Oxford
Torens van zand aaneengekoekt
waar mijn oog ook kijkt, achter muren
nieuwe kantelen, hoge ramen,
grote kerken, elke rand getooid
met krullen en wezens uit de geest
van jong gebleven zielen, zich
uitlevend met hun materiaal,
scheppen zelf hun loon, net als op
het strand emmers worden omgekeerd
op en naast elkaar, zorgvuldig
getransformeerd tot een kasteel
zonder te geven om de golven
die ooit komen. Ik hoop dat de zee
die ik zie rijzen, donker onder
onweerswolken, zich weer terugtrekt
en het geen springvloed blijkt, maar dat
hier schoonheid boven water blijft.