Een droom (3)
Mijn oma's huis. Ik zie de veranda
met de rode tegeltjes, opzij de
plantenbakken, stoelen uitgeklapt,
een witte tafel met kopjes thee.
We zijn er allemaal, mijn ouders,
mijn broers, hun vrouwen, als was geen tijd
verstreken. Maar ik hoor niets, geen stemmen.
Een ding is anders: er loopt een rivier
op de plek van het strakke gazon,
en aan de overkant niet de bloemen
maar geel zand en dichte wildernis
die wacht op mij. Er hangt een touw.
Ik grijp en slinger over het water
naar de oever. Land op blote voeten.
Ik kijk om maar het blijft stil. Niemand
volgt mij. Ik loop door, nieuwsgierig
naar het land dat wacht achter de bocht.
Mijn oma's huis. Ik zie de veranda
met de rode tegeltjes, opzij de
plantenbakken, stoelen uitgeklapt,
een witte tafel met kopjes thee.
We zijn er allemaal, mijn ouders,
mijn broers, hun vrouwen, als was geen tijd
verstreken. Maar ik hoor niets, geen stemmen.
Een ding is anders: er loopt een rivier
op de plek van het strakke gazon,
en aan de overkant niet de bloemen
maar geel zand en dichte wildernis
die wacht op mij. Er hangt een touw.
Ik grijp en slinger over het water
naar de oever. Land op blote voeten.
Ik kijk om maar het blijft stil. Niemand
volgt mij. Ik loop door, nieuwsgierig
naar het land dat wacht achter de bocht.