Voorlente
Ja, de lucht is blauw.
Na lange dagen regen
en wind verschijnt de zon
kleurt gras weer groen en schept
onder bruggen glanspatronen.
Maakt kale takken mooi.
Ik zie het ook en warm
verstijfde ledematen.
Maar het wist niet uit
de woorden over het klimaat,
uitgestorven soorten
nieuwe ziekten, diepzeevuil.
Ze staren zwart op wit
me aan. Beschuldigend.
Het is niet ongedaan
te maken, dit verlies.
Er bloeien inderdaad al
bloemen. Speenkruid, krokus
laten mij niet onberoerd.
Ik kan heus genieten
van wat is. Maar wat was
komt niet terug. Verdriet
is ook reƫel. De winter
is nog niet voorbij.
Ja, de lucht is blauw.
Na lange dagen regen
en wind verschijnt de zon
kleurt gras weer groen en schept
onder bruggen glanspatronen.
Maakt kale takken mooi.
Ik zie het ook en warm
verstijfde ledematen.
Maar het wist niet uit
de woorden over het klimaat,
uitgestorven soorten
nieuwe ziekten, diepzeevuil.
Ze staren zwart op wit
me aan. Beschuldigend.
Het is niet ongedaan
te maken, dit verlies.
Er bloeien inderdaad al
bloemen. Speenkruid, krokus
laten mij niet onberoerd.
Ik kan heus genieten
van wat is. Maar wat was
komt niet terug. Verdriet
is ook reƫel. De winter
is nog niet voorbij.