid. En dat was het verhaal van God, het verhaal dat God over zijn leven vertelde. Hij was immers zelf van de dood gered in de ark, waarvan God de deur sloot. Hij koos voor liefde, omdat God hem zijn liefde had laten zien. De broer met wie ik naar de film was, beschreef een inzicht dat hij kort geleden had verkregen. Als in de bijbel staat: 'Oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden' (Lucas 6:37) betekent dat niet dat wij moeten ophouden met oordelen, omdat er anders over ons geoordeeld zal worden. Het betekent niet dat we bang moeten zijn voor God. Het betekent dat God ons niet veroordeelt, en dat wij dus ook niet hoeven oordelen. Als we desondanks voor kiezen toch over anderen te oordelen, laten we zien dat we het paradigma van de genade niet accepteren, en kiezen we er zelf voor in termen van oordeel en veroordeling te blijven denken. Het verhaal van de slaaf wiens schuld was kwijtgescholden spreekt hierover. Hij accepteert niet dat er nu een nieuwe werkelijkheid is, waarin geen sprake is van oordeel, maar blijft andere mensen behandelen als schuldeiser. Uiteindelijk dwingt hij de koning om hem op dezelfde manier te behandelen: ‘Met het oordeel, waarmee gij oordeelt, zult u geoordeeld worden’ (Mat 7:2). Zo belangrijk is de keuze tussen deze twee manieren van leven, tussen deze twee verhalen. Tussen gerechtigheid en liefde. Tussen de boom van het leven en de boom van de kennis van goed en kwaad. En deze keuze maken wij telkens weer, elk moment van de dag.