Gedicht: Op Rothko
Ik was overmoedig. Dacht
je werk te confronteren
met ogen kritisch en woorden scherp
in mijn arsenaal. Gewaarschuwd
maar niet gelovend trad ik in
de touwen van jouw beelden binnen,
keek rond op zoek naar de symbolen
die me zouden richten. Ik schrok.
De aanval kwam van alle kanten.
Mijn adem stokte, tong verdorde.
Mijn antwoord was machteloos en
geen waarheid kon me dragen.
Je sprak. Misselijke kleuren
sloegen mij knock out. Gevangen
in jouw visioen. Gesloten ramen.
Zwart licht achter mijn ogen.
Het was genoeg. Verslagen
week ik terug. Naar buiten in het licht.
Mijn blik viel op de witte koepel
tegen de blauwe lucht. De handdoek.
De strijd is al voor mij geleverd.
Ik was overmoedig. Dacht
je werk te confronteren
met ogen kritisch en woorden scherp
in mijn arsenaal. Gewaarschuwd
maar niet gelovend trad ik in
de touwen van jouw beelden binnen,
keek rond op zoek naar de symbolen
die me zouden richten. Ik schrok.
De aanval kwam van alle kanten.
Mijn adem stokte, tong verdorde.
Mijn antwoord was machteloos en
geen waarheid kon me dragen.
Je sprak. Misselijke kleuren
sloegen mij knock out. Gevangen
in jouw visioen. Gesloten ramen.
Zwart licht achter mijn ogen.
Het was genoeg. Verslagen
week ik terug. Naar buiten in het licht.
Mijn blik viel op de witte koepel
tegen de blauwe lucht. De handdoek.
De strijd is al voor mij geleverd.