Afgelopen zondag mocht ik op fantasyfestival Elfia in Arcen mijn nieuwe SF-bundel 'Het teken in de lucht' alvast even in mijn handen houden. Eigenlijk komt hij namelijk pas uit op 29 september, als onderdeel van Boek10 2018. Maar de boeken waren al binnengekomen van de drukker en mijn uitgever besloot de bezoekers van Elfia de primeur te gunnen. En ik kon me alvast verlustigen aan mijn nieuwe pennenvrucht, het negende boek van mijn hand. Want het blijft altijd bijzonder je eigen werk terug te zien in de vorm van een boek, een concreet product, letters op papier, alsof het opeens buiten jezelf bestaat. Dat gevoel heb ik niet bij op dezelfde manier bij verhalen die ik op internet publiceer. Dat blijft altijd in enige mate ontastbaar. Maar dat is mijn punt niet. Wat ik wil zeggen is dat 'Het teken in de lucht' nu bij elke boekwinkel te bestellen is, en als je hem deze week aanschaft via de webshop van Godijn Publishing krijg je zelfs een gesigneerd exemplaar!
Wat het moment afgelopen zondag nog extra bijzonder maakte, was dat deze bundel al een hele geschiedenis heeft. Ik begon er namelijk meer dan tien jaar geleden aan te schrijven. Het idee voor de bundel kreeg ik zelfs al in 2004 of 2005 - helaas heb ik de precieze datum nooit opgeschreven. Ik weet wel dat het in de winter was, in de tuin van mijn ouders. Of althans, dat was het moment dat ik mijn broer Marten er over vertelde. Het was twee of drie jaar na het verschijnen van mijn tweede boek 'Het wrak', dat in 2002 het actieboek voor de maand van het spannende boek was van de christelijke uitgevers. Ik had ondertussen een vervolg geschreven op 'Neptunus' (dat in 2001 was uitgekomen), maar mijn toenmalige uitgever wilde daar niet aan beginnen. Ook was ik eind 2001 begonnen met het schrijven van een fantasyverhaal, toen nog getiteld 'De koning en de kraak'. Ik had de eerste drie hoofdstukken af en liet het aan mijn uitgever lezen. Ook dat manuscript viel niet in goede aarde. Ten eerste omdat het wat te kritisch was op religie, ten tweede omdat fantasy sowieso niet goed verkocht in christelijke boekwinkels. Kon ik niet een keer een contemporaine thriller schrijven, in de stijl van 'Het wrak'? Teleurgesteld begon ik een idee daarvoor uit te werken en ik schreef de proloog, maar daarna kwam er niets meer uit mijn vingers. Ook aan mijn fantasyverhaal ging ik niet meer verder. Ik had het idee dat ik droogstond. Mijn verbeelding was spoorloos verdwenen. Een heuse 'writers block', dus.
Maar natuurlijk bleef ik in mijn gedachten met het schrijven bezig. Ik bedacht een soort tijdreis/horrorverhaal - dat eindigde met het verdwijnen van het hele universum (dat ik ooit nog een keer zal uitwerken). Maar ik had ook een idee voor een kort SF-verhaal. Ik woonde destijds namelijk in Leiden boven een christelijke boekwinkel, en las (strikt genomen illegaal) op de trap naar boven de boeken die in opslag stonden in de gang. Daartoe behoorden de eindtijdverhalen uit de 'Laatste bazuin'-serie van Tim LaHaye en Jerry B. Jenkins. Daarin worden de gelovigen in de hemel opgenomen terwijl de rampen uit Openbaring over de aarde worden uitgestort. Filmliefhebbers kennen misschien wel de versie met Nicolas Cage. Ik was me echter aan deze boeken gaan ergeren, omdat ik het toekomstbeeld dat eruit sprak zo negatief vond. Ik heb daar onlangs in een blog op Fantasy-schrijven uitgebreid over geschreven! Aan de andere kant: ik had Openbaring als kind meerdere malen gelezen, want het is het meest fantasievolle boek van de Bijbel. En ik ging nadenken over manieren waarop ik de beelden uit dat Bijbelboek kon interpreteren als SF-schrijver. Zo wordt erover gesproken dat de duivel die tot dan toe de heerschappij had over de aarde met ketens wordt geboeid en in de diepte wordt gegooid, waar hij voor duizend jaar gevangen moet blijven. De betreffende tekst in Openbaring 20 spreekt over een put. Als iemand met interesse in de kosmologie las ik veel over zwarte gaten. Putten in de ruimtetijd die zo diep zijn, waar de zwaartekracht zo sterk is, dat zelfs licht er niet uit kan ontsnappen. Als er een afgrond is die diep genoeg is om de duivel gevangen te houden, zou dat natuurlijk een zwart gat moeten zijn - en wel Sagitarius A, het zwarte gat in het centrum van ons melkwegstelsel.
Het bleef niet bij dat ene idee. Al snel ontstond het plan een SF-verhalenbundel te schrijven die de hele periode van het duizendjarig rijk zou beslaan. Vooral om een hoopvoller toekomstbeeld te laten zien dan in de gebruikelijke eindtijdliteratuur. Sciencefiction zou daarbij een interessant perspectief bieden, verwachtte ik. Natuurlijk zou het voor de lezer niet direct duidelijk moeten zijn waar het om draaide. Dus bedacht ik de Autoriteit, en de Autoriteitsvertegenwoordigers die in zijn naam over de aarde (en daarbuiten) reizen. Ik had dus het idee, maar ik zat nog steeds midden in een 'writers block' en het leek nog steeds alsof mijn verbeelding totaal geblokkeerd was. Het duurde tot 2008 voor ik het eerste verhaal schreef. De vonk voor dat verhaal kwam toen mijn ouders terugkwamen van een reis naar India. Mijn vader vertelde dat met zijn reis naar zo'n andere cultuur een jongensdroom van hem was uitgekomen - en dat op 61-jarige leeftijd. Zijn verwondering en blijdschap daarover was inspirerend en het was de brandstof voor het schrijven van het verhaal 'De droom'. In een paar dagen stond het op papier. Ik was er trots op (en terecht bleek later, want het won de derde prijs van de verhalenwedstrijd Fantastels 2015). Maar ik kon daarna niet direct verder schrijven aan de volgende verhalen. Elke keer moest ik wachten tot de vonk kwam, tot de puzzelstukjes precies op de juiste plek vielen. Dus schreef ik maar twee, maximaal drie verhalen per jaar. In 2011 schreef ik 'Afdaling'. En toen stopte de inspiratie en schreef ik een jaar lang geen verhaal. Op dat moment moest ik echter nog twee verhalen voltooien - waaronder het verhaalidee waarmee het allemaal was begonnen, 'De afgrond'. Al die tijd was dat niets meer geworden dan een paar regels in een aantekenboekje. De bron van binnen leek echter opgedroogd.
Er gebeurde intussen veel. In 2011 kreeg ik bijvoorbeeld verkering met Bianca en in 2012 vroeg ik haar ten huwelijk. Zij verbaasde zich er steeds al over dat ik zei dat ik een 'writers block' had maar als iemand mij om een idee vroeg kwam dat vanzelf. Ze geloofde dat ik mijn verbeelding niet definitief had verloren. Ik werd in 2012 uiteindelijk ziek. Wondroos, een behoorlijk heftige aandoening. Twee keer had ik het in één jaar. Tijdens de tweede episode, in september 2012, besefte ik me dat de stress waardoor ik ziek was geworden niet kwam doordat ik te graag wilde schrijven, maar doordat ik te weinig schreef. Ik moest er gewoon voor gaan zitten. Ik had ook een stuk van Neil Gaiman gelezen waarin hij uitlegde hoe als hij in de 'flow' zat de woorden uit zijn pen leken te vloeien en als vanzelf op het papier kwamen, maar dat er ook dagen waren waarop het schrijven moeilijk ging en elk woord een worsteling met zich meebracht. Als hij later zijn werk terug las, zag hij echter geen verschil in wat hij geschreven had tussen de goede en de slechte dagen. De rol van je geïnspireerd voelen is dus overdreven. Schrijven is werken. Dat was wat ik nodig had. Toen ik hersteld was besloot ik het in praktijk te brengen. Ik nam een laptop mee in de trein en ging schrijven. Eerst twee losse korte verhalen, maar toen de verhalen die nog ontbraken aan 'Het teken in de lucht'. Ik wachtte niet op inspiratie, maar begon gewoon. En ik schreef ze direct, achter elkaar. Toevallig zijn het beide ook de laatste twee verhalen in de bundel, en volgens mij de beste.
De bundel zoals ik die in 2004/5 verzonnen had, was in 2012 dus eindelijk gereed, maar daarmee was hij nog niet uitgegeven. Opnieuw had ik tegenslag, want de uitgever van 'Neptunus' wilde dat boek wel heruitgeven, en ook 'De derde macht' in 2013, twaalf jaar nadat ik dat boek had geschreven, maar in een verhalenbundel had hij geen interesse. Ook van anderen hoorde ik dat verhalenbundels niet succesvol zouden zijn. Ik het dat altijd vreemd gevonden, maar goed, ik ben ook groot liefhebber van korte verhalen. Pas toen ik over Boek10 hoorde en zag dat er bij de eerste lichting van Boek10 ook verhalenbundels zaten, ging ik weer over het uitgeven van 'Het teken in de lucht' nadenken. Ondertussen had ik ook de verhalen van 'Conquistador' al af, en dat werd de eerste bundel, maar daarna aarzelde ik niet om ook 'Het teken in de lucht' op te sturen. En nu, na een reis van bijna veertien jaar, tien jaar nadat ik het eerste verhaal heb afgeschreven, is er een concreet boek!
'Het teken in de lucht' staat ook al op Hebban en op Goodreads - daar kun je aangeven dat je het wilt lezen, en als je het uit hebt een recensie plaatsen. Dat wordt zeer gewaardeerd!
Wat het moment afgelopen zondag nog extra bijzonder maakte, was dat deze bundel al een hele geschiedenis heeft. Ik begon er namelijk meer dan tien jaar geleden aan te schrijven. Het idee voor de bundel kreeg ik zelfs al in 2004 of 2005 - helaas heb ik de precieze datum nooit opgeschreven. Ik weet wel dat het in de winter was, in de tuin van mijn ouders. Of althans, dat was het moment dat ik mijn broer Marten er over vertelde. Het was twee of drie jaar na het verschijnen van mijn tweede boek 'Het wrak', dat in 2002 het actieboek voor de maand van het spannende boek was van de christelijke uitgevers. Ik had ondertussen een vervolg geschreven op 'Neptunus' (dat in 2001 was uitgekomen), maar mijn toenmalige uitgever wilde daar niet aan beginnen. Ook was ik eind 2001 begonnen met het schrijven van een fantasyverhaal, toen nog getiteld 'De koning en de kraak'. Ik had de eerste drie hoofdstukken af en liet het aan mijn uitgever lezen. Ook dat manuscript viel niet in goede aarde. Ten eerste omdat het wat te kritisch was op religie, ten tweede omdat fantasy sowieso niet goed verkocht in christelijke boekwinkels. Kon ik niet een keer een contemporaine thriller schrijven, in de stijl van 'Het wrak'? Teleurgesteld begon ik een idee daarvoor uit te werken en ik schreef de proloog, maar daarna kwam er niets meer uit mijn vingers. Ook aan mijn fantasyverhaal ging ik niet meer verder. Ik had het idee dat ik droogstond. Mijn verbeelding was spoorloos verdwenen. Een heuse 'writers block', dus.
Maar natuurlijk bleef ik in mijn gedachten met het schrijven bezig. Ik bedacht een soort tijdreis/horrorverhaal - dat eindigde met het verdwijnen van het hele universum (dat ik ooit nog een keer zal uitwerken). Maar ik had ook een idee voor een kort SF-verhaal. Ik woonde destijds namelijk in Leiden boven een christelijke boekwinkel, en las (strikt genomen illegaal) op de trap naar boven de boeken die in opslag stonden in de gang. Daartoe behoorden de eindtijdverhalen uit de 'Laatste bazuin'-serie van Tim LaHaye en Jerry B. Jenkins. Daarin worden de gelovigen in de hemel opgenomen terwijl de rampen uit Openbaring over de aarde worden uitgestort. Filmliefhebbers kennen misschien wel de versie met Nicolas Cage. Ik was me echter aan deze boeken gaan ergeren, omdat ik het toekomstbeeld dat eruit sprak zo negatief vond. Ik heb daar onlangs in een blog op Fantasy-schrijven uitgebreid over geschreven! Aan de andere kant: ik had Openbaring als kind meerdere malen gelezen, want het is het meest fantasievolle boek van de Bijbel. En ik ging nadenken over manieren waarop ik de beelden uit dat Bijbelboek kon interpreteren als SF-schrijver. Zo wordt erover gesproken dat de duivel die tot dan toe de heerschappij had over de aarde met ketens wordt geboeid en in de diepte wordt gegooid, waar hij voor duizend jaar gevangen moet blijven. De betreffende tekst in Openbaring 20 spreekt over een put. Als iemand met interesse in de kosmologie las ik veel over zwarte gaten. Putten in de ruimtetijd die zo diep zijn, waar de zwaartekracht zo sterk is, dat zelfs licht er niet uit kan ontsnappen. Als er een afgrond is die diep genoeg is om de duivel gevangen te houden, zou dat natuurlijk een zwart gat moeten zijn - en wel Sagitarius A, het zwarte gat in het centrum van ons melkwegstelsel.
Het bleef niet bij dat ene idee. Al snel ontstond het plan een SF-verhalenbundel te schrijven die de hele periode van het duizendjarig rijk zou beslaan. Vooral om een hoopvoller toekomstbeeld te laten zien dan in de gebruikelijke eindtijdliteratuur. Sciencefiction zou daarbij een interessant perspectief bieden, verwachtte ik. Natuurlijk zou het voor de lezer niet direct duidelijk moeten zijn waar het om draaide. Dus bedacht ik de Autoriteit, en de Autoriteitsvertegenwoordigers die in zijn naam over de aarde (en daarbuiten) reizen. Ik had dus het idee, maar ik zat nog steeds midden in een 'writers block' en het leek nog steeds alsof mijn verbeelding totaal geblokkeerd was. Het duurde tot 2008 voor ik het eerste verhaal schreef. De vonk voor dat verhaal kwam toen mijn ouders terugkwamen van een reis naar India. Mijn vader vertelde dat met zijn reis naar zo'n andere cultuur een jongensdroom van hem was uitgekomen - en dat op 61-jarige leeftijd. Zijn verwondering en blijdschap daarover was inspirerend en het was de brandstof voor het schrijven van het verhaal 'De droom'. In een paar dagen stond het op papier. Ik was er trots op (en terecht bleek later, want het won de derde prijs van de verhalenwedstrijd Fantastels 2015). Maar ik kon daarna niet direct verder schrijven aan de volgende verhalen. Elke keer moest ik wachten tot de vonk kwam, tot de puzzelstukjes precies op de juiste plek vielen. Dus schreef ik maar twee, maximaal drie verhalen per jaar. In 2011 schreef ik 'Afdaling'. En toen stopte de inspiratie en schreef ik een jaar lang geen verhaal. Op dat moment moest ik echter nog twee verhalen voltooien - waaronder het verhaalidee waarmee het allemaal was begonnen, 'De afgrond'. Al die tijd was dat niets meer geworden dan een paar regels in een aantekenboekje. De bron van binnen leek echter opgedroogd.
Er gebeurde intussen veel. In 2011 kreeg ik bijvoorbeeld verkering met Bianca en in 2012 vroeg ik haar ten huwelijk. Zij verbaasde zich er steeds al over dat ik zei dat ik een 'writers block' had maar als iemand mij om een idee vroeg kwam dat vanzelf. Ze geloofde dat ik mijn verbeelding niet definitief had verloren. Ik werd in 2012 uiteindelijk ziek. Wondroos, een behoorlijk heftige aandoening. Twee keer had ik het in één jaar. Tijdens de tweede episode, in september 2012, besefte ik me dat de stress waardoor ik ziek was geworden niet kwam doordat ik te graag wilde schrijven, maar doordat ik te weinig schreef. Ik moest er gewoon voor gaan zitten. Ik had ook een stuk van Neil Gaiman gelezen waarin hij uitlegde hoe als hij in de 'flow' zat de woorden uit zijn pen leken te vloeien en als vanzelf op het papier kwamen, maar dat er ook dagen waren waarop het schrijven moeilijk ging en elk woord een worsteling met zich meebracht. Als hij later zijn werk terug las, zag hij echter geen verschil in wat hij geschreven had tussen de goede en de slechte dagen. De rol van je geïnspireerd voelen is dus overdreven. Schrijven is werken. Dat was wat ik nodig had. Toen ik hersteld was besloot ik het in praktijk te brengen. Ik nam een laptop mee in de trein en ging schrijven. Eerst twee losse korte verhalen, maar toen de verhalen die nog ontbraken aan 'Het teken in de lucht'. Ik wachtte niet op inspiratie, maar begon gewoon. En ik schreef ze direct, achter elkaar. Toevallig zijn het beide ook de laatste twee verhalen in de bundel, en volgens mij de beste.
De bundel zoals ik die in 2004/5 verzonnen had, was in 2012 dus eindelijk gereed, maar daarmee was hij nog niet uitgegeven. Opnieuw had ik tegenslag, want de uitgever van 'Neptunus' wilde dat boek wel heruitgeven, en ook 'De derde macht' in 2013, twaalf jaar nadat ik dat boek had geschreven, maar in een verhalenbundel had hij geen interesse. Ook van anderen hoorde ik dat verhalenbundels niet succesvol zouden zijn. Ik het dat altijd vreemd gevonden, maar goed, ik ben ook groot liefhebber van korte verhalen. Pas toen ik over Boek10 hoorde en zag dat er bij de eerste lichting van Boek10 ook verhalenbundels zaten, ging ik weer over het uitgeven van 'Het teken in de lucht' nadenken. Ondertussen had ik ook de verhalen van 'Conquistador' al af, en dat werd de eerste bundel, maar daarna aarzelde ik niet om ook 'Het teken in de lucht' op te sturen. En nu, na een reis van bijna veertien jaar, tien jaar nadat ik het eerste verhaal heb afgeschreven, is er een concreet boek!
'Het teken in de lucht' staat ook al op Hebban en op Goodreads - daar kun je aangeven dat je het wilt lezen, en als je het uit hebt een recensie plaatsen. Dat wordt zeer gewaardeerd!