Het schijnt dat mensen die van kerk veranderen soms door een ‘cage phase’ gaan, een periode van soms wel zes maanden waarin ze iedereen lastig vallen met enthousiaste verhalen over hun nieuwe geestelijk thuis, kritiek hebben op alles wat met hun oude kerk te maken heeft en nogal scherp zijn op theologische twistpunten en puntjes. Meestal wordt dit woord gebruikt voor mensen die calvinist zijn geworden. Maar volgens mij duidt het op een breder fenomeen, waar iedereen die een levensveranderende ontdekking heeft gedaan mee te maken krijgt. Het wordt door andere mensen vooral als vervelend ervaren omdat zij op een andere plek zijn op hun reis en diezelfde ontdekking nog niet hebben gedaan en mogelijk ook nooit willen doen of zullen doen. En omdat de persoon in de ‘cage phase’ daar geen begrip voor kan opbrengen.
Welnu, ik ben me terdege bewust van het feit dat ik me op dit moment in de ‘cage phase’ bevind. Ik ben namelijk sinds anderhalve maand van kerk veranderd. En voor het eerst in jaren ben ik enthousiast over de kerk. Ik kijk er zelfs naar uit om op zondag weer te gaan! En dat is voor mij een unicum. Trouwe lezers van mijn blog (er zijn er misschien nog wel een paar) weten van mijn moeite met de evangelische kerk. In 2010 maakte ik zelfs de keuze gewoon niet meer op zondag naar de dienst te gaan. In 2011 ging ik weer een paar keer, maar ook daar hield ik snel weer mee op. Het was voor mij niet makkelijk om niet naar de kerk te gaan. Op basis van wat ik uit de bijbel heb geleerd, geloof ik dat het heel belangrijk is met andere christenen samen te komen. Ik ben ervan overtuigd dat geloven en het vieren van dat geloof een gemeenschappelijke activiteit is. En ik ben me ervan bewust dat ik het vlammetje van mijn vertrouwen in God in mijn eentje moeilijk levend kan houden. Toch voel ik me al tijden niet meer 'evangelisch'.
September vorig jaar wandelde ik naar de stad. Ik vroeg in mijn gedachten aan God: ‘Wat kan ik doen om u beter te leren kennen?’ - het antwoord dat in mij boven kwam: ‘Door naar de kerk te gaan.’ Het kwam direct en het klonk als de waarheid. Vooral omdat ik het niet zelf verzonnen kon hebben. Ik had namelijk niet lang daarvoor op mijn blog geschreven dat ik geen enkel verlangen meer had om naar de kerk te gaan. Maar op dat moment besefte ik opeens dat ik al die tijd het idee had gehad dat het christelijke leven iets was wat ik zelf moest doen. Ik moest zelf alles kunnen: bijbellezen, bidden, getuigen, studeren et cetera. Maar ik wist dat ik daarvan overspannen werd, en dat ik om gezond te zijn verhalen moest schrijven. In de kerk kan ik echter genieten van de gaven van andere mensen, die juist graag bijbelstudie doen. Ik hoor teksten uit de bijbel, en bid met anderen, en tijdens de week ben ik vervolgens vrij om de heer te dienen op de manier die bij mij past. Ik accepteerde dat het inderdaad voor mij de manier was om God beter te leren kennen.
Omdat ik daarvoor gewend was naar de evangelische kerk te gaan, ging ik daarnaar terug. Maar eigenlijk was ik toen al van plan om rond te kijken naar een andere kerk, want ik wist eigenlijk al dat ik me niet meer evangelisch voelde. Het was echter te makkelijk om steeds naar dezelfde kerk te blijven gaan. De eerste twee diensten waren bovendien goed, met boodschappen die voor mij en voor mijn verloofde betekenisvol waren (ik geloof ook dat ik deze moest horen). Maar daarna ontstond hetzelfde patroon dat mij al eerder deed besluiten om niet meer naar de kerk te gaan. Ik zat op mijn stoel heen en weer te schuiven bij boodschappen die me vertelden dat ik meer ‘dit’ moest doen en minder ‘dat’, en ik hoorde niets over Jezus of over het goede nieuws.
Ik las het programma van een mannenconferentie, georganiseerd door een groep die zichzelf naar vrijheid heeft genoemd (ironisch), dat stelde dat een echte man alles zou opofferen voor zijn vrouw ‘niet alleen zijn verlangens, maar ook zijn dromen’. En ik besefte dat dit de visie is van de evangelische kerk, dat ik mezelf moest kwijtraken. Dat maakte me misselijk. Bovendien ontdekte ik opnieuw het verschil tussen ‘moeten’ en ‘behoren’ en identificeerde ik veel van de boodschappen in de kerk als ‘behorens’, in feite manipulerende boodschappen die mij ertoe brachten om dingen te doen zonder dat ik er werkelijk uit mezelf voor gemotiveerd was. Ik raakte opnieuw in een negatieve spiraal. Op een etentje met mensen uit de kerk vertelde ik hoe ik niet goed in staat ben om bepaalde boodschappen ‘buiten me’ te houden. Mijn denken is als een mobile. Een nieuwe gedachte hang ik erin en dan merk ik hoe de andere onderdelen bewegen. Pas als het evenwicht verstoord raakt, kan ik de gedachte als negatief beoordelen en afwijzen. Ik heb dus niet een filter waardoor ik zo’n boodschap van te voren kan tegenhouden. Iemand in de groep die coacht en trainingen geeft vertelde dat meer mensen zo in elkaar zitten. Hij noemde ze ‘systeemdenkers’. En hij zei dat de enige manier van zulke mensen om zichzelf tegen voor hen negatieve boodschappen te beschermen, is te vertrekken uit de omgeving waar die boodschappen worden gebracht. Dat was voor mij de bevestiging en we stopten met naar de kerk gaan. Maar ik had toch echt ‘gehoord’ dat ik de kerk moest bezoeken om God beter te leren kennen! Dat leidde tot een innerlijk conflict, dat kan ik je wel zeggen.
Een goede vriend met wie ik over deze dingen praatte en die zelf ook wel eens moeite heeft met de evangelische kerk, stuurde me het adres van een anglicaanse kerk in Den Haag, die ook nog eens makkelijk met de tram bereikbaar was. Mijn verloofde en ik togen erheen, de laatste zondag van april, een beetje zenuwachtig. En we waren ook nog eens te laat omdat we bij de verkeerde halte uitstapten. Maar er was een bank speciaal voor laatkomers en dat stelde me gerust.
We maakten een prachtige dienst mee. Een paar keer stootten we elkaar aan en fluisterden we: dat was precies waar we naar zochten! In de liturgie kwam meerdere keren het evangelie voor. Er werden gedeeltes uit de bijbel gelezen. Er was zalving voor genezing en heelheid, en het avondmaal werd gevierd. En in de preek werd The Hobbit aangehaald, en het ging erover hoe Jezus vanaf het kruis niet naar ons kijkt met ogen van veroordeling, maar met ogen vol liefde. En hoe dat ons verandert. Wauw! We werden ook nog eens heel vriendelijk aangesproken door de mensen in de kerk. Ikzelf had ook een ervaring van Gods aanwezigheid tijdens de dienst. Ik ervoer zelf hoe Jezus met liefde naar me keek. En ik vroeg hem in gedachten waarom ik die ervaring niet had gehad in de evangelische kerk. Wat toen in me opkwam was: ‘Omdat ze hier samenkomen in mijn naam.’ Dat was inderdaad wat de dienst karakteriseerde: het draaide om Jezus. Meer dan ik in de evangelische kerk had meegemaakt. Daar is de Heer natuurlijk ook aanwezig, zoals Hij overal is, maar het draait er in mijn ervaring niet om hem en zijn aanwezigheid, maar meer om onze reactie op hem en wat wij behoren te doen. Hier stond hij in het midden.
Er stonden tranen in mijn ogen. Aan het begin van dit jaar had ik de Heer gebeden om een tekst voor 2013. Nog voor ik klaar was met het uitspreken van die vraag, kreeg ik in gedachten: ‘Komt tot mij allen die vermoeid en belast zijn, en ik zal u rust geven.’ En in deze dienst in de anglicaanse kerk kwam ik eindelijk tot rust. Hier kon ik eenvoudig zijn, zonder iets te hoeven, en de liefde van de Heer ervaren.
Mijn verloofde was ook erg geraakt door de dienst, omdat ze in een katholiek gezin is opgegroeid en nog veel affiniteit heeft met de vormen en symbolen van de katholieke kerk, alhoewel ze uit leerstellig oogpunt niet meer achter het gezag van de Paus kan staan (hoe goed de huidige paus ook is, trouwens!). Zij had al sinds enkele jaren de indruk dat ze van de Heer mocht zoeken naar een ‘katholiek-achtige’ kerk, maar ze dacht dat de evangelische kerk dat al was. Ze wist namelijk niet dat de anglicaanse kerk bestond. Dit bleek precies te zijn waar ze naar verlangde.
Mijn verloofde en ik waren allebei erg enthousiast, maar een enkele zwaluw maakt nog geen zomer. De volgende dienst was ook weer bijzonder. De dienst erna werd C.S. Lewis uitgebreid geciteerd. De keer erna was er weer zalving, en de keer erna ging het weer over de liefde van de Heer. We hebben vijf diensten meegemaakt, en die waren allemaal prachtig, bemoedigend en draaiden om het evangelie. Ik had me erop ingesteld dat ik ook teleurstellende ervaringen zou hebben, dat niet alle preken even goed zouden zijn, maar tot nu toe is dat nog niet uitgekomen. We hebben daarom besloten dat we deze zomer zo vaak mogelijk naar de anglicaanse kerk zullen gaan, en in het najaar zullen besluiten of we ons definitief bij de kerk gaan aansluiten. Eigenlijk hebben we die keuze nu al gemaakt, vermoed ik, maar omdat ik soms mezelf overschat geven we het de tijd, zodat ik niet roep ‘dit is de beste kerk van de wereld’ om er een maand later weer op af te knappen. Maar deze kerk voelt voor mij als een antwoord op mijn gebed. En daar ben ik dankbaar voor.
In deel twee een paar punten waarom ik zo enthousiast ben over de anglicaanse kerk ...
Welnu, ik ben me terdege bewust van het feit dat ik me op dit moment in de ‘cage phase’ bevind. Ik ben namelijk sinds anderhalve maand van kerk veranderd. En voor het eerst in jaren ben ik enthousiast over de kerk. Ik kijk er zelfs naar uit om op zondag weer te gaan! En dat is voor mij een unicum. Trouwe lezers van mijn blog (er zijn er misschien nog wel een paar) weten van mijn moeite met de evangelische kerk. In 2010 maakte ik zelfs de keuze gewoon niet meer op zondag naar de dienst te gaan. In 2011 ging ik weer een paar keer, maar ook daar hield ik snel weer mee op. Het was voor mij niet makkelijk om niet naar de kerk te gaan. Op basis van wat ik uit de bijbel heb geleerd, geloof ik dat het heel belangrijk is met andere christenen samen te komen. Ik ben ervan overtuigd dat geloven en het vieren van dat geloof een gemeenschappelijke activiteit is. En ik ben me ervan bewust dat ik het vlammetje van mijn vertrouwen in God in mijn eentje moeilijk levend kan houden. Toch voel ik me al tijden niet meer 'evangelisch'.
September vorig jaar wandelde ik naar de stad. Ik vroeg in mijn gedachten aan God: ‘Wat kan ik doen om u beter te leren kennen?’ - het antwoord dat in mij boven kwam: ‘Door naar de kerk te gaan.’ Het kwam direct en het klonk als de waarheid. Vooral omdat ik het niet zelf verzonnen kon hebben. Ik had namelijk niet lang daarvoor op mijn blog geschreven dat ik geen enkel verlangen meer had om naar de kerk te gaan. Maar op dat moment besefte ik opeens dat ik al die tijd het idee had gehad dat het christelijke leven iets was wat ik zelf moest doen. Ik moest zelf alles kunnen: bijbellezen, bidden, getuigen, studeren et cetera. Maar ik wist dat ik daarvan overspannen werd, en dat ik om gezond te zijn verhalen moest schrijven. In de kerk kan ik echter genieten van de gaven van andere mensen, die juist graag bijbelstudie doen. Ik hoor teksten uit de bijbel, en bid met anderen, en tijdens de week ben ik vervolgens vrij om de heer te dienen op de manier die bij mij past. Ik accepteerde dat het inderdaad voor mij de manier was om God beter te leren kennen.
Omdat ik daarvoor gewend was naar de evangelische kerk te gaan, ging ik daarnaar terug. Maar eigenlijk was ik toen al van plan om rond te kijken naar een andere kerk, want ik wist eigenlijk al dat ik me niet meer evangelisch voelde. Het was echter te makkelijk om steeds naar dezelfde kerk te blijven gaan. De eerste twee diensten waren bovendien goed, met boodschappen die voor mij en voor mijn verloofde betekenisvol waren (ik geloof ook dat ik deze moest horen). Maar daarna ontstond hetzelfde patroon dat mij al eerder deed besluiten om niet meer naar de kerk te gaan. Ik zat op mijn stoel heen en weer te schuiven bij boodschappen die me vertelden dat ik meer ‘dit’ moest doen en minder ‘dat’, en ik hoorde niets over Jezus of over het goede nieuws.
Ik las het programma van een mannenconferentie, georganiseerd door een groep die zichzelf naar vrijheid heeft genoemd (ironisch), dat stelde dat een echte man alles zou opofferen voor zijn vrouw ‘niet alleen zijn verlangens, maar ook zijn dromen’. En ik besefte dat dit de visie is van de evangelische kerk, dat ik mezelf moest kwijtraken. Dat maakte me misselijk. Bovendien ontdekte ik opnieuw het verschil tussen ‘moeten’ en ‘behoren’ en identificeerde ik veel van de boodschappen in de kerk als ‘behorens’, in feite manipulerende boodschappen die mij ertoe brachten om dingen te doen zonder dat ik er werkelijk uit mezelf voor gemotiveerd was. Ik raakte opnieuw in een negatieve spiraal. Op een etentje met mensen uit de kerk vertelde ik hoe ik niet goed in staat ben om bepaalde boodschappen ‘buiten me’ te houden. Mijn denken is als een mobile. Een nieuwe gedachte hang ik erin en dan merk ik hoe de andere onderdelen bewegen. Pas als het evenwicht verstoord raakt, kan ik de gedachte als negatief beoordelen en afwijzen. Ik heb dus niet een filter waardoor ik zo’n boodschap van te voren kan tegenhouden. Iemand in de groep die coacht en trainingen geeft vertelde dat meer mensen zo in elkaar zitten. Hij noemde ze ‘systeemdenkers’. En hij zei dat de enige manier van zulke mensen om zichzelf tegen voor hen negatieve boodschappen te beschermen, is te vertrekken uit de omgeving waar die boodschappen worden gebracht. Dat was voor mij de bevestiging en we stopten met naar de kerk gaan. Maar ik had toch echt ‘gehoord’ dat ik de kerk moest bezoeken om God beter te leren kennen! Dat leidde tot een innerlijk conflict, dat kan ik je wel zeggen.
Een goede vriend met wie ik over deze dingen praatte en die zelf ook wel eens moeite heeft met de evangelische kerk, stuurde me het adres van een anglicaanse kerk in Den Haag, die ook nog eens makkelijk met de tram bereikbaar was. Mijn verloofde en ik togen erheen, de laatste zondag van april, een beetje zenuwachtig. En we waren ook nog eens te laat omdat we bij de verkeerde halte uitstapten. Maar er was een bank speciaal voor laatkomers en dat stelde me gerust.
We maakten een prachtige dienst mee. Een paar keer stootten we elkaar aan en fluisterden we: dat was precies waar we naar zochten! In de liturgie kwam meerdere keren het evangelie voor. Er werden gedeeltes uit de bijbel gelezen. Er was zalving voor genezing en heelheid, en het avondmaal werd gevierd. En in de preek werd The Hobbit aangehaald, en het ging erover hoe Jezus vanaf het kruis niet naar ons kijkt met ogen van veroordeling, maar met ogen vol liefde. En hoe dat ons verandert. Wauw! We werden ook nog eens heel vriendelijk aangesproken door de mensen in de kerk. Ikzelf had ook een ervaring van Gods aanwezigheid tijdens de dienst. Ik ervoer zelf hoe Jezus met liefde naar me keek. En ik vroeg hem in gedachten waarom ik die ervaring niet had gehad in de evangelische kerk. Wat toen in me opkwam was: ‘Omdat ze hier samenkomen in mijn naam.’ Dat was inderdaad wat de dienst karakteriseerde: het draaide om Jezus. Meer dan ik in de evangelische kerk had meegemaakt. Daar is de Heer natuurlijk ook aanwezig, zoals Hij overal is, maar het draait er in mijn ervaring niet om hem en zijn aanwezigheid, maar meer om onze reactie op hem en wat wij behoren te doen. Hier stond hij in het midden.
Er stonden tranen in mijn ogen. Aan het begin van dit jaar had ik de Heer gebeden om een tekst voor 2013. Nog voor ik klaar was met het uitspreken van die vraag, kreeg ik in gedachten: ‘Komt tot mij allen die vermoeid en belast zijn, en ik zal u rust geven.’ En in deze dienst in de anglicaanse kerk kwam ik eindelijk tot rust. Hier kon ik eenvoudig zijn, zonder iets te hoeven, en de liefde van de Heer ervaren.
Mijn verloofde was ook erg geraakt door de dienst, omdat ze in een katholiek gezin is opgegroeid en nog veel affiniteit heeft met de vormen en symbolen van de katholieke kerk, alhoewel ze uit leerstellig oogpunt niet meer achter het gezag van de Paus kan staan (hoe goed de huidige paus ook is, trouwens!). Zij had al sinds enkele jaren de indruk dat ze van de Heer mocht zoeken naar een ‘katholiek-achtige’ kerk, maar ze dacht dat de evangelische kerk dat al was. Ze wist namelijk niet dat de anglicaanse kerk bestond. Dit bleek precies te zijn waar ze naar verlangde.
Mijn verloofde en ik waren allebei erg enthousiast, maar een enkele zwaluw maakt nog geen zomer. De volgende dienst was ook weer bijzonder. De dienst erna werd C.S. Lewis uitgebreid geciteerd. De keer erna was er weer zalving, en de keer erna ging het weer over de liefde van de Heer. We hebben vijf diensten meegemaakt, en die waren allemaal prachtig, bemoedigend en draaiden om het evangelie. Ik had me erop ingesteld dat ik ook teleurstellende ervaringen zou hebben, dat niet alle preken even goed zouden zijn, maar tot nu toe is dat nog niet uitgekomen. We hebben daarom besloten dat we deze zomer zo vaak mogelijk naar de anglicaanse kerk zullen gaan, en in het najaar zullen besluiten of we ons definitief bij de kerk gaan aansluiten. Eigenlijk hebben we die keuze nu al gemaakt, vermoed ik, maar omdat ik soms mezelf overschat geven we het de tijd, zodat ik niet roep ‘dit is de beste kerk van de wereld’ om er een maand later weer op af te knappen. Maar deze kerk voelt voor mij als een antwoord op mijn gebed. En daar ben ik dankbaar voor.
In deel twee een paar punten waarom ik zo enthousiast ben over de anglicaanse kerk ...