dinsdag 22 april 2014

Filmbespreking: Noah (1)

Ik boog mij gisteren opzij naar mijn broer, met wie ik in de bioscoop zat, en fluisterde hem toe: “Volgens mij maken atheïstische filmmakers vaak films die beter het Grote Verhaal weergeven dan die van christelijke verhalenvertellers.” In deze film geen brave huisvaders die met een enkel gebed alle problemen opgelost krijgen, geen bekeringen die iemand van het ene op het andere moment volledig veranderen, geen makkelijke morele keuzes. Wat kwaad is, wordt duidelijk getoond, en verdient ook rechtvaardige woede. Maar dat uiteindelijk genade het laatste woord heeft, hoewel niemand het meer verwacht of er recht op kan laten gelden, is net zo onmiskenbaar. In mijn optiek is dit ook de boodschap van het verhaal uit de Bijbel.

Ik vind het zelf niet altijd makkelijk hoe ik moet omgaan met de eerste hoofdstukken van Genesis. Ik heb toen deze blog nog jong was een serie artikelen geplaatst over mijn keuze om het jonge aarde creationisme wat ik in de kerk geleerd had af te zweren, en een langere ontstaansgeschiedenis van het heelal, het leven op Aarde en de mens te accepteren, waarbij het fenomeen van natuurlijke selectie als mechanisme heel aannemelijk is (links naar deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5). Lezers van mijn blog zullen begrijpen dat ik daarmee niet mijn geloof in God overboord heb gezet. Volstrekt niet. Ik geloof nog steeds dat niet alleen de Aarde en al het leven daarop alleen bestaat omdat God het zo gewild heeft, maar ook dat ik als het individu Johan door God gewild en bedoeld ben. Maar zoals ik ben ontstaan door het toevallige samensmelten van een eicel en een zaadcel, en daarna via talloze tussenstadia, beïnvloed door allerlei lichaamsprocessen, van microscopisch wezentje tot baby opgroeide, en toch door God bedoeld was, zo is de schepping het product van een miljarden jaren lang proces, dat door wetenschappers kan worden bestudeerd en beschreven, waarbij toeval de oorzakelijke factor lijkt, maar is ze toch door God bedoeld. God is namelijk een God van processen, van ontwikkeling, van groei. De God in wie ik geloof is niet kleiner geworden, maar groter. En ik heb mijn plezier in de wetenschap en het menselijke waarnemingsvermogen teruggevonden. Ook niet onbelangrijk.
Er zijn echter nog heel wat vragen waar ik geen antwoord op heb, onder andere hoe ik de eerste hoofdstukken van Genesis precies moet lezen. Was er een enkele mens Adam, die apart werd gezet? Was Adam een vertegenwoordiger van de toenmalige mensen? Is het verhaal symbolisch in plaats van letterlijk? Is het een mythe? Net zo het verhaal van de zondvloed. Ik denk dat de genetische diversiteit van het leven op Aarde en het ontbreken van geologische aanwijzingen het onmogelijk maken geloof te hechten aan een totale uitroeiing van het op land gebaseerde leven op Aarde. En het in het verhaal beschreven wereldbeeld van het oude Midden-Oosten, van een waterige hemelkoepel en een door zuilen ondersteunde aarde, is wetenschappelijk gezien ook niet meer houdbaar. Maar er zijn suggesties van lokale overstromingen. Een snelle stijging van de zeespiegel na de laatste ijstijd, het volstromen van de Zwarte Zee waar het water ooit lager stond dan in de Middellandse Zee, een meteorietinslag waardoor vloedgolven zouden zijn ontstaan. Zou er een Noach zijn geweest die op een schip zo’n overstroming overleefde? Er wordt wel eens gewezen op de talloze zondvloedverhalen in culturen van over de hele wereld, verhalen waarin een mens op een boot de toorn van de goden overleeft. Bewijst dat niet dat er een kern van waarheid in het verhaal zit? Mijn inziens niet, want veel mythen ontstaan om kenmerken van de werkelijkheid betekenis te geven. Kenmerken zoals de fossielen van zeedieren (schelpen, vissen et cetera) die op elk continent worden gevonden, zelfs tot hoog in de bergen. Niet verwonderlijk als bijna elke aardlaag gevormd is uit sedimenten in water. Dat mensen overal deze fossielen vonden suggereerde vanzelf een wereldwijde vloed. En andere opmerkelijke fenomenen als een regenboog pasten er mooi in.
Ik denk dat alle volken rond Israël dit soort verhalen vertelden, en dat ook de stammen van Israël een zondvloedmythe ontwikkelden in navolging daarvan. Maar het verhaal dat de zonen van Jakob vertelden was heel anders dan dat van de omliggende volken, en dat is hoe ik naar het zondvloedverhaal wil kijken. Het gaat me dan niet om de inhoud van het verhaal (want dat is gelijk aan de verhalen die alle volken al vertellen), maar om de interpretatie die daarvan wordt gegeven, en wat dat zegt over de God waarin het volk Israël geloofde. Net zoals het scheppingsverhaal uit Genesis erg lijkt op andere oorsprongsverhalen, maar door de verschillen heel duidelijk maakt dat de God van Israël totaal anders met de mensheid omgaat als de goden van de volken dat doen, zo geldt dat ook voor het zondvloedverhaal. De verhalen van de omliggende volken zijn heldenverhalen. De goden besluiten de aarde te vernietigen (vooral omdat ze ze zich bedreigd voelen door de ondernemingszucht van de mensen), maar uit de mensen staat een held op die zo slim is een boot te bouwen en daarmee zichzelf te redden. Hij krijgt het voor elkaar de goden de moed te laten opgeven. Er is niets dat voor de mens niet mogelijk is. Het komt ook voor in andere verhalen dat de goden boos zijn, en dat een paar mensen het verdiend hebben te overleven.
Het verhaal dat de bijbel vertelt is echter heel anders. Het begint met het beeld van de boze god dat de omliggende volken ook hebben, een god die op onrecht alleen maar kan reageren door het te straffen, maar het vormt dit verhaal welhaast alchemistisch om, zodat wat bij de hoorder overblijft niet angst is voor God, maar vertrouwen in zijn genade. Want anders dan de verhalen van de omliggende volken heeft God in dit verhaal berouw, en belooft hij de wereld niet meer door water te laten vergaan (ook al zouden de mensen net zo goed slechte dingen doen als voor de zondvloed), en als teken daarvan hing hij zijn boog op in de hemel (als een jager, die zijn boog ophangt). God legt zijn wapens neer, en richt de pijl liever op zichzelf (in Christus), dan zijn wraakzucht voort te zetten. Het is in dit verhaal niet de slimheid of de goedheid van de mens die de overhand haalt, maar de genade van God. Dit is waarom dit verhaal in de bijbel staat. Het subverteert de verhalen van de omgeving, en maakt er een verhaal van waarin niet de mens de held is, maar God. En iedereen die dit verhaal hoorde, in plaats van het concurrerende verhaal uit de omgeving, bleef achter met ontzag voor God en dankbaarheid voor het verbond dat stelde dat genade altijd het laatste woord zou hebben.
Op deze manier gelezen, vind ik het zondvloedverhaal prachtig. En het is deze boodschap die ik terugzag in de bioscoopfilm Noah. De film brengt het verhaal uit de kinderbijbel terug in de mythische sfeer, waar het thuishoort. Een oorsprongsverhaal, vol rijke beelden, dat iets zegt over het karakter van God en hoe hij omgaat met de mens. De film laat de hoofdstukken uit Genesis weer spreken als verhaal.

Noah is een film die meerdere keren kijken beloont. De eerste keer meende ik nog dat bepaalde plotelementen niet genoeg waren uitgewerkt om emotionele betrokkenheid te verkrijgen, maar bij de tweede keer leefde ik mee met de morele beslissingen van Noach, en bleken die een sterke rode draad, die me alle betrokkenheid gaven die ik wenste. Verder is de film tot de nok toe volgestouwd met symboliek. Ik waardeerde de manier waarop het scheppingsverhaal van genesis 1 wordt geïllustreerd met beelden die een langere ontstaansduur van de schepping suggereren, mooi dat de spanning tussen schepping en evolutie zo wordt weggenomen! Russell Crowe speelt een sterke, maar getroebleerde Noach en Emma Watson (bekend uit Harry Potter) voor mij verrassend effectief en aandoenlijk zijn adoptiedochter. Anthony Hopkins is briljant gecast als Methusalem. Ik vond de acteur die Sem speelde wat vlak. De muziek is mooi en meeslepend. De effecten zijn indrukwekkend. De wereld lijkt een postapocalyptische vlakte, en als de storm losbreekt is dat overweldigend. Ik had de ernst van een overspoelde aarde nog wat duidelijker willen zien, maar de kreten van buiten de ark zeggen ook al genoeg. De Wachters vond ik een mooie uitvinding in het verhaal. Deze ent-achtige wezens geven in zichzelf al een mythologische sfeer, en hun verhaal van zonde en verlossing zijn een mooie parallel met wat Noach doormaakt. Als Noach hun lot beter had bestudeerd, had hij waarschijnlijk andere keuzes gemaakt in het slot van de film.
In deze film staat Noach namelijk voor een paar moeilijke beslissingen. Het begint ermee dat hij in visioenen ziet dat de Schepper de mensheid zal vernietigen. Het blijkt zijn opdracht de onschuldigen te redden in een boot. Hij is echter niet de enige die weet dat de beschaving gedoemd is te verdwijnen en al snel dienen zich Tubal-Kain (een smid, mooie verwijzing) en zijn volgelingen aan. Zij eisen een plek op de ark, maar Noach kan die niet geven. Hij realiseert zich bovendien dat het kwaad dat hij ziet in deze nakomelingen van Kain zich ook bevindt in zijn hart en in zijn gezin. Hij besluit dat de mensheid maar beter helemaal kan verdwijnen. Die beslissing wordt echter op de proef gesteld als zijn onvruchtbare adoptiedochter aan boord van de ark toch zwanger blijkt te zijn. Bovendien koestert Ham duistere gedachten, naar aanleiding van een onrecht dat zijn vader hem heeft aangedaan. De sfeer aan boord van het schip wordt zo mogelijk nog grimmiger.

In de volgende aflevering een analyse van de thema’s van de film.