zondag 22 februari 2015

Filmbespreking: Big Hero 6

‘Als ik op de mannengroep vertel dat dit een van de beste films is die ik de laatste tijd heb gezien, kijken ze me niet begrijpend aan’, aldus mijn broer met wie ik afgelopen weekeinde in de bioscoop Big Hero 6 had gekeken. Voor mij was het de tweede keer en ik had erop gestaan dat mijn broer ook een keer zou gaan. ‘Je had gelijk dat je me meesleurde’, verklaarde hij. ‘Als ik me nog een keer somber voel, moet ik eigenlijk gewoon deze film gaan kijken!’ Een van de redenen waarom ik met hem naar de bioscoop wilde, was dat de film gaat over twee broers, met een relatie die wel een beetje lijkt in de verte op die tussen ons, en omdat het gaat over een hoogbegaafd iemand die geïnspireerd wordt om met zijn talenten aan de slag te gaan, en omdat de film een lofzang is op het nerd-zijn. Alle aspecten van het ‘geek’ zijn komen zo ongeveer aan bod! Niet alleen blijkt enthousiasme over wetenschap en techniek te helpen de wereld een betere plek te maken, het blijkt ook mensen bij elkaar te brengen om een gemeenschap te vormen. En een voorliefde voor fantastische verhalen blijkt te helpen bij het herkennen wat er aan de hand is in je leven. En dat alles verpakt in knap geanimeerde beelden, met humor, spanning en gave concepten. Het is een film waar kinderen om moeten lachen (de fysieke humor van onhandige robot Baymax), maar een waar volwassenen ontroerd door zullen raken (de zenuwen van de hoofdpersoon voor een presentatie, de rouw om een overleden familielid, hoe ver iemand gaat om zijn pijn te vergelden). Mocht je net als de mannen in de groep van mijn broer een vooroordeel hebben tegen het animatiegenre of tegen Disneyfilms, laat dat dan snel varen en kijk deze film. Als je ook maar een beetje nerdy of geeky bent, garandeer ik een goede avond. En blijf vooral zitten tot na de aftiteling!

Hiro Hamada is op zijn dertiende al klaar met de middelbare school. Maar in plaats van door te studeren - op de universiteit kunnen ze hem toch niets vertellen wat hij niet al weet - houdt hij zich bezig met robotgevechten. Zijn tante, bij wie hij woont samen met zijn oudere broer Tadashi, stelt dat niet bepaald op prijs. Tadashi is ook niet zo enthousiast over de carrièrekeuze van zijn broertje. Hij neemt hem daarom mee naar zijn ‘nerd-school’, de technische opleiding onder professor Callaghan, waar Hiro onder de indruk raakt van de verschillende projecten. En vooral van het werk van zijn broer: de robot Baymax, bedoeld voor eerste hulp bij ongelukken. Enthousiast probeert Hiro ook op deze school toegelaten te worden. Zijn demonstratie is een succes, maar direct daarna gebeurt er een ramp. Niet alleen wordt Hiro’s toelatingsproject vernietigd, ook komen zowel professor Callaghan als Tadashi om het leven. Rouwend sluit Hiro zich op zijn kamer op, zonder motivatie om met zijn opleiding te beginnen. De klap was te groot. De sombere dagen rijgen zich aaneen, tot hij op een dag per ongeluk de robot Baymax activeert. Die neemt het op zich Hiro weer vrolijker te maken. Bovendien ontdekt hij dat het project van Hiro niet totaal verdwenen is, een mysterieuze man in een masker heeft het zich toegeëigend voor mysterieuze doeleinden. Zou deze man ook achter de ramp zitten die zijn broer het leven kostte? Met de hulp van zijn robot en de vrienden van zijn broer gaat Hiro op onderzoek uit. Hij ontdekt al snel dat een symbool van een rode vogel centraal staat in het mysterie …

Een van de belangrijkste thema’s in deze film is het verlies van een geliefde en hoe je daar op goede en op verkeerde manieren mee kunt omgaan. In dit opzicht lijkt de film sterk op een andere gave SF-film van deze zomer: Guardians of the Galaxy. Zachtaardige robot Baymax heeft zelfs enkele overeenkomsten met vriendelijke boom Groot, tot aan zijn rol in de ontknoping toe. En net als in die film, blijkt ook hier een gemeenschap van verschillende mensen die hun eigen leven voor elkaar in de waagschaal stellen een grote hulp bij het omgaan met verlies van de hoofdpersoon. Er zit zelfs een omhelzing in. Omdat ik in mijn bespreking van Guardians of the Galaxy hier al uitgebreid op ben ingegaan, laat ik het onderwerp in dit blogbericht verder rusten.
Bovendien realiseerde ik dat er nog een ander belangrijk thema in deze film schuilt. Het hart van de film is namelijk niet grappige robot Baymax of opstandige Hiro, maar oudste broer Tadashi. Hij heeft het hart op de juiste plek. Hij redt Hiro als hij in gevaar is, zelfs als hij ervoor in de gevangenis moet zitten, inspireert Hiro om iets van zijn leven te maken, en helpt hem om aan de universiteit te worden toegelaten. En als professor Callaghan in het vuur dreigt om te komen, aarzelt hij niet, maar gaat hij het brandende gebouw in om de man te redden. En dat hijzelf daarbij gevaar loopt, houdt hem niet tegen. Iemand moet het doen. Als Tadashi inderdaad om het leven komt, valt Hiro vanzelfsprekend in een gat. Door de bemoediging van zijn broer stond hij op het punt iets van zijn leven te gaan maken, maar nu is die bron van positiviteit weggevallen. Hij leefde voor Tadashi. Welke motivatie is er nu nog voor Hiro om door te gaan? Waarom zou hij niet terug gaan in de wereld van het robotvechten? Hij laat de aanmelding voor de universiteit in de prullenmand vallen. Dan wordt robot Baymax geactiveerd. Die zegt tegen Hiro vol overtuiging: ‘Tadashi is hier.’ Hiro slaat een diepe zucht. Iedereen probeert hem op te beuren, door te zeggen dat Tadpashi niet echt verdwenen is, zolang mensen aan hem denken. Maar dat is een stoplap. Dood is dood. Tadashi komt niet terug en Hiro zal met dat gemis moeten leven. Maar Baymax blijft volhouden: ‘Tadashi is hier!’
Pas later ontdekt Hiro wat Baymax bedoelde (en dit is natuurlijk eigenlijk een ‘spoiler’): in zijn kerncomputer, op de plek van zijn hart, bevindt zich een programmakaart, waarop de naam van Tadashi staat. Baymax heeft het hart van Tadashi. Niet alleen omdat hij zo geprogrammeerd is. Dat wordt duidelijk als Baymax videobeelden laat zien, door hem gemaakt terwijl Hiro’s broer aan hem werkte. Keer op keer probeert Tadashi de robot op te starten, maar steeds gaat er iets mis. De jonge raakt echter niet gefrustreerd. ‘Ik geef het niet op’, zegt hij tegen de robot. ‘Ik hou vol’. En na 85 pogingen is het gelukt! De robot werkt! Tadashi omhelst hem. ‘Ik ben zo blij met je,’ zegt hij vol overtuiging. ‘Jij gaat zoveel mensen helpen!’
Bij het zien van die beelden raakt Hiro ontroerd. Hij had geprobeerd de programmering van de robot te omzeilen, het apparaat te programmeeren met haat, om wraak te nemen op de aanstichter van de brand. Maar nu realiseert hij zich dat Tadashi dat helemaal niet gewild zou hebben. Via de robot Baymax leert hij het karakter van zijn broer nog beter kennen. En hij besluit af te zien van zijn geplande wraakactie. Als hij uiteindelijk tegenover de slechterik van het verhaal komt te staan, gebruikt hij de woorden van Baymax: ‘Wij zijn niet geprogrammeerd om mensen schade toe te brengen’. Hij rekent de schurk in, maar neemt geen wraak. En hij wordt een superheld, samen met zijn vrienden, omdat zijn broer heel veel mensen wilde helpen. ‘En dat is wat wij gaan doen’.
Tadashi is dus inderdaad niet verdwenen. Zijn opoffering, zijn liefde, zijn hulpvaardigheid leven door, eerst in Baymax, maar daarna ook in Hiro. En via hen verspreiden ze zich weer naar anderen.

Wat ik besefte bij het kijken van de film, was hoe dit licht werpt op het evangelie. Jezus is er immers ook niet meer. Hij is gestorven, net als Tadashi. En hij is dan wel uit de dood opgestaan en naar de hemel gegaan, maar hij is niet meer onder ons. Al bijna tweeduizend jaar niet meer. Oh, misschien hebben we ervaringen het het luisteren naar Gods stem, en merken we zijn aanwezigheid soms in een kerkdienst. Of in het lezen van de bijbel. Maar de afstand blijft. Hij is niet meer hier. We zijn achtergebleven, zonder Hem. En als predikers, met de bijbel trouwens, zeggen dat Hij er nog steeds is, wat kunnen ze dan bedoelen? Gemeenplaatsen zijn er genoeg, en voor mij hebben ze nooit gewerkt. Ik kan me wel heel erg gaan proberen ervan te overtuigen dat ik zijn aanwezigheid voel, ik ben me altijd bewust dat ik mezelf aan het overtuigen ben. Dat kan het niet zijn.
Maar de bijbel belooft dat we niet als wezen zijn achtergelaten. En dat geloof ik. In een heel reëel wijze kunnen we Jezus nog steeds ontmoeten. Niet op een zweverige, bovennatuurlijke manier. Maar heel tastbaar, concreet. Namelijk in de onvoorwaardelijke, opofferende liefde van anderen. Baymax had de liefde van Tadashi geïnternaliseerd, en op het moment dat hij Hiro omhelsde, ervoer Hiro de liefde van zijn broer, door Baymax heen. Tadashi had de moed niet opgegeven Baymax aan de praat te krijgen. Net zo hardnekkig geeft Baymax de moed niet op om Hiro weer in beweging te krijgen. En zo gaat het ook met Jezus. Hij had mensen lief, zo dat hij zelfs bereid was te sterven in plaats van wraak op ze te nemen. Hij offerde zich op, ging tot het uiterste. En die liefde veranderde levens. Bracht mensen ertoe zelf ook anderen lief te hebben. Want dat was waar Jezus toe oproep. Heb god lief boven alles en je naaste als jezelf. Heb zelfs je vijanden lief en bid voor wie je vervolgen. Wie liefheeft kent God, wie niet liefheeft, kent God niet. En door de liefde van deze mensen (en de liefde van iedereen die op gelijke wijze liefheeft, ook zonder in Jezus te geloven) wordt de liefde van Jezus zichtbaar. Niet theoretisch, niet zweverig, maar concreet. Tastbaar. Hij is hier. Waar twee of drie samen zijn in zijn naam, is hij in het midden. Zijn liefde wordt zichtbaar in de sacramenten, brood en wijn. Maar ook in onze liefde. Waar iemand een ander omhelst om hem of haar te troosten, daar is hij. Als iemand een ander een glas water geeft, daar is hij. Waar iemand vooroordelen overwint, of de tweede mijl voor iemand gaat. Daar is hij. En die concrete liefde verandert ons. Als christenen denken we vaak dat intellectuele kennis ons verandert, of overtuigingen. Maar dat is niet zo. Kennis maakt opgeblazen. De liefde sticht. God is liefde. Dus waar liefde is, is Hij.
De liefde van een ander voor ons, is wat ons er eindelijk toe kan brengen onszelf te accepteren, ongezonde patronen te doorbreken, en zelf ook anderen te gaan zien als waardevol. En ze te gaan liefhebben. En als we dat doen, wordt Jezus in ons zichtbaar voor anderen. Zoals de natuur van Tadashi aan het eind van de film zichtbaar is geworden in Hiro, en zijn vrienden (een mooi beeld van de kerk, als je dat erin wilt zien), zo wordt de natuur van Jezus in ons zichtbaar, daar waar wij gaan liefhebben. Als moslims een cordon vormen rond een synagoge, daar wordt de natuur van Jezus zichtbaar. Waar een leraar een leerling uit een achterstandswijk helpt, waar een collega een arm om de schouders krijgt, of iemand moeite doet iets voor een ander uit te zoeken, daar wordt de natuur van Jezus zichtbaar. En die liefde verandert anderen, op sacramentele wijze, en maakt dat het leven van Jezus verspreid wordt.
Ik vond het prachtig dat in deze film zo belichaamd te zien.

Natuurlijk wordt ook het tegenovergestelde zichtbaar in de film. Er is in deze film iemand die zijn dochter verloren heeft. Bij een verschrikkelijke ramp. En hij wil wraak nemen. Zou je dochter dat gewild hebben? vraagt iemand aan hem. Het kan hem niet schelen. Ze is er niet meer. Wat het laat zien, is dat zijn leven draait om hemzelf, en niet om anderen. Zelfs niet om zijn dochter. Want (en dit verklapt misschien een beetje van het einde van de film) in dit geval was zij niet werkelijk verdwenen. Niet zoals Tadashi. Hij had haar terug kunnen vinden. Maar door op zijn eigen verdriet te focussen, door wraak te eisen, door een ander naar beneden te willen halen, loopt hij de kans mis met haar verenigd te worden. Hij raakt haar kwijt door zijn ‘entitlement’. En dat is het tragische lot wat wij lopen door ons als christenen beter te vinden dan anderen, door de waarheid toe te eigenen, door anderen te oordelen in naam van ons geloof als ze anders zijn dan wij. We lopen op die manier Jezus mis. We gebruiken zijn naam wel, maar de natuur van Jezus zijn we kwijt. Dat moeten we niet laten gebeuren.

woensdag 18 februari 2015

Gedicht: Hazen

Hazen

Ik zag twee hazen
uit de trein vanochtend
op het gras. De lucht
was goudgekleurd
gespiegeld in de rijp
en de verstilde sloten.
Stijf stonden de bomen
adem ingehouden
wachtend. Maar ik raasde
door het land, zag niet
waar zij op hoopten,
opgesloten achter
het glas. Ik leef nu
in mijn herinnering.

donderdag 5 februari 2015

Gedicht: Het mooiste geluid

Het mooiste geluid

Het mooiste geluid
vind ik knerpende sneeuw 
onder mijn schoenen
in de morgen. Pastel
kleurt de hemel
boven de daken.
Adem wit, neus koud,
maar de wind blijft verstopt
achter zwarte bomen.

De straat is niet zichzelf:
hoewel vertrouwd toch
wonderlijk vernieuwd.
En deze heil'ge grond
betreed ik. Kijk niet 
hoe ik ben gekomen
-onuitwisbaar spoor-
maar volg mijn verlangen
met elke stap vooruit.