Er is een andere oever
Er is een andere oever
ook al zie ik die nu niet,
moet ik door de mist laveren
zonder baken. Varen tegen
rijen huizenhoge golven in.
Het glas beslaat. De kompasnaald
tolt voortdurend. Duizelig
word ik ervan. Het zeil wappert
en ik maak ergens water.
Ik hoor de pompen protesteren.
Toch keer ik niet om. Mijn thuis heeft mij
niets meer te bieden, dan ketens
om mijn benen. Mijn rug belast
met wat vreemden wensen en ik
mag daarin niet verdwijnen.
Maar de zee rolt dag en nacht wild
onder mij, berooft mij van mijn rust.
Ook mijn bezit ging overboord.
Mijn handen kleven aan het wiel
door wrede angst geknecht.
Er is een andere oever.
Er is een andere oever
ook al zie ik die nu niet,
moet ik door de mist laveren
zonder baken. Varen tegen
rijen huizenhoge golven in.
Het glas beslaat. De kompasnaald
tolt voortdurend. Duizelig
word ik ervan. Het zeil wappert
en ik maak ergens water.
Ik hoor de pompen protesteren.
Toch keer ik niet om. Mijn thuis heeft mij
niets meer te bieden, dan ketens
om mijn benen. Mijn rug belast
met wat vreemden wensen en ik
mag daarin niet verdwijnen.
Maar de zee rolt dag en nacht wild
onder mij, berooft mij van mijn rust.
Ook mijn bezit ging overboord.
Mijn handen kleven aan het wiel
door wrede angst geknecht.
Er is een andere oever.