Ik heb het er niet veel over op mijn blog, maar behalve met mijn aquariums, boeken, strips, films en schrijven (allemaal naast goede gesprekken bij de koffie en natuurlijk de dagelijkse werkzaamheden), houd ik mij ook bezig met computerspellen. In de jaren ’80 speelde ik spelletjes op de MSX van mijn ouders (ik heb goede herinneringen aan River Raid), en keek mee als mijn broertjes speelden (zij waren er veel beter in dan ik). Later keek ik mee met de avonturen van mijn jongste broer in Oblivion en Half-Life 2. Uiteindelijk kocht ik een Playstation 2 en genoot van racespellen, een gaaf snowboardspel en coole Star Wars spellen. Met de Playstation 3 deden gave oorlogsspellen hun intrede, de spannende avonturen van Nathan Drake in drie Uncharted-delen, en de geweldige spellen Mass Effect 2 en 3.
Ik zal niet van mezelf zeggen dat ik een ‘gamer’ ben - daarvoor maak ik er te weinig tijd voor vrij - maar ik vind het een fijne manier om af en toe te ontspannen. En de laatste tijd gaan mijn ogen ook open voor de fascinerende manier waarop spellen een verhaal kunnen vertellen. De Mass Effect-spellen stellen de speler voortdurend voor ethische en persoonlijke dilemma’s, en je keuzes hebben daadwerkelijk effect op de verhaallijn. Ik moest het spel zelfs af en toe stil zetten om na te denken over onderwerpen als de waarde van een denkend individu, of er verschil is tussen mensen en computers als ze allebei intelligent zijn, en wat de overwinning in een oorlog waard is. Ik merk dat ik om mijn karakter en haar tegenspelers ben gaan geven en graag de juiste keuzes wil maken. Een spel dat dit voor elkaar krijgt, heeft in mij een fan.
Er zijn de laatste jaren ook heel wat films gemaakt gebaseerd op computerspellen. Met wisselend succes. Dit vanwege de natuur van een computerspel. Het kijken naar een verhaal op het scherm is namelijk heel wat anders dan het spelen van een spel. Alsof je meekijkt met iemand die zit te spelen. Het kan onderhoudend zijn, maar het is niet hetzelfde als zelf achter de knoppen zitten. Bovendien maakt de dynamiek van het spel het echt meeleven met het karakter als persoon niet makkelijk. Als je gewond raakt of dood gaat, kom je namelijk direct weer tot leven. Je hebt maar een paar minuten spel gemist, die je gewoon opnieuw doet. Zelfs bij verhalende spellen wil je natuurlijk weten wat er gaat gebeuren, maar echt bezorgd over je hoofdpersoon ben je niet. Werkelijk verplaatsen in zijn of haar angst is niet makkelijk (ook Mass Effect moet het daarbij hebben van de atmosferische, emotionele gesprekken tussen de actie door - niet van de actie zelf, daarbij gaat het alleen om schieten, niet om dramatisch meeleven). In sommige recensies wordt de actie in een film als The Hobbit weggezet als de actie van een computerspel - het ziet er dramatisch uit, maar er staat niets op het spel. Als het karakter uit de film niet dieper is dan het personage uit het spel, wordt je identificeren met hem of haar moeilijk.
Spellenmakers zoeken naar nieuwe concepten om dit probleem te omzeilen, en spelers net zo met een spelpersonage te laten meeleven als met de hoofdpersoon van een goed boek. Filmmakers kiezen een andere aanpak: ze maken films, niet op basis van een specifiek spel, maar op basis van het idee van het computerspel. De films gaan over het concept van het spelen zelf: het behalen van doelen (de eerste plaats, een medaille), het verkrijgen van ‘power ups’, de tegenstanders en hoe je die verslaat, en wat je bent als je niet aan de competitie meedoet. Een mooi voorbeeld is Scott Pilgrim vs. The World (lees mijn recensie). En nu is er Wreck-it Ralph, een animatiefilm van studie Disney, die voor karakters uit computerspellen doet wat Toy Story deed voor speelgoed. Voor iedereen die van computerspellen houdt, die geinteresseerd is in het concept van spellen en de kracht van goede verhalen, en voor iedereen die kickt op prachtige animatie, is dit een absolute aanrader. Oh, en voor wie houdt van snoepgoed ...
In het computerspel Fix-it Felix jr. heeft Ralph de rol van de slechterik. Elke dag, als kinderen het spellenparadij binnenkomen en een kwartje inwerpen, moet hij de flat beklimmen van zijn spelgenoten en die vernielen. Held Fix-it Felix jr. komt de schade dan weer herstellen. Hij wordt op handen gedragen, Ralph wordt van het dak gegooid. De held woont in het penthouse, Ralph op de vuilnisbelt. Als hij ook nog eens niet wordt uitgenodigd voor het dertigjarig jubileum van het spel, is de maat voor Ralph vol. Hij moet en zal een medaille vinden, zodat ook hij in de flat wordt toegelaten. Daarvoor dringt hij via het centrale station van de spellenwereld binnen in een ander computerspel, de gewelddadige ‘first person shooter’ Hero’s Duty. Ralph verkrijgt inderdaad een medaille, maar raakt die kwijt als hij per ongeluk in een ander spel terechtkomt, het suikerzoete racespel Sugar Rush. Daar richt hij niet alleen zelf schade aan terwijl hij probeert zijn medaille terug te vinden. Hij introduceert ook nog eens een insectachtig monster uit Hero’s Duty, dat zich in het verborgene als een computervirus begint te vermenigvuldigen. Ondertussen functioneert Fix-it Felix jr. zonder de slechterik niet meer naar behoren. Kinderen in het spellenparadijs raken teleurgesteld, en het spel dreigt te worden afgesloten. Ralphs verlangen naar respect dreigt op deze manier het einde te worden van ten minste twee spellen. Felix zelf besluit daarom naar zijn tegenstander op zoek te gaan. Hij ontdekt dat Ralph betrokken is bij de poging van een computerstoring, een zogenoemde ‘glitch’, om de koning van Sugar Rush van zijn troon te verdrijven ...
Het leek een belachelijk idee voor een animatiefilm - hoe kun je nu een verhaal vertellen over de karakters in een computerspel? Die spelen zelf toch ook al een rol in een verhaal? Maar datzelfde zullen mensen ook hebben gedacht over Toy Story. En ook in die film lukte het aan speelgoed beweegredenen mee te geven die pasten bij speelgoed en bovendien ook nog eens aanleiding waren voor een goed verhaal. En ook de makers van Wreck-it Ralph is het gelukt. Dit is gewoon een heel goede animatiefilm. En niet alleen voor gamers. Ja, inderdaad, wie ook maar een beetje bekend is met computerspellen vindt hier hilarische verwijzingen, bijvoorbeeld in de openingsscène waarbij schurken uit onder andere Mario en Pac-Man bij elkaar komen. Ook het centraal station van het spellenparadijs is een feest van herkenning - al was het maar de verwijzing naar Pong. En Frogger. En Q-bert.
Ook hilarisch is hoe elke spelwereld is weergegeven. In de wereld van Wreck-it Ralph bewegen karakters schokkerig, als in het spel, en valt modder op de grond in een blokjespatroon, zoals de karakters in grove pixels op het scherm zijn weergegeven. Hero’s Duty is ‘high definition’ - een parodie op spellen als Halo, met verwijzingen naar de Alien-films. De wereld van Sugar Rush is dan weer helemaal opgebouwd uit snoepgoed - met bomen van zuurstokken, rivieren van chocolade, en een vulkaan van cola en mentos (hilarisch!). Dit alles is ongelofelijk goed weergegeven - het zag er uit alsof je het zo kon opeten! Let ook op de manier waarop de treinen vanuit het centraal station in elke spelwereld een eigen vorm aannemen. De film is gewoon heel mooi - ik kijk ernaar uit hem vaker te zien. En ik kon in dit geval ook de 3D zeer waarderen, bijvoorbeeld in de rijk verbeelde racescenes.
Maar vooral is deze film gewoon erg goed geschreven. Fascinerende wendingen in het verhaal, eerder geïntroduceerde elementen die op een verrassende manier terug blijken te keren, een fantasievol gebruik van de eigenschappen van de verschillende werelden (en van de kenmerken van computerspellen, inclusief ‘mini games’, ‘bonus levels’ en ‘end bosses’), en karakters met wie je kunt meeleven ook al zijn het spelpersonages. Zelfs de romance werkt. Er is duidelijk goed over nagedacht. Geen onderdeel is overbodig, maar toch is het plot niet makkelijk te raden. Ook de ‘end credits’ zijn hilarisch -vooral voor computerspelliefhebbers- die moet je zeker uitkijken!
Dit is het verhaal van een slechterik, een ‘bad guy’. Maar dat wil niet zeggen dat hij een slechte jongen is. Hij is ook geen slechterik. Hij speelt alleen de rol van slechterik. De gemeenschap waar hij deel van is, bestaat zodat kinderen het spel Fix-it Felix jr. kunnen spelen. En om dat mogelijk te maken, moet iemand elke dag de flat vernielen. Zoals er in onze wereld mensen moeten zijn die vuilins ophalen, treinstations schoonmaken, bekeuringen uitschrijven en belasting innen. Zonder hen, en zonder Ralph, zou de maatschappij niet functioneren en zouden de bewoners van de flat hun luxueuze leventje niet kunnen leiden. Maar omdat Ralph de rol van slechterik speelt, zijn mensen hem gaan behandelen als slechterik. Hij is uitschot geworden. Hij krijgt geen respect. En dat knaagt aan hem. Want zoals alle mensen verlangt Ralph ernaar om door anderen gewaardeerd te worden. Hij denkt dat hij die waardering nooit zal krijgen om wie hij zelf is. Daarom zoekt hij naar iets wat hij kan doen om gerespecteerd te worden. Fix-it Felix wordt op de schouders getild als hij een medaille krijgt. Dus denkt Ralph dat men hem hetzelfde zal behandelen als hijzelf met een medaille aan komt zetten. Hij zoekt zijn vervulling in iets buiten zichzelf.
Het is wat John Eldredge ‘the poser’ noemt - onze manier waarop we doen alsof. We zoeken onze betekenis in onze mannelijkheid, in onze intelligentie, in onze successen, maar eigenlijk doen we alsof. We houden de buitenwereld een beeld voor, een imago, maar in werkelijkheid zijn we niet zo. We zijn diep van binnen niet macho, we voelen ons stom, en we twijfelen aan ons kunnen. Daarom kan het respect dat we voor ons ‘valse zelf’ ontvangen, ons niet definitief beter over onszelf laten denken. Het biedt hooguit tijdelijk soelaas. Maar onze diepe onzekerheid wordt niet gestild, en dus moeten we nog harder werken aan het beeld dat we projecteren. Ons imago moet steeds groter worden. Tot het bouwwerk uiteindelijk instort, tot mensen zien wie we werkelijk zijn, en onze hoop om gewaardeerd te worden verloren raakt. Voor we op dit punt komen hebben we doordat we zo hard aan ons ‘valse zelf’’ werkten de mensen om ons heen en onze omgeving al onherstelbare schade toegebracht. We hebben ze namelijk niet als mensen behandeld, maar als middelen die bijdroegen aan ons imago. We hebben ze gebruikt, en ze afgestoten als ze geen nut meer voor ons hadden. Bovendien hebben we ze nooit ons eigen diepe zelf toevertrouwd, dus zelfs als we een relatie met ze hadden, was die nep, geposeerd. Dus als onze ‘valse zelf’ instort, storten ook onze relaties in. We blijven met niets over. Dit overkomt Ralph ook in de film. Hij zit in een lege flat te wachten tot de stroom wordt afgesloten. Hij heeft de medaille gevonden, maar hij heeft niet gevonden wat hij werkelijk zocht.
Een ander karakter in de film wordt ook als uitschot behandeld door de personages in haar spel. Dit keer niet vanwege haar rol, maar omdat ze een ‘glitch’ zou zijn, een storing in het programma. Ze is natuurlijk helemaal geen ‘glitch’, hoewel ze er wel een heeft. Maar heel vaak worden mensen die anders zijn dan anderen, gedefinieerd door datgene wat hen anders maakt. Ben je goed in leren? Dan wordt je een ‘stuud’. Dat is nu je identiteit. Dat je ook andere dingen kunt, en misschien veel humor hebt, wordt door je klasgenoten niet meer gezien. Heb je een lichamelijke afwijking? Dan zien mensen alleen maar de afwijking. Ze behandelen je als zieke, als gehandicapte, en niet meer als individu dat het waard is te kennen om wie hij zelf is. De film Les Intouchables gaf hiervan recent ook een mooi voorbeeld. Hoor je psychologisch niet tot de middenmoot, dan krijg je al vanaf de basisschool een ‘label’ opgeplakt en geld je vanaf dat moment als ‘een ADHD-er’, ‘een Asperger’, ‘een borderliner’. Dat waarin je mogelijk voor problemen kunt zorgen voor anderen wordt wie je bent. Dat je een eigen persoon bent met eigen voorkeuren en overtuigingen wordt niet meer gewaardeerd. Misschien willen mensen je zelfs afzonderen van de maatschappij, je buitensluiten, je inperken. En net als het karakter uit deze film wil je tegen elke prijs wel worden geaccepteerd. Dus probeer je - ook al is je racemobiel krakkemikkig en moet je hem zelf met pedalen aandrijven - aan de race mee te doen. Als je wint, dan ben je iemand. Maar ook dit karakter loopt tegen een muur aan. De omstandigheden zijn te groot, haar tegenstanders te sterk. Ze ziet haar hele wereld om haar heen vergaan.
Pas als de ‘poser’ is ontmaskerd, kan iemand zijn of haar identiteit vinden. Een identiteit die niet is gebaseerd op prestaties. Die niet is gebaseerd op doen alsof. John Eldredge schrijft dat mensen die identiteit moeten ontvangen. (Let op, ik schrijf hier in bedekte termen over het einde van de film.) Ralph ontvangt uiteindelijk zijn identiteit van een ander. Iemand ziet in hem een held. En hij besluit in overeenstemming daarmee te handelen. Ook al ziet niemand hem, ook al delft hij er zelf het onderspit door. Hij hoeft niet meer de ‘good guy’ te zijn. Hij hoeft niet meer in een penthouse te wonen. Hij hoeft zichzelf niet te bewijzen. Hij handelt uit liefde voor een ander. En dat maakt hem tot wie hij is.
Het andere karakter, de ‘glitch’, maakt ook zoiets door, als tegen alle verwachting in haar lot wordt omgedraaid. Door een ander. En dan blijkt dat ze geen ‘glitch’ in het programma is, maar dat ze een belangrijke rol speelt in het spel, ondanks haar ‘glitch’. De ‘glitch’ wordt van een zwakheid zelfs een kracht, zoals onze unieke individualiteit (die door anderen soms niet begrepen wordt), bijdraagt aan onze glorie, de indruk die we maken op de wereld.
En Fix-it Felix zelf leert door zijn reis compassie te hebben met Wreck-it Ralph doordat hij meemaakt wat Ralph al dertig jaar meemaakt, en neemt het voortaan voor hem op in zijn spel. Niet omdat Ralph de wereld gered zou hebben (hij heeft veel mensen bang gemaakt en schade veroorzaakt), maar omdat hij ziet dat Ralph een mens is zoals hij, en dus waard om met respect te worden behandeld.
Maar het verhaal is volgens mij niet helemaal compleet. Ralph moet nog steeds de ‘bad guy’ spelen. Hij wordt nog steeds elke dag van het dak gegooid. Hij koppelt daaraan niet meer zijn identiteit of zijn gevoel van eigenwaarde, maar het gebeurt nog wel. De film maakt een verbinding met de bijeenkomsten van de Anonieme Alcoholisten (zie mijn bericht over Finding Nemo), waar een van de basisuitgangspunten is dat mensen zichzelf niet kunnen veranderen. Je bent een verslaafde. Dat kun je zelf niet oplossen. Zolang je dat wel blijft proberen, zul je steeds weer terugvallen, want die pogingen zijn gebaseerd op ontkenning. Op doen alsof. Het is een pose. Echte doorbraak komt pas als je stopt met je pogingen je identiteit te veranderen.
Maar de oorspronkelijke AA was gebaseerd op christelijke uitgangspunten, en spreekt over een hogere macht die de verslaafde wel kan herstellen en veranderen. De hoop van de bijbel ligt niet alleen in acceptatie, maar in vernieuwing. Wij zullen allemaal worden veranderd, zoals Paulus in 1 Korintiers zegt. We zijn niet gedoemd om de ‘bad guy’ te blijven. We zullen niet ziek blijven. We zullen niet altijd verslaafd zijn. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waar gerechtigheid woont. God maakt alle dingen nieuw! (Niet: God maakt allemaal nieuwe dingen. - iets waar John Eldredge me op heeft gewezen). Transformatie is een belangrijk thema in de bijbel en geeft hoop. Ik vind scenes van transformatie in films dan ook vaak heel ontroerend.
Een karakter in deze film krijgt de gelegenheid tot transformatie. Van een zwerfster wordt ze een prinses. Maar ze verwerpt deze verandering en wil van haar spel zelfs een ‘constitutionele democratie’ maken. In een sprookje! C.S. Lewis zou daar wel wat tegen in te brengen hebben: we zijn als westerse mensen vergeten dat de glorie en heerlijkheid die past bij het koningschap wel degelijk betekenis heeft en niet zomaar terzijde moet worden gelegd. Dat dit karakter zo makkelijk deze eer verwerpt is een heel ‘moderne’ twist in een sprookjesverhaal, maar ondermijnt de hoopvolle boodschap van de sprookjes. Namelijk dat de weesjongen niet gedoemd is weesjongen te blijven, maar ooit koning zal worden, dat de melaatse genezen zal worden, dat de lamme zal dansen en dat de zondaar geheiligd zal worden. Dat is pas echt goed nieuws.
Een speciale vermelding tot slot voor het korte filmpje Paper Man, dat wordt afgespeeld voor de hoofdfilm. Ik ga hier verder in mijn bespreking niet op in, maar dit is een mooi en ontroerend verhaaltje over liefde op het eerste gezicht. Geanimeerd in drie dimensies terwijl het toch een tekenfilm lijkt. In stemmig bijna-zwart-wit. Ik hoop dat er meer films in deze stijl gemaakt gaan worden! Dit filmpje is in zichzelf al bijna de toegangsprijs waard.
Ik zal niet van mezelf zeggen dat ik een ‘gamer’ ben - daarvoor maak ik er te weinig tijd voor vrij - maar ik vind het een fijne manier om af en toe te ontspannen. En de laatste tijd gaan mijn ogen ook open voor de fascinerende manier waarop spellen een verhaal kunnen vertellen. De Mass Effect-spellen stellen de speler voortdurend voor ethische en persoonlijke dilemma’s, en je keuzes hebben daadwerkelijk effect op de verhaallijn. Ik moest het spel zelfs af en toe stil zetten om na te denken over onderwerpen als de waarde van een denkend individu, of er verschil is tussen mensen en computers als ze allebei intelligent zijn, en wat de overwinning in een oorlog waard is. Ik merk dat ik om mijn karakter en haar tegenspelers ben gaan geven en graag de juiste keuzes wil maken. Een spel dat dit voor elkaar krijgt, heeft in mij een fan.
Er zijn de laatste jaren ook heel wat films gemaakt gebaseerd op computerspellen. Met wisselend succes. Dit vanwege de natuur van een computerspel. Het kijken naar een verhaal op het scherm is namelijk heel wat anders dan het spelen van een spel. Alsof je meekijkt met iemand die zit te spelen. Het kan onderhoudend zijn, maar het is niet hetzelfde als zelf achter de knoppen zitten. Bovendien maakt de dynamiek van het spel het echt meeleven met het karakter als persoon niet makkelijk. Als je gewond raakt of dood gaat, kom je namelijk direct weer tot leven. Je hebt maar een paar minuten spel gemist, die je gewoon opnieuw doet. Zelfs bij verhalende spellen wil je natuurlijk weten wat er gaat gebeuren, maar echt bezorgd over je hoofdpersoon ben je niet. Werkelijk verplaatsen in zijn of haar angst is niet makkelijk (ook Mass Effect moet het daarbij hebben van de atmosferische, emotionele gesprekken tussen de actie door - niet van de actie zelf, daarbij gaat het alleen om schieten, niet om dramatisch meeleven). In sommige recensies wordt de actie in een film als The Hobbit weggezet als de actie van een computerspel - het ziet er dramatisch uit, maar er staat niets op het spel. Als het karakter uit de film niet dieper is dan het personage uit het spel, wordt je identificeren met hem of haar moeilijk.
Spellenmakers zoeken naar nieuwe concepten om dit probleem te omzeilen, en spelers net zo met een spelpersonage te laten meeleven als met de hoofdpersoon van een goed boek. Filmmakers kiezen een andere aanpak: ze maken films, niet op basis van een specifiek spel, maar op basis van het idee van het computerspel. De films gaan over het concept van het spelen zelf: het behalen van doelen (de eerste plaats, een medaille), het verkrijgen van ‘power ups’, de tegenstanders en hoe je die verslaat, en wat je bent als je niet aan de competitie meedoet. Een mooi voorbeeld is Scott Pilgrim vs. The World (lees mijn recensie). En nu is er Wreck-it Ralph, een animatiefilm van studie Disney, die voor karakters uit computerspellen doet wat Toy Story deed voor speelgoed. Voor iedereen die van computerspellen houdt, die geinteresseerd is in het concept van spellen en de kracht van goede verhalen, en voor iedereen die kickt op prachtige animatie, is dit een absolute aanrader. Oh, en voor wie houdt van snoepgoed ...
In het computerspel Fix-it Felix jr. heeft Ralph de rol van de slechterik. Elke dag, als kinderen het spellenparadij binnenkomen en een kwartje inwerpen, moet hij de flat beklimmen van zijn spelgenoten en die vernielen. Held Fix-it Felix jr. komt de schade dan weer herstellen. Hij wordt op handen gedragen, Ralph wordt van het dak gegooid. De held woont in het penthouse, Ralph op de vuilnisbelt. Als hij ook nog eens niet wordt uitgenodigd voor het dertigjarig jubileum van het spel, is de maat voor Ralph vol. Hij moet en zal een medaille vinden, zodat ook hij in de flat wordt toegelaten. Daarvoor dringt hij via het centrale station van de spellenwereld binnen in een ander computerspel, de gewelddadige ‘first person shooter’ Hero’s Duty. Ralph verkrijgt inderdaad een medaille, maar raakt die kwijt als hij per ongeluk in een ander spel terechtkomt, het suikerzoete racespel Sugar Rush. Daar richt hij niet alleen zelf schade aan terwijl hij probeert zijn medaille terug te vinden. Hij introduceert ook nog eens een insectachtig monster uit Hero’s Duty, dat zich in het verborgene als een computervirus begint te vermenigvuldigen. Ondertussen functioneert Fix-it Felix jr. zonder de slechterik niet meer naar behoren. Kinderen in het spellenparadijs raken teleurgesteld, en het spel dreigt te worden afgesloten. Ralphs verlangen naar respect dreigt op deze manier het einde te worden van ten minste twee spellen. Felix zelf besluit daarom naar zijn tegenstander op zoek te gaan. Hij ontdekt dat Ralph betrokken is bij de poging van een computerstoring, een zogenoemde ‘glitch’, om de koning van Sugar Rush van zijn troon te verdrijven ...
Het leek een belachelijk idee voor een animatiefilm - hoe kun je nu een verhaal vertellen over de karakters in een computerspel? Die spelen zelf toch ook al een rol in een verhaal? Maar datzelfde zullen mensen ook hebben gedacht over Toy Story. En ook in die film lukte het aan speelgoed beweegredenen mee te geven die pasten bij speelgoed en bovendien ook nog eens aanleiding waren voor een goed verhaal. En ook de makers van Wreck-it Ralph is het gelukt. Dit is gewoon een heel goede animatiefilm. En niet alleen voor gamers. Ja, inderdaad, wie ook maar een beetje bekend is met computerspellen vindt hier hilarische verwijzingen, bijvoorbeeld in de openingsscène waarbij schurken uit onder andere Mario en Pac-Man bij elkaar komen. Ook het centraal station van het spellenparadijs is een feest van herkenning - al was het maar de verwijzing naar Pong. En Frogger. En Q-bert.
Ook hilarisch is hoe elke spelwereld is weergegeven. In de wereld van Wreck-it Ralph bewegen karakters schokkerig, als in het spel, en valt modder op de grond in een blokjespatroon, zoals de karakters in grove pixels op het scherm zijn weergegeven. Hero’s Duty is ‘high definition’ - een parodie op spellen als Halo, met verwijzingen naar de Alien-films. De wereld van Sugar Rush is dan weer helemaal opgebouwd uit snoepgoed - met bomen van zuurstokken, rivieren van chocolade, en een vulkaan van cola en mentos (hilarisch!). Dit alles is ongelofelijk goed weergegeven - het zag er uit alsof je het zo kon opeten! Let ook op de manier waarop de treinen vanuit het centraal station in elke spelwereld een eigen vorm aannemen. De film is gewoon heel mooi - ik kijk ernaar uit hem vaker te zien. En ik kon in dit geval ook de 3D zeer waarderen, bijvoorbeeld in de rijk verbeelde racescenes.
Maar vooral is deze film gewoon erg goed geschreven. Fascinerende wendingen in het verhaal, eerder geïntroduceerde elementen die op een verrassende manier terug blijken te keren, een fantasievol gebruik van de eigenschappen van de verschillende werelden (en van de kenmerken van computerspellen, inclusief ‘mini games’, ‘bonus levels’ en ‘end bosses’), en karakters met wie je kunt meeleven ook al zijn het spelpersonages. Zelfs de romance werkt. Er is duidelijk goed over nagedacht. Geen onderdeel is overbodig, maar toch is het plot niet makkelijk te raden. Ook de ‘end credits’ zijn hilarisch -vooral voor computerspelliefhebbers- die moet je zeker uitkijken!
Dit is het verhaal van een slechterik, een ‘bad guy’. Maar dat wil niet zeggen dat hij een slechte jongen is. Hij is ook geen slechterik. Hij speelt alleen de rol van slechterik. De gemeenschap waar hij deel van is, bestaat zodat kinderen het spel Fix-it Felix jr. kunnen spelen. En om dat mogelijk te maken, moet iemand elke dag de flat vernielen. Zoals er in onze wereld mensen moeten zijn die vuilins ophalen, treinstations schoonmaken, bekeuringen uitschrijven en belasting innen. Zonder hen, en zonder Ralph, zou de maatschappij niet functioneren en zouden de bewoners van de flat hun luxueuze leventje niet kunnen leiden. Maar omdat Ralph de rol van slechterik speelt, zijn mensen hem gaan behandelen als slechterik. Hij is uitschot geworden. Hij krijgt geen respect. En dat knaagt aan hem. Want zoals alle mensen verlangt Ralph ernaar om door anderen gewaardeerd te worden. Hij denkt dat hij die waardering nooit zal krijgen om wie hij zelf is. Daarom zoekt hij naar iets wat hij kan doen om gerespecteerd te worden. Fix-it Felix wordt op de schouders getild als hij een medaille krijgt. Dus denkt Ralph dat men hem hetzelfde zal behandelen als hijzelf met een medaille aan komt zetten. Hij zoekt zijn vervulling in iets buiten zichzelf.
Het is wat John Eldredge ‘the poser’ noemt - onze manier waarop we doen alsof. We zoeken onze betekenis in onze mannelijkheid, in onze intelligentie, in onze successen, maar eigenlijk doen we alsof. We houden de buitenwereld een beeld voor, een imago, maar in werkelijkheid zijn we niet zo. We zijn diep van binnen niet macho, we voelen ons stom, en we twijfelen aan ons kunnen. Daarom kan het respect dat we voor ons ‘valse zelf’ ontvangen, ons niet definitief beter over onszelf laten denken. Het biedt hooguit tijdelijk soelaas. Maar onze diepe onzekerheid wordt niet gestild, en dus moeten we nog harder werken aan het beeld dat we projecteren. Ons imago moet steeds groter worden. Tot het bouwwerk uiteindelijk instort, tot mensen zien wie we werkelijk zijn, en onze hoop om gewaardeerd te worden verloren raakt. Voor we op dit punt komen hebben we doordat we zo hard aan ons ‘valse zelf’’ werkten de mensen om ons heen en onze omgeving al onherstelbare schade toegebracht. We hebben ze namelijk niet als mensen behandeld, maar als middelen die bijdroegen aan ons imago. We hebben ze gebruikt, en ze afgestoten als ze geen nut meer voor ons hadden. Bovendien hebben we ze nooit ons eigen diepe zelf toevertrouwd, dus zelfs als we een relatie met ze hadden, was die nep, geposeerd. Dus als onze ‘valse zelf’ instort, storten ook onze relaties in. We blijven met niets over. Dit overkomt Ralph ook in de film. Hij zit in een lege flat te wachten tot de stroom wordt afgesloten. Hij heeft de medaille gevonden, maar hij heeft niet gevonden wat hij werkelijk zocht.
Een ander karakter in de film wordt ook als uitschot behandeld door de personages in haar spel. Dit keer niet vanwege haar rol, maar omdat ze een ‘glitch’ zou zijn, een storing in het programma. Ze is natuurlijk helemaal geen ‘glitch’, hoewel ze er wel een heeft. Maar heel vaak worden mensen die anders zijn dan anderen, gedefinieerd door datgene wat hen anders maakt. Ben je goed in leren? Dan wordt je een ‘stuud’. Dat is nu je identiteit. Dat je ook andere dingen kunt, en misschien veel humor hebt, wordt door je klasgenoten niet meer gezien. Heb je een lichamelijke afwijking? Dan zien mensen alleen maar de afwijking. Ze behandelen je als zieke, als gehandicapte, en niet meer als individu dat het waard is te kennen om wie hij zelf is. De film Les Intouchables gaf hiervan recent ook een mooi voorbeeld. Hoor je psychologisch niet tot de middenmoot, dan krijg je al vanaf de basisschool een ‘label’ opgeplakt en geld je vanaf dat moment als ‘een ADHD-er’, ‘een Asperger’, ‘een borderliner’. Dat waarin je mogelijk voor problemen kunt zorgen voor anderen wordt wie je bent. Dat je een eigen persoon bent met eigen voorkeuren en overtuigingen wordt niet meer gewaardeerd. Misschien willen mensen je zelfs afzonderen van de maatschappij, je buitensluiten, je inperken. En net als het karakter uit deze film wil je tegen elke prijs wel worden geaccepteerd. Dus probeer je - ook al is je racemobiel krakkemikkig en moet je hem zelf met pedalen aandrijven - aan de race mee te doen. Als je wint, dan ben je iemand. Maar ook dit karakter loopt tegen een muur aan. De omstandigheden zijn te groot, haar tegenstanders te sterk. Ze ziet haar hele wereld om haar heen vergaan.
Pas als de ‘poser’ is ontmaskerd, kan iemand zijn of haar identiteit vinden. Een identiteit die niet is gebaseerd op prestaties. Die niet is gebaseerd op doen alsof. John Eldredge schrijft dat mensen die identiteit moeten ontvangen. (Let op, ik schrijf hier in bedekte termen over het einde van de film.) Ralph ontvangt uiteindelijk zijn identiteit van een ander. Iemand ziet in hem een held. En hij besluit in overeenstemming daarmee te handelen. Ook al ziet niemand hem, ook al delft hij er zelf het onderspit door. Hij hoeft niet meer de ‘good guy’ te zijn. Hij hoeft niet meer in een penthouse te wonen. Hij hoeft zichzelf niet te bewijzen. Hij handelt uit liefde voor een ander. En dat maakt hem tot wie hij is.
Het andere karakter, de ‘glitch’, maakt ook zoiets door, als tegen alle verwachting in haar lot wordt omgedraaid. Door een ander. En dan blijkt dat ze geen ‘glitch’ in het programma is, maar dat ze een belangrijke rol speelt in het spel, ondanks haar ‘glitch’. De ‘glitch’ wordt van een zwakheid zelfs een kracht, zoals onze unieke individualiteit (die door anderen soms niet begrepen wordt), bijdraagt aan onze glorie, de indruk die we maken op de wereld.
En Fix-it Felix zelf leert door zijn reis compassie te hebben met Wreck-it Ralph doordat hij meemaakt wat Ralph al dertig jaar meemaakt, en neemt het voortaan voor hem op in zijn spel. Niet omdat Ralph de wereld gered zou hebben (hij heeft veel mensen bang gemaakt en schade veroorzaakt), maar omdat hij ziet dat Ralph een mens is zoals hij, en dus waard om met respect te worden behandeld.
Maar het verhaal is volgens mij niet helemaal compleet. Ralph moet nog steeds de ‘bad guy’ spelen. Hij wordt nog steeds elke dag van het dak gegooid. Hij koppelt daaraan niet meer zijn identiteit of zijn gevoel van eigenwaarde, maar het gebeurt nog wel. De film maakt een verbinding met de bijeenkomsten van de Anonieme Alcoholisten (zie mijn bericht over Finding Nemo), waar een van de basisuitgangspunten is dat mensen zichzelf niet kunnen veranderen. Je bent een verslaafde. Dat kun je zelf niet oplossen. Zolang je dat wel blijft proberen, zul je steeds weer terugvallen, want die pogingen zijn gebaseerd op ontkenning. Op doen alsof. Het is een pose. Echte doorbraak komt pas als je stopt met je pogingen je identiteit te veranderen.
Maar de oorspronkelijke AA was gebaseerd op christelijke uitgangspunten, en spreekt over een hogere macht die de verslaafde wel kan herstellen en veranderen. De hoop van de bijbel ligt niet alleen in acceptatie, maar in vernieuwing. Wij zullen allemaal worden veranderd, zoals Paulus in 1 Korintiers zegt. We zijn niet gedoemd om de ‘bad guy’ te blijven. We zullen niet ziek blijven. We zullen niet altijd verslaafd zijn. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waar gerechtigheid woont. God maakt alle dingen nieuw! (Niet: God maakt allemaal nieuwe dingen. - iets waar John Eldredge me op heeft gewezen). Transformatie is een belangrijk thema in de bijbel en geeft hoop. Ik vind scenes van transformatie in films dan ook vaak heel ontroerend.
Een karakter in deze film krijgt de gelegenheid tot transformatie. Van een zwerfster wordt ze een prinses. Maar ze verwerpt deze verandering en wil van haar spel zelfs een ‘constitutionele democratie’ maken. In een sprookje! C.S. Lewis zou daar wel wat tegen in te brengen hebben: we zijn als westerse mensen vergeten dat de glorie en heerlijkheid die past bij het koningschap wel degelijk betekenis heeft en niet zomaar terzijde moet worden gelegd. Dat dit karakter zo makkelijk deze eer verwerpt is een heel ‘moderne’ twist in een sprookjesverhaal, maar ondermijnt de hoopvolle boodschap van de sprookjes. Namelijk dat de weesjongen niet gedoemd is weesjongen te blijven, maar ooit koning zal worden, dat de melaatse genezen zal worden, dat de lamme zal dansen en dat de zondaar geheiligd zal worden. Dat is pas echt goed nieuws.
Een speciale vermelding tot slot voor het korte filmpje Paper Man, dat wordt afgespeeld voor de hoofdfilm. Ik ga hier verder in mijn bespreking niet op in, maar dit is een mooi en ontroerend verhaaltje over liefde op het eerste gezicht. Geanimeerd in drie dimensies terwijl het toch een tekenfilm lijkt. In stemmig bijna-zwart-wit. Ik hoop dat er meer films in deze stijl gemaakt gaan worden! Dit filmpje is in zichzelf al bijna de toegangsprijs waard.