Een paar punten waarom ik zo enthousiast ben over de anglicaanse kerk (in willekeurige volgorde).
- De aandacht voor schrijvers en filosofen in de dienst (citaten van Tolkien, Lewis en Kierkegaard, maar ook Peanuts). Het is een kerk waar ruimte is voor intellect en creativiteit.
- Een paar van mijn favoriete schrijvers zijn anglicaans. N.T. Wright, John Stott, C.S. Lewis, Adrian Plass, Alistair McGrath - om er een paar te noemen. Maar vlak voordat ik voor het eerst naar de anglicaanse kerk ging, las ik een boek van Brenee Brown over schaamte en kwetsbaarheid. Ik ontdekte dat zij ook een anglicaanse kerk bezocht. De wetenschap dat iemand uit deze kerk zo over kwetsbaarheid kon schrijven, maakte dat ik er ook meer vertrouwen in kreeg. Verder ontdekte ik dat een van de filmrecensenten die ik volg (van de One Minute Reviews) een anglicaanse voorganger is. In zo’n gezelschap voel ik me wel thuis! Zo wie zo komen de meeste andere schrijvers die ik graag lees uit een liturgische, sacramentele kerk (katholiek, orthodox, presbyteriaans, episcopaal-luthers): J.R.R. Tolkien, G.K Chesterton, Peter Kreeft, George McDonald, John C. Wright, Gene Wolfe, Brennan Manning en Madeleine L’Engle, maar ook iemand als Robert Farrar Capon.
- Ik hoef in deze kerk niet volmaakt te zijn. Sterker nog, men gaat ervan uit dat ik niet volmaakt ben. De dienst begint met een collectieve schuldbelijdenis, waarna de vergeving van God wordt uitgesproken. Wat ik benoem als ‘het verhaal van de zwakheid’, wordt hier beleefd.
- Het sacramentele denken (dat ook aansluit bij ‘het verhaal van de zwakheid’, dat ervan uitgaat dat God het is die in ons werkt, die ons uit de dood opwekt). Dit uit zich in het feit dat wekelijks het avondmaal wordt gevierd, en dat het avondmaal niet wordt gezien als alleen een symbool dat ons helpt terugdenken aan het offer van Jezus, maar als werkelijk representatief voor het offer van Christus. Delen in het avondmaal is op een reële manier het ontvangen van het lichaam en het bloed van Christus, en bewerkt daarom ook de verandering van de verlossing. Maar dat is niet het enige waardoor God werkt. God werkt ook door de schrift heen! Het woord wordt gelezen, niet zodat wij ermee aan de slag kunnen gaan, maar zodat het Woord (met hoofdletter) door het woord in ons kan werken. Daarom gaat men er ook bij staan. Zo zijn er meer punten waarbij het duidelijk is dat het er niet om gaat wat wij voor God kunnen of moeten doen, maar om het ontvangen wat God voor ons heeft gedaan en nog steeds doet.
- Mooi is daarom steeds de houding van het ontvangen. Bijvoorbeeld bij het deelnemen aan het avondmaal. Het raakt me echt om dat weer elke week te kunnen doen. En niet door (zoals bij de evangelische kerk die ik bezocht) bij een kruis te knielen en zelf brood en wijn te pakken, maar door brood en wijn te ontvangen. Het raakt me dat ik alleen mijn handen hoef te openen en dat het brood erin wordt gelegd met de woorden ‘Het lichaam van Christus’. En ik hoef alleen maar ‘Amen’ te zeggen. Geen ‘dank je wel’, want het gaat niet om degene die het brood geeft, maar alleen ‘amen’ - ‘zo is het’. De verlossing is iets dat Christus geeft, waar ik alleen maar mijn handen voor hoef te openen. Ik hoef het niet zelf te doen. En dat wordt in deze vorm heel duidelijk.
- Ik vind de liederen mooi. Ze draaien niet om onze reactie op het evangelie (zoals veel van de opwekkingsliederen). Ze uiten niet dat ikzelf blij of dankbaar ben, of enthousiast, of gelovig. Ze gaan over het werk van God, het werk van Christus, het werk van de Heilige Geest. Ze gaan over het goede nieuws. En ik kan ze zingen hoe ik mij ook voel! Ik kan ze zingen als belijdenis van de waarheid. Niet over mijn eigen gevoel (want dat is vaak niet zo zoals het in evangelische liederen wordt beschreven), maar de waarheid over Christus.
- Dit geldt voor de liturgie in het algemeen. Die bestaat voor grote delen (waar het niet gaat om het ‘ontvangen’) uit het samen met alle heiligen uitspreken van de waarheid, bijvoorbeeld in de geloofsbelijdenis, of in de lofprijzing. Elke zondag opnieuw spreek ik uit wat ik geloof. Dat Jezus is gestorven, dat hij is opgestaan, dat hij aan de rechterhand van de vader zit. Ik spreek uit dat God naar ons toe alleen maar genadig is. Ik spreek uit dat ik uitzie naar de opstanding en de wereld die komt (elke zondag minstens twee keer!).
- Wat ik vroeger dacht over liturgie, dat het door de herhaling een ‘vormpje’ wordt, dat niet echt meer zou worden beleefd door de mensen, wordt hier wel ontkracht. Ik let steeds op op de voorgangers. Maar die spreken de woorden elke keer uit vol overtuiging. Prachtig! Het zijn voor hen geen ‘dode’ maar ‘levende’ waarheden. Ze spreken over een realiteit waar ze volledig achter staan. Hier is geen woord vrijzinnigheid bij.
- Tegelijkertijd geloof ik dat waarheden juist door herhaling werkelijk deel van ons gaan uitmaken. Ze zijn nog niet tot je doorgedrongen als je ze een keer hebt gehoord en hebt beaamd. Intellectuele instemming is niet voldoende. Ze moeten landen in je hart en je leven gaan bepalen. Hier is het niet voldoende een keer het evangelie te horen, het evangelie moet steeds opnieuw worden ontvangen. Daarom zijn rituelen zo belangrijk!
- Het diverse gezelschap: de aanbidding is hier daadwerkelijk ‘uit elk geslacht en stam en volk en natie’. Engelsen, Amerikanen en Nederlanders zitten naast Indiers en mensen uit Afrika. En bovendien hebben we vrouwelijke voorgangers en sprekers. Hier wordt in praktijk gebracht dat er in Christus geen onderscheid is tussen man en vrouw, slaaf en vrije, jood en griek.
- Ik hoor elke zondag twee tot drie schriftgedeeltes (waarvan een uit een van de evangelien), die ik trouw meelees, en ik zing een van de psalmen mee, en daarnaast is een groot deel van de liturgie geciteerd uit de bijbel. Het mooie is dat er een kerkelijk jaar wordt gevolgd, waardoor door het jaar een groot deel van de bijbel aan bod komt, en de belangrijke momenten van het geloof allemaal aandacht krijgen!
- Verder is er bijna elke zondag gebed, voor de kerk, voor zieken, voor zendelingen. En eens per maand is er de mogelijkheid gebed te ontvangen voor genezing en heelheid. Veel mensen maken hier gebruik van, wat mooi is om te zien. Dat herinnert me eraan dat Leanne Payne, en Lin Button (die in Nederland conferenties verzorgt over innerlijke genezing), ook uit de Anglicaanse kerk afkomstig zijn. En Martin Tensen die deze conferenties organiseert bezoekt ook een anglicaanse kerk. Genezing en herstel wordt in deze kerk serieus genomen!
- Ook in de preken hoor ik het evangelie. Tot nu toe werd in elke preek expliciet verteld dat Jezus is gestorven en opgestaan. En in bijna elke preek werd de nadruk gelegd op de liefde van God voor elk van ons. Afgelopen zondag nog stelde de leider van de dienst dat het allemaal draaide om Jezus, dat hij degene is waar het om gaat in het christelijk geloof. En de spreekster legde er de nadruk op dat God ieder van ons liefheeft, niet als deel van een collectief, maar als individu, zoals we zijn. Het is de boodschap die langzaam bij me komt binnendruppelen. Dit is een plek waar ik kan leren het eindelijk te geloven, dat ik de geliefde van God ben.
- De hele drie-eenheid komt aan de orde in de diensten. God de Vader, de Zoon en ook de Heilige Geest. Ze hebben alle drie een belangrijke plek. En, een punt dat mijn verloofde inbracht: aan alle aspecten van God wordt aandacht besteed - God als Vader, maar ook God als Koning, of als Rechter. Er is ruimte voor ontzag, maar ook voor intimiteit. Dat evenwicht is mooi!
- De nadruk op schoonheid en mysterie, in de symbolen, maar ook in het mooie kerkgebouw, met een prachtige tuin, vlak bij de Scheveningse bosjes, in het prachtige gebrandschilderde raam, maar ook in de muziek! Het orgel speelt onder andere muziek van Bach. Er is een koor dat prachtig zingt. Soms zijn er andere instrumenten (viool, piano). Muziek (ook zonder tekst) wordt als belangrijk gezien. Schoonheid is voor mij een belangrijk thema. Schoonheid communiceert iets over de natuur van God, zonder dat het uitgelegd hoeft te worden. Ik merk dat dit een plek is waar dat herkend en gewaardeerd wordt. Geen wonder dat veel kunstenaars uit sacramentele, liturgische tradities komen. Ik sprak laatst met een kennis die ik ooit op het Flevofestival heb ontmoet waar ze een workshop tekstschrijven gaf. Ze blijkt voorgangster te zijn in een presbyteriaanse kerk. En ook zij gaf aan dat de ruimte voor schoonheid en mysterie daar heel belangrijk is. God werkt in mysterieuze wegen, die niet altijd voor ons in woorden te vatten zijn. En dat moeten we ook niet altijd proberen.
- De vriendelijkheid van de mensen. Dit kan misschien aan de Engelse volksaard liggen, maar er zijn veel mensen in deze kerk met een heel rustige, vriendelijke natuur. Bianca en ik werden direct verwelkomd, men vroeg geïnteresseerd naar ons en onze interesses, en de volgende keer werden we herkend. Zonder dat er direct druk op ons werd gelegd. Dit voelde heel verwelkomend. En ik geloof dat het minstens voor een deel voortkomt uit de theologie van deze kerk, en wat ze geloven over de liefde van God, die naar ons toe alleen maar genade is.
- De oproepen voor vrijwilligers komen bovendien niet manipulerend over, eerder uitnodigend (misschien kan ik me ook eens inzetten) en de collecte wordt niet aangekondigd. Soms heb ik niet eens door dat het al zover is. Ik voel me nergens toe gedwongen.
- Mooi onderdeel van de dienst: elkaar de zegen van God toewensen. De mensen om je heen de hand schudden, in de ogen kijken, en de zegen van God toewensen. Prachtig. Mijn verloofde zei dat ze dat vroeger ook het mooiste onderdeel vond van de katholieke kerk.
Bij deze opsomming zal ik sommige mooie dingen nog vergeten zijn, maar het is denk ik genoeg om te snappen waarom mijn verloofde en ik na vijf diensten nog steeds enthousiast zijn. We hebben een geestelijk thuis gevonden. Geen wonder dat ik dus nog even in de ‘cage phase’ zit. Uiteindelijk zal ik ook wel punten zien die een beetje ‘schuren’ (er is altijd wel wat), en ik zal me daar niet door van mijn stuk proberen te laten brengen, maar ik vermoed dat die niet zullen opwegen tegen wat ik hierboven opsomde. In elk geval heb ik er zin in komende zondag weer te gaan!
Aandachtige lezers van mijn blog hebben vast herkend dat wat mijn aanspreekt in de anglicaanse kerk aansluit bij wat ik de afgelopen jaren op mijn blog heb geschreven over mijn worsteling met de (evangelische) kerk en mijn zoektocht naar God en zijn genade. In een volgend bericht wil ik terugkijken op die zoektocht en een paar van mijn eerdere blogberichten citeren die licht werpen op mijn reis!
- De aandacht voor schrijvers en filosofen in de dienst (citaten van Tolkien, Lewis en Kierkegaard, maar ook Peanuts). Het is een kerk waar ruimte is voor intellect en creativiteit.
- Een paar van mijn favoriete schrijvers zijn anglicaans. N.T. Wright, John Stott, C.S. Lewis, Adrian Plass, Alistair McGrath - om er een paar te noemen. Maar vlak voordat ik voor het eerst naar de anglicaanse kerk ging, las ik een boek van Brenee Brown over schaamte en kwetsbaarheid. Ik ontdekte dat zij ook een anglicaanse kerk bezocht. De wetenschap dat iemand uit deze kerk zo over kwetsbaarheid kon schrijven, maakte dat ik er ook meer vertrouwen in kreeg. Verder ontdekte ik dat een van de filmrecensenten die ik volg (van de One Minute Reviews) een anglicaanse voorganger is. In zo’n gezelschap voel ik me wel thuis! Zo wie zo komen de meeste andere schrijvers die ik graag lees uit een liturgische, sacramentele kerk (katholiek, orthodox, presbyteriaans, episcopaal-luthers): J.R.R. Tolkien, G.K Chesterton, Peter Kreeft, George McDonald, John C. Wright, Gene Wolfe, Brennan Manning en Madeleine L’Engle, maar ook iemand als Robert Farrar Capon.
- Ik hoef in deze kerk niet volmaakt te zijn. Sterker nog, men gaat ervan uit dat ik niet volmaakt ben. De dienst begint met een collectieve schuldbelijdenis, waarna de vergeving van God wordt uitgesproken. Wat ik benoem als ‘het verhaal van de zwakheid’, wordt hier beleefd.
- Het sacramentele denken (dat ook aansluit bij ‘het verhaal van de zwakheid’, dat ervan uitgaat dat God het is die in ons werkt, die ons uit de dood opwekt). Dit uit zich in het feit dat wekelijks het avondmaal wordt gevierd, en dat het avondmaal niet wordt gezien als alleen een symbool dat ons helpt terugdenken aan het offer van Jezus, maar als werkelijk representatief voor het offer van Christus. Delen in het avondmaal is op een reële manier het ontvangen van het lichaam en het bloed van Christus, en bewerkt daarom ook de verandering van de verlossing. Maar dat is niet het enige waardoor God werkt. God werkt ook door de schrift heen! Het woord wordt gelezen, niet zodat wij ermee aan de slag kunnen gaan, maar zodat het Woord (met hoofdletter) door het woord in ons kan werken. Daarom gaat men er ook bij staan. Zo zijn er meer punten waarbij het duidelijk is dat het er niet om gaat wat wij voor God kunnen of moeten doen, maar om het ontvangen wat God voor ons heeft gedaan en nog steeds doet.
- Mooi is daarom steeds de houding van het ontvangen. Bijvoorbeeld bij het deelnemen aan het avondmaal. Het raakt me echt om dat weer elke week te kunnen doen. En niet door (zoals bij de evangelische kerk die ik bezocht) bij een kruis te knielen en zelf brood en wijn te pakken, maar door brood en wijn te ontvangen. Het raakt me dat ik alleen mijn handen hoef te openen en dat het brood erin wordt gelegd met de woorden ‘Het lichaam van Christus’. En ik hoef alleen maar ‘Amen’ te zeggen. Geen ‘dank je wel’, want het gaat niet om degene die het brood geeft, maar alleen ‘amen’ - ‘zo is het’. De verlossing is iets dat Christus geeft, waar ik alleen maar mijn handen voor hoef te openen. Ik hoef het niet zelf te doen. En dat wordt in deze vorm heel duidelijk.
- Ik vind de liederen mooi. Ze draaien niet om onze reactie op het evangelie (zoals veel van de opwekkingsliederen). Ze uiten niet dat ikzelf blij of dankbaar ben, of enthousiast, of gelovig. Ze gaan over het werk van God, het werk van Christus, het werk van de Heilige Geest. Ze gaan over het goede nieuws. En ik kan ze zingen hoe ik mij ook voel! Ik kan ze zingen als belijdenis van de waarheid. Niet over mijn eigen gevoel (want dat is vaak niet zo zoals het in evangelische liederen wordt beschreven), maar de waarheid over Christus.
- Dit geldt voor de liturgie in het algemeen. Die bestaat voor grote delen (waar het niet gaat om het ‘ontvangen’) uit het samen met alle heiligen uitspreken van de waarheid, bijvoorbeeld in de geloofsbelijdenis, of in de lofprijzing. Elke zondag opnieuw spreek ik uit wat ik geloof. Dat Jezus is gestorven, dat hij is opgestaan, dat hij aan de rechterhand van de vader zit. Ik spreek uit dat God naar ons toe alleen maar genadig is. Ik spreek uit dat ik uitzie naar de opstanding en de wereld die komt (elke zondag minstens twee keer!).
- Wat ik vroeger dacht over liturgie, dat het door de herhaling een ‘vormpje’ wordt, dat niet echt meer zou worden beleefd door de mensen, wordt hier wel ontkracht. Ik let steeds op op de voorgangers. Maar die spreken de woorden elke keer uit vol overtuiging. Prachtig! Het zijn voor hen geen ‘dode’ maar ‘levende’ waarheden. Ze spreken over een realiteit waar ze volledig achter staan. Hier is geen woord vrijzinnigheid bij.
- Tegelijkertijd geloof ik dat waarheden juist door herhaling werkelijk deel van ons gaan uitmaken. Ze zijn nog niet tot je doorgedrongen als je ze een keer hebt gehoord en hebt beaamd. Intellectuele instemming is niet voldoende. Ze moeten landen in je hart en je leven gaan bepalen. Hier is het niet voldoende een keer het evangelie te horen, het evangelie moet steeds opnieuw worden ontvangen. Daarom zijn rituelen zo belangrijk!
- Het diverse gezelschap: de aanbidding is hier daadwerkelijk ‘uit elk geslacht en stam en volk en natie’. Engelsen, Amerikanen en Nederlanders zitten naast Indiers en mensen uit Afrika. En bovendien hebben we vrouwelijke voorgangers en sprekers. Hier wordt in praktijk gebracht dat er in Christus geen onderscheid is tussen man en vrouw, slaaf en vrije, jood en griek.
- Ik hoor elke zondag twee tot drie schriftgedeeltes (waarvan een uit een van de evangelien), die ik trouw meelees, en ik zing een van de psalmen mee, en daarnaast is een groot deel van de liturgie geciteerd uit de bijbel. Het mooie is dat er een kerkelijk jaar wordt gevolgd, waardoor door het jaar een groot deel van de bijbel aan bod komt, en de belangrijke momenten van het geloof allemaal aandacht krijgen!
- Verder is er bijna elke zondag gebed, voor de kerk, voor zieken, voor zendelingen. En eens per maand is er de mogelijkheid gebed te ontvangen voor genezing en heelheid. Veel mensen maken hier gebruik van, wat mooi is om te zien. Dat herinnert me eraan dat Leanne Payne, en Lin Button (die in Nederland conferenties verzorgt over innerlijke genezing), ook uit de Anglicaanse kerk afkomstig zijn. En Martin Tensen die deze conferenties organiseert bezoekt ook een anglicaanse kerk. Genezing en herstel wordt in deze kerk serieus genomen!
- Ook in de preken hoor ik het evangelie. Tot nu toe werd in elke preek expliciet verteld dat Jezus is gestorven en opgestaan. En in bijna elke preek werd de nadruk gelegd op de liefde van God voor elk van ons. Afgelopen zondag nog stelde de leider van de dienst dat het allemaal draaide om Jezus, dat hij degene is waar het om gaat in het christelijk geloof. En de spreekster legde er de nadruk op dat God ieder van ons liefheeft, niet als deel van een collectief, maar als individu, zoals we zijn. Het is de boodschap die langzaam bij me komt binnendruppelen. Dit is een plek waar ik kan leren het eindelijk te geloven, dat ik de geliefde van God ben.
- De hele drie-eenheid komt aan de orde in de diensten. God de Vader, de Zoon en ook de Heilige Geest. Ze hebben alle drie een belangrijke plek. En, een punt dat mijn verloofde inbracht: aan alle aspecten van God wordt aandacht besteed - God als Vader, maar ook God als Koning, of als Rechter. Er is ruimte voor ontzag, maar ook voor intimiteit. Dat evenwicht is mooi!
- De nadruk op schoonheid en mysterie, in de symbolen, maar ook in het mooie kerkgebouw, met een prachtige tuin, vlak bij de Scheveningse bosjes, in het prachtige gebrandschilderde raam, maar ook in de muziek! Het orgel speelt onder andere muziek van Bach. Er is een koor dat prachtig zingt. Soms zijn er andere instrumenten (viool, piano). Muziek (ook zonder tekst) wordt als belangrijk gezien. Schoonheid is voor mij een belangrijk thema. Schoonheid communiceert iets over de natuur van God, zonder dat het uitgelegd hoeft te worden. Ik merk dat dit een plek is waar dat herkend en gewaardeerd wordt. Geen wonder dat veel kunstenaars uit sacramentele, liturgische tradities komen. Ik sprak laatst met een kennis die ik ooit op het Flevofestival heb ontmoet waar ze een workshop tekstschrijven gaf. Ze blijkt voorgangster te zijn in een presbyteriaanse kerk. En ook zij gaf aan dat de ruimte voor schoonheid en mysterie daar heel belangrijk is. God werkt in mysterieuze wegen, die niet altijd voor ons in woorden te vatten zijn. En dat moeten we ook niet altijd proberen.
- De vriendelijkheid van de mensen. Dit kan misschien aan de Engelse volksaard liggen, maar er zijn veel mensen in deze kerk met een heel rustige, vriendelijke natuur. Bianca en ik werden direct verwelkomd, men vroeg geïnteresseerd naar ons en onze interesses, en de volgende keer werden we herkend. Zonder dat er direct druk op ons werd gelegd. Dit voelde heel verwelkomend. En ik geloof dat het minstens voor een deel voortkomt uit de theologie van deze kerk, en wat ze geloven over de liefde van God, die naar ons toe alleen maar genade is.
- De oproepen voor vrijwilligers komen bovendien niet manipulerend over, eerder uitnodigend (misschien kan ik me ook eens inzetten) en de collecte wordt niet aangekondigd. Soms heb ik niet eens door dat het al zover is. Ik voel me nergens toe gedwongen.
- Mooi onderdeel van de dienst: elkaar de zegen van God toewensen. De mensen om je heen de hand schudden, in de ogen kijken, en de zegen van God toewensen. Prachtig. Mijn verloofde zei dat ze dat vroeger ook het mooiste onderdeel vond van de katholieke kerk.
Bij deze opsomming zal ik sommige mooie dingen nog vergeten zijn, maar het is denk ik genoeg om te snappen waarom mijn verloofde en ik na vijf diensten nog steeds enthousiast zijn. We hebben een geestelijk thuis gevonden. Geen wonder dat ik dus nog even in de ‘cage phase’ zit. Uiteindelijk zal ik ook wel punten zien die een beetje ‘schuren’ (er is altijd wel wat), en ik zal me daar niet door van mijn stuk proberen te laten brengen, maar ik vermoed dat die niet zullen opwegen tegen wat ik hierboven opsomde. In elk geval heb ik er zin in komende zondag weer te gaan!
Aandachtige lezers van mijn blog hebben vast herkend dat wat mijn aanspreekt in de anglicaanse kerk aansluit bij wat ik de afgelopen jaren op mijn blog heb geschreven over mijn worsteling met de (evangelische) kerk en mijn zoektocht naar God en zijn genade. In een volgend bericht wil ik terugkijken op die zoektocht en een paar van mijn eerdere blogberichten citeren die licht werpen op mijn reis!