zaterdag 30 augustus 2014

Gedicht: Stilte

Stilte

De zee is vlak, ik wacht
op de wind. Gespannen.
Mijn knie rust op de plank.
Hand omklemt touw, ziet wit.
Ik wil op weg, iets doen,
maar kan niets dan blijven
waar ik ben. Oplettend,
klaar voor wat komen gaat.
Maar gelijk geduldig,
oog voor de blauwe lucht,
een vis die voorbij schiet
onder mij. Koele spetters.
Genieten van de rust.
Gedwongen. Zoals straks
ik weer word meegevoerd
door het zeil. Getrokken
naar het onbekende
voorbij de horizon.